Skip to main content

Auteur: Secretariaat

Najaarscongres 2025 verslag

Najaarscongres 2025

Samen weet je meer, zie je meer en bereik je meer! Tijdens de Algemene Ledenvergadering en Najaarscongres op 28 november in Driebergen doken we dieper in het thema samenwerking, in de breedste zin van het woord.

Terwijl de congresbezoekers binnendruppelden en aan de koffie begonnen, was de Algemene ledenvergadering al in volle gang. Het belangrijkste wapenfeit van de ledenvergadering was, de benoeming van Samantha Langendoen, secretaris van de Rekenkamer Breda, tot lid van het bestuur van de vereniging.

Plenaire sprekers

Tijdens de plenaire sessies vertelde Ewout Irrgang (Algemene Rekenkamer) over de verschuivende financiële verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden, en wat dit betekent voor het toezicht: ook daarin zal meer samengewerkt moeten worden (lees zijn hele betoog hier). Denker der Nederlanden David Van Reybrouck ging in gesprek met lector ethiek en voorzitter rekenkamer De Bilt Rogier van der Wal over de rol die rekenkamers en burgerberaden kunnen spelen in een democratisch bestel waarin steeds meer maanden besteed worden aan campagne voeren en formeren, en steeds minder tijd overblijft voor regeren. Ook Karen van Oudenhoven (Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau) pleitte ervoor om de burger een plek aan de ontwerptafel van beleid te geven om zo de sensitiviteit en het lerend vermogen van de overheid te vergroten. Meer hierover in haar oratie als bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Dat betekent ook dat de vorm van verantwoorden moet passen bij de organisatievorm en moet focussen op het bereiken van doelen. Dit sloot goed aan bij de uitleg van Marcel Boogers (Universiteit Utrecht) over hoe het netwerk werkt: bij samenwerkingsverbanden is het vaak onduidelijk wie controleert en de neiging om informeel en ‘zo licht mogelijk’ samen te werken, vergroot deze onduidelijkheid alleen maar.

  • Presentaties

    We vragen bij de sprekers een voor publicatie geschikte presentatie op. Deze zal hier worden toegevoegd.

  • Voordracht Karen van Oudenhoven

    Download

  • Workshop Onderbesteding bij decentrale overheden, VvR Doe mee onderzoek 2025 (Johan de Kruijf en Nils Nijdam)

    Download

  • Samen werken met raad, AB of PS (Vincent van Stipdonk)

    Download

Workshops

Verdeeld over de ochtend- en middagsessie waren er in totaal acht verschillende workshops, bijna allemaal rond het thema samenwerken.

  • Samen werken met raad, AB of PS door Vincent van Stipdonk

    In deze workshop nam Vincent van Stipdonk ons mee in ervaringen met contact met de volksvertegenwoordiging. Veel contact heeft voor- en nadelen. En het ene moment is beter voor contact dan het andere. Er zijn zeker momenten te vinden voor goede gesprekken met de raad(sfracties), zoals bij het aanbieden van onderzoek.

  • Het spel, de knikkers en het onderzoek. Financiële verhoudingen tussen Rijk & gemeenten door Bart Leurs en Nils Nijdam

    In deze workshop gingen Nils Nijdam (AR) en Bart Leurs (VNG) in op de wijze waarop de gemeenten aan hun geld komen. Gemeenten zijn voor 70% afhankelijk van de bijlagen van het Rijk. De praktijk daarvan is een aangrijpingspunt voor onderzoek. Het gemeentefonds is vrij besteedbaar, de Specifieke Uitkeringen (SPUKS) zijn geoormerkt. In de huidige situatie ligt de controlerende taak gedeeltelijk bij de gemeenteraad, gedeeltelijk bij de Tweede Kamer. Deze complexiteit van verantwoording levert veel vragen en discussie op. Het is erg lastig om zicht te krijgen op wat werkt en wat niet, bv in het sociaal domein. Bij gemeenschappelijke regelingen en regionale samenwerking vragen om harmonisering en verantwoording. Tegelijkertijd is er per beleidsterrein behoefte aan eigen kaders.

  • Impactgericht evalueren: van controle naar inzicht door Pauline Owelle en Karen Maas

    Pauline en Karen gingen in hun workshop in op de manier waarop je als rekenkamer je onderzoek zo kunt inrichten dat impact het vertrekpunt vormt. Rekenkamers neigen ernaar om beleid te evalueren vanuit de realisatie van beleidsdoelen. Het Impact Centre Erasmus maakte inzichtelijk dat vertrekken vanuit de impact van beleid zorgt voor een verschuiving van controle naar inzicht en leren. De deelnemers voerden interessante discussies en mochten samen aan de slag met een impactgerichte onderzoeksopzet.

  • Workshop begrijpelijke taal door BureauTaal

    In de workshop begrijpelijke taal gaf Mariëlle Moret een inzichtje in de manier waarop taal voor de ene lezer duidelijk kan zijn, maar de andere lezer compleet kan voorbijgaan. Met enkele prikkelende voorbeelden en korte oefeningen gaf Mariëlle ons mee dat het gemiddelde taalniveau in Nederland lager is dan het gemiddelde taalniveau van zakelijke teksten. Voor rekenkamers ligt er een uitdaging om rapporten ook voor een breder publiek leesbaar te maken. De volledige training Begrijpelijk leren schrijven start binnenkort en inschrijven kan via de website!

  • Rondetafelgesprek: rekenkameronderzoek naar gemeentelijk beleid rond arbeidsmigranten door Klaartje Peters en Margriet van Tulder

    De rekenkamer Venlo is gestart met een onderzoek naar gemeentelijk beleid voor de opvang van arbeidsmigranten. het is een thema wat bij meer gemeenten speelt en waar nog weinig onderzoek naar is gedaan. Meestal gaat het alleen om huisvesting. Het rondetafelgesprek gaat over de mogelijkheden om dit te onderzoeken met meerdere rekenkamers en de vragen die je erbij kunt stellen. Het blijkt een complex thema te zijn met een veelheid van invalshoeken. Een achttal rekenkamers gaan in het voorjaar verder praten over de mogelijkheden van een vorm van gezamenlijk onderzoek.

  • Onderbesteding bij decentrale overheden, VvR Doe mee onderzoek 2025 door Johan de Kruijf en Nils Nijdam

    Het jaarlijkse DoeMee-onderzoek van de Vereniging van Rekenkamers gaat dit jaar over onderbesteding. Het onderzoek is agenderend: het belangrijkste doel is onderbesteding als bespreekthema op de kaart zetten.
    Onderbesteding in welke vorm dan ook is van veel factoren afhankelijk. Door naar gemiddelde afwijkingen te kijken, hoeven we minder aandacht te besteden aan de onvoorspelbare factoren die nu eenmaal ook een rol spelen. Uiteindelijk is het straks aan de volksvertegenwoordigers om kritisch te zijn op de grotere gemiddelde afwijkingen bij een nieuw voor te leggen begroting.

    Als opvallendste eerste bevinding is het interessante algemene beeld dat extra baten een belangrijker bijdrage blijken te leveren aan onderbesteding dan lager dan verwachte lasten. Dat geldt voor alle drie groepen decentrale overheden.

    Door de vele vragen uit de zaal, is Johan niet aan zijn volledige verhaal toegekomen, maar de hele presentatie is te raadplegen via de negende editie van de DoeMee nieuwsbrief.

  • Regionale samenwerking als onderzoeksobject – business as usual? door Tim Knaapen

    In deze interactieve workshop presenteerde Tim Knaapen de resultaten van zijn masterthesis ‘de rekenkamer en de regio’: een verkennend onderzoek naar de praktische betekenis van meervoudig bestuur voor de decentrale rekenkamer.

    Regionale samenwerking is als arrangement gemeengoed geworden in de bestuurlijke praktijk van Nederland. Soms verplicht, vaak vrijwillig, en veelal vanuit de gedachte van een effectieve(re)/efficiënte(re) beleidsvoering op de bovenlokale schaal. Zo is er een netwerk ontstaan van constant wisselende samenwerkingsverbanden die er in elke regio weer net iets anders uitziet. Heeft de veelkleurigheid van de regio consequenties (of zou dat moeten hebben) voor het onderzoek van de decentrale rekenkamer?

  • Slim samenwerken in de regio door Frank van der Knaap en Etienne Lemmens

    Over steeds meer beleid en middelen wordt op regionaal niveau besloten. Toch doen rekenkamers daar weinig onderzoek naar. Samenwerken tussen rekenkamers is daarom zinvol, aldus Etienne Lemmens en Frank van der Knaap. Er zijn vele vormen van samenwerking denkbaar, elk met hun eigen voor- en nadelen.

Uitreiking Goudvink

En dan het programmaonderdeel waar een deel van de aanwezigen met spanning op zaten te wachten: de uitreiking van de Goudvink, de prijs voor het beste rekenkameronderzoek van het jaar, door juryvoorzitter Laurens de Graaf.

Dit keer waren er maar liefst drie winnaars: de klassieke Goudvink ging naar de Randstedelijke Rekenkamer voor hun onderzoek “Een vol stroomnet: de rol van de provincie bij de aanpak van netcongestie”. Daarnaast ging de speciale Goudvink voor onderzoek met een budget onder twintigduizend euro naar de Rekenkamer Waterland voor rapport “Kiezen én delen – Preventie voor jeugd en gezin in de gemeente Waterland: Het verschil maken in een situatie van structurele schaarste”. Ook Rekenkamer Zeist viel in de prijzen met hun rapport “Onderzoek Rekenkamer Zeist naar integratie en arbeidsparticipatie van nieuwkomers in de gemeente Zeist”, waarmee ze de speciale Goudvink voor Innovatieve Aanpak wonnen.

Lees meer over de Goudvink 2025.

Lees verder

Training: Hoe schrijf je een sterke samenvatting voor betrokken burgers en een pakkend persbericht voor de media?

Burgers willen graag weten wat er in hun stad of dorp gebeurt en wat de gemeente doet om hun woonomgeving zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De onderzoeken van de rekenkamer maken inzichtelijk wat er goed en niet goed gaat en wat er moet gebeuren om het in de toekomst beter te doen. Maar die rapporten zijn vaak lastig leesbaar voor geïnteresseerde burgers.

Journalist Karel Ornstein werkte jarenlang voor Nieuwsuur, RTL Nieuws en Radio 1. In deze cursus legt hij je uit hoe je een goed leesbare en informatieve samenvatting schrijft. Hij leert je uit hoe je de belangrijkste boodschap formuleert, welke argumenten je het beste kan gebruiken en welke praktijkvoorbeelden die boodschap goed illustreren.

Journalisten zijn altijd op zoek naar bijzondere verhalen. Vaak zijn de rapporten van de rekenkamer interessant voor de pers en via de media bereik je geïnteresseerde burgers. In deze cursus leert Karel Ornstein je ook hoe je een pakkend persbericht schrijft en hoe je een redactie kan overtuigen om het verhaal te publiceren.

Deze cursus duurt een dagdeel. Inclusief aansluitende lunch.

Winnaar(s) Goudvink 2025 bekend gemaakt!

De Goudvink is een kwaliteitsprijs voor rekenkameronderzoeken en beoogt met een competitief element een leerproces bij rekenkamers te stimuleren, vaktrots op te wekken voor het eigen werk en product en een moment van aandacht voor rekenkamers te creëren in bestuurlijk Nederland.
Medio 2025 hebben 27 rekenkamers van gemeentelijke, provinciale en waterschaps- overheden in totaal 28 rapporten ingediend. Deze zijn elk door 2 reviewers beoordeeld, die tot een gezamenlijk oordeel moesten komen. Op basis van die beoordelingen zijn vier rapporten geselecteerd en op de shortlist terechtgekomen. De vier genomineerde rapporten blonken, elk op hun eigen manier, uit. Na een intensieve beraadslaging en uitvoerige discussie kunnen we, tot ons genoegen, de Goudvink 2025 uitreiken aan de winnaar.

En de winnaar is…

In haar overleg op 3 november 2025 heeft de jury – gelet op de vooraf vastgestelde criteria – als winnaar gekozen

Randstedelijke Rekenkamer

met het onderzoek

Een vol stroomnet: de rol van de provincie bij de aanpak van netcongestie

Het onderzoek naar een vol stroomnet is een interessant, actueel en spannend onderwerp. Het rapport geeft goede handvatten voor hoe dit thema als provincie opgepakt kan worden. Het is mooi dat de uitkomsten overzichtelijk zijn beschreven. Het rapport is heel bruikbaar en kan door de stevige onderbouwing en het gedegen feitenrelaas goed worden gebruikt als handboek. Sterk is dat het rapport niet slechts een opsomming geeft van wat er gebeurt en wat er beter kan, maar er wordt aan de politiek een scala van zoekrichtingen geboden waarmee deze zelf verder kan en eigen keuzes kan maken.

De jury waardeert de aandacht voor de presentatie van het rapport. Het rapport is goed leesbaar en goed opgebouwd. Geconstateerd wordt dat veel aandacht is besteed aan de presentatie en doorwerking. De layout ondersteunt het rapport uitstekend. Met name het gebruik van een duidelijke factsheet, animatie en proceshandreiking als inspiratiekader worden als sterke punten gezien.

Te prijzen is de experimentele opzet. Positief is ook dat er gebruik is gemaakt van externe experts en dat er voorbeelden elders zijn gebruikt. Dat is ook nodig voor een dergelijk complex traject.

Iedereen kan veel leren van dit onderzoek. Kortom in de ogen van de jury een terechte winnaar van de Goudvink 2025!

 

Speciale Goudvinken

Dit jaar waren er voor het eerste ook Goudvinken beschikbaar voor zes extra categorieën: innovatieve aanpak, vernieuwend onderwerp, impact/doorwerking, toegankelijke presentatie, gezamenlijk onderzoek of onderzoek < €20.000. Zo kan iedere rekenkamer met basiskwaliteit -onafhankelijk van het budget dat zij ter beschikking hebben- een Goudvink winnen. De jury heeft besloten dit jaar twee van deze speciale Goudvinken toe te kennen.

Goudvink voor beste rekenkameronderzoek voor een budget < €20.000
De jury kent de Goudvink in de categorie beste rekenkameronderzoek voor een budget onder twintigduizend euro toe aan de Rekenkamer Waterland voor het Goudvink-Badge_Winnaar_Beste-onderzoek-onder-E-20.000rapport “Kiezen én delen – Preventie voor jeugd en gezin in de gemeente Waterland: Het verschil maken in een situatie van structurele schaarste”.

De jury vindt dat het onderzoek degelijk is uitgevoerd en het knap is dat dit geheel met weinig middelen in eigen beheer door de rekenkamer is gerealiseerd. Het rapport is prettig leesbaar en op een uitstekende manier gepresenteerd. De timing van het onderzoek is goed gekozen en het onderwerp is maatschappelijk relevant. Het is nuttig dat dit onderzoek is uitgevoerd.
Het rapport bevat inzichtelijke bijlagen met cijfers over jeugd, een terrein dat standaard beperkt meetbaar is. De onderzoekers zijn creatief geweest in het benoemen van normen en hebben het onderwerp tastbaar gemaakt voor raadsleden. De aanbevelingen zijn geadresseerd aan het juiste gremium en de conclusies zijn goed bruikbaar. Het is positief dat geprobeerd is om dit thema te concretiseren en te koppelen aan bestaande interventies. De verwijzing naar bewezen interventies vanuit het Nederlands Jeugdinstituut versterkt bovendien de praktische toepasbaarheid van het rapport.

Om de doorwerking van het rapport te beoordelen, is het nog te vroeg. Wel heeft het onderzoek al geleid tot meer aandacht voor rekenkamerrapporten binnen de organisatie, wat als een waardevolle indirecte opbrengst kan worden gezien.

Goudvink voor Innovatieve aanpak
Voor de categorie innovatieve aanpak heeft de jury nog een specifieke Goudvink toegekend aan de Rekenkamer Zeist met het rapport “Onderzoek Rekenkamer Zeist naar integratie en arbeidsparticipatie van nieuwkomers in de gemeente Zeist”.

 Goudvink-Badge_Winnaar_Innovatieve-AanpakDit onderzoek is een inspiratie voor anderen. Het is moedig van de onderzoekers om dit thema op deze manier aan te pakken – een mooi voorbeeld van ‘van buiten naar binnen’ werken.

De aanpak is innovatief, zeker voor de rekenkamerwereld. Er is gekozen voor een vorm die (nog) niet zeer gebruikelijk is: verhalen vertellen, de doelgroep betrekken en gebruikmaken van een ervaringsdeskundige. Dat maakt het onderzoek vernieuwend en menselijk.
Het taalgebruik in het rapport is van toegevoegde waarde en zorgt ervoor dat de verhalen goed overkomen. Het is bovendien bijzonder dat een doelgroep aan het woord komt die we niet vaak horen. De doelgroep nieuwkomers is daadwerkelijk bereikt en gesproken, wat de kracht van het onderzoek onderstreept.
Het onderzoek behandelt een thema waar veel over gesproken wordt, maar zelden op deze persoonlijke, verhalende manier. Daarmee weet het niet alleen de inhoud, maar ook de beleving over te brengen. Het is een inspirerend voorbeeld van hoe onderzoek ook kan.

Eervolle vermelding: de overige genomineerden

Uit de 28 inzendingen heeft de jury in eerste instantie vier rapporten geselecteerd voor de shortlist. Daarvan zijn er twee in de prijzen gevallen, maar ook de andere genomineerde rapporten verdienen een eervolle vermelding.

Het rapport “Grof afval” van Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad wordt door de jury als boeiend en relevant beschouwd. Er is gebruikgemaakt van wetenschappelijke vakliteratuur, wat de kwaliteit en onderbouwing versterkt. Ook is een groot scala aan ingezet. De aanbevelingen zijn breed geformuleerd en de doorwerking van het onderzoek wordt als goed beoordeeld. De jury waardeert de aanbeveling dat gemeenten zich niet door negatieve respons moeten laten leiden. Daarnaast zijn er voldoende aanknopingspunten voor vervolgonderzoek.

Het rapport van de Rekenkamer Waterschap Vechtstromen, “Weet wat je meet: inzicht in sturingsinformatie waterkwaliteit” behandelt een relevant en super actueel onderwerp voor een waterschap, namelijk waterkwaliteit. Het rapport wijst op belang van goede informatievoorziening en monitoring, nu en in de toekomst. De uitwerking van doel, onderzoeksvragen, conclusies en aanbevelingen zijn zeer gedegen. Het rapport is bovendien heel relevant voor de positie en rol van het Algemeen Bestuur.

De jury

De jury bestond dit jaar uit voorzitter Laurens de Graaf (directeur van de faculteit Management & Organisatie aan De Haagse Hogeschool), Hans Bekkers (chefredacteur Binnenlands Bestuur), Barbara Joziasse (Collegelid Algemene Rekenkamer), Julien van Ostaaijen (Universiteit Tilburg, Avans Hogeschool en Rekenkamer Zundert), Joyce Satijn (raadsgriffier Berkelland en bestuurslid VNG Gelderland) en Linze Schaap (secretaris-directeur Noordelijke Rekenkamer).

Lees het hele juryrapport hier.

Onderzoek opvolging aanbevelingen

Wat bepaalt de opvolging van rekenkameraanbevelingen? Inzichten uit onderzoek en enquête

Hoe weten rekenkamers of hun aanbevelingen worden opgevolgd – en onder welke voorwaarden dat goed gebeurt? Een recent onderzoek van de Rekenkamer Amsterdam, aangevuld met een landelijke enquête onder 121 decentrale overheden, geeft een rijk beeld van de praktijk. Het onderzoek laat niet alleen zien hoe er wordt gerapporteerd over opvolging, maar ook welke factoren bepalen of aanbevelingen daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Landelijk beeld: rapportageplicht nog beperkt nageleefd

Sinds 2023 zijn colleges verplicht jaarlijks te rapporteren over de opvolging van aanbevelingen. Uit de enquête (maart 2025) blijkt echter dat circa 42% van de overheden rapporteert. In een aanzienlijk deel van het land is dus nog niet zichtbaar wat er met aanbevelingen gebeurt, ook niet wanneer hierover eerder bestuurlijke toezeggingen zijn gedaan.
Overheden die wél rapporteren, doen dit op uiteenlopende manieren. Sommige colleges leveren uitgebreide overzichten met voortgang, planning en bestuurlijke duiding; andere beperken zich tot summiere statusinformatie of verwijzen naar losse documenten. De grote variatie roept de vraag op wat er nodig is om opvolging goed te organiseren én transparant te maken.

Welke factoren beïnvloeden de opvolging van aanbevelingen

Hoofdstuk 4 van het onderzoeksrapport vat literatuur en Amsterdamse praktijkervaringen samen. Daaruit komt een breed palet aan factoren naar voren dat beïnvloedt of aanbevelingen daadwerkelijk worden uitgevoerd, bijvoorbeeld:

  • Randvoorwaarden, zoals beschikbaarheid van capaciteit, expertise, tijd en duidelijke opdrachtverstrekking;
  • Succesfactoren, waaronder bestuurlijke betrokkenheid, concreet geformuleerde aanbevelingen, een heldere procesverantwoordelijke en een goed ingericht intern volgsysteem;
  • Knelpunten, zoals versnipperde verantwoordelijkheid, onduidelijke interpretatie van aanbevelingen, wisselende prioriteiten en gebrek aan tussentijdse sturing.

Veel van deze factoren spelen waarschijnlijk breder dan alleen in Amsterdam en zijn daarom relevant voor andere rekenkamers die de doorwerking van hun onderzoeken willen bevorderen.

Casus Amsterdam als illustratie van landelijke patronen

De Rekenkamer Amsterdam onderzocht in hoeverre raadsleden volledig en navolgbaar worden geïnformeerd over de opvolging van aanbevelingen. Het onderzoek laat zien dat overzichten, plannen van aanpak en bijbehorende onderbouwing niet altijd compleet of gedetailleerd zijn, en dat belangrijke informatie soms moeilijk te vinden is.
Deze bevindingen sluiten nauw aan bij het landelijke beeld uit de enquête: ook elders blijken transparantie, volledigheid en navolgbaarheid van de opvolging geen vanzelfsprekendheid. Tegelijk laat het onderzoek zien dat verbeteringen mogelijk zijn—bij voorbeeld wanneer colleges werken met digitale monitors, werkprocessen standaardiseren of de raad actiever informeren.

Video: inspirerende voorbeelden van andere overheden

De Rekenkamer Amsterdam ontwikkelde een korte video met zes inspirerende voorbeelden uit gemeenten en één provincie. De video laat zien hoe opvolging inzichtelijk kan worden gemaakt met duidelijke procesverantwoordelijkheden, toegankelijke overzichten en digitale oplossingen die in één oogopslag laten zien welke aanbevelingen openstaan of zijn afgerond.

Een uitnodiging tot reflectie

Het onderzoek eindigt met de vraag hoe overheden ervoor kunnen zorgen dat opvolging van aanbevelingen niet alleen wordt uitgevoerd, maar ook goed wordt vastgelegd en gedeeld. De inzichten uit de enquête en het onderzoek kunnen rekenkamers helpen om hun eigen rol, informatiepositie en werkwijze rondom opvolging kritisch te bezien en waar nodig te versterken.

Training: Begrijpelijk leren schrijven

Schrijf je rapporten altijd zo dat lezers meteen snappen wat je bedoelt? En hoe weet je dat eigenlijk zeker? Als lid of medewerker van een rekenkamer werk je met complexe informatie. Toch moet je boodschap helder en overtuigend zijn voor volksveretegenwoordigers, bestuurders én inwoners. Zo zorg je voor rapporten die niet in een la blijven liggen.

Schrijf je in voor de aftrap

We beginnen met een inspirerende aftrap. Deze kun je volgen tijdens het congres op 28 november of online op 23 januari. Tijdens deze aftrap nemen we je mee in de wereld van de lezer. Voor wie schrijf je eigenlijk? Wat weet je over die lezer? En vooral: wat wil je bereiken met je tekst? Na dit uur weet je beter waarom begrijpelijke taal onmisbaar is voor je werk. En heb je ook een paar tips gekregen om er direct zelf mee aan de slag te gaan.

Wil je echt leren hoe je zelf begrijpelijke teksten schrijft? Dan kun je na de aftrap verdergaan met de rest van de training. Je volgt dan nog twee online bijeenkomsten van een uur. In het formulier hieronder zie je welke tijdstippen beschikbaar zijn.

Je kunt je dus inschrijven voor alleen de aftrap of voor de volledige training. Volg je de volledige training? Zorg er dan voor dat je de bijeenkomsten in de juiste volgorde volgt: eerst bijeenkomst 1 en daarna pas bijeenkomst 2 en 3.

  • Eerste bijeenkomst via Teams op vrijdag 23 januari van 10.00 tot 11.00 uur. Of op 28 november op het congres van de Vereniging van Rekenkamers.
  • Tweede bijeenkomst via Teams op vrijdag 13 februari van 9.30 tot 10.30 uur of van 11.00 tot 12.00 uur.
  • Derde bijeenkomst via Teams op vrijdag 27 februari of vrijdag 6 maart. Ook deze bijeenkomst duurt een uur. Je kiest één van de volgende tijdstippen:
    • 9.30 – 10.30 uur
    • 11.00 – 12.00 uur
    • 13.00 – 14.00 uur
    • 14.30 – 15.30 uur

Rekenkameronderzoek tussen rechten en beperkingen

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft op verzoek van de Vereniging van Rekenkamers (VvR) verduidelijking gegeven van enkele wettelijke bepalingen die relevant zijn voor decentrale rekenkamers. Die verheldering is beslist welkom. De VvR zal nader bekijken welke wettelijke bepalingen knellend zijn.

Achtergrond

Verschillende rekenkamers vroegen de Vereniging van Rekenkamers de afgelopen maanden om ondersteuning bij het verkrijgen van ‘documenten en inlichtingen’[1] ten behoeve van het doen van rekenkameronderzoek. Uit de wetsgeschiedenis blijkt weliswaar dat de wetgever die begrippen ruim interpreteert, maar in de praktijk roepen zij toch vragen op. Decentrale overheden die – om wat voor reden dan ook – aarzelen om de gevraagde informatie te leveren, interpreteren de wet anders en verstrekken minder informatie dan de rekenkamer nodig acht voor haar onderzoek. Een rekenkamer met gezag kan de situatie nog wel eens redden, maar gezag van decentrale rekenkamers is niet vanzelfsprekend.

Dit probleem kent vele verschijningsvormen:

  • Soms is er discussie over de vraag wat de wet onder documenten en inlichtingen verstaat.
  • Ook komt het voor, dat een decentrale overheid in twijfel trekt of de desbetreffende documenten en/of inlichtingen nodig zijn voor het onderzoek en daarom weigert de gevraagde informatie te leveren.
  • En er zijn gevallen, waarin de decentrale overheid een beroep doet op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dan stelt die overheid, bijvoorbeeld, dat de gevraagde documenten en/of inlichtingen niet noodzakelijk zijn voor het onderzoek (zich beroepend op het motiveringsbeginsel), dan wel dat het leveren van die informatie niet evenredig is aan het belang van die informatie voor het onderzoek (evenredigheidsbeginsel).
  • In weer andere gevallen ontvangt een decentrale rekenkamer wel de gevraagde documenten en/of inlichtingen, maar wordt haar onderzoek verder vrijwel onmogelijk gemaakt doordat interviews met medewerkers en/of bestuurders niet te organiseren zijn.
  • Ook stellen sommige decentrale overheden dat het delen van persoonsgegevens in strijd zou zijn met de AVG en dat de rekenkamer geen (specifieke) juridische basis heeft om die gegevens op te vragen.

 

  • En – de nieuwste ontwikkeling – het komt voor dat de ‘bestuurder’ in de decentrale overheid de Ondernemingsraad om instemming vraagt met het delen van persoonsgegevens; waarbij de kans is dat de OR zijn instemming onthoudt.
  • Er zijn gevallen waarin decentrale overheden onwillig zijn om documenten en/of inlichtingen te leveren (in de vorm van vertraging, onvolledige levering of zelfs expliciete weigering). De decentrale rekenkamer heeft geen mogelijkheid om juridisch te vorderen (behalve als het gaat om documenten en/of inlichtingen van verbonden partijen) of een instantie om een bindend oordeel te vragen.

Reactie BZK

Reikwijdte onderzoeksbevoegdheden decentrale rekenkamers

De decentrale rekenkamer is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taken nodig acht. Ook is verzekerd dat de rekenkamer over de informatie kan beschikken die nodig is voor het verrichten van haar taken, waarbij zij onbeperkt toegang heeft tot de informatie die bij de gemeente berust (papieren documenten zowel als informatie op andere informatiedragers). Het gemeentebestuur is lid verplicht inlichtingen te verstrekken wanneer hier om gevraagd wordt.

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

De zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur (hierna abbb’s) zijn van van toepassing op decentrale rekenkamers (omdat zij bestuursorgaan zijn en dus onder de Algemene Wet Bestuursrecht vallen). Maar omdat decentrale rekenkamers ruime wettelijke bevoegdheden hebben, is er “slechts beperkte ruimte voor lokale besturen om grenzen te stellen aan hun medewerking in het licht van de abbb’s”, aldus BZK.

AVG in relatie tot de onderzoeksbevoegdheden van rekenkamers

Decentrale rekenkamers mogen in principe ‘gewone persoonsgegevens’ (zoals naam, adres, emailadres) verwerken. De rekenkamer moet dan wel voldoen aan de basisbeginselen van de AVG zoals noodzakelijkheid, doelbinding, dataminimalisatie, juistheid, opslagbeperking en vertrouwelijkheid en de daarbij horende waarborgen. De verwerking van ‘bijzondere persoonsgegevens’ (zoals levensovertuiging, politieke overtuiging) is verboden, tenzij er een wettelijke uitzondering is (die is er nu niet) of uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.

