Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Lokale rekenkamers moeten in iedere gemeente beleid gaan controleren

Elke gemeente in Nederland moet een onafhankelijke rekenkamer in het leven roepen. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wil zo de controle op de doelmatigheid van het beleid verbeteren.

De wet geeft gemeenten nu nog de vrijheid om zelf te bepalen hoe de controle wordt uitgeoefend, maar daar wil de minister van af. "In de praktijk blijkt namelijk dat in veel gemeenten niet of nauwelijks invulling wordt gegeven aan rekenkameronderzoek."

Ollongren wijst erop dat gemeenten steeds meer taken krijgen. Lokale rekenkamers zijn volgens haar daarom van groot belang, want ze kijken naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gevoerde beleid.

Ruimere bevoegdheden

Het mag eventueel een gemeenschappelijk rekenkamer zijn, samen met andere gemeenten. Voor een goede verstandhouding met de gemeenteraad is het mogelijk om een of meer raadsleden als adviseur aan de rekenkamer toe te voegen.

De nieuwe lokale rekenkamers krijgen ruimere onderzoeksbevoegdheden. Ook derden, zoals bijvoorbeeld bedrijven waar de gemeente zorg bij inkoopt, kunnen onderzocht worden.

Het wetsvoorstel van Ollongren is vandaag in consultatie gegaan. Dat wil zeggen dat iedereen er via internet zijn mening over kan geven.

Bron: www.nos.nl

Weblog verschenen over de verhouding van de rekenkamer t.o.v. de interne organisatie

Gemeentelijke en provinciale rekenkamers functioneren ten dienste van het bestuur, gemeenteraden en provinciale staten, Ze staan, meer nog dan de griffies, buiten de organisatie. Dit betekent echter niet dat de rekenkamer zich afzijdig moet houden van de ambtelijke organisatie en geen oordeel mag hebben over de checks and balances daarin. In deze blog wordt gesteld dat de rekenkamer goed moet nadenken hoe ze zich verhoudt tot die organisatie en hoe ze ermee samenwerkt in een proces van wederzijdse afstemming en met respect voor de verschillende rollen. Om dit te kunnen doen heeft de rekenkamer algemene kennis nodig van dit soort organisaties en is het nodig om die te vertalen naar de eigen praktijk: hoe werkt het in onze gemeente of provincie. Want er is weinig standaard. Deze blog wil daarvoor een handreiking doen.

De NVRR wil discussie op deze site over de verschillende aspecten van rekenkameronderzoek stimuleren en nodigt haar leden daarom nadrukkelijk uit om hun ervaringen en inzichten in het commentaar op deze blog te delen (u dient hiervoor ingelogd te zijn). De auteur zal deze commentaren met interesse lezen en het artikel – waar nodig – aanvullen.

AVG-modellen voor rekenkamer(commissie)s

In navolging op de NVRR nieuwsbrief van 18 april 2018 met aandachtspunten voor de implementatie van de AVG bij rekenkamer(commissie)s reikt de NVRR u een tweetal modellen aan.

  1. Een model privacyverklaring, met de basiselementen voor een op de website van de rekenkamer(commissie) te publiceren verklaring. Uiteraard kunt u desgewenst de verklaring aanpassen aan uw omstandigheden, eventueel in overleg met de Functionaris Gegevensbescherming (FG).

     
  2. Een model voor het verwerkingsregister voor rekenkamer(commissie)s, met een toelichting over het gebruik ervan.

In week 20 ontvangt u van de NVRR nog een model voor een verwerkingsovereenkomst. Dat is een overeenkomst die de rekenkamer(commissie) gebruikt als een derde voor/namens de rekenkamer(commissie) persoonsgegevens verwerkt.

Tevens hopen wij dan ook een 'Q&A'-lijst mee te sturen met vragen die we de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hebben gesteld, over vraagstukken op privacy en gegevensbescherming die specifiek bij rekenkamers spelen. Daarvoor zijn we afhankelijk van de AP, die het momenteel erg druk heeft, begrijpelijk.

Tot slot zullen we dan ook ingaan op de vraag hoe rekenkamer(commissie)s met de positie van de FG kunnen omgaan.

De NVRR verwacht met deze hulpmiddelen de leden voldoende te hebben ondersteund bij de implementatie van de AVG. Als er nog suggesties zijn waarmee we de leden kunnen ondersteunen, horen we dat graag.

 

Handreiking Good Practices

Rekenkamers en rekenkamercommissies werken veelal zelfstandig, maar hebben alleen een vergelijkbare opdracht en kunnen daarom veel van elkaar leren. Om het delen van inspirerende voorbeelden te faciliteren heeft de NVRR goede praktijkvoorbeelden van rekenkamerwerk laten verzamelen. Het doel van deze handreiking is om leden van rekenkamers kennis te laten nemen van verschillende manieren van werken die succesvol zijn toegepast. Ook worden er handvatten aangereikt om deze in de praktijk te brengen.

Good practice in de praktijk

Good practice in de praktijk

Rekenkamers en rekenkamercommissies (hierna rekenkamers) werken veelal zelfstandig, maar hebben allen een vergelijkbare opdracht en kunnen daarom veel van elkaar leren. Om het delen van inspirerende voorbeelden te faciliteren, heeft de NVRR in 2017 een aantal goede praktijkvoorbeelden van rekenkamerwerk laten verzamelen en gebundeld in de Handreiking Good Practice.

In deze handreiking worden in totaal 15 goede voorbeelden beschreven, die ingaan op goede voorbeelden over verschillende aspecten van rekenkameronderzoek, maar ook op andere werkzaamheden van rekenkamers, zoals het formuleren van doelen en visie, de organisatie, zichtbaarheid en communicatie.

Werkateliers met inwoners

Eén van de uitgewerkte voorbeelden is rekenkamer Weert, die bij een onderzoek naar burgerparticipatie workshops hebben georganiseerd rond initiatieven van inwoners. Tijdens deze ‘werkateliers’ hebben initiatiefnemers, betrokken ambtenaren en gebruikers in dialoog met elkaar successen faalfactoren benoemd. De nadruk ligt hierbij niet op het toetsen van een normenkader, maar op het samen met betrokkenen identificeren van succes- en faalfactoren. Doordat betrokkenen met elkaar in dialoog gaan, ontstaat er een gedragen beeld van hoe het beleid in de werkelijkheid functioneert. Voorafgaand aan de bijeenkomsten is bij de gemeente nagegaan welke maatschappelijke initiatieven zich bij uitstek voor dit onderzoek leenden. De werkateliers waren georganiseerd rond deze initiatieven en duurden circa twee en een half uur. Onderwerpen die aan de orde

kwamen waren onder andere hoe het initiatief tot stand is gekomen, hoe de gemeente op het

initiatief heeft gereageerd, of er subsidie is verstrekt en welke afspraken hierbij zijn gemaakt.

De voorzitter van rekenkamer Weert benoemt twee aandachtspunten bij deze manier van werken. In de eerste

plaats is het erg belangrijk dat de projecten van alle kanten worden belicht. Daarvoor is het noodzakelijk om te traceren wie er allemaal bij het initiatief betrokken zijn (geweest) en het werkatelier te organiseren op een moment dat iedereen aanwezig kan zijn. Als dit laatste niet mogelijk blijkt, is het beter om het betreffende initiatief niet nader te onderzoeken dan om een bijeenkomst te organiseren waarbij essentiële betrokkenen ontbreken. Ten tweede is het belangrijk dat de bijeenkomst goed wordt geleid en de tijd goed wordt benut zodat alle

betrokkenen (initiatiefnemers, ambtenaren en gebruikers) en onderwerpen voldoende aan bod komen.

Zelf ook een good practice?

Het Ontwikkelteam is op zoek naar nieuwe voorbeelden van good practices. Heeft u een goed praktijkvoorbeeld van rekenkamerwerk dat u graag met ons wilt delen, mailt u deze dan naar ontwikkelteam@nvrr.nl. De Handreiking Good Practices is te vinden op de website van de NVRR.

Handreiking meten van doorwerkingen rekenkamerproducten

Lokale rekenkamers en rekenkamercommissies hebben tot taak om te controleren of het gemeentelijke, provinciale c.q. waterschapsbeleid overeenkomstig de begroting (en dus rechtmatig) is uitgevoerd en of er naar behoren verantwoording over is afgelegd. Maar dat niet alleen: zij kijken ook of het gevoerde lokale beleid doeltreffend en doelmatig is geweest – en voor zover dat niet zo was doen ze aanbevelingen voor verbetering. Deze aanbevelingen worden overgebracht in bijvoorbeeld een onderzoeksrapport, een presentatie of een handreiking. Met zulke producten willen de rekenkamers bijdragen aan de kwaliteit van de meningsvorming, besluitvorming en beleidsvorming van het gemeente-, provincie- of waterschapsbestuur.

Het Ontwikkelteam zoekt versterking, doet u mee?

Het Ontwikkelteam zoekt versterking, doet u mee?

Wilt u ook meedenken en -helpen om uw vakgebied te professionaliseren? Wilt u meewerken aan een project en/of wordt u ons nieuwe teamlid? Meld u dan nu aan en neem contact op met het NVRR secretariaat.

Het Ontwikkelteam (O-Team) houdt zich bezig met de ontwikkeling en professionalisering van rekenkamers en haar leden door kennis en materialen te verzamelen en te ontwikkelen. Het afgelopen jaar heeft het Ontwikkelteam onder andere gewerkt aan:

  • Manieren om de effectiviteit van rekenkamers in kaart te brengen;
  • Een vernieuwd stappenplan voor het meten van doorwerking van de rekenkamerproducten;
  • Het organiseren van het NVRR-congres op 25 mei 2018.

Op dit moment werken we onder andere aan, en kunnen we nog hulp gebruiken bij:

  • Het rekenkamerkompas. Het Kompas dat we voor ogen hebben geeft per onderwerp richting en adviezen waarmee rekenkamer(commissie)s zelf hun koers op kwaliteit kunnen bepalen. De contouren van het Kompas zijn eind 2017 gepresenteerd. In 2018 volgt de invulling;
  • De Goudvink. De prijs van de NVRR voor het beste rapport/product van een rekenkamer(commissie), beleeft in 2018 de doorstart;
  • Ontwikkeling van opleidingen voor starters en gevorderden op rekenkamergebied;
  • Organisatie van congressen en evenementen;
  • Ontwikkeling van een serious game;
  • Ontwikkelen en realiseren van subsidieprojecten in 2018.

Lokale publieke verantwoording, #hoedan?

Lokale publieke verantwoording, #hoedan?

Symposium Delftse Rekenkamer

14 juni 2018, 15.30 uur – 17.30 uur

Museum Prinsenhof, Sint Agathaplein 1, Delft

Voor het functioneren van de lokale democratie is inzicht in de besteding van publiek

geld een voorwaarde. Werden in 2006 lokale rekenkamers opgericht, Delft was met

het eerste lokale rekenkameronderzoek in 1988 zijn tijd ver vooruit.

Het 30-jarig bestaan van de Delftse rekenkamer, de oudste lokale rekenkamer van

Nederland, vieren wij dan ook met een symposium. Aansluitend heffen we het glas

en kunt u het museum bezoeken.

Centraal staat de vraag hoe lokale publieke verantwoording eruit zou moeten zien en

wat dat betekent voor gemeenteraden en lokale rekenkamer(commissies) de komende

vier jaar.

Sprekers zijn onder andere mevrouw drs. Francine Giskes, collegelid van de Algemene

Rekenkamer en mevrouw prof. dr. Klaartje Peters, bijzonder hoogleraar lokaal en

regionaal bestuur aan de universiteit Maastricht. Daarnaast leveren de burgemeester

van Delft mevrouw Marja van Bijsterveldt en leden van de gemeenteraad een inbreng.

U kunt zich aanmelden door een mail (met naam en aantal deelnemers) te sturen

naar DRK30jaar14juni18@delft.nl. Nadere informatie via ambtelijk secretaris Marike

Schoeman, tel. 06 5357 4246.

Meld u tijdig aan in verband met het aantal beschikbare plaatsen. Bent u na aanmelding verhinderd?

Laat dat ons dan zo spoedig mogelijk weten via bovenstaand mailadres.

Een gedetailleerd programma vindt u binnenkort op www.delftserekenkamer.nl.

Museum Prinsenhof ligt in het centrum van Delft. Vanaf het NS-station is het museum bereikbaar

in ca. 8 minuten. Loop via de hoofdingang van het station naar buiten, sla linksaf en loop

langs het water richting de Oude Kerk.

Bus 51, Tram 1 en 19, halte Prinsenhof.

Parkeren in de Phoenixparkeergarage.

Middelen sociaal domein niet goed verdeeld over gemeenten

Onderzoeksbureau AEF concludeert in het rapport ‘Zoeken naar balans’ dat de middelen voor het sociaal domein niet goed worden verdeeld over gemeenten. AEF is kritisch over de rol van het rijk bij het opstellen van de budgetverdeelmodellen, maar stelt ook dat gemeenten de modellen vaak niet goed begrijpen en er daardoor onhaalbare eisen aan stellen. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken ziet in de conclusies van het onderzoek voldoende aanleiding om met de gemeenten te overleggen over het oplossen van de knelpunten.

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deed Andersson Elffers Felix (AEF) onderzoek naar mogelijke discrepanties in de verdeling van middelen voor het gemeentelijk sociaal domein. De focus van het onderzoek lag op de verdeelmodellen van de Integratieuitkering Sociaal Domein (IUSD), waarin de gelden zijn ondergebracht die samenhangen met de decentralisaties van 2015. De verdeelsystematiek van de bijstandsbudgetten is hierin niet meegenomen. Ook de hoogte van de budgetten wa​s geen onderdeel van het onderzoek. Wel geeft AEF een aantal keren aan dat het toegerekende macrobudget onderwerp van onderzoek zou moeten zijn.

