Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

(Be) sturen met beleidsinformatie

De rekenkamercommissie heeft onderzoek laten doen naar de beleidsinformatie die aan de raad wordt verstrekt. Deze moet van goede kwaliteit en bruikbaar zijn. Geconcludeerd wordt dat de raad niet méér informatie nodig heeft, maar wel meer houvast in de beleidsinformatie.

Provincie Utrecht kan toezicht op restverontreiniging in de bodem verbeteren

Amsterdam, 12 maart 2013 – Na een bodemsanering kan worden besloten dat een bepaalde mate van restverontreiniging achter mag blijven. Om te voorkomen dat er in dergelijke gevallen (gezondheids)risico’s ontstaan voor de omgeving is het van belang om de bodem te beschermen (nazorg). Uit onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer blijkt dat de provincie Utrecht haar taak als plantoetser vrij goed op orde heeft, maar haar taak als toezichthouder en handhaver beperkt invult. Gedeputeerde Staten (GS) van Utrecht geven in hun reactie op het onderzoek aan zich grotendeels te herkennen in de resultaten van het onderzoek en de daarbij geformuleerde conclusies. GS onderschrijven het merendeel van de aanbevelingen van de Rekenkamer.

Conclusies
Het toezicht op nazorglocaties is beperkt tot het controleren van monitoringsrapportages en het reageren op meldingen. In principe worden geen controlebezoeken uitgevoerd. Voor nazorglocaties waar de verontreiniging is afgedekt met een laag schone grond en er geen sprake is van monitoring, betekent dit dat niet actief wordt toegezien op de instandhouding hiervan.

De toetsing van nazorgplannen is daarentegen vrij goed op orde en navolgbaar. De provincie Utrecht heeft ook een goed overzicht van de nazorglocaties, maar de achterliggende informatie is moeilijk toegankelijk en kenmerken over de actuele verontreinigingssituatie zijn niet altijd volledig geregistreerd. Ook bleek bij de door de Rekenkamer onderzochte dossiers, dat een aantal nazorglocaties niet stond ingeschreven bij het Kadaster. De Rekenkamer heeft de provincie dan ook aanbevolen om meer actief te communiceren, bijvoorbeeld door informatie over nazorglocaties publiek toegankelijk te maken, zodat perceeleigenaren en gebruikers goed op de hoogte zijn van de beperkingen.

Aanleiding onderzoek
Na een bodemsanering blijft vaak nog een restverontreiniging achter in de bodem. Wanneer dit een ernstige verontreiniging is, hebben GS de wettelijke taak een beschikking af te geven op het nazorgplan en toe te zien op een goede uitvoering van de afgesproken nazorg. Uit oriënterende gesprekken die de Rekenkamer voerde met o.a. de ambtelijke organisaties en bodemexperts bleek dat er bij provincies weinig aandacht is voor de nazorgfase. Voor de Randstedelijke Rekenkamer was dit een reden om dit onderwerp onder de loep te nemen.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op 25 maart 2013 zal het rapport worden behandeld in de commissie Milieu, Mobiliteit en Economie van Provinciale Staten Utrecht.

PB: NVRR-jubileumcongres – vrijdag 19 april 2013

 

PERSBERICHT

NVRR-jubileumcongres; vrijdag 19 april 2013

Op vrijdag 19 april 2013 organiseert de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) haar tien-jarig jubileumcongres met als thema: ‘Leren van succes’. Tijdens het ochtendprogramma zal Guusje ter Horst, oud-minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, lid van de Eerste Kamer, als dagvoorzitter optreden. In ‘De Heerlickheijd’ van Ermelo, wordt stil gestaan bij wat de rekenkamer(commissie)s tot nu hebben bereikt, welke successen zij hebben geboekt en welke nieuwe  inzichten en aanknopingspunten dit heeft opgeleverd.

Het middagprogramma biedt een veelheid aan keuzes met meer dan 20 verschillende parallelsessies. Professionele inleiders, onderzoekers en rekenkamerleden gaan met de deelnemers in gesprek over onderwerpen als integriteit, samenwerken, grondexploitaties, innovatieve rekenkamers, waarderend onderzoek en communicatie, met als doel daarmee vooral veel positieve energie en inspiratie los te maken.

Daarnaast zijn er bijdragen van Saskia J. Stuiveling (president Algemene Rekenkamer), Robert Mul (erevoorzitter NVRR, director Public Trust, Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants), Leo Markensteyn (voorzitter NVRR) en Herman Pleij (emeritus hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde, Universiteit van Amsterdam).

Nadere informatie en het online inschrijfformulier voor het jubileumcongres vindt u op www.nvrrcongres.nl

—————————————————————————————————————————

Meer informatie kunt u opvragen bij MOS Events.

Dit congresbureau is ingezet ter ondersteuning van de NVRR-jubileumcommissie.

MOS Events bv

Sonja Kuijer- van Dijk

telefoon 033-2473407

e-mail: jubileum@nvrr.nl

Congres Kennis en Beleid 2.0 op 27 maart

Congres Kennis en Beleid 2.0 op 27 maart

Op woensdag 27 maart 2013 organiseert Science Alliance het congres ‘Kennis en Beleid 2.0′ in Zoetermeer. Science Alliance heeft de VBO benaderd om hierin samen te werken. In ruil voor promotie van het congres door de VBO krijgen de leden € 95,- korting op de entreeprijs van € 395,-. De andere samenwerkingspartners zijn: VSO, NVRR, Vide en Panteia Academy. Gezien de thema’s en de sprekers heeft het VBO-bestuur positief geantwoord.  Het congres wordt voorgezeten door Wim Derksen (Hoogleraar Bestuurskunde EUR en o.a. Oud Chief Scientist van VROM) en wordt toegespitst op ‘innovatie en effectiviteit in de relatie tussen kennis en beleid’. Het congres wil in beeld krijgen welke beleidsmaatregelen, instrumentaria en (technologische) ontwikkelingen het meest doelmatig zijn in het bijeen brengen van kennis en beleid (de term ‘2.0’).