Instemmingsrecht ondernemingsraden

In het geval een rekenkamer persoonsgegevens nodig heeft voor bijvoorbeeld het uitzetten van een enquête lijkt het niet te gaan over een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling. In dat geval is het instemmingsrecht van de OR niet van toepassing (dat is wel van toepassing als het gaat om besluiten over het vaststellen, wijzigen of intrekken van personele regelingen).

[1] 183, lid 1 Gemeentewet 184, lid 1 Provinciewet 97b, lid 1 Waterschapswet

Interviewtraining voor rekenkamers

Een goede interviewer kijkt, luistert, vangt signalen op en haakt in op nieuwe informatie. Neem jij voor je rekenkamer interviews af, maar sta je onvoldoende stil bij je interviewvaardigheden? Of ben je onzeker over je rol als interviewer voor onderzoek? Neem dan deel aan een korte interviewtraining op 26 januari van 13.00 uur tot 17.00 uur in Utrecht.

Programma

We beginnen de middag met theorie over interviewen. Denk aan uitleg over de juiste voorbereiding, type vragen, lichaamshouding, technieken zoals doorvragen, samenvatten en stiltes. Daarna gaan we in drietallen aan de slag om te oefenen met interviewen. We spelen rollenspellen: Persoon A interviewt Persoon B, terwijl Persoon C toekijkt en feedback geeft. Daarna wissel je 2x zodat iedereen alle drie de rollen speelt. Je leert net zoveel van een interview afnemen als door te kijken en luisteren naar de andere cursisten. Na de oefenrondes bespreken we plenair hoe de oefeningen gingen. Er is ruimte voor tips en vragen.

Trainers

De training wordt gegeven door Bert de Graaff (Erasmus Universiteit) en Pita Spruijt (Rekenkamer Rotterdam).

Inschrijven

Heb je interesse in de interviewtraining? Meld je dan aan. Met vragen en opmerkingen kun je terecht bij info@rekenkamers.nl.

De trainers

Bert werkt sinds 2016 als assistant professor bij de Erasmus School of Health Policy & Management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Rode draad door Bert’s werk is kwalitatief onderzoek naar vragen over beleid, risico en gezondheid. De ervaring van patiënten en burgers krijgt hierbij een centrale rol. Ervaringsverhalen ophalen doet Bert via diverse kwalitatieve methoden, waaronder interviews in allerlei vormen. Daarnaast geeft hij bachelor, pre-master en masterstudenten college over kwalitatieve onderzoeksmethoden, en begeleidt hij promovendi in hun veelal kwalitatief onderzoek. Voordat Bert in Rotterdam ging werken promoveerde hij in de sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, werkte hij aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, en was hij gastonderzoeker bij UC Irvine, Californië.

Pita werkt sinds 2023 als projectleider onderzoek bij de Rekenkamer Rotterdam. Haar werk focust op de relatie wetenschap-beleid; hoe wordt onderzoek ingezet bij het maken van beleid? Via interviews en observatie probeert ze zicht te krijgen op de manier waarop mensen in de praktijk omgaan met kennis en informatie. Voordat ze bij de Rekenkamer startte werkte Pita als projectleider bij het RIVM. Ze deed daar onderzoek naar COVID-19, antibioticaresistentie en fijnstof. Op het RIVM gaf ze daarnaast interviewtrainingen aan collega-onderzoekers. Daarvoor promoveerde ze op een interdisciplinair onderzoek aan de Universiteit Utrecht.

Masterclass: Met de rekenkamer de volksvertegenwoordiging in positie brengen

Rekenkamers streven er met hun onderzoek vaak naar om volksvertegenwoordigers beter in positie te brengen. De vraag is: lukt dat ook? Uit de rekenkameronderzoeken blijkt dat de bevindingen rondom deze positie vaak opvallende overeenkomsten vertonen. Dit roept interessante vragen op: waar komen deze gelijkenissen vandaan, en wat betekent het eigenlijk om ‘in positie’ te zijn als volksvertegenwoordiger? En wat is er nodig om de volksvertegenwoordigers ook echt ‘in positie’ te brengen? In deze masterclass gaat zelfstandig onderzoeker Rob Paulussen met de deelnemers in gesprek over de resultaten van een meta-analyse over dit onderwerp die hij voor de vereniging uitvoerde.

Het belooft een interactieve bijeenkomst te worden! Rob gaat in op de belangrijkste inzichten uit de meta-analyse en reflecteert met de deelnemers op de aanpak bij toekomstig rekenkameronderzoek en de selectie van onderwerpen.
Ben je voor de masterclass al nieuwsgierig naar dit onderwerp? Download hier de rapportage naar aanleiding van de meta-analyse.

Training: Een onderzoeksontwerp in een dag

Voor wie?

Ben jij lid, onderzoeker of secretaris van een rekenkamer en werk je regelmatig aan een onderzoeksontwerp voor een rekenkameronderzoek dat je zelf gaat uitvoeren of juist gaat uitbesteden? Dan kan deelname aan deze cursus je helpen bij het ontwikkelen en (verder) aanscherpen van jouw aanpak. Als je eerder de introductiecursus hebt gevolgd, sluit deze verdieping daar perfect op aan, maar ook zonder deze voorkennis ben je van harte welkom.

Wat kan je verwachten?

Rekenkameronderzoek is een speciaal type onderzoek waarbij we toetsende vragen en normen hanteren om uiteindelijk een oordeel te kunnen vellen over het handelen van de overheid. Doel van de training is het bieden van concrete handvatten bij het opstellen van een scherp onderzoeksontwerp voor zo’n rekenkameronderzoek. Aan het einde van de dag ga je met een concrete onderzoeksopzet voor een door jou gekozen onderwerp naar huis. Gedurende de dag maken we gebruik van een werkvorm waarin korte theoretische inleidingen worden afgewisseld door toepassingen waarbij deelnemers (deels in subgroepen) zelf aan de slag gaan. Tijdens de training staan we stapsgewijs stil bij het kiezen van focus en afbakening, het formuleren van goede vragen, het specificeren van normen en het selecteren van geschikte onderzoeksmethoden. De training wordt verzorgd door Ruud van Druenen, methodoloog bij de Algemene Rekenkamer en daarnaast in het verleden actief voor een lokale rekenkamer.

Masterclass: Emoties in toezicht en verantwoording

Toezicht en verantwoording zijn vormgegeven in regels en procedures. Maar uiteindelijk houden mensen toezicht op mensenwerk. De emotionele beleving van toezicht en verantwoording heeft grote gevolgen voor de effectiviteit ervan. Emoties hebben effect op het nemen van beslissingen, omgang met regels en compliance. Dankzij inzichten uit de psychologie over emoties kunnen we meer rekening houden met de menselijke kant en verantwoording en toezicht beter inrichten.

In de masterclass bespreken we op welke manier emoties een plek hebben in de verantwoordings- en toezichtspraktijk van decentrale Rekenkamers. We gaan na op welke manier die emoties coping, beslissingen en naleving van aanbevelingen beïnvloeden. We koppelen recente ontwikkelingen in de wetenschap aan urgente uitdagingen in de praktijk van het Rekenkameronderzoek.

Tijdens de masterclass koppelen we ervaringen uit jouw eigen praktijk aan bevindingen uit de wetenschap. We nemen je mee in onderzoek uit de bestuurskunde en sociale psychologie, maar ook in onderzoek dat buiten deze disciplines is gedaan naar de effecten van emoties op naleving.