AEF trekt de volgende conclusies:

  • De verdeelmodellen houden geen rekening met het feit dat verschillen kunnen ontstaan als gevolg van de gemeentelijke beleidsvrijheid. De gebruikte gegevens op basis waarvan de verdeelmodellen zijn opgesteld, dateren immers van vóór 2015, toen er nog sprake was van een landelijk geharmoniseerd beleid.
  • De huidige verdeelmodellen bevatten discrepanties. Er is op onderdelen een (te) groot verschil tussen de theorie op basis waarvan de verdeelmodellen zijn opgesteld en de uitwerking daarvan in de praktijk.
  • Op dit moment voldoet de huidige clusterindeling grotendeels. Gemeenten streven ernaar domeinoverstijgend te werken, maar in de praktijk wordt nog veel per domein georganiseerd. Er zijn dan ook nog geen grote financiële verschuivingen tussen verschillende beleidsterreinen zichtbaar bij gemeenten.
  • De modellen zijn kostengeoriënteerd en daardoor niet toegerust om grote beleidswijzigingen op te vangen; beleidswijzigingen kunnen de kostenstructuur fundamenteel veranderen.
  • Vanwege de (financiële) onzekerheid rondom de decentralisaties begroten veel gemeenten conservatief. De omvang van de middelen in het gemeentefonds is voor veel gemeenten bepalend voor de ambities, niet het gewenste resultaat van het ingezette beleid. Immers, als gemeenten meer moeten uitgeven aan het sociaal domein dan de budgetten die in het gemeentefonds zijn opgenomen, dan gaat dat ten koste van andere voorzieningen.
  • De kennis over de inhoud van de verdeelmodellen bij gemeenten is beperkt. Zeker bij nadeelgemeenten overheerst een negatief beeld.
  • Kennistekort vermindert het zicht op de bedoeling van zuivere financiële verhoudingen. De bedoeling is dat het Rijk de gemeenten vrijheid laat om zelf te bepalen hoe taken het beste kunnen worden uitgevoerd. Dit perspectief lijkt uit het blikveld verdwenen te zijn. Het risico is dat er onhaalbare eisen worden gesteld aan verdeelmodellen: ze worden bijvoorbeeld geacht eenvoudig te zijn, maar ook minder tekortgemeenten op te leveren. Dat laatste lijkt momenteel echter onverenigbaar.

Download naar het volledige onderzoek: Zoeken naar balans: kwalitatief onderzoek naar discrepanties in de budgetverdeelmodellen in het sociaal domein

Sociaal wijkteam doet het beter, jeugdhulp blijft lastig: vijfde landelijke onderzoek Decentralisaties in het Sociaal Domein

Het is de eerste keer sinds de decentralisatie van de Wmo in 2015 dat de waardering voor het sociaal wijkteam is gestegen. Dat blijkt uit het vierde onderzoek van I&O Research naar de beleving van cliënten in het sociaal domein. De waardering voor jeugdhulp is iets gestegen in 2017, maar blijft laag.

De belangrijkste uitkomsten:

  • Waardering van kwaliteit zorg stabiel maar nog steeds lager dan niveau van 2014
  • Jeugdzorg voor derde jaar op rij lager gewaardeerd dan andere vormen van zorg
  • Zelfredzaamheid onder mensen met professionele zorg neemt af 
  • Waardering voor het sociaal team is gestegen
  • Ondersteuning bij gesprek in ongeveer twee derde van de gesprekken zorgt voor betere waardering van het keukentafelgesprek • Toename in het gebruik van zorg van naasten (mantelzorg), vooral bij jeugdzorg
  • Van de mensen met een arbeidsbeperking, hebben mensen met een verstandelijke beperking het vaakst een baan. Wel relatief vaak bij een Sw-bedrijf.

Waardering zorg in 2017 niet gestegen ten opzichte van 2015

Ten opzichte van december 2014 is er een daling van de waardering van de professionele hulp. In juni 2015 daalde deze naar een 7,3, om in december 2015 vervolgens weer te stijgen naar een 7,4. In 2016 en 2017 is deze waardering stabiel gebleven. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research naar de beleving van cliënten in het sociaal domein in 2017.

Het is de vierde keer dat het onderzoeksbureau dit onderzoek doet. In december 2014 – vóór de decentralisaties per 1 januari 2015 – deed I&O Research een nulmeting onder ruim 9000 mensen. Elk jaar is het onderzoek herhaald. De huidige resultaten komen uit de vierde meting in december 2017, waar overigens ruim 10.500 mensen aan meededen.

Kijk hier voor meer uitkomsten van het landelijk onderzoek Decentralisaties in het Sociaal Domein.

Inspecties zetten mystery guests in om toegankelijkheid gemeenten te testen

In 2017 deden de rijksinspecties van het Toezicht Sociaal Domein onderzoek in de gemeenten Goes, Amsterdam, Weststellingwerf, Utrecht en Winterswijk in de periode mei-november 2017. Het rapport over het onderzoek in de gemeente Goes werd in april 2018 uitgebracht. De resultaten van de andere onderzoeken worden later openbaar.

De rijksinspecties van het Toezicht Sociaal Domein (TSD) onderzochten de toegankelijkheid van gemeentelijke diensten voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Ervaringsdeskundigen gingen op pad om te kijken of de toegang laagdrempelig was. Bij de voorbereiding en uitvoering van het onderzoek is nauw samengewerkt met de LFB, de cliëntenorganisatie van en door mensen met een licht verstandelijke beperking.

Toegankelijkheid gemeentelijke diensten Goes
Over het algemeen waren de ervaringsdeskundigen positief over de toegankelijkheid van de gemeentelijke diensten in Goes. De ervaringsdeskundigen vonden het prettig dat de medewerkers vriendelijk en meelevend waren, de tijd namen en afspraken op papier meegaven. Maar als men contact zocht via e-mail of telefoon, kwam persoonlijk contact zeer moeizaam tot stand.

Na het onderzoek werden de resultaten besproken met medewerkers van de gemeente. De medewerkers herkenden de verhalen van de ervaringsdeskundigen en vonden de volgende punten belangrijk:

  • begrijpelijker taal op de websites van gemeente en gemeentelijke diensten;
  • meer persoonlijk contact;
  • bevestigen van afspraken en aangeven wanneer en hoe laat mensen (terug)gebeld worden.

VNG Realisatie organiseert meetups voor datagedreven gemeenten

Gebruik van data in bestuur, beleid en uitvoering is niet nieuw. Wél nieuw zijn de explosie van de hoeveelheid beschikbare data, de nieuwe analysemogelijkheden en de toepassingen van data op alle domeinen. Dit roept vraagstukken op voor de gemeentelijke praktijk en organisatie.  Diverse gemeenten hebben al vergaande kennis en ervaring met data.

VNG Realisatie organiseert daarom interactieve kennissessies – de zogenoemde meetups – rondom het thema ‘Datagedreven Gemeente’. Tijdens deze sessies worden de opgedane kennis en ervaringen gedeeld en wordt over deze vraagstukken van gedachten gewisseld.

De volgende meetups vinden plaats in Utrecht op: 

Donderdag 24 mei;

Donderdag 21 juni.

U kunt zich opgeven via deze link.

Denktank Omgevingswet

Denktank Omgevingswet

Het lijkt nog ver weg maar voor je het weet is het 1 januari 2021. Binnen de huidige raadsperiode in gemeenteland gaat de Omgevingswet van kracht. Dat betekent dat in die periode gemeenteraden zich dienen uit te spreken over hun ambities met die nieuwe wet. Kortom de kaderstellende rol optima forma. En dan kan het geen kwaad dat ook de rekenmaker(commissie)s zich voorbereiden. EX ANTE zou je kunnen zeggen.

De Denktank Omgevingswet is volop aan de slag om een bijdrage te leveren voor alle leden van de NVRR. Inmiddels is er een onderzoeksbureau geselecteerd dat uitgaande van de door BZK en het bestuur van de NVRR geaccordeerde onderzoeksopdracht een rapportage gaat opstellen waar de belangrijkste aandachtspunten voor de raden en dus voor de rekenkamer(commissie)s in verband met de Omgevingswet zijn opgenomen. 

De Denktank vervult een actieve rol bij de begeleiding van dat onderzoek. Dus als jij ook wilt meedoen: meld je bij de NVRR als lid van de Denktank en je wordt automatisch op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en je krijgt uitnodigingen voor de bijeenkomsten. Je kan ook contact opnemen met Tineke van den Biggelaar (t.vd.biggelaar@eindhoven.nl) of Nico op de Laak (n.opdelaak@gmail.com). Zij praten je graag bij.

En voor het geval je nog zoekende bent: op het NVRR-congres op 25 mei is een workshop over de Omgevingswet. Nico op de Laak verzorgt die. Maar let op: slecht 20 mensen kunnen aan die workshop deelnemen. Dus haast bij het inschrijven is geboden.

AVG Nieuwsbrief

Begin deze week heeft de NVRR haar leden een speciale AVG nieuwsbrief gestuurd waarin algemene richtinggevende adviezen werden gegeven ter ondersteuning van hun taak de privacy van personen, waarvan men de gegevens verwerkt, goed te beschermen en daarmee te voldoen aan de AVG en de uitvoeringswet. Naast deze adviezen zal de NVRR op korte termijn enkele algemene modellen ter beschikking stellen die in het kader van de AVG noodzakelijk of wenselijk worden geacht. Tot slot zal de NVRR een Q en A publiceren van algemene vragen die leven bij rekenkamers.

Dit alles omdat op 25 mei 2018 de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing is. Naar verwachting zal in dezelfde periode ook de uitvoeringswet AVG in werking treden. De privacybescherming voor alle personen van wie een rekenkamer gegevens verwerkt, wordt hierdoor verbeterd. Voor een rekenkamer(commissie)[1] betekent dit dat hun verantwoordelijkheid groter wordt. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen om gegevens van burgers die zij in het kader van onderzoek verzamelen, maar ook om gegevens van ambtenaren, raadsleden of geraadpleegde experts. Ook als onderzoek wordt uitbesteedt, blijft de rekenkamer(commissie) verantwoordelijk. Iedre rekenkamer(commissie) moet kunnen aan tonen dat zij zich aan de AVG en de uitvoeringswet houdt. Voldoet men daaraan niet, of kan men dat niet aantonen, dan kan de Autoriteit Persoonsgegevens een (forse) boete opleggen.