Informatie en registratie http://www.regonline.co.uk/builder/site/default.aspx?EventID=1190265

Magazine: Beleidsonderzoek online

 

Het is een beleidswetenschappelijk e-journal en met een voor iedereen gratis toegankelijke website (www.beleidsonderzoekonline.nl). Daarnaast is het vooral een net zo serieus blad als de meeste (wetenschappelijke) vakbladen. Zo werken we met een reviewcommissie en een dubbel blinde reviewprocedure.

Het e-journal – een initiatief van de Vereniging voor Beleidsonderzoek (VBO) en de Vereniging voor Statistiek en Onderzoek – is bedoeld voor beleidsonderzoekers, beleidsmakers, beleidsuitvoerders, toezichthouders, wetenschappers, studenten, etc.

Mogelijk is ons e-journal, dat gefaciliteerd wordt door BOOM Uitgevers in Den Haag, ook voor u als NVRR-lid een interessante informatiebron.

Wij zouden het in elk geval zeer op prijs stellen wanneer u eens een bezoekje wilt brengen aan het e-journal. 

Op de homepage van het e-journal kan men zich aanmelden voor een e-mail attendering voor nieuwe bijdragen.

Sturen en Verantwoorden

Het onderzoek betreft de informatie die nodig is voor een doeltreffende uitvoering van het re-integratiebeleid en de WSW. Het kader daarvoor wordt gevormd door de organisatie van de re-integratie en de WSW en de daaruit voortvloeiende sturings- en verantwoordingsrelaties. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van documentstudie en interviews. De documentstudie betrof beleidsstukken op het gebied van re-integratie en de wijze waarop de uitvoering van de WSW is georganiseerd. Het re-integratie- en WSW-beleid brengt voor de gemeente in toenemende mate grote financiële risico’s met zich mee. Ook het maatschappelijk belang is groot.

Handreiking Rekenkamer om provinciale subsidies beter te evalueren

Om de provincies te ondersteunen heeft de Randstedelijke Rekenkamer een handreiking voor het evalueren van subsidies opgesteld. Evalueren is van belang, omdat subsidies voor provincies een belangrijk middel zijn om hun beleid uit te voeren. Bovendien is met subsidies veel geld gemoeid.

Handreiking
De Rekenkamer heeft voor Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten een digitale handreiking opgesteld voor het evalueren van de doeltreffendheid van provinciale subsidies. In deze handreiking zijn onder meer zes stappen beschreven om bij het evalueren van subsidies het inzicht in de doeltreffendheid van subsidies te verbeteren.

Vier gevalstudies
Voor de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland is één subsidie per provincie onder de loep genomen. Deze subsidies zijn zorgvuldig geselecteerd om met deze gevalstudies te kunnen bijdragen aan het verbeteren van het evalueren van subsidies. De subsidie van Flevoland aan het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO) acht de Rekenkamer waarschijnlijk doeltreffend, alhoewel de relatie met de doelen van de provincie moeilijk is te leggen. De subsidie Luchtkwaliteit van de provincie Noord-Holland zit goed in elkaar, maar draagt ondanks de met subsidie uitgevoerde activiteiten nauwelijks bij aan het verminderen van de emissies en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Het budget is nog niet uitgeput, maar na 2011 wordt er geen tender meer opengesteld om het resterende bedrag nog beschikbaar te stellen. De subsidie Tijdsordening van de provincie Utrecht is bedoeld om automobilisten niet of buiten de spits te laten reizen. De filedruk in de provincie Utrecht is verminderd, maar de subsidie Tijdsordening heeft daaraan geen bijdrage geleverd. Medio 2012 hebben GS van Utrecht besloten het subsidieplafond drastisch te verlagen, zodat er geen subsidies meer beschikbaar gesteld worden. Zuid-Holland heeft tot begin 2012 een subsidie Vrije Tijd gehad met als doel de toeristische bestedingen te vergroten. Dat doel wordt niet bereikt.

Eerder onderzoek
De Randstedelijke Rekenkamer heeft in maart 2012 geconstateerd dat de vier Randstadprovincies nog onvoldoende weten of hun subsidies doeltreffend zijn. Vervolgens heeft de Rekenkamer zoals aangekondigd zelf vier subsidies geëvalueerd en een handreiking voor het evalueren van subsidies opgesteld.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

De vier gevalstudies en de handreiking zijn vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Handreiking evaluatie doeltreffendheid provinvciale subsidies

Deze handreiking richt zich op effect-evaluaties van provinciale subsidies. Met het effect van subsidies wordt bedoeld het bereiken van een maatschappelijk doel door de geleverde prestaties en de activiteiten die met de subsidie worden beoogd. Effecten kunnen vooraf (ex ante) en achteraf (ex post) geëvalueerd worden. Procesevaluaties, beleidsdoorlichtingen en beleidsevaluaties in bredere zin vallen buiten het kader van deze handreiking.