En we bespreken hoe je als rekenkamerlid of onderzoeker met jouw rapporten mogelijk invloed zou kunnen hebben op de emoties van bestuurders, ambtenaren en volksvertegenwoordigers.

De docent is Dr. Sjors Overman van de Universiteit Utrecht, departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Sjors Overman heeft ruim 15 jaar ervaring met wetenschappelijk onderzoek naar verantwoording en toezicht in de uitvoering van publieke dienstverlening. Hij heeft daarnaast veel affiniteit met het Rekenkamerwerk en was in 2024-25 visiting scholar bij de Algemene Rekenkamer.

De lunch is inbegrepen (12.30 uur).

Goudvink 2025 genomineerden zijn bekend

Tijdens de zomer heeft een groep peer reviewers de 28 inzendingen voor het beste rekenkamerrapport beoordeeld. Daaruit kwamen vier genomineerden voor de Goudvink 25 naar voren. Dat zijn de volgende rekenkamers, in willekeurige volgorde:

De genomineerden en de overige inzenders hebben hierover bericht gekregen. De overige inzenders maken nog wel kans op de bijzondere Goudvinken die dit jaar voor het eerst worden uitgereikt. Die worden uitgereikt voor de beste rapporten in zes categorieën: innovatieve aanpak, vernieuwend onderwerp, impact/doorwerking, toegankelijke presentatie, gezamenlijk onderzoek of onderzoek < €20.000. Daarvoor worden geen nominaties verstrekt, en de zes Goudvinken hoeven niet allemaal uitgereikt te worden. Dat hangt uiteraard van de inzendingen en de beoordelingen af.

De jury van de Goudvink maakt de winnaar(s) bekend op het najaarscongres, 28 november in Antropia, Driebergen. De winnaar(s) van de speciale Goudvink(en) krijgen begin november bericht dat zij daarvoor in aanmerkingen komen. De jury bestaat uit: Laurens de Graaf (juryvoorzitter, oud-burgemeester van Lopik), Julien van Ostaaijen (onderzoeker), Barbara Joziasse (collegelid Algemene Rekenkamer), Joyce Satijn (griffier gemeente Berkelland), Hans Bekkers (redacteur Binnenlands Bestuur) en Linze Schaap (directeur Noordelijke Rekenkamer, winnaar Goudvink 2024).

Introductiecursus rekenkamerwerk (locatie Utrecht)

Begin jij in een rekenkamer? Kom dan naar de introductiecursus van de Vereniging van Rekenkamers! In 3 dagen leer je rekenkamers kennen en ontdek je jouw rol als lid, voorzitter, secretaris en onderzoeker. We gaan in op verschillende aspecten van het rekenkamerwerk. Hoe kun je impact maken met jouw rekenkamerwerk, welke rol en positie heb je in de organisatie van jouw rekenkamer en minstens zo belangrijk: hoe bouw je een onderzoek op.

In het voorjaar van 2026 gaat in de regio Utrecht weer een nieuwe editie van de cursus van start. Enthousiaste docenten staan klaar om iedereen tijdens vier bijeenkomsten wegwijs te maken in de beginselen van onderzoek en organisatie van rekenkamers. Na een startbijeenkomst zijn er drie bijeenkomsten waarin een reeks van onderwerpen aan de orde komt. Het programma is als volgt:

  • Online startbijeenkomst: kennismaking met deelnemers en docenten.
  • Dagdeel 1: Bestaansrecht, vormen en taken van de rekenkamer.
  • Dagdeel 2: Wat is rekenkameronderzoek?
  • Dagdeel 3 & 4: Opzet, aanpak en methoden van rekenkameronderzoek.
  • Dagdeel 5: Analyse, rapportage en presentatie van rekenkameronderzoek.
  • Dagdeel 6: Doorwerking en meerwaarde van rekenkameronderzoek.

De introductiecursus is het startpunt in ons cursusaanbod. We hebben vele webinars, masterclasses en trainingen die voortbouwen op de introductiecursus, nieuwe aspecten belichten en jouw kennis nog verder vergroten.
Na afronding ontvangt u een getuigschrift van de Vereniging van Rekenkamers.

Data

  • Startbijeenkomst: 5 maart
  • Dag 1: 13 maart
  • Dag 2: 24 april
  • Dag 3: 8 mei

De startbijeenkomst vangt aan om 15.00 uur en duurt ongeveer een uur. De 3 cursusdagen starten om 10.00 uur en duren tot 16.30 uur.

Locatie

Bar Beton Utrecht CS

Toegangsprijs

  • € 300 (leden)
  • € 400 (niet-leden)

Bovenstaande prijs is inclusief koffie, thee en lunch.

Verdiepingstraining: zelf infographics maken

Wil je verder met infographics maken en heb je zin om er wat dieper in te duiken? Doe mee met de verdiepingstraining! Een creatieve dag vol inhoud en zelf doen, waarbij je nieuwe handvaten en inspiratie krijgt om je verhaal nog beter te vertellen en vorm te geven.

Een creatieve en inhoudelijke boost voor je eigen infographics

In de verdiepingstraining ‘Zelf infographics maken’ gaan we nog dieper in op het ontwerpen van infographics en ga je je eigen infographic verder uitwerken en/of verbeteren. Het is een interactieve training met korte oefeningen, theorie en handige tips en tricks. Heel praktisch, maar ook verdiepend en verbredend. Tijdens de dag kijken we naar de ontwerpprincipes en spelen we met de juiste insteek van je verhaal. We gaan aan de slag met de ‘tone of voice’ van beeld én van tekst. Je wordt creatief uitgedaagd om eigen iconen te ontwerpen en je krijgt handige tips om nog slimmer te werken met Canva.

Training: Zelf infographics maken in één dag

DeBeeldbouwers nemen jullie stap voor stap mee om van veel tekst een sprekende infographic te maken. In deze 1-daagse training werk je aan je eigen project. Onder begeleiding van DeBeeldbouwers maken jullie een infographic in het programma Canva. De training heeft een prettige balans tussen theorie en doen. Van schetsen en het bestuderen van soorten infographics, tot vormgeeftips en uitwerken in Canva. Uiteraard mag je aan het einde van dag met trost je infographic presenteren! We geven iedereen een cheatsheet mee naar huis met alle tips en trucks nog eens op een rij zodat je de volgende dag direct door kan!

Meer informatie over DeBeeldbouwers vind je op www.debeeldbouwers.nl.

We starten om 09:00 en zorgen dat we klaar zijn om 17:00. De lunch wordt op de locatie verzorgd.

Deelname

Er kunnen maximaal 12 deelnemers meedoen. Is de training vol? Schrijf je in op de reservelijst dan zoeken we een nieuwe datum voor nog een training!

Paar voorbeelden van wat cursisten hebben gemaakt!

Masterclass: Slim samenwerken in de regio

Het aantal gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen waaraan gemeenten deelnemen groeit gestaag. Dat geldt ook voor de uitgaven. De wenselijkheid van onderzoek door rekenkamers in de regio neemt daardoor toe. In deze masterclass staan Etienne Lemmens en Frank van der Knaap stil bij de wettelijke mogelijkheden om als rekenkamers onderzoek te doen, de voordelen van (incidentele) samenwerking tussen rekenkamers en de uitdagingen die je daarbij tegenkomt. We stellen met elkaar een stappenplan op en sluiten af met 10 praktische do’s en don’ts. Deze masterclass is zeker interessant voor deelnemers die eigen ervaringen (good and less good practices) willen delen of nadenken over samenwerking of het doen van een gezamenlijk onderzoek. De Masterclass is van van 9:30 tot 14:00 u, inclusief lunch.

Succesvolle training infographics maken

Vanuit het hele land kwamen leden, secretarissen en onderzoekers bij elkaar voor de training infographics maken. Deelnemers maakten onderzoeksresultaten inzichtelijk, maakten plaatjes voor volksvertegenwoordigers over de rekenkamer en ontwierpen sjablonen voor hun verslagen. Infographics maken rekenkameronderzoek toegankelijker, inzichtelijker en scherper. Niet voor niets is het ook bij de goudvink, de prijs voor het beste rekenkamerrapport, een criterium om extra punten te krijgen.

Zelf ook de training infographics maken volgen? De data voor 2026 worden op korte termijn in de agenda geplaatst.

Gezocht: rekenkamerrapporten

In voorjaar 2026 komt er een metadossier en meta-analyse over regionale samenwerking beschikbaar voor alle leden. We zijn druk bezig om op diverse manieren relevante rapporten te verzamelen. Graag doen we ook een beroep op alle rekenkamers om rapporten aan ons te sturen.

Wat zoeken we?

  • Gepubliceerde rekenkamerrapporten of andere rekenkamerproducten
  • Gepubliceerd in 2020 of later
  • Van één of meer gemeentelijke, provinciale en/of waterschapsrekenkamers
  • Onderwerp: regionale samenwerking, of één specifiek samenwerkingsverband, of één of meer verbonden partijen
  • op alle beleidsterreinen, in alle juridische vormen (van Gemeenschappelijke Regeling, BV, NV en stichting tot informele samenwerking), verplichte en vrijwillige samenwerking

Bij twijfel gewoon insturen! Wij zullen natuurlijk checken of het rapport past in het metadossier.

Hoe insturen?

U kunt de rapporten sturen naar: rekenkameronderzoek2025@gmail.com.
Uploaden kan ook naar de Google-drive. Bij het uploaden naar de Google-drive willen wij u vragen ervoor te zorgen dat de naam van uw gemeente/rekenkamer in de documenttitel zit. Als u ons ook nog een korte mail wilt sturen (op bovengenoemd mailadres) dat u rapport(en) heeft geupload, is dat helemaal fijn. Bedankt!

Meer informatie of vragen?

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Klaartje Peters en Ayla Covington. Voor meer informatie of vragen over de meta-analyse kunt u ons via het genoemde mailadres bereiken.

Rapport ‘sterke rekenkamers’ gereed!

In dit onderzoek bekeken Geerten Boogaard, Harmen Binnema en Lies van Aelst de positie van decentrale rekenkamers binnen het decentrale bestuur en de mogelijkheden om die positie te versterken. Rekenkamers vervullen drie rollen: versterking van de controlerende rol van de volksvertegenwoordiger, tegenmacht binnen de decentrale democratie en leermeester van bestuur en organisatie. Maar, rekenkamers zijn institutioneel kwetsbaar door beperkte financiële zekerheid en het ontbreken van een wettelijke afhankelijkheidsrelatie (de volksvertegenwoordiger hoeft niets met de rapporten te doen), waardoor ze het risico lopen te vervallen in isolatie of onderbenutting.

De onderzoekers signaleren dat slapende rekenkamers – zonder leden, budget of output – een zichtbare uiting zijn van die kwetsbaarheid. Minder zichtbaar, maar even problematisch, is de situatie waarin rekenkamers wel bestaan maar opereren in een evenwicht van non-interventie: er is formeel samenwerking en waardering, maar feitelijk geen wezenlijke impact. In dit spanningsveld tussen onafhankelijkheid en isolatie is het van belang strategieën te ontwikkelen die rekenkamers sterker maken en zorgen dat hun werk relevant blijft voor raad, bestuur en samenleving. Vele rekenkamers zijn hier heel druk mee en deelden hun ervaringen, maar de schrijvers hebben zelf ook nagedacht over mogelijkheden om rekenkamers te versterken.

Daarvoor formuleren de onderzoekers vijf strategieën: (1) zorg voor een stevige basis en kwalitatief goede rapporten; (2) zoek actief naar relevantie door relaties met volksvertegenwoordigers, ambtenaren, college, media en stakeholders te versterken; (3) durf te “dansen met de politieke rationaliteit” door aan te sluiten bij actuele politieke thema’s zonder partijdig te worden; (4) bouw positie op binnen de lokale constitutie via reputatie en relaties; en (5) benut “omgekeerde doorwerking” door samenwerking met de ambtelijke organisatie. Het combineren en contextafhankelijk inzetten van deze strategieën kan rekenkamers helpen hun positie duurzaam te verstevigen.

De VvR gebruikt de uitkomsten van dit onderzoek bij het formuleren van een langetermijnplan voor versterking van rekenkamers, in opleidingen en in gesprekken met het ministerie van BZK.

De introductiecursus in Breda is van start!

Met een diverse groep deelnemers uit zowel grote als kleine gemeenten én uit provincies belooft het een inspirerende cursus te worden. Nieuwe leden en medewerkers van rekenkamers duiken samen in de kern van het rekenkamerwerk: wat maakt een rekenkamer sterk en impactvol? Een mooie gelegenheid om kennis te maken, ervaringen te delen en samen de basis te leggen voor impactvol rekenkamerwerk.
In het voorjaar zal er een nieuwe cursus starten, in Utrecht.

Vormen van tegenmacht – proefschrift Marius Bakx

Van een gezonde dosis geïnstitutionaliseerd en geëngageerd wantrouwen wordt de lokale democratie sterker, dat stelt Marius Bakx in zijn proefschrift. Bakx promoveerde deze zomer aan Tilburg University op het proefschrift ‘Vormen van tegenmacht. Georganiseerd wantrouwen in de lokale democratie’. Hij onderzocht hoe tegenmacht functioneert in de lokale democratie. Bakx nam, geïnspireerd door de Franse historicus Pierre Rosanvallon, burgerlijke vormen van tegenmacht onder de loep, maar ook instituties zoals de gemeenteraad, de ombudsman én rekenkamers. Een van de conclusies van zijn onderzoek is dat de instituties van tegenmacht enigszins in de schaduw van de macht – het college van burgemeester en wethouders – lijken te opereren. In samenspel met andere varianten van tegenmacht kan hun tegenmacht aan kracht winnen.

In het slothoofdstuk van zijn proefschrift gaat Marius Bakx in op mogelijk vervolgonderzoek en noemt hierbij de rolinvulling van decentrale rekenkamers als thema. In hoeverre kunnen zij de macht de waarheid zeggen en in beweging brengen?

Het proefschrift ‘Vormen van tegenmacht. Georganiseerd wantrouwen in de lokale democratie’ is uitgegeven door uitgeverij Boom.

Fotograaf: Frans van Aarle

 

Webinar: Is de loonkostensubsidie het nieuwe ‘zorgfraude-dossier’?

Na signalen vanuit de Osse samenleving stelde de rekenkamer kritische vragen over de uitvoering van de loonkostensubsidie – een regeling die bedoeld is om mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan werk te helpen. In een tijd van krapte op de arbeidsmarkt is het opvallend dat de uitstroom naar regulier werk zo laag blijft. Gaat hier iets mis?

De gemeente Oss zet het instrument loonkostensubsidie meer dan gemiddeld in en gebruikt het actief om veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. De Uniforme Loonwaardemethodiek is daarbij de (beoogd objectieve) manier om de loonwaarde te bepalen. De wijze waarop dit bepalend onderdeel van de systematiek om de loonwaarde vast te stellen, wordt gebruikt, kan echter problemen opleveren.