[1]     De AVG geldt voor alle overheids- en bestuursorganen. Deze brief is gericht aan alle decentrale rekenkamer(commissie)s, van gemeenten, provincies en waterschappen.

Goudvink maakt doorstart

De Goudvink, prijs van de NVRR voor het beste rapport/product van een rekenkamer(commissie), beleeft in 2018 de doorstart. We hebben de resultaten van de afgelopen 3 jaar geëvalueerd, en op veler verzoek is besloten in 2018 de Goudvink, als kwaliteitsprijs, weer uit te reiken. Daarbij bouwen we voort op de werkwijze uit 2016, maar nu weer met een expertjury in plaats van een publieksjury.

De criteria zijn als vanouds, namelijk de technische basiskwaliteit van het rekenkamerproduct (zijn alle elementen van een goed rapport aanwezig?) en de doorwerking (wat heeft de raad/PS met het rekenkamerproduct gedaan?) Hier vindt u het beoordelingsformulier met de criteria waarop de selectie zal gaan plaatsvinden (klik hier).

Wij zoeken nog vrijwilligers die mee willen helpen met de voorselectie van de rapporten. Totale tijdsinvestering zal 1-2 dagen zijn, met het lezen en scoren van de rapporten. Op basis van deze voorselectie worden minimaal 3 en maximaal 5 rapporten aan de expertjury overhandigd. Aan de samenstelling van de driekoppige jury wordt gewerkt.

De rekenkamers die door de voorselectie komen zijn alvast verzekerd van een Goudvink-oorkonde. De jury bepaalt uit de selectie een winnaar, op basis van de criteria die uit het beoordelingsformulier en mogelijk eigen accenten. Welke dat zijn wordt op een later tijdstip, maar in ieder geval tijdig voor de openstelling van de inzendtermijn bekend gemaakt.

Om mee te dingen naar de Goudvink, stuurt de rekenkamer(commissie) haar rapport/product naar goudvink@nvrr.nl op, samen met het aanmeldformulier waarin deze aangeeft waarom dat onderwerp is onderzocht, wat vermeldenswaard is met betrekking tot rapport e/of onderzoek, wat de doorwerking is en hoe de rekenkamer(commissie) die heeft bevorderd.

Kortom: wie wil helpen de Goudvink mee op te starten? Meld je aan bij info@nvrr.nl.

Kabinet kiest voor meer realisme bij handhaving Participatiewet

Het kabinet wil gemeenten stimuleren meer onderzoek te doen naar de effecten van gedragsinterventies en andere handhavingsinterventies. Op die manier verwacht het Rijk dat gemeenten de Participatiewet effectiever kunnen handhaven en kan worden voorkomen dat bijstandsontvangers in de fout gaan.

Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurde op 10 april de Handhavingskoers 2018-2021 naar de Tweede Kamer. Daarin onderstreept SZW dat handhaving een randvoorwaarde is voor een werkende arbeidsmarkt en een werkend stelsel van sociale zekerheid. Naast aandacht voor menselijk gedrag vraagt het ministerie aandacht voor datagestuurd en grensoverschrijdend handhaven.

De Handhavingskoers volgt nog steeds de lijn van de op 1 januari 2017 gewijzigde Fraudewet. De hoogte van de boetes voor fraude zijn al aangepast en gemeenten hebben meer mogelijkheden om maatwerk toe te passen. UWV, SVB en gemeenten beoordelen als gevolg hiervan overtredingen op de mate van verwijtbaarheid, ernst van de overtreding en de (financiële) omstandigheden van de burger. Verder wordt de beslagvrije voet gerespecteerd en wordt onder voorwaarden meegewerkt aan een schuldregeling voor de boete.

Rapport WRR over Fraudewet als voorbeeld

WRR-rapport 'Weten is nog geen doen: Een realistisch perspectief op redzaamheid' wordt de herziene Fraudewet genoemd als een goed voorbeeld. Het onderzoek moedigde het kabinet aan om inzichten in gedragskennis ter hand te nemen. Deze aanpak moet de effectiviteit en legitimiteit van overheidshandelen versterken.

Werkgroep Lokale Rekenkamers gestart

De werkgroep Lokale Rekenkamers is op 11 april opgericht om met gemeenten in gesprek te gaan over de toegevoegde waarde van rekenkameronderzoek.

Doel werkgroep

Het ministerie van BZK wil de positie van lokale rekenkamers versterken. Lokale rekenkamers zijn van groot belang voor gemeenteraden, door de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van gemeentelijk beleid te onderzoeken.

Dit is belangrijk voor raden om hun controlerende en kaderstellende taken uit te voeren, aldus BZK.

Gewenste resultaat

De werkgroep, onder voorzitterschap van burgemeester Ina Adema van Lelystad, zal met bestuurders van gemeenten praten over het functioneren van de rekenkamerfunctie in die gemeenten. Dit moet leiden tot aanbevelingen over hoe rekenkameronderzoek van toegevoegde waarde kan zijn voor de nieuwe gemeenteraden.

In veel gemeenten functioneert de rekenkamerfunctie niet of nauwelijks. Acht procent van de gemeenten voldoet niet aan de wettelijke plicht om een rekenkamerfunctie te hebben. Daarnaast is er een aantal gemeenten waar de rekenkamerfunctie met weinig budget moet rondkomen, wat het functioneren en het doen van onderzoek belemmert.

NVRR vertegenwoordigd in werkgroep

De werkgroep bestaat naast mevrouw Adema uit vicevoorzitter Peter Oskam (burgemeester Capelle aan den IJssel), Irma Hesp (griffier Heemstede), Marnix Philips (griffier Amstelveen), Jan de Ridder (voorzitter Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies, NVRR) en Wil Lugtenburg-Sanders (voormalig bestuurslid NVRR).

De werkgroep zal eind 2018 een rapport opleveren met haar bevindingen.

Deloitte Monitor publiceert boekje ‘The Megatrends of Tomorrow’s World’

Monitor Deloitte heeft het boekje 'The Megatrends of Tomorrow's World' gepubliceerd, bedoeld voor beleidsmakers.

In het boekje worden 35 ontwikkelingen en 10 trends beschreven die aan de basis staan van de veranderende maatschappij. De ontwikkelingen versnellen en beïnvloeden elkaar, wat leidt tot universele trends die onze huidige maatschappij flink kunnen veranderen. De 10 universele trends zijn verhalen van de toekomst, van disruptieve trends zoals dematerialisatie tot trends die al langer gaande zijn zoals veroudering. De implicaties op sociaal, technologisch, politiek en economisch gebied worden toegelicht met wereldwijde voorbeelden.

Kadaster organiseert regiobijeenkomsten over woningtekort

Het Kadaster organiseert regionale bijeenkomsten om inzicht te verkrijgen in het woningtekort in uw regio. 

Vragen zoals: wat te doen met het stijgend woningtekort in uw regio? En: wat te doen met de groeiende mismatch tussen vraag en aanbod komen aan de orde. Samen met andere partijen organiseert het Kadaster een kennismiddag in de regio om elkaars inzichten hierover te verrijken.

Regionaal zijn er verschillen in het tekort in type woningen en de opgave om dit op te lossen. En na de woningcrisis is er ook huivering voor forse nieuwbouwplannen. Weten hoe het echt zit is daarom van wezenlijk belang.

Het Kadaster maakt de opgave per regio inzichtelijk door analyse en koppeling van data. Met deze inzichten kan er worden gekeken naar oplossingen.

Data, tijden en locaties regiobijeenkomsten

De exacte begin- en eindtijd zijn nog niet definitief, maar liggen tussen 12.00 en 17.00 uur. Het programma begint met een lunch.

  • dinsdagmiddag 22 mei, provincie Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht – locatie nabij Amsterdam (regio West)
  • maandagmiddag 28 mei, provincie Overijssel, Gelderland – locatie nabij Apeldoorn (regio Oost)
  • dinsdagmiddag 29 mei, provincie Zeeland, Noord-Brabant, Limburg – Kadasterkantoor Eindhoven (regio Zuid)
  • woensdagmiddag 30 mei, provincie Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland – Kadasterkantoor Groningen (regio Noord)

Nieuw instrument om staat van digitalisering gemeenten te meten

VNG Realisatie heeft het dashboard dienstverlening en digitalisering, onderdeel van Waarstaatjegemeente.nl, in het leven geroepen. Het nieuwe dashboard geeft antwoord op vragen zoals: hoe ver is uw gemeente met digitalisering? En: hoe beoordelen inwoners en ondernemers de dienstverlening door de gemeente?

Het dashboard is een initiatief van de Werkgroep Monitor Doelgerichte Digitalisering, waarin vertegenwoordigers van dertig gemeenten samenwerken.

Bezoekers van de website kunnen zich hiermee een beeld vormen van de stand van zaken in een bepaalde gemeente, en deze vergelijken met een andere gemeente of met bijvoorbeeld het landelijke gemiddelde. Op basis hiervan kunnen gemeenten nagaan waar de ruimte voor verbetering ligt, op welke specifieke punten zij actie kunnen ondernemen en welke gemeente hen daarbij zou kunnen helpen.

De stand van zaken op het gebied van dienstverlening wordt gebaseerd op het oordeel van ondernemers en inwoners, via de instrumenten Ondernemerspeiling en Burgerpeiling. De mate van digitalisering is gebaseerd op de beschikbaarheid van digitale services en aansluiting van de gemeente op een aantal landelijke digitale voorzieningen, zoals de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), de MijnOverheid Berichtenbox, Digimelding en E-herkenning.

ROB pleit ervoor om beroep volksvertegenwoordiger aantrekkelijker te maken en ziet daarbij rol voor rekenkamer

De Raad voor het Openbaar Bestuur schetst een aantal maatregelen die BZK zou kunnen nemen om het beroep van 'decentrale volksvertegenwoordiger' (lid van gemeenteraad, Provinciale Staten of het algemeen bestuur van een waterschap) aantrekkelijker te maken.

De ROB beveelt het volgende aan:

  • Minder tijdsbesteding, meer ondersteuning: minder tijd te besteden aan bestuurlijke activiteiten; hiervoor is een goede toerusting nodig (griffie, rekenkamer, fractieondersteuning, scholing)
  • Betere secundaire arbeidsvoorwaarden, hogere vergoeding in kleine gemeenten
  • Maatwerk door werkgevers binnen de bestaande regelingen voor politiek of burgerschapsverlof
  • Gemeente, provincie en waterschap: zorg voor betere beeldvorming

Specifiek voor rekenkamers schrijft de ROB dat 'sterke' rekenkamers 'ondersteuning' kunnen bieden aan volksvertegenwoordigers. En dat door onderdelen van de controlerende rol van de volksvertegenwoordiging over te laten aan rekenkamers, zoals onderzoek naar en informatievoorziening over complexe dossiers, de effecten van beleid en de inzet van middelen, raadsleden ontlast kunnen worden En als laatste dat het belangrijk is om griffies en rekenkamers toe te rusten met'toereikende middelen en menskracht'.

Mini-rapportage Spotdag: de burger als armchair auditor

Op de Spotdag 2017 is onderzocht op welke manier burgers informatie willen ontvangen van de overheid over hoe zij haar geld besteed, zogenaamde burgeraudits.

Op de Spotdag zijn de volgende vragen onderzocht: wat willen burgers weten over de manier waarop de overheid geld uitgeeft en de keuzes die daarin gemaakt worden? ; op welke manier ontvangen burgers deze informatie graag?;
met welk doel willen ze deze informatie ontvangen? ; wat kan er beter of slimmer om de burger als armchair auditor in positie te brengen?

De rapportage bevat een overzicht van gehanteerde onderzoeksmethoden.

Informatiefolder nieuwe raadsleden: ‘Beleid onderzocht, wat de rekenkamer voor u kan betekenen’

Deze informatiefolder is bedoeld als introductie voor nieuwe raadsleden, die nog weinig of geen ervaring hebben met rekenkamer(commissie)s. Hij biedt de gelegenheid om u als rekenkamer (opnieuw) te introduceren aan de raad. Om u hierbij te ondersteunen, en mogelijk wat voorwerk uit handen te nemen, heeft de NVRR de informatiefolder ‘Beleid onderzocht – Wat de rekenkamer voor u kan betekenen’ voor u opgesteld. Hierin vinden de gemeenteraadsleden kort en bondig antwoord op hun vragen.

Informatiefolder nieuwe gemeenteraadsleden

Vandaag vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. In veel gemeenten zal de samenstelling van de raad veranderen. Dat betekent ongetwijfeld dat er nieuwe raadsleden aantreden, die nog weinig of geen ervaring hebben met rekenkamer(commissie)s.

Een mooie gelegenheid dus om u (opnieuw) te introduceren aan de raad. Om u hierbij te ondersteunen, en mogelijk wat voorwerk uit handen te nemen, heeft de NVRR een informatiefolder voor u opgesteld: ‘Beleid onderzocht – Wat de rekenkamer voor u kan betekenen’. Hierin vinden de gemeenteraadsleden kort en bondig antwoord op hun vragen.

Naast de digitale folder, is het ook mogelijk gedrukte exemplaren te bestellen. Een gedrukte folder trekt meer de aandacht en heeft een bewaarfunctie als handig naslagwerk voor de gemeenteraadsleden.

Bestellen
Wilt u exemplaren van deze folder bestellen voor de nieuwe raad in uw gemeente? Stuur een bericht naar info@nvrr.nl met daarin het aantal exemplaren dat u wilt ontvangen. Hier zijn geen kosten aan verbonden.

Wij wensen u een succesvolle introductie aan uw raad, en een vruchtbare start van de komende periode.

Voorzitter rekenkamer Sittard-Geleen stelt worsteling van de lokale rekenkamer aan de kaak

In deze uitzendng van Nieuwsuur van vrijdag 16 maart stelt voorzitter Thijs Heijnen van de rekenkamer Sittard-Geleen stelt dat er niets met de onderzoeken van de rekenkamer wordt gedaan. Ze worden niet besproken in de gemeenteraad. Een aantal raadsleden reageren op dit verwijt van de voorzitter van de rekenkamer.

Vervolgens wordt het probleem van de 'worsteling van de lokale rekenkamer' besproken en wordt Gerrit Hagelstein, oud-bestuurder van de NVRR, om een reactie gevraagd op deze situatie en op de positie van de lokale rekenkamer.