Onderzoek naar het (top)sportbeleid van de gemeente Amstelveen

Vanaf 2007 is er sprake van verdere ontwikkeling van topsport in Amstelveen. De gemeente heeft in dat jaar gekozen voor een groei naar een stevige en gezonde basis voor topsport in Amstelveen met perspectief op continuïteit. De rekenkamer heeft in 2012 besloten een onderzoek uit te voeren naar het gemeentelijk topsportbeleid . Op basis van de beschikbare informatie heeft de raad onvoldoende zicht op de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk topsportbeleid, waardoor hij onvoldoende invulling kan geven aan zijn sturende taak en eventuele bijstellingen niet goed beredeneerd en onderbouwd kunnen worden.

Resultaten enquête Doorwerking

In september 2012 heeft de commissie Kwaliteitszorg weer een korte enquête uitgezet
onder de leden van de NVRR. Deze keer om na te gaan op welke wijze leden bezig
zijn met de doorwerking van hun rapporten, zowel in de verschillende vormen van
overleg als andere activiteiten. Dit is het samenvattend verslag van de uitkomsten. De
respons was weer groot, 120 leden hebben de enquête ingevuld, oftewel 50% van de
leden.

NVRR Jubileumcongres 19 april 2013

Het NVRR jaarcongres wordt gehouden op vrijdag 19 april 2013. Royal Tulip Heerlickheijd van Ermelo ligt midden in de bosrijke omgeving van de Noord-Veluwe. Het comfortabele en stijlvolle hotel is de perfecte locatie om het jubileumcongres van de NVRR te accommoderen.

De congrescommissie – werkzaam als jubileumcommissie voor het 10-jarig bestaan – heeft in grote lijnen het congres en andere activiteiten in kaart en houdt u op de hoogte van verdere ontwikkelingen.

Belangrijk is, dat wij u reeds nu vragen om vrijdag 19 april te reserveren voor een bezoek aan het jubileumcongres. Het is zeker de moeite waard en wij rekenen op tenminste één, maar liefst meerdere deelnemers per rekenkamer(commissie).

Voorstel nieuwe criteria Goudvink

In oktober 2011 heeft het bestuur van de NVRR, op basis van een evaluatie van de Goudvink 2010, besloten dat de toekenenning van de Goudvink op de wijze waarop dat tot dan toe gebeurde niet voortgezet diende te worden. Dit vanwege de toenemende kritiek van rekenkamer(commissie)s op de wijze van beoordelen. Het bestuur sprak de wens uit om door te gaan met de prijs, maar wel te kiezen voor een andere vorm, waarin er meer aandacht zou komen voor de doorwerking van onderzoeksrapporten.

De Commissie Goudvink, bestaande uit bestuursleden, de voorzitter van de commissie kwaliteitszorg en mensen van de Algemene Rekenkamer, heeft nagedacht over de opzet van de Goudvink 2013.Inmiddels heeft de commissie in een rapport haar ideeën kenbaar gemaakt. Deze ideeën zijn tijdens de bijeenkomst van de AR met lokale rekenkamer(commissie)s op 13 september tijdens een zogenoemde speeddate gepresenteerd met de vraag om reactie.

Ook u kunt in een reactie aangeven wat u van de ideeën van de commissie vindt. U heeft daartoe een mail ontvangen van het secretariaat van de NVRR met de vraag om verbetersuggesties, opmerkingen, vragen en reacties. Het is de bedoeling om de beoordelingscriteria te zien als een groeimodel, die jaarlijks op hun merites worden beoordeeld. Vooral suggesties met betrekking tot het meten en waarderen van de doorwerking zijn van harte welkom.

Dus: graag uw reacties nu en in de toekomst!

Commissie Goudvink

Overdracht van onderzoekbevoegdheden Waddenfonds op 30 augustus

 

Tijdens een ronde tafelbijeenkomst met vertegenwoordigers van rekenkamers, provincies en uitvoeringsorganisaties heeft de Algemene Rekenkamer  haar onderzoeksbevoegdheden op het Waddenfonds op 30 augustus in Leeuwarden overgedragen aan de Noordelijke en Randstedelijke Rekenkamer. Nadat de Minister van Infrastructuur en Milieu besloot het Waddenfonds te decentraliseren naar de provincies Friesland, Groningen en Noord-Holland, is ook de onderzoeksbevoegdheid bij het fonds gedecentraliseerd.

Tijdens de bijeenkomst zijn aan de hand van de onderzoeksbevindingen van de Algemene Rekenkamer en de beleidsbrief van de Noordelijke en Randstedelijke Rekenkamer de  losse eindjes, plannen, risico’s en kansen besproken. Provinciebestuurder gaven aan dat een ronde tafel bijeenkomst een nuttig middel is om het gehele plaatje in één keer helder te krijgen. Ook in de regionale media is het onderwerp opgepakt: Voor regionale media als het Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en Omrop Fryslan is de bijeenkomt aanleiding om aandacht te schenken aan het Waddenfonds.

Over de drempel

Het rapport betreft de bevindingen van deskstudy, interviews en een aantal casus, die zijn beoordeeld. Ook een beknopte benchmark met een viertal andere gemeenten maakt deel uit van het rapport.

