Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Kees Vendrik neemt afscheid als collegelid Algemene Rekenkamer

Kees Vendrik heeft zijn ontslag als collegelid van de Algemene Rekenkamer bij Zijne Majesteit de Koning ingediend. Vendrik is sinds 15 april 2011 lid van de Algemene Rekenkamer. Hij start per 1 april 2017 als Chief Economist bij Triodos Bank NV. 

Naast zijn functie bij de Rekenkamer vervulde Kees Vendrik een bestuurlijke rol bij de NVRR. Van 23 november 2012 tot 22 november 2013 was hij bestuurslid van de NVRR namens de Algemene Rekenkamer.

Bij de Algemene Rekenkamer is Vendrik de afgelopen jaren een continue factor geweest binnen het college en heeft de afgelopen zes jaar een belangrijke rol gespeeld bij de vernieuwing van de Algemene Rekenkamer. In 2016 presenteerde het college de nieuwe strategie ‘Inzicht als basis voor vertrouwen’ waarin het perspectief van de burger, digitalisering, ontwikkelingen op het web en de keuze om programmatisch te gaan werken op specifieke sectoren in het publieke domein zijn opgenomen. 

De werving voor een nieuw collegelid van de Algemene Rekenkamer start op korte termijn. De Comptabiliteitswet schrijft precies voor hoe dit proces er uit ziet.

 

Externe inhuur en de wet DBA voor decentrale Rekenkamers

Externe inhuur en de wet DBA voor decentrale Rekenkamers

20170129, Etienne Lemmens

Veel Rekenkamer(commissie)s doen onderzoek naar de inhuur van externen bij  gemeenten (en andere overheidsorganisaties). Een onderwerp dat zich dankbaar leent voor rekenkameronderzoek, omdat gemeenteraden veelvuldig zorgen uiten en vragen stellen over de kosten van de inhuur, continuïteit van de dienstverlening en behoud van de ingehuurde kennis.

Op de beheersing van die risico’s ligt dan vaak ook de focus van het rekenkameronderzoek. Uiteraard zeer valide. Maar de kosten, continuïteit en kennislek zijn niet de enige risico’s die bij inhuur spelen. Er is een nieuw risico als het om zzp’ers gaat die bij de gemeente aan de slag gaan vanwege specifieke kennis die de organisatie ontbeert. Waar de VAR tot mei 2016 de opdrachtgever vrijwaarde van premieheffingen, is er sinds de wet DBA in mei 2016 in werking is getreden, geen vrijwaring meer. Weliswaar is, vanwege de onrust op de markt, de handhaving van de wet opgeschort tot 1 januari 2018. Dat neemt niet weg dat de wet domweg realiteit is.

Welke risico’s lopen gemeenten eigenlijk? Die kunnen zich voordoen aan de voorkant van het inhuurproces, bij het afsluiten van de overeenkomst van opdracht, en tijdens de uitvoering van de opdracht.

Wat betreft de voorkant, voor een deel zullen gemeenten de overeenkomsten van opdracht die zij sluiten met de zelfstandigen conform de wet DBA hebben opgesteld. Deels overgenomen van modelcontracten die artikelen bevatten met betrekking tot de ‘vrije vervanging’ of ‘geen gezagsrelatie’. Het is zeker de moeite waard om bij een Rekenkamer-onderzoek te vragen naar het DBA-proof zijn van de contracten die met zzp’ers worden gesloten. Het kan ook zijn dat het DBA-risico via een payroll- of intermediairconstructie wordt omzeild. Dan nog kunnen, in het kader van de ketenaansprakelijkheid, de intermediair én de gemeente met hoge boetes en achterstallige premieheffing worden geconfronteerd.

Dat hangt er onder andere van af hoe de werkpraktijk van de zzp’er is ingericht. Er kunnen elementen in die uitvoeringspraktijk zijn die erop duiden dat de zzp’er onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden werkt als een medewerker van de gemeente. Dat zie je soms in bevindingen van een Rekenkamer terug. Om controle op inhuur te hebben en kennis te borgen, voegen zzp’ers zich in het stramien van een medewerker van de gemeente. Bijvoorbeeld, de zzp’er neemt deel aan werkoverleggen, werkt niet met eigen apparatuur maar met die van de gemeente en heeft beoordelingsgesprekken met een afdelingshoofd. Dan kan de Belastinginspecteur, als deze de inhuurpraktijk komt onderzoeken, besluiten dat er feitelijk sprake is een arbeidsovereenkomst. Want, als het eruit ziet als een werknemer, zich gedraagt als een werknemer, dan zal het wel een werknemer zijn…….?

Het is zinvol datRekenkamers  in hun onderzoeken, deze DBA-aspecten bij de inhuur van externen gaan meenemen.

PS. En hoe zit het eigenlijk met de wet DBA en de leden van de Rekenkamers zelf? Eigenlijk is dat nog een beetje onzeker. Voor Raden van Commissarissen en Toezicht heeft de wetgever een uitzondering gemaakt. Er is overduidelijk geen sprake van een gezagsrelatie, want zij houden toezicht op bedrijven en instellingen. Alleen bij ‘opting in’ is er sprake van een fictieve dienstbetrekking en zal voor de commissaris of toezichthouder premies afgedragen moeten worden. Bij navraag over de wet DBA en Rekenkamer(commissie)s bij de belastingdienst was de eerste vraag die de inspecteur stelde: “Wat zijn Rekenkamercommissies?” Dat is natuurlijk geen goede start. De wetgever heeft de Rekenkamer(commissie) onafhankelijk gepositioneerd in het lokale en provinciale bestel en er is ook geen sprake van een gezagsrelatie. Ergo, leden van de Rekenkamer(commissie) vallen niet onder de wet DBA. Als je als lid van een Rekenkamer ooit hebt gekozen voor een ‘opting in’-constructie, dan is er sprake van een fictief dienstverband, net zoals het geval is bij de Raden van Commissarissen en Toezicht. En als je tot nu toe een VAR hebt gebruikt ten behoeve van het rekenkamerwerk dan kan er sprake zijn van een fictief dienstverband. Dan is het zaak om dat goed uit te zoeken.

Onderzoekers: gemeenten betrekken burgers te weinig bij uitvoering Jeugdwet en Participatiewet

Onderzoekers van het  PPRC, het onderzoekscentrum van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht stellen op basis van hun onderzoek naar inspraak in het sociaal domein dat er vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het draagvlak voor het beleid rondom de Jeugdwet en de Participatiewet. De inspraak rondom de uitvoering van de Wmo is volgens de onderzoekers over het algemeen beter geregeld.

Lees hier het interview met de onderzoekers.

Gemeentefinanciën: politiek herstel het vertrouwen! Raad voor financiële verhoudingen brengt advies uit

Op 11 januari heeft de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) een advies uitgebracht aan het kabinet getiteld:'Eerst de politiek dan de techniek' : spelregels voor toekomstbestendige financiële verhoudingen van de Raad voor de financiële verhoudingen.

In het advies stelt de Rfv dat de gemeentelijke financiën niet meer doelmatig georganiseerd zijn en dat dit komt door de huidige financiële structuur. In principe zouden gemeenten in staat zijn om de overheidstaken goed uit te voeren, omdat ze dicht bij de mensen staan en daardoor maatwerk kunnen leveren.Samen geven de gemeenten bijna 60 miljard euro uit.

Om de financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten te verbeteren, pleit de Rfv voor het invoeren van het principe “wie bepaalt, betaalt”. De overheid (Rijk, provincie of gemeente) die besluit of een bepaalde taak moet worden uitgevoerd en hoe goed, moet ook de financiële afweging op zijn bord krijgen. Hierdoor kan de transparantie verbetert worden, zo stelt de Raad.

Waterschappen in 2017 ook extern gericht

In zijn nieuwjaarsspeech blikte Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen, vooruit op wat 2017 de waterschappen gaat brengen.

Oosters gaf aan dat de waterschappen in 2017 de blik naar buiten richten. Daardoor hebben de waterschappen zicht op de steeds urgentere vraagstukken rond waterveiligheid, waterkwaliteit, droogte en wateroverlast. En kunnen ze deze problemen samen met partners en via innovaties oplossen.

Nederland heeft met ingang van 1 januari 2017 388 gemeenten

Nederland telt 388 gemeenten vanaf 1 januari 2017, 2 minder dan een jaar eerder. In 1996 waren er nog 626 gemeenten. Sindsdien zijn op ruim de helft van het Nederlandse landoppervlak gemeentegrenzen gewijzigd. Dat meldt het CBS.

Met toelichting; een interactieve landkaart en een overzicht van aantallen gemeentes vanaf 1996-2017.

Start consultatie Invoeringswet Omgevingswet: VNG vraagt gemeenten om inbreng

De formele consultatie voor de Invoeringswet Omgevingswet is op 5 januari 2017 gestart en loopt tot 3 februari 2017 via www.internetconsultatie.nl. Gemeenten kunnen zelf reageren maar worden ook gevraagd inbreng aan te leveren voor de VNG-reactie.

Het wetsvoorstel vult de Omgevingswet op een aantal onderdelen aan. Daarnaast wijzigt het wetsvoorstel andere wetten of trekt deze in en regelt het overgangsrecht.

  • Het wetsvoorstel heeft als primair doel het regelen van een evenwichtige overgang van de nu geldende wetgeving naar het nieuwe stelsel van de Omgevingswet.
  • Dit wetsvoorstel is ook bedoeld om een aantal verbeteringen in de Omgevingswet tot stand te brengen en enkele onvolkomenheden te corrigeren. Deels zijn deze verbeteringen en wijzigingen inhoudelijk van aard, deels technisch.
  • Het wetsvoorstel voorziet ook in verbeterde grondslagen voor de uitvoeringsregelgeving. Verder vult het grondslagen aan om in de uitvoeringsregelingen ook overgangsrechtelijke voorzieningen te kunnen treffen.

Reageren kan tot en met donderdag 26 januari 2017 via email naar: omgevingswet@vng.nl o.v.v.

“Inbreng VNG-reactie Invoeringswet”.

Onderzoek naar veranderingen in sociaal domein door decentralisaties afgerond

Twee jaar onderzochten Pieter Hilhorst en Jos van der Lans de veranderingen in het sociale domein als gevolg van de decentralisaties. Zij schreven 29 afleveringen voor deze site. Was het een succes of een koude douche? In hun slotbeschouwing stuiten ze op vijf hardnekkige gewoontes die door de organisatorische veranderingen steeds scherper in beeld komen. Ze blijven optimistisch, maar als die routines niet veranderen zullen de beloften van de decentralisaties een illusie blijken.  

Gemeentelijke input gevraagd over financiën sociaal domein

De landelijke cijfers over gemeentelijke uitgaven in het sociaal domein in 2015 hebben veel aandacht getrokken. Het Rijk is met VNG en Directeurennetwerk Sociaal Domein twee onderzoeken gestart om goede duiding van de cijfers te krijgen.Hiervoor is input van gemeenten belangrijk.

De landelijke cijfers over gemeentelijke uitgaven in het sociaal domein in 2015 hebben veel aandacht getrokken. Het Rijk is met VNG en Directeurennetwerk Sociaal Domein twee onderzoeken gestart om goede duiding van de cijfers te krijgen. Hiervoor is input van gemeenten belangrijk. Lees hier meer over de achtergronden van het onderzoek.

Planning

Aan de Tweede Kamer is toegezegd begin februari meer duiding te geven aan de 'kale' cijfers die het CBS eind oktober naar buiten bracht. Daarom moeten de onderzoeken eind januari afgerond zijn.

Tweede Kamer stemt in met instelling opvolger Transitiecommissie Sociaal Domein

De Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD) krijgt een opvolger op verzoek van de Tweede Kamer. Zo blijft gewaarborgd dat een onafhankelijke derde bij de transities in het sociaal domein een vinger aan de pols kan houden.

De TSD is eind vorig jaar gestopt met haar werk. Deze commissie onderzocht de afgelopen twee jaar met een kritische blik de voortgang van de decentralisaties maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en werk en inkomen. De kamerleden Manon Fokke (PvdA) en Hayke Veldman (VVD) dienden in december 2016 een motie in om de Tweede Kamer te bewegen om voor de vervolgfase van de drie centralisaties een onafhankelijke derde aan te wijzen. Deze motie is op 22 december 2016 aangenomen.

Lees hier het bericht in Binnenlands Bestuur: 'Nieuwe luis in de pels voor decentralisaties'.

De minister reageert op vragen Tweede Kamer

Op 7 juli 2015 stuurde minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van de aangenomen motie-Fokke het Actieplan lokale rekenkamers naar de Tweede Kamer. Wij reageerden daar als NVRR in november 2015 schriftelijk op, na een levendige discussie binnen onze vereniging. Ook leidde het actieplan tot een aantal Kamervragen. De minister stuurde op 28 november 2016 een brief naar de Tweede Kamer, waarin hij ingaat op de Kamervragen.

De minister wil blijkens zijn recente brief ruimte creëren voor een belangrijke rol van raadsleden, maar hij blijft wel bij zijn standpunt dat vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer raadsleden geen volwaardig lid kunnen zijn van een rekenkamer. Hun betrokkenheid moet beperkt blijven tot een adviesfunctie. We zien in de beantwoording van de minister geen nieuwe argumenten en zien daarom ook geen reden om het standpunt van de vereniging te veranderen. Dat standpunt is: raadsleden mogen volwaardig lid zijn van een gemeentelijke rekenkamer, maar niet in meerderheid, en niet in de rol van voorzitter.

De ondersteuning is een tweede punt dat ons opviel in de beantwoording. De minister herhaalt op Kamervragen hierover alleen de huidige wettekst, waarin staat dat ambtenaren die voor de rekenkamer werken niet tevens werkzaamheden mogen uitvoeren “voor andere organen van de gemeente” (Gemeentewet, artikel 81j, derde lid). Dat maakt het ook onmogelijk voor griffiemedewerkers om een deel van hun tijd te besteden aan ondersteuning van de rekenkamer nieuwe stijl. Wij hebben gepleit om een wettelijke uitzondering te maken voor medewerkers van de griffie. Dat heeft een praktische reden. Het zal in de huidige context voor veel rekenkamers financieel lastig, zo niet onmogelijk worden om een volwaardige functie te creëren voor een ondersteuner en het extern inhuren van ondersteuning voor een beperkt aantal uren zal de kwaliteit niet ten goede komen. Daarnaast lijkt het ons ook te verdedigen omdat de griffie voor de raad werkt.

Over gemeenten met inactieve  rekenkamer(commissie)s merkt de minister op dat hij, in samenwerking met de VNG en de NVRR, in gesprek zal gaan met deze gemeenten. Hij beoogt gezamenlijk en doelgericht actie te ondernemen om in deze gemeenten de rekenkamer te activeren. Wij hadden hierbij gehoopt op iets meer daadkracht. Het gaat namelijk niet alleen om rekenkamers die bij gebrek aan enig budget totaal inactief zijn. Er zijn ook rekenkamers of rekenkamercommissies die door te weinig budget erg beperkt zijn in hun mogelijkheden. Wij missen bij de minister aandacht voor het probleem van de adequate bekostiging van rekenkamers. De huidige grondslag in de wet (Gemeentewet, artikel 81j, eerste lid) is te vrijblijvend. Daarmee kan de rekenkamer een speelbal worden van politieke voorkeuren. We zullen als vereniging zelf met voorstellen hierover komen in het voorjaar van 2017.

De minister heeft dus wel naar signalen geluisterd en er ook iets meegedaan. Helemaal tevreden zijn we echter nog zeker niet. Wij zullen  de politieke besluitvorming over het actieplan met belangstelling volgen en blijven graag met de minister en de VNG in gesprek over de randvoorwaarden die nodig zijn om ons werk goed te kunnen doen.

Samenwerken rekenkamers ‘smaakt naar meer’

De Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers & Rekenkamercommissies en de Algemene Rekenkamer zijn enthousiast over samen met lokale rekenkamers en rekenkamercommissies onderzoek doen.

