Skip to main content

Auteur: 50034

Sturen met beleidsindicatoren

Verschillende onderzoeken wijzen erop dat het gebruik van wettelijk verplichte indicatoren nog geen gemeengoed is binnen alle Nederlandse gemeenten. Uit het voorgaande kan de vraag gesteld worden of gemeenten het gebruik van beleidsindicatoren wel als nuttig ervaren? Tegen deze achtergrond hebben de onderzoekers voor de rekenkamercommissie het gebruik van beleidsindicatoren binnen de gemeente Hof van Twente onderzocht. Het voorliggende rapport bevat hiervan de bevindingen, conclusies en aanbevelingen.

Regionale democratie vergt energie

Volgens het Klimaatakkoord moeten er Regionale Energie Strategieën (RES) tot stand gebracht komen. De gezamenlijke opdracht aan provincies, gemeenten en waterschappen was dat zij in een RES regionaal gedragen keuzes zouden uitwerken. De RES is als bestuurlijk fenomeen niet opgenomen in het reguliere Nederlandse staatsbestel. Het creëren van maatschappelijk draagvlak was een van de belangrijkste redenen om de energietransitie regionaal aan te pakken. Juist van onderop, vanuit de gemeenten en de bewoners, moeten de belangrijkste afwegingen worden gemaakt. Daarom werd het belangrijk gevonden dat burgers kunnen meedenken en -doen. In dit onderzoek heeft de Noordelijke Rekenkamer die betrokkenheid vertaald in ‘democratische legitimiteit’. Zij heeft daartoe een Scorekaart Democratie ontwikkeld en aan de hand daarvan beoordeeld hoe democratisch legitiem de drie noordelijke RES’en zijn.

Ontwikkeling Overhead

In veel gemeenten zijn de overheadkosten, mede als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein, de afgelopen jaren toegenomen. Het lijkt erop dat de overheadkosten een steeds groter aandeel van de gemeentelijke begroting innemen. De rekenkamercommissie van de gemeente Zundert heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de overheadkosten vanaf 2017 tot heden. De overheadkosten in Zundert hebben zich op vergelijkbare wijze ontwikkeld als bij referentiegemeenten. Daarbij doet de stijging zich in Zundert wel eerder voor. Maar de overheadkosten zijn in 2021 iets lager dan bij referentiegemeenten. Voor de onderzochte onderwerpen komt het beeld naar voren dat Zundert relatief vroeg anticipeert op nieuwe eisen.

Naar meer betrokkenheid bij de Werkorganisatie BUCH

Onlangs is de gemeenschappelijke regeling Werkorganisatie BUCH uitgebreid geëvalueerd. De rekenkamercommissie is echter van oordeel, na overleg met de gezamenlijke auditcommissies, dat de sturing van de gemeenteraden op de Werkorganisatie een onderbelicht aspect is gebleven. De rekenkamercommissie heeft daarom een quick scan uitgevoerd bij de vier gemeenteraden om te kijken waar de grootste knelpunten in de aansturing vanuit de raden zitten. Daarnaast worden de instrumenten geschetst die de gemeenteraden hebben en wordt een korte doorkijk gegeven naar hoe deze instrumenten strategisch ingezet kunnen worden. Daarbij rekening houdend dat sturing en controle vanuit de raden (democratische controle) in balans moet zijn met de doelmatige en doeltreffende werking van de BUCH.

Onderwijshuisvesting op orde, maar financiële risico’s voor toekomst

De onderwijshuisvesting in Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg is nu op orde. Maar de schoolgebouwen moeten in de toekomst aanzienlijk verbeterd worden. En daarbij houden de gemeenten onvoldoende rekening met stijgende bouwkosten.

Dit blijkt uit onderzoek, uitgevoerd in de periode april tot en met september 2021. Er zijn financiële risico’s voor de toekomst. Want de gemeenten anticiperen onvoldoende op stijgende bouwkosten.

Bovendien houden Wassenaar en Voorschoten vooraf geen rekening met aanvullende kosten, zoals voor tijdelijke huisvesting en voor verhuizing. En in Voorschoten wordt ervan uitgegaan dat prefab bouwen 50% minder kost.

Deze uitgangspunten leiden tot aanzienlijke financiële risico’s.

De Rekenkamercommissie adviseert onder meer om:

  • in begrotingen rekening te houden met stijgende bouwkosten;
  • het inzicht te vergroten in de energielabels en het binnenklimaat van schoolgebouwen.

Voor Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest zijn specifieke aanbevelingen in het advies opgenomen. Het advies is op 15 november 2021 aangeboden aan de gemeenteraden.

WVOLV: Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest, Leidschendam-Voorburg

Samen voor de jeugd van Almere

De gemeente Almere is vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp in de stad. Sinds die tijd heeft de
gemeente consistent de ambitie gehad om kinderen veilig en gezond te helpen opgroeien. Door in te zetten op
vroegtijdige, laagdrempelige preventie waar mogelijk en passende, samenhangende hulp waar nodig.
De Rekenkamer heeft samen met een leergroep van zorgaanbieders, ervaringsdeskundigen, ambtenaren en
raadsleden onderzocht of deze ambitie wordt waargemaakt in de praktijk.
De conclusie is dat de huidige inrichting van het systeem onvoldoende bijdraagt aan de veiligheid en
gezondheid van kinderen in Almere. Dit komt niet door een gebrek aan inzet vanuit individuele aanbieders,
ambtenaren of professionals. En op specifieke plekken werken gemeente en professionals soepel samen. Maar
het systeem als geheel stimuleert en faciliteert de beoogde samenwerking onvoldoende.
Vooral kinderen en gezinnen met meer complexe hulpvragen krijgen te maken met doorverwijzingen en
moeten vaak lang wachten op hulp. Omdat professionals de diverse hulptrajecten niet op elkaar af kunnen
stemmen is de hulp vaak niet integraal of samenhangend. De gemeente heeft te weinig zicht en regie op de
kwaliteit van de jeugdhulp als geheel. Wel hebben de gemeente en aanbieders recent belangrijke verbeteracties ingezet. Op basis van dit onderzoekt voegt de Rekenkamer daar gericht aanbevelingen aan toe.

Doelgroepenvervoer in de gemeente Zeewolde

De rekenkamercommissie concludeert uit onderzoek dat de regiotaxi en het leerlingenvervoer in Zeewolde effectief en doelmatig zijn georganiseerd. De gemeente heeft een wettelijke taak om dit vervoer te organiseren. De gemeente voert deze taken uit zoals het hoort. Inwoners die gebruik maken van deze vervoersdiensten zijn over het algemeen tevreden.

De gemeente Zeewolde werkt bij de uitvoering van de regiotaxi samen met de provincie Flevoland en de gemeenten Dronten, Lelystad en Noordoostpolder. Voor 2019 was de regiotaxi georganiseerd via een regiemodel en vanaf 2019 via een callcentermodel. In het rekenkameronderzoek is geen duidelijke meerwaarde van het callcentermodel ten opzichte van het regiemodel naar voren gekomen. Wel zijn met de komst van het callcentermodel in 2019 de kosten voor de regiotaxi voor de gemeente Zeewolde gedaald van ongeveer €350.000,- per jaar naar €180.000,- per jaar. Deze kostenreductie is het gevolg van de toepassing van een andere verdeelsleutel van de kosten, die voor de gemeente Zeewolde voordelig uitpakt. Met name de provincie heeft een groter deel van de kosten voor haar rekening genomen.

De informatie over de regiotaxi ligt verspreid over verschillende organisaties zoals de gemeente en Meerinzicht. Meerinzicht is een samenwerkingsverband van de gemeenten Zeewolde, Harderwijk en Ermelo. Uit het onderzoek komt naar voren dat de digitale informatievoorziening en de bekendheid van de rol van Meerinzicht aandachtspunten zijn.

Goed beslagen ten ijs? Een onderzoek naar de besluitvorming inzake het ijsstadion Thialf

De provincie Fryslân heeft in 2013 de renovatie van Thialf financieel mogelijk gemaakt. De Noordelijke Rekenkamer heeft op verzoek van Provinciale Staten van Fryslân bekeken hoe houdbaar de argumentatie daarvoor was. In 2013 stelde de provincie hier € 50 miljoen voor beschikbaar. Ook schafte de provincie toen twee derde van de aandelen in Thialf aan, voor € 4 miljoen euro.

De Noordelijke Rekenkamer concludeert dat Provinciale Staten weinig oog hadden voor de financiële risico’s en de lange-termijn gevolgen (als gevolg van het aandeelhouderschap) van de provinciale betrokkenheid bij Thialf. Het belangrijkste argument voor de financiële bijdrage aan de renovatie van Thialf was, dat het ijsstadion voor Fryslân een grote culturele en maatschappelijke waarde heeft als centrum voor de (inter)nationale schaatssport.
De Noordelijke Rekenkamer adviseert Provinciale Staten om voor grote, complexe projecten een specifiek beleidskader vast te stellen. Een tweede advies is om sneller een beroep te doen op externe expertise. Beide aanbevelingen zouden kunnen bijdragen aan een reële inschatting van eventuele financiële risico’s en toekomstige opbrengsten bij dergelijke projecten.

Bij het opstellen van de aanbevelingen heeft de Noordelijke Rekenkamer gesprekken gevoerd met leden van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, griffie en provinciesecretaris. Hiermee beoogt zij een zo groot mogelijk leereffect te behalen met de reconstructie van de besluitvorming over nieuw Thialf.

Warmte zonder leiding, onderzoek naar de governance van het Warmtebedrijf

De gemeente heeft in 2006 het Warmtebedrijf opgericht. Met het Warmtebedrijf wil de gemeente Rotterdam de uitstoot van broeikasgassen beperken en de luchtkwaliteit verbeteren. Sindsdien heeft de gemeente het Warmtebedrijf verschillende keren geholpen. Opgeteld is € 73,5 mln. kapitaal gestort in het Warmtebedrijf. Ook staat de gemeente garant voor de schulden van het Warmtebedrijf.
De rekenkamer concludeert op basis van haar onderzoek dat gaandeweg het maatschappelijke belang van het Warmtebedrijf op de achtergrond is geraakt. Zo heeft het college geen concrete doelstellingen opgesteld voor de vermindering van broeikasgas of verbetering van de luchtkwaliteit. Doordat de gemeente allerlei financiële verplichtingen is aangegaan kan ze niet zomaar meer uit het Warmtebedrijf stappen.
In 2017 is een contract gesloten tussen het Warmtebedrijf en Nuon voor levering van warmte in Leiden. Het Warmtebedrijf kent grote financiële risico’s, zoals vertraging van de aanleg van de warmteleiding en onvoldoende klanten. De gemeente heeft deze risico’s niet goed in beeld gebracht en onvoldoende gedaan om ze te verminderen. De rekenkamer concludeert verder onder meer dat de gemeente het Warmtebedrijf niet goed aanstuurt. Zo zijn taken en verantwoordelijkheden niet duidelijk vastgelegd en is de relatie met het Warmtebedrijf te weinig zakelijk.

Dienstverlening in het vizier; een onderzoek naar de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente Oss

De rekenkamercommissie Oss heeft dienstverlening breed gedefinieerd en de hele organisatie onderzocht. Geconstateerd is dat er geen organisatiebrede visie geformuleerd is, doelstellingen erg breed zijn en de ambitie beperkt. Binnen de gemeente Oss wordt met betrokkenheid en toewijding gewerkt aan goede dienstverlening. Er zijn afspraken gemaakt over servicenormen maar deze zijn niet bij iedereen bekend en worden (daarmee) ook niet overal nagekomen. Uit de uitgevoerde tevredenheidsmetingen blijkt dat Oss daarin hoger scoort dan het gemiddelde in Nederland.
De gemeente groeit, problemen worden complexer, eisen van inwoners worden hoger, digitalisering stelt andere eisen aan processen en producten. Volgens de rekenkamercommissie is het niet zeker dat genoemde betrokkenheid en toewijding op termijn toereikend zullen zijn. Monitoring en in het verlengde hiervan acteren (sturen) lijkt steeds belangrijker te worden.

In raad en college is dienstverlening nauwelijks onderwerp van gesprek. Verhalen van inwoners geven aan dat de dienstverlening bij standaardproducten uitstekend is, bij complexere vragen blijkt dat minder het geval. Inwoners vinden betrouwbaarheid, zorgvuldigheid en transparantie belangrijk.

Aanbevolen wordt gezamenlijke visieontwikkeling, servicenormen, gerichte monitoring en strakkere sturing. Rekening houdend met steeds verdergaande digitalisering, grote opgaven (omgevingswet, samenwerkwijze, 100.000+ gemeente) dient de raad de vinger aan de pols te houden.