Ooststellingwerf werkt samen met Opsterland en Weststelingwerf op het gebied van bedrijfsvoering. Ook inkoop en aanbesteding vallen daaronder. De rekenkamercommissie heeft vastgesteld dat die samenwerking wel eens ten koste zou kunnen gaan van de voorkeursbehandeling van lokale ondernemingen. Een verder harmonisatie van drempelbedragen ten aanzien van de aanbesteding is gewenst. Ook beveelt de rkc aan om de rapportage te verbeteren.

Gespreksverslag Gesprek Ministerie BZK en Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies

Verslag Gesprek Ministerie BZK en Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies.
Naar aanleiding van het gesprek van de minister van BZK met de leden van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) zijn de volgende afspraken gemaakt:
– De NVRR zal een onderzoek instellen naar slapende rekenkamers
– Tevens zal in dit onderzoek meegenomen worden hoeveel gemeenten de rekenkamer geheel hebben uitbesteed aan een commerciële opdrachtnemer
– De minister zal op zaterdag 22 september spreken op het congres van de Verenging van raadsleden. Zij heeft aangegeven graag ook op het punt van slapende rekenkamers in te gaan tijdens het congres.
– Bij de implementatie van het wetsvoorstel Wet revitalisering zal de link van het generieke toezicht met de rekenkamers als aandachtspunt worden meegenomen
– De NVRR zal zich gaan verdiepen in de gevolgen van de decentralisaties op het functioneren van gemeentelijke rekenkamers

PB: Meerderheid raden niet bewust van gevolgen digitaal werken

MEERDERHEID RADEN NIET BEWUST VAN GEVOLGEN DIGITAAL WERKEN Geen projectplan, hooguit een werkgroep om te experimenteren met digitaal werken en amper beleid op het gebied van social media. Digitaal werken wordt door de meerderheid van de raden in Nederland ingevoerd zonder zicht op de potentie en de gevolgen van digitaal werken. Dit blijkt uit de digitaal werken monitor, een enquête die Necker van Naem hield onder griffiers. Daaruit blijkt ook dat men weinig rekening houdt met de gevolgen voor de werkwijze van de raadsleden en griffie. Op deze manier missen de raden de gelegenheid om  met het digitaliseren van informatie ook de omgang met social media en de wijze waarop volksvertegenwoordigers communiceren met de samenleving te vernieuwen.

In april 2012 hield Necker van Naem, dat gemeenten begeleidt bij digitaal werken, een enquête onder de griffiers van Nederlandse gemeenten. 29% van de griffiers stuurde de vragenlijst terug. Onze ervaring is dat digitaal werken binnen de lokale politiek een veel grotere impact heeft dan wat de griffiers in de digitale monitor hebben aangegeven. Zij zien met name de directe toegang tot raadsstukken en aantekeningen als belangrijkste reden om van papier over te stappen op tablets en laptops. De mogelijkheden die digitaal werken met zich mee brengt om direct te communiceren met burgers en deze actief bij te laten dragen aan het debat wordt maar door ongeveer de helft van de griffiers erkend. Dat is jammer. Immers, informatie zal digitaal nog directer en sneller het politiek spel beïnvloeden en sociale media zal steeds strategischer worden ingezet in de politieke beïnvloeding.

Al is het nu wellicht nog lastig voor te stellen hoe deze zaken het politieke besluitvormingsproces zullen veranderen, de eerste schetsen zijn nu al zichtbaar. Zo kijken burgers een raadsvergadering op internet en oefenen ze via social media zoals Twitter direct invloed uit op lokale politici en genereren ad hoc belangengroepen via kanalen als Youtube op een snelle manier weerstand tegen bestuurlijke plannen. Als dit een voorbode is van de verandering staat ons nog veel te wachten. Kunnen burgers straks direct interrumperen tijdens een raadsvergadering? Vergaderen we over tien jaar nog steeds in een gemeentehuis? Bestaat de gemeenteraad in zijn huidige vorm dan nog wel?

BESTUURLIJKE BESLUITVORMING OP DE SCHOP

Uit de monitor komt ook naar voren dat vooral in de ambtelijke organisatie werkprocessen nog niet voldoende zijn aangepast om digitaal werken voor de raad mogelijk te maken. In veel gemeenten wordt digitaal werken voor de raad uitgerold door het uitleveren van iPads. Met de gevolgen voor de werkwijze van raadsleden en griffie, de competenties en de werkprocessen houdt de raad weinig rekening.

De praktijk laat zien dat digitaal werken vraagt om het herijken van de manier waarop gewerkt wordt. Welke processen in en buiten de gemeente leiden tot besluitvorming in de gemeenteraad? Geconcentreerd werken aan een raadsvoorstel; creatieve ideeën ontwikkelen voor nieuw beleid, beargumenteren van een standpunt; gezamenlijk afwegen, kiezen en beslissen. Het zijn uiteenlopende maar reguliere taken binnen een kennisintensieve organisatie als een gemeente. De efficiency en de kwaliteit waarmee mensen deze activiteiten uitvoeren is niet alleen afhankelijk van de competenties van de betrokkenen. De omgeving  waarin wordt gewerkt en de vormgeving hiervan, spelen daarbij een minstens zo belangrijke rol. Dit is zeker niet zonder risico’s, maar biedt ook kansen. Denk bijvoorbeeld aan crowdfunding of aan vormen van interactieve besluitvorming door het gebruik van internettechnologie.

TIJD VOOR HERBEZINNING

Aanleiding dus voor griffies en gemeenten om bestaande processen, de kwaliteit van dienstverlening en het verandervermogen onder de loep te nemen. Een evaluatie van digitaal werken biedt een uitgelezen kans om dit te toetsen. Een moment voor herbezinning. Necker van Naem biedt gemeenten hierin een instrument aan dat we ‘Kompas digitaal werken’ hebben genoemd. Tientallen gemeenten hebben inmiddels onze expertise ingezet bij hun digitale project.