Op maandag 10 oktober 2016, de eerste landelijke ‘Spotdag’, trok de Algemene Rekenkamer in vijftien gemeenten op met lokale organisaties om onderzoek te doen naar digitale dienstverlening van de plaatselijke overheid. Dat werkte goed, meer dan 600 mensen deden mee aan een enquête hierover en in Amsterdam beantwoordde 700 leden van het burgerpanel de vragen. De uitkomst was ook goed, de deelnemende gemeenten scoorden gemiddeld een 4 op een schaal van 5 voor de gebruiksvriendelijkheid van het digitaal melden van misstanden in de openbare ruimte. “Het smaakt naar meer”, aldus de deelnemers.

De gemeenten en provincie die aan dit onderzoek meewerkten, vormen geen representatieve selectie. Aan de uitkomsten kunnen dus geen harde conclusies worden verbonden.

Download hieronder de resultaten van de Spotdag.

Augmented Reality : van toegevoegde waarde voor rekenkamers?: presentatie Samenwerkingsdag 17-11-2016

Augmented Reality (of AR) staat voor ‘toegevoegde werkelijkheid’. Het is verwant aan ‘Virtual Reality’ (VR) met dit verschil dat je bij VR in een geheel nieuwe omgeving komt en de werkelijkheid ‘loslaat’ terwijl AR iets toevoegt aan de bestaande omgeving. Maar is er ook een toegevoegde waarde voor rekenkamers in deze technologie? Met een voorbeeld van een toepassing: Aurasma.

Gespot digitale dienstverlening van de overheid

Op maandag 10 oktober 2016, de eerste landelijke ‘Spotdag’, trok de Algemene Rekenkamer in vijftien gemeenten op met lokale rekenkamer(commissie(s) om onderzoek te doen naar digitale dienstverlening van de plaatselijke overheid. Dat werkte goed, meer dan 600 mensen deden mee aan een enquête hierover. In Amsterdam beantwoordden 700 leden van het burgerpanel de vragen. De uitkomst was ook goed, de deelnemende gemeenten scoorden gemiddeld een 4 op een schaal van 5 voor de gebruiksvriendelijkheid van het digitaal melden van misstanden in de openbare ruimte. “Het smaakt naar meer”, aldus de deelnemers. Aan de uitkomsten kunnen geen conclusies worden verbonden.

Rekenkamer Utrecht winnaar Goudvink 2016!

Op 17 november hebben de leden van de NVRR aanwezig tijdens de Samenwerkingsdag in Den Haag uit de shortlist van vier, de inzending van de Rekenkamer Utrecht “Een paleis voor de muziek”  uitgeroepen tot winnaar van de Goudvink 2016.

De Rekenkamer Utrecht publiceerde op 3 november 2015 het rapport over het Muziekpaleis. Een ambitieus nieuwbouwproject voor de huisvesting van drie zelfstandige muziekpodia die tot één podiumorganisatie zouden fuseren. De rekenkamer heeft teruggekeken op het gevoerde beleid en uitvoering, het bouwproces, de bouwkosten en de gemeentelijke governance. Daarnaast is naar vóren gekeken: naar de exploitatiebegrotingen en eerste realisatiecijfers van TivoliVredenburg. Door die te analyseren en te benchmarken met andere muziekpodia in Nederland konden zij aangeven waar ruimte voor verbetering zit in de exploitatie en hiervoor aanbevelingen doen.

De NVRR feliciteert Rekenkamer Utrecht van harte met deze prijs.

BZK publiceert begrotingsanalyse 2016

Op 8 november publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de begrotingsanalyse 2016.

Hiermee kunnen individuele gemeentes zichzelf vergelijken met een selectiegroep, met soortgenoten (sociale structuur en centrumfunctie), met het gemiddelde van de gemeenten in de provincie en met de groottegroep. BZK gebruikt deze begrotingsanalyse als toetsingskader binnen artikel 12.

Den Haag wederom beste digitale dienstverlener

Uit het onderzoek naar digitale dienstverlening dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks uitvoert, kwam Den Haag voor de derde keer op rij als beste uit de bus. Landelijk gezien zijn veel gevraagde producten zoals huur- of zorgtoeslag, studiefinanciering of parkeervergunningen, inmiddels digitaal beschikbaar in verreweg de meeste gemeenten (88%). De gemiddelde digitale volwassenheid van de producten is licht verbeterd, van 68 naar 71 procent, zo blijkt uit de toelichting in Binnenlands Bestuur.

De gemeente Den Haag heeft haar overwinning te danken aan het feit dat het de enige gemeente is die alle onderzochte producten digitaal aanbiedt; regelmatig nieuwe producten introduceert en omdat de gemeente voorop loopt bij de inzet van de Berichtenbox en WhatsApp

 

Shortlist Goudvink

Het digitale stemlokaal voor de inzendingen op longlist is eerder deze week gesloten. We hebben een viertal inzendingen die doorgaan naar de shortlist en daarmee genomineerd zijn voor de Goudvink 2016. Dit zijn de inzendingen van:

  • Rekenkamer Breda – Verbonden partijen en de rol van de raad
  • Rekenkamer Heerlen – 3Decentralisaties in beeld gebracht
  • Rekenkamer Oost Nederland – Een majeure opdracht Overijssel
  • Rekenkamer Utrecht – Een paleis voor de muziek

Op 17 november tijdens de Samenwerkingsdag in Den Haag presenteren de genomineerden hun inzending, waarna de leden van de NVRR een winnaar kiezen. U bent daar toch ook bij?

De drie vragen: Databehoefte van rekenkamers

De drie vragen: Databehoefte van rekenkamers
Etienne Lemmens en Steven Dijk

Op de drie vragen ‘Databehoefte rekenkamers’ die in oktober is uitgezet hebben 88 leden geantwoord. Wederom een goede respons, waarvoor onze dank. Dat versterkt ons in de mening dat de drie vragen laagdrempelig zijn en onderwerpen aansnijden die actueel en/of nuttig zijn. Hieronder volgt een eerste schets van de respons op de drie vragen. Als over gemeenten wordt gesproken bedoelen we uiteraard ook provincies en waterschappen.

Tweederde van de respondenten (66%) geeft aan behoefte te hebben aan systematisch verzamelde data over meer en verschillende gemeenten heen. 22% geeft aan geen behoefte te hebben omdat de rekenkamer het onderzoek alleen op de eigen gemeente richt. 13% van de respondenten antwoordt ‘Anders, nl. …’, zoals dat men zelf al gebruik maakt van bestaande bronnen en benchmarks, dat het tot nu toe niet nodig was, de rekenkamer slapend is of vanwege gemeentelijke fusie wordt opgeheven. Opvallend is dat een respondent meldt dat de rekenkamers in de waterschappen de onderzoeksrapporten delen.

Ook opvallend is dat geen enkele respondent de eigen gemeente onvergelijkbaar vindt en daarom geen behoefte heeft aan vergelijkingsmateriaal.

Van de respondenten heeft bijna driekwart (73%) behoefte aan vergelijkingsgegevens op het sociaal domein in het algemeen. Bijna 40% heeft behoefte aan vergelijkingsgegevens over Jeugdwet en WMO in het bijzonder, en iets minder (36%) over de Participatiewet. Iets meer dan de helft (51%) heeft behoefte aan vergelijkingsmateriaal over de Omgevingswet of grondbeleid. Daarna volgen de onderwerpen subsidiebeleid (44%), informatieveiligheid (41%) en personeelsbeleid (22%).

Bij ‘Anders, nl. …’ worden de volgende onderwerpen ingevuld: ‘alle terreinen’, ‘fysiek domein, financiën, cultuurbeleid, economische beleid’, ‘huisvesting’, ‘woningbouw’, ‘duurzaamheid’ en ‘regionale economie’. Een aantal rekenkamers geeft aan hier niet algemeen op te kunnen antwoorden omdat de behoefte afhankelijk is van het onderhavige onderzoek.

Gevraagd naar omschrijving van de specifieke behoefte aan vergelijkingsmateriaal wordt onder andere geantwoord:  ‘bereik en resultaat sociaal domein’, ‘aantallen en bijbehorende budgetten, prestatiegegevens, contractinformatie’, ‘data op input, throughput, output en outcome’, ‘onderwijsachterstandenbeleid’. ‘landelijke kaders en verdeling (lokale) middelen’, ‘data te koppelen met postcode’, ‘open data te koppelen met GIS-code’, ‘cijfers in excel, niet in pdf’, ‘inzicht in wat de omgevingswet betekent voor waterschappen’ en ‘budgetten op duurzaamheid en wat bereiken gemeenten’.

Het merendeel van de respondenten verwacht van KING [waarstaatjegemeente.nl] (76%) en CBS [statline.nl] (73%) de relevante gegevens. Ruim de helft (55%) verwacht dat VNG/IPO data kunnen leveren. Van de planbureaus verwachten de volgende percentages van rekenkamers materiaal: Sociaal en Cultureel Planbureau (52%), Centraal Planbureau (45%) en Planbureau voor de Leefomgeving (33%).

Ook verwacht bijna de helft (49%) van de rekenkamers data van de verschillende inspecties van de ministeries (SZW, Jeugdzorg, Gezondheidszorg enz.) Van Coelo en Raad voor openbaar bestuur/Raad financiële verhoudingen verwacht respectievelijk 44% en 30% van de rekenkamers vergelijkingsmateriaal.

Bij ‘Anders, nl….’ worden nog CROW (Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur), Openspending.nl, de Algemene Rekenkamer en de NVRR genoemd. Met betrekking tot de NVRR wordt specifiek genoemd hetgeen de leden aan materiaal produceren.

Veel van de data van de voornoemde instanties is gratis toegankelijk. Soms brengen instanties kosten in rekening, bijvoorbeeld voor extra werkzaamheden. 38% van de respondenten is bereid voor vergelijkingsdata te betalen. De open toegankelijke gegevens van instanties zijn niet altijd actueel, daarvoor moeten afnemers extra kosten betalen. 28% van de respondenten is bereid extra te betalen voor de meest actuele data.

Bovenstaand is een eerste bewerking van de respons op de drie vragen over de databehoefte van rekenkamers. In het V-team (voorheen de commissie kwaliteitszorg) gaan we ons buigen over de vraag welke acties vanuit de NVRR genomen kunnen worden naar aanleiding van de antwoorden van de rekenkamers.

Mooi succes tijdens eerste Spotdag!

Mooi succes tijdens eerste Spotdag!

Het is alweer drie weken geleden, 10 oktober jl.,  dat in 16 gemeenten de ervaringen met digitale dienstverlening zijn gespot door leden van rekenkamer(commissie)s en Algemene Rekenkamer collega’s. Met deze eerste spotdag is een mooie respons behaald!

In totaal zijn er 666 vragenlijsten ingevuld. Daarvan zijn er 593 geldig en 73 ongeldig (onder andere veroorzaakt door technische problemen of doordat de respondent de Nederlandse taal niet voldoende beheerste). In het onderstaande schema kunnen jullie zien hoeveel geldige vragenlijsten er per gemeente/provincie zijn opgehaald.

Gemeente Aantal respondenten
Alblasserdam 19
Alphen aan den Rijn 54
Coevorden 22
De Marne 17
Doetinchem 30
Enschede 46
Haarlem 54
Lelystad 29
Maastricht 56
Midden – Delfland 35
Noordoostpolder 31
Provincie Flevoland 17
Roermond 29
Utrecht 78
Veenendaal 43
Wijdemeren 33

Vervolg
Momenteel is het Spotdag voorbereidingsteam druk bezig met het verwerken van de data.  Er worden twee typen producten opgeleverd:

  1. Een overall rapportage op basis van alle ingevulde vragenlijsten, in de vorm van een factsheet.
    Deze rapportage presenteren we tijdens de Samenwerkingsbijeenkomst van de NVRR en AR op 17 november en publiceren we na afloop van de bijeenkomst op de websites van de NVRR en AR.
  2. Een overzicht van de uitkomsten per deelnemende rekenkamer(commissie).
    Jullie ontvangen het overzicht voor jullie rekenkamer(commissie) uiterlijk 17 november. We laten het graag aan de rekenkamer(commissie)s zelf om te bepalen of en op welke wijze de uitkomsten worden gepubliceerd.

Presentatie tijdens Samenwerkingsdag 17 november
We hopen dat jullie op 17 november allemaal aanwezig kunnen zijn tijdens de Samenwerkingsdag. Naast de presentatie van de uitkomsten van de Spotdag zijn er ook veel interessante workshops rondom het thema ‘rekenkamers in het digitale tijdperk’.

Aanmelden voor de bijeenkomst kan via de website van de NVRR.

3D-denktank

Op donderdag 6 oktober is in de tweede 3D-denktankbijeenkomst in Utrecht gehouden.

Belangrijkste gesprekpunten: “Hoe was het met het op tijd indienen van de jaarrekening en hoe waren de 3D's daarin opgenomen en “Op welke wijze is de inkoop bij de 3D’s geregeld?”. Daarnaast is de zogeheten”0-meting van Haarlemmermeer“ inhoudelijk besproken met een mooie reflectie op de stand van zaken en de rol van de raad in het sociale domein. In dat rapport is informatievoorziening aan de raad een belangrijk punt inclusief de mogelijke rol van de accountant.

Daarnaast is de versterking/verankering van de 3D-denktank besproken in het bestuur van de NVRR. Er ligt een voorstel met middelen ter ondersteuning waarbij facilitering vanuit het bestuur noodzakelijk is om slagvaardig te zijn en kennis effectief en efficiënt te delen: wij zijn niet voor niets een 3D-denktank

Als vervolgstap in de ontwikkeling van de denktank zoeken we enthousiastelingen:

  • Collega’s die 3D-rapporten van andere Rekenkamer(commissie)s willen reviewen
  • En Rekenkamer(commissie)s die hun 3D-rapport willen laten reviewen

Het kost niet veel tijd en is één van de schakels om tot betere resultaten te komen. Je kunt je hiervoor opgeven bij info@nvrr.nl voor 17 november 2016.

Informatieveiligheid Randstedelijke provincies kan beter

Informatieveiligheid is een belangrijk thema in het openbaar bestuur. De Randstedelijke Rekenkamer onderzocht de informatieveiligheid in de vier Randstedelijke provincies. In het rapport 'Informatieveiligheid' schrijft de rekenkamer dat de provincies op de goede weg zijn. Er zijn echter ook een aantal zaken die de provincies beter kunnen doen: Flevoland moet beter risico’s analyseren; Noord Holland heeft geen zicht op uitvoering maatregelen; Utrecht boekt weinig voortgang met risicoanalyses en Zuid Holland geeft weinig sturing aan bewustwording.

In Binnenlands Bestuur vindt u een uitgebreidere toelichting op het rapport.

Het volledige rapport, met infographics, vindt u in de NVRR bibliotheek met rekenkamerrapporten.

CBS start Big Data Hub

Op 27 september is het CBS gestart met het Center for Big Data Statistics (CBDS) Hierbinnen werken nationale en internationale partijen uit de overheid, het bedrijfsleven, de wetenschap en het onderwijs samen op het gebied van big data-technologie en big data-methoden voor de productie van officiële statistieken. Het doel van het CBDS is om de statistiekvoorziening actueler te maken; om nieuwe statistieken te publiceren en om meer verdieping aan te kunnen brengen bij bestaande statistieken, bijvoorbeeld naar regio of sector.

Kritiek Rekenkamer Utrecht op toekenning huishoudelijke hulp leidt tot aanpassing beleid

De Rekenkamer Utrecht uitte in het rapport 'Hulp bij maatwerk: onderzoek naar hulp bij het huishouden in het kader van de WMO' kritiek op de toekenning van huishoudelijke hulp en het geleverde maatwerk. Reacties op dit rapport verschenen onder meer in de landelijke pers en in Binnenlands Bestuur: 'Helft WMO-ers Utrecht redt het niet met toegekende uren'.

Het rapport had effect: per 10 oktober pastte de gemeente Utrecht haar beleid aan, het aantal uren huishoudelijke hulp werd uitgebreid en er wordt meer maatwerk geleverd (artikel in Binnenlands Bestuur).

Ook de gemeentes Amersfoort en Roosendaal passen hun thuiszorgbeleid aan, mede naar aanleiding van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en de aanpassingen in Utrecht. In Roosendaal wordt de toekenning van huishoudelijke hulp sneller makkelijker gemaakt door vermindering van bureaucratie; Amersfoort kiest voor verscherping van de werkwijze voor toekenning. Lees hier het artikel in Binnenlands Bestuur.