Water(s)noden
In de provincie Drenthe, Fryslân en Groningen zijn water en bodem in de praktijk nog niet altijd sturend in de ruimtelijke afwegingen. Dat betekent dat de natuurlijke kenmerken van water en bodem niet altijd de basis vormen voor de inrichting van de ruimte.
Provincies moeten in 2027 voldoen aan de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water. Uit het onderzoek van de rekenkamer blijkt dat het niet waarschijnlijk is dat de provincies er met jun maatregelen in zullen slagen om in 2027 aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen.
Waterbeleid is een complex vraagstuk. Om die complexiteit recht te doen, heeft de Noordelijke Rekenkamer haar onderzoek naar waterbeleid breed opgezet. Zij onderzocht de thema’s waterveiligheid en kwantiteit, waterkwaliteit, grond- en drinkwater (kwaliteit en kwantiteit).
De Noordelijke Rekenkamer beveelt aan om te concretiseren welke maatregelen per gebied nodig zijn om water sturend te laten zijn. Dit kan in verschillende deelgebieden in de provincie verschillen. Verder beveelt de rekenkamer aan een afwegingskader te ontwikkelen dat overheden kunnen gebruiken bij het verlenen van vergunningen. Water moet in dit afwegingskader een centrale plaats krijgen. Tot slot beveelt de rekenkamer de provincie aan om bij acute bedreigingen van het grond- en oppervlaktewater zelf maatregelen te treffen om grond- en drinkwater te beschermen. Daarbij dient zij niet alleen vrijwillige instrumenten te overwegen.
Centrale onderzoeksvraag
Op welke manier weegt de provincie in ruimtelijke beslissingen het belang van goed waterbeheer af, welk gewicht krijgt klimaatadaptatie ten opzichte van de overige belangen en hoe doeltreffend en rechtmatig is die afweging?
1. [bevoegdheden en verdeling van (financiële) middelen]
2+3. [(totstandkoming) provinciale strategische kaders]
4. Hoe sturend zijn deze kaders, controleert de provincie of andere decentrale overheden zich aan de kaders houden en hoe reageert de provincie als deze zich niet aan de kaders houden?
5. Welke belangen weegt de provincie mee bij het maken van concrete ruimtelijke beslissingen en welk gewicht hebben de strategische beleidsdoelen over waterbeheer ten opzichte van de andere belangen?
6. Welke methoden gebruikt de provincie om de verschillende deelbelangen tegen elkaar af te wegen?
7. Leidt de belangenafweging ertoe dat aantoonbaar rekening wordt gehouden met de waterhuishouding?
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Noordelijke Rekenkamer |
Ingestuurd door | Schaap, Linze |
Onderzoek door | Rekenkamer zelf |