Rapport: Centra Jeugd en Gezin – Een samenwerkingsproject met gemeentelijke rekenkamers

Op 13 juni 2012 heeft de Algemene Rekenkamer het rapport Centra voor Jeugd en Gezin. Een samenwerkingsproject met gemeentelijke rekenkamers aangeboden aan de Tweede Kamer.

Dat rapport is het resultaat van een samenwerkingsproject tussen de Algemene Rekenkamer en 32 gemeentelijke rekenkamers en rekenkamercommissies.

Deze rekenkamer(commissies)s hebben zich voor dit samenwerkingsproject aangemeld na een uitnodiging daartoe van de NVRR en de Algemene Rekenkamer. Jeugdbeleid is één van de onderwerpen die zich bij uitstek lenen voor een gezamenlijk onderzoek, omdat bij de uitvoering daarvan  verschillende bestuurslagen betrokken zijn.

De rekenkamer(commissie)s hebben rapporten gemaakt over het CJG in hun (42) gemeenten. Een deel daarvan is al gepubliceerd. Het rapport Centra voor Jeugd en Gezin. Een samenwerkingsproject met gemeentelijke rekenkamers geeft de overkoepelende bevindingen en conclusies. Het rapport en het persbericht zijn te downloaden van de website van de Algemene Rekenkamer (www.rekenkamer.nl). Daarbij is ook een link opgenomen om door te klikken naar de inmiddels gepubliceerde gemeentelijke rapporten..

Brief Minister BZK n.a.v. Evaluatie gemeentelijke en provinciale rekenkamer(commissie)s

In augustus 2011 heb ik u het rapport van de evaluatie van de gemeentelijke en provinciale rekenkamer(commissie)s toegezonden. Bij invoering van de Wet dualisering is toegezegd dat vijfjaar na instelling van de provinciale en gemeentelijke rekenkamers hun functioneren zou worden geëvalueerd. Deze evaluatie is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerd. In deze brief ga ik eerst kort in op belangrijkste uitkomsten van het evaluatieonderzoek, vervolgens formuleer ik hoe de aanbevelingen zullen worden opgepakt. Tot slot ga ik kort in op de juridische positie van de rekenkamer(commissie)s in gemeenten in provincies en het fenomeen “slapende rekenkamers”.

Haalbaarheid 100% duurzaam inkopen in 2015 bij Randstadprovincies te optimistisch

Haalbaarheid 100% duurzaam inkopen in 2015 bij Randstadprovincies te optimistisch

Amsterdam, 11 april 2012 – Duurzaam inkopen en aanbesteden

Provincies hebben met het Rijk afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Dat geldt voor 52 productcategorieën, waarvoor Agentschap NL criteria heeft opgesteld. De vier Randstadprovincies bereikten in 2010 reeds zeer hoge percentages volgens de Monitor Duurzaam Inkopen. Deze Monitor betreft echter alleen de grotere inkopen. Een deel van het inkoopvolume uit de afspraken tussen het Rijk en de provincies blijft buiten beschouwing. Overigens streven alle vier provincies aantoonbaar naar duurzaam inkopen, maar borgen zij dit slechts deels in de organisatie en uitvoering. Dit vormt een risico voor de haalbaarheid van 100% duurzaam inkopen in 2015.

Deel van inkoopvolume buiten beeld bij meten van duurzaamheid
De doelstelling van 100% duurzaam inkopen wordt niet eenduidig geïnterpreteerd. De afspraak in de deelnameverklaringen tussen het Rijk en de provincies wekt de suggestie dat in 2015 alle inkoop en aanbestedingen duurzaam zijn. Dit is echter niet het geval, want de eis van ‘duurzaam inkopen’ geldt alleen voor de 52 product-categorieën en in de Monitor Duurzaam Inkopen wordt alleen gerapporteerd over duurzaam inkopen groter dan € 50.000. Hierdoor ontbreekt het inzicht in de mate van duurzaam inkopen over een belangrijk deel van het totale inkoopvolume en kan de landelijke monitor een te positief beeld geven.

Inzicht, controle en monitoring schieten tekort
De provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland streven aantoonbaar naar duurzaam inkopen, maar passen het eigen duurzaam inkoopbeleid niet of niet volledig toe als strikt beleidskader. In de provincies Flevoland en Noord-Holland is de positie en het instrumentarium van de inkoopadviseurs nog onvoldoende om duurzaam inkopen volledig door te voeren en af te dwingen in de organisatie. In de provincie Utrecht worden de kleinere aanbestedingen die vakafdelingen zelf mogen uitvoeren, niet gecontroleerd op duurzaamheidscriteria. En in de provincie Zuid-Holland is niet inzichtelijk in hoeverre duurzaamheideisen worden toegepast bij aanbestedingen waar Bureau Inkoop niet bij betrokken is. De Gedeputeerde Staten van de provincies nemen de aanbevelingen over en werken aan verbeteringen.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Duurzaam inkopen en aanbesteden” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Flevoland realiseert eigen doel voor duurzaam inkopen

Flevoland realiseert eigen doel voor duurzaam inkopen

Amsterdam, 11 april 2012 – Duurzaam inkopen en aanbesteden

Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt voor overheden in hun beleid voor inkopen en aanbesteden. Ook bij de provincie Flevoland, die met het Rijk heeft afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Voor 2010 is een score van 50% als doel gesteld. Dat geldt voor 52 productcategorieën, waarvoor Agentschap NL criteria heeft opgesteld. Met een score van 97% in de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 bereikt Flevoland dat ruimschoots. De Rekenkamer constateert dat de inkoopadviseurs geen compleet overzicht hebben van alle inkopen. Dit blijkt uit het rapport ‘Duurzaam inkopen en aanbesteden’ van de Randstedelijke Rekenkamer.

Borging organisatie risico voor doelbereiking 2015
De provincie Flevoland heeft als doel om van minimaal 50% duurzaam inkopen in 2010 te komen tot 100% in 2015. De Rekenkamer constateert dat de organisatie daarvoor (nog) niet voldoende geborgd is. Er is onvoldoende sprake van inzicht, controle en monitoring op het hanteren van de duurzaamheidcriteria voor alle inkoop en aanbestedingen. De inkoopadviseurs hebben alleen een adviesfunctie naar de vakafdelingen en kunnen niet afdwingen dat de duurzaamheidcriteria worden toegepast. Er is ruimte om (beargumenteerd) af te wijken van het streven naar duurzaam inkopen. Duurzaam inkopen is daarmee een streven, maar niet “verplicht”.

Beleid, organisatie en uitvoering
De provincie Flevoland heeft een duidelijk beleid met duidelijke beleidskeuzes en realistische doelen. Standaardprocedures en documenten zijn uitgewerkt. De sterke uitvoering, mede door de gedrevenheid van inkopende medewerkers, maakt dat de provincie de doelen met betrekking tot duurzaam inkopen voor 2010 ruimschoots heeft gerealiseerd: 97% tegen beoogd 50%. De organisatie is naar verhouding echter minder ontwikkeld. Procedures worden door een deel van de organisatie niet toegepast, er is geen organisatiebreed inzicht en interne controle en monitoring schieten nog tekort. De mogelijkheid om beargumenteerd af te wijken van het inkoopbeleid strookt niet met de ambitie van 100% duurzaam inkopen.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Duurzaam inkopen en aanbesteden” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Noord-Holland realiseert eigen doel voor duurzaam inkopen

Noord-Holland realiseert eigen doel voor duurzaam inkopen

Amsterdam, 11 april 2012 – Duurzaam inkopen en aanbesteden

Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt voor overheden in hun beleid voor inkopen en aanbesteden. Ook bij de provincie Noord-Holland, die met het Rijk heeft afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Voor 2010 is een score van 50% als doel gesteld. Dat geldt voor 52 productcategorieën, waarvoor Agentschap NL criteria heeft opgesteld. Met een score van 73% in de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 bereikt Noord-Holland dat ruimschoots. De organisatie is echter nog niet voldoende geborgd om het streven naar 100% in 2015 waar te maken. Dit blijkt uit het rapport ‘Duurzaam inkopen en aanbesteden’ van de Randstedelijke Rekenkamer.

Borging organisatie risico voor doelbereiking 2015
De provincie Noord-Holland heeft als doel om van minimaal 50% duurzaam inkopen in 2010 te komen tot 100% in 2015. De Rekenkamer constateert dat de organisatie daarvoor (nog) niet voldoende geborgd is. Er is onvoldoende sprake van controle en monitoring door de afdeling Inkoop op het hanteren van de duurzaamheidcriteria voor alle inkoop en aanbestedingen. De afdeling inkoop heeft alleen een adviesfunctie naar de vakafdelingen en kan niet afdwingen dat de duurzaamheidcriteria worden toegepast. Er is ruimte om (beargumenteerd) af te wijken van het streven naar duurzaam inkopen. Duurzaam inkopen is daarmee een streven, maar niet “verplicht”.

Beleid, organisatie en uitvoering
De provincie Noord-Holland heeft een duidelijk beleid met duidelijke beleidskeuzes en realistische doelen. De organisatie is ingericht op duurzaam inkopen. Sterke punten zijn de degelijke inkoopadministratie, het hanteren van inkoopformats en een projectteam duurzaam inkopen. Duurzaam inkopen leeft bij de afdeling Inkoop en bij meerdere vakafdelingen. Controle en monitoring schieten echter nog tekort. De sterke uitvoering maakt dat de provincie de doelen met betrekking tot duurzaam inkopen voor 2010 ruimschoots heeft gerealiseerd: 73% tegen beoogd 50%. De mogelijkheid om beargumenteerd af te wijken van het inkoopbeleid strookt niet met de ambitie van 100% duurzaam inkopen.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Duurzaam inkopen en aanbesteden” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Zuid-Holland lijkt eigen doel voor duurzaam inkopen te realiseren

Zuid-Holland lijkt eigen doel voor duurzaam inkopen te realiseren

Amsterdam, 11 april 2012 – Duurzaam inkopen en aanbesteden

Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt voor overheden in hun beleid voor inkopen en aanbesteden. Ook bij de provincie Zuid-Holland, die met het Rijk heeft afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Ook voor 2011 is al een score van 100% als doel gesteld. Dat geldt voor 52 productcategorieën, waarvoor Agentschap NL criteria heeft opgesteld. Zuid-Holland bereikt volgens de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 een score van 100%. In de praktijk worden de criteria van Agentschap NL echter niet altijd, of niet volledig, in de aanbestedingsdocumenten opgenomen. Dit blijkt uit het rapport ‘Duurzaam inkopen en aanbesteden’ van de Randstedelijke Rekenkamer.

Borging organisatie risico voor doelbereiking
De provincie Zuid-Holland heeft zich ten doel gesteld om in 2011 100% duurzaam in te kopen. Het voeren van een duurzaam inkoop- en aanbestedingsbeleid is verankerd in het huidige coalitieakkoord. De inkooporganisatie is redelijk goed op orde, maar in het inkoopproces is onvoldoende geborgd dat de minimumeisen daadwerkelijk worden opgenomen. Ook ontbreekt een volledig overzicht van alle inkopen. De provincie werkt aan enkele organisatorische verbeteringen, die ten goede komen aan het resultaat op duurzaam inkopen.

Beleid, organisatie en uitvoering
Zuid-Holland heeft het voeren van een duurzaam inkoop- en aanbestedingsbeleid verankerd in beleidsdocumenten en het coalitieakkoord. Duurzaamheideisen (criteria van Agentschap NL) worden echter niet altijd, of niet volledig, opgenomen in de aanbestedingsdocumenten. De provincie heeft voor de Monitor Duurzaam Inkopen op basis van een steekproef alleen gerapporteerd over de Europese aanbestedingen. Verbetering is in gang gezet. Door de invoering in 2012 van een workflowsystematiek en digitaal contractbeheer zal beter gestuurd kunnen worden op de daadwerkelijke opname van duurzaamheideisen bij inkoop en aanbesteding.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Duurzaam inkopen en aanbesteden” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Utrecht realiseert eigen doel voor duurzaam inkopen nagenoeg

Utrecht realiseert eigen doel voor duurzaam inkopen nagenoeg

Amsterdam, 11 april 2012 – Duurzaam inkopen en aanbesteden

Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt voor overheden in hun beleid voor inkopen en aanbesteden. Ook bij de provincie Utrecht, die met het Rijk heeft afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Ook voor 2010 is al een score van 100% als doel gesteld. Dat geldt voor 52 productcategorieën, waarvoor Agentschap NL criteria heeft opgesteld. Met een score van 99% in de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 bereikt Utrecht dat nagenoeg. De Rekenkamer constateert dat de inkoopadviseurs geen compleet overzicht hebben van alle inkopen. Dit blijkt uit het rapport ‘Duurzaam inkopen en aanbesteden’ van de Randstedelijke Rekenkamer.

Borging organisatie risico voor doelbereiking 2015
De provincie Utrecht heeft als doel om al in 2010 een score van 100% duurzaam inkopen te hebben bereikt. Met een score van 99% lijkt de uitvoering goed op orde. De Rekenkamer constateert echter dat de organisatie voor het realiseren van 100% (nog) niet voldoende geborgd is. Er is onvoldoende sprake van controle door de afdeling Inkoop op opname van de duurzaamheidcriteria voor alle inkoop en aanbestedingen. 100% duurzaam inkopen is in Utrecht een resultaatverplichting en de afdeling inkoop heeft een aanjagende rol toebedeeld gekregen voor duurzaam inkopen. Zij controleert echter alleen dat de duurzaamheidcriteria worden toegepast bij de aanbestedingen die zij begeleidt. De kleinere aanbestedingen, die vakafdelingen zelf mogen uitvoeren, worden niet gecontroleerd op duurzaamheidcriteria.

Beleid, organisatie en uitvoering
De provincie Utrecht heeft beleid geformuleerd waarvoor niet in alle gevallen voldoende organisatorische borging is. De organisatie van duurzaam inkopen heeft als sterke punten dat de inkoopfunctie een aanjagende rol is toebedeeld voor duurzaam inkopen en zo een groot deel van de inkopen kan controleren. Deze sterkte geldt echter voor een deel van het inkoopvolume, waardoor de organisatie niet afdoende is om het beleidsdoel te realiseren. Sterk aan de uitvoering is dat monitoring wordt gebruikt voor verbetering en dat alle betrokken medewerkers goed op de hoogte zijn van de verplichting die de provincie is aangegaan.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Duurzaam inkopen en aanbesteden” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Begrotingsdoelen Flevoland beperkt controleerbaar

Amsterdam, 4 april 2012 – Beoordeling begroting 2012 provincie Flevoland

De provincie Flevoland geeft in de begroting 2012 weinig concreet aan wat de provincie wil bereiken. De doelen zijn nauwelijks specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdgebonden (SMART) geformuleerd. Gedeputeerde Staten streven naar verbetering, dat als een leerproces in gang gezet is. Doordat de doelen niet SMART zijn geformuleerd, is een controle op de verantwoording over de uiteindelijk bereikte resultaten in 2012 beperkt mogelijk. PS kunnen op basis van de begroting 2012 nog onvoldoende sturen, monitoren en controleren.

Onduidelijk
De begrotingsdoelen zijn uitgewerkt in een inzichtelijke vaste structuur. Maar er bestaat onduidelijkheid over wat precies bereikt moet worden. Zo is bijvoorbeeld bij ‘openbaar vervoer’ als doel vermeld ‘een sluitend, efficiënt en veilig netwerk van busdiensten’. Het klinkt veelbelovend en niemand kan het hiermee oneens zijn. Maar wat betekent ‘sluitend’? Dat elk dorp in de provincie bereikbaar is per bus of dat de trein en diverse buslijnen op elkaar aansluiten? En gaat het bij een ‘veilig netwerk’ bijvoorbeeld om het veiligheidsgevoel op busstations? Om achteraf te kunnen controleren of dit doel op het gebied van openbaar vervoer is bereikt, is het noodzakelijk om vooraf vast te stellen wat ‘een sluitend, efficiënt en veilig netwerk’ is.

Lastig sturen
Naast de conclusie dat de doelen in de begroting onvoldoende SMART zijn, is er in de begroting geen aandacht voor effect- en prestatie-indicatoren. Met betrekking tot het doel ‘integrale gebiedsontwikkeling’ wil de provincie bijvoorbeeld een multiplier effect zien op haar investeren. Er wordt daarbij niet aangegeven hoe groot het beoogde multiplier effect is of op hoeveel projecten een multiplier effect wordt nagestreefd (aantal projecten).
Ook is de samenhang tussen de programmabegroting en de zogenoemde productenraming is onvoldoende inzichtelijk voor PS. PS stellen voor sommige programma’s nauwelijks beleidsmatige kaders. De afweging van GS om doelen in de begroting of alleen in de productenraming op te nemen is vooraf onvoldoende inzichtelijk gemaakt.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Beoordeling doelstellingen begroting 2012 – Provincie Flevoland’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl

Slecht zicht op kinderen die onverantwoord lang wachten op jeugdzorg

13 maart 2012 – (On)verantwoord wachten op jeugdzorg
Op 1 juli 2011 wachtten bijna 2.974 kinderen langer dan negen weken op de jeugdzorg die voor hen nodig is. Dat langer wachten mag als een Bureau Jeugdzorg vaststelt dat het verantwoord is. Het is echter onduidelijk hoeveel kinderen (on)verantwoord wachten. De rapportages daarover geven te weinig informatie over omvang en ernst van de wachtlijstproblematiek. Het gevolg is dat de politiek onvoldoende geïnformeerd wordt over kinderen die onverantwoord wachten op jeugdzorg. Dit schrijven de Randstedelijke Rekenkamer, de Rekenkamer Amsterdam, de Rekenkamer Den Haag en de Rekenkamer Oost-Nederland in hun gezamenlijke rapport: (On)verantwoord wachten op jeugdzorg.

Achtergrond
Afspraken provincies, stadregio’s en Rijk
De provincies en de stadsregio’s hebben met de voormalig minister voor Jeugd en Gezin afspraken gemaakt over jeugdzorg. Zij zijn overeengekomen dat aan alle kinderen de zorg wordt geboden die nodig is, waarbij:
• aan kinderen bij wie de veiligheid in het geding is en kinderen in crisissituaties direct de geïndiceerde zorg wordt geboden;
• de inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan als dat volgens Bureau Jeugdzorg voor de betreffende jongere inhoudelijk verantwoord is.
Jaarlijks rapporteren de provincies (red. en de stadsregio’s) uiterlijk op 1 oktober aan de minister voor Jeugd en Gezin (red. nu: VWS).
Bron: Afsprakenkader over aanpak jeugdzorg 2010-2011, november 2009

Rapportages geven onvolledig beeld
Van de 2.974 kinderen die langer dan negen weken wachtten op jeugdzorg zijn er 1.583 die al een vorm van jeugdzorg ontvingen, maar deze zorg is niet de volledige of juiste zorg in het licht van de door Bureau Jeugdzorg geïndiceerde zorg. Over deze kinderen wordt niet gerapporteerd of het onverantwoord is dat zij zo lang moeten wachten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kinderen die lang wachten op opname in een instelling en in afwachting daarvan twee keer in de week een gesprek hebben met een jeugdzorgbegeleider.

Vaststelling onverantwoord wachten zeer beperkt
Van de 2.974 kinderen die langer dan negen weken wachtten op jeugdzorg zijn er 1.391 die nog geen enkele vorm van jeugdzorg ontvingen. Bij zes kinderen is vastgesteld dat zij onverantwoord lang wachtten op jeugdzorg. De overige 1.385 kinderen zouden verantwoord langer dan negen weken wachtten. Dit komt doordat er in de meeste provincies en stadsregio’s vanuit is gegaan dat kinderen alleen onverantwoord wachten wanneer de veiligheid in het geding is of er sprake is van een crisissituatie. In de afspraken met het Rijk is echter een expliciet onderscheid gemaakt tussen deze kinderen die direct zorg nodig hebben en kinderen waarvoor het (om andere redenen) onverantwoord is om langer dan negen weken te wachten.

Aanbevelingen
De rekenkamers doen twee aanbevelingen aan de provincies en het Rijk gezamenlijk. De opvolging van deze aanbevelingen moet er voor zorgen dat (a) er geen groepen kinderen buiten beeld raken en (b) er een beter inzicht komt in de aard en ernst van de problematiek van de kinderen die op de wachtlijst voor jeugdzorg staan.

Voor meer informatie kunt u voor stadsregio Amsterdam contact opnemen met de Rekenkamer Amsterdam
(de heer F. Bongaerts of mevrouw Y. Huizinga, tel: 020-5522897, e-mail info@rekenkamer.amsterdam.nl),
voor de provincies Gelderland en Overijssel met de Rekenkamer Oost-Nederland (de heer C. Bruggink,
tel: 0570-665800, e-mail info@rekenkameroost.nl) en voor de overige provincies en stadsregio’s met de Randstedelijke Rekenkamer (de heer A. Wiggers, tel: 020-5818585, e-mail info@randstedelijke-rekenkamer.nl).