De quickscan van de Osse rekenkamer gaf een aantal zorgwekkende bevindingen: werkgevers lijken soms structureel gebruik te maken van gesubsidieerde arbeid, zonder perspectief op doorstroom of ontwikkeling. De subsidie kan daardoor onbedoeld een verdienmodel worden, in plaats van een (tijdelijk) steuntje in de rug voor werkgevers én werknemers.

De rekenkamer signaleerde onder andere:

  • Een gebrek aan lokale monitoring op effectiviteit en doelmatigheid.
  • Er is geen overzicht over verbeteringen van de loonwaarde over het totale bestand
  • Geen methode om langetermijneffecten op individueel niveau in beeld te brengen.
  • Mogelijke prikkels voor misbruik van de regeling.

Wat begon met signalen van bezorgde inwoners, groeide uit tot een scherpe analyse van lokale beleidskeuzes en uitvoering.
De rekenkamer Oss deelt graag de opzet van dit onderzoek, de inzichten die het opleverde én hoe jouw rekenkamer dit onderzoek zelf kan uitvoeren. Laat je inspireren door dit actuele thema dat raakt aan sociale rechtvaardigheid én publieke middelen.

DoeMee onderzoek 2025 naar onderbesteding: Webinar interviews

Het jaarlijkse DoeMee-onderzoek gaat in 2025 over onderbesteding en is inmiddels in volle gang. Het eerste onderzoeksproduct dat opgeleverd zal worden, is de conceptversie van de factsheet voor iedere deelnemer. Daarin worden de verschillen tussen de (gewijzigde) begroting en het resultaat in de jaarrekening gepresenteerd en gevisualiseerd, en worden de grootste uitschieters getoond. Op basis van de factsheet en de bijbehorende gesprekshandleiding gaat de rekenkamer het gesprek aan met de controller en volksvertegenwoordigers.

Speciaal voor de deelnemers van het DoeMee-onderzoek organiseert het onderzoeksteam twee webinars. Het eerste webinar gaat over de inhoud van de factsheets; meer daarover hier.

Dit tweede webinar gaat over het voeren van de gesprekken met de controller en volksvertegenwoordigers:

  • hoe bereid je de interviews goed voor?
  • hoe informeer je de gesprekspartners vooraf?
  • waar moet je tijdens het gesprek op letten?
  • hoe pak je de verslaglegging aan?

DoeMee onderzoek 2025 naar onderbesteding: Webinar Factsheets

Het jaarlijkse DoeMee-onderzoek gaat in 2025 over onderbesteding en is inmiddels in volle gang. Het eerste onderzoeksproduct dat opgeleverd zal worden, is de conceptversie van de factsheet voor iedere deelnemer. Daarin worden de verschillen tussen de (gewijzigde) begroting en het resultaat in de jaarrekening gepresenteerd en gevisualiseerd, en worden de grootste uitschieters getoond. Op basis van deze factsheet gaat elke rekenkamer het gesprek aan met de controller en volksvertegenwoordigers.

Speciaal voor de deelnemers van het DoeMee-onderzoek organiseert het onderzoeksteam twee webinars. Dit eerste webinar gaat over de inhoud van de (concept)factsheet. De vragen die in het webinar centraal staan, zijn:

  • wat betekent de informatie in de factsheet? en
  • wat kan ik daarmee in de interviews?

Een tweede webinar op 3 september gaat nader in op de aanpak van de interviews; meer daarover hier.

Terugblik voorjaarscongres 2025

Leren van kennispartners’ was het thema van het voorjaarscongres en tevens de hoop waarmee rekenkamerleden en -onderzoekers uit heel het land naar Utrecht kwamen. Het congres vond dit maal plaats in het prachtige gebouw van de Utrechtse bibliotheek, Neude 11. Na een warm welkomswoord van Steven Oostlander, voorzitter van de Vereniging van Rekenkamers, was er speciale aandacht voor Frank van der Knaap van de congrescommissie, voor wie dit het laatste congres is dat hij mede heeft georganiseerd.

De eerste spreker, Wouter Jan Verheul (TU Delft & Arcadis), vertelde dat niet alleen fouten aanleiding zijn voor leren, maar dat juist ook successen de inspiratie kunnen vormen voor verbeteringen in het openbaar bestuur. Naast geslaagde voorbeelden en principes die een kompas bieden voor de toekomst, ging Wouter Jan ook in op de vraag welke methoden kunnen helpen om deze positieve vorm van leren toe te passen in het doen van onderzoek en aanbevelingen voor beleid en bestuur. Door met waarderend onderzoek onderliggende succesprincipes te identificeren, kunnen deze vervolgens worden vertaald naar aanbevelingen waarmee successen inspiratie bieden voor nieuw beleid.

Titia Nijeboer (Werk aan Uitvoering) vertelde vervolgens ‘wat cijfers niet kunnen vertellen, maar mensen wel’ over de kracht van het verhaal achter de cijfers. Ze liet zien hoe, door grootschalig te luisteren naar de verhalen van betrokkenen, een rijker beeld ontstaat. Waar kwantitatieve methoden context en betekenis missen, en het bij kwalitatieve methoden juist ontbreekt aan schaal en vergelijkbaarheid, combineert grootschalig luisteren het beste van beide: het brengt verhalen en cijfers samen. Grootschalig luisteren maakt patronen zichtbaar, maar ook afwijkende stemmen en signalen die anders onder de radar blijven. Dat levert inzichten op die helpen bij het ontwerpen van beleid, het bijsturen tijdens uitvoering en het begrijpen van de effecten. Door ervaringen op deze manier systematisch te verzamelen kunnen ze worden ingezet als volwaardige kennisbron in rekenkameronderzoek.

Toen was het tijd voor koffie, workshops, lunch en nog een ronde workshops. Uiteraard stonden ook de workshops in het kader van leren van kennispartners. De kennispartners in kwestie waren Arjan van der Meer en Karolien van Wijk van het CBS, die deelnemers wegwijs maakten in de wereld van StatLine. Met Patricia van Echtelt en Peggy Schyns van het SCP werden spanningsvelden in de uitvoering van de Participatiewet verkend. Ard Schilder (Zuidelijke Rekenkamer) en Andre Hengeveld (actief voor rekenkamers van waterschappen) praatten ons bij over het onderwerp Nederland Waterland en rekenkameronderzoek rond dat thema; bij de workshop van Robert van Cleef (Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen) leerden we onder andere welke kennis beschikbaar is over het bouwen op slappe bodem. Last but not least kon met Titia Nijeboer de plenaire introductie van grootschalig luisteren meteen in de praktijk worden gebracht.

Terug in de plenaire zaal, maakte Jos van den Broek, directeur van BrabantKennis, veel niet-Brabanders jaloers met zijn verhaal over de werkwijze van zijn organisatie. BrabantKennis verbindt kennis met beleid door de blik te verruimen en doet dat met innovatieve methoden, documentaires en een podcast. Jos nodigde ons uit om toekomstverliefd te worden en kennis van regionale kennispartners te benutten om abstracte trends te vertalen naar lokale werkelijkheid.

Terwijl het steeds warmer werd in de zaal, hield Pieter Hein van Mulligen, hoofdeconoom en woordvoerder van het CBS, iedereen alert door zijn verhaal over de veelzijdigheid aan data van zijn organisatie, de rol van woordvoerders en wat te doen met oneigenlijk gebruik van data, af te wisselen met quizvragen waarbij via handopsteken het inschattingsvermogen van de zaal over een aantal opvallende statistieken getoetst werd.

Met een laatste aansporing om onze rekenkamerrapporten in te sturen voor de Goudvink, stuurt Steven ons naar de borrel. Met een drankje in de hand keken we terug op een geslaagde dag en concluderen we dat we inderdaad het één en ander geleerd hebben van kennispartners.