Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Masterclass Rekenkamer – vervolg

Politiek-bestuurlijk samenspel van Rekenkamer en Raad: van spagaat naar verbinding

Begin februari verzorgden Peter Castenmiller en Klaartje Peters onder deze titel een masterclass voor een aantal bestuursleden en secretarissen van rekenkamercommissies en eveneens voor enkele raads- en statenleden. De aanwezigen hebben de bijeenkomst als een zeer nuttige en prettige bijeenkomst ervaren om zich snel en gedegen te kunnen verdiepen in de gewenste positionering en de opgaven van rekenkamers.

Omdat de masterclass in een behoefte voorziet, volgt 21 mei een nieuwe bijeenkomst. De locatie zal in de volgende nieuwsbrief van de NVRR bekend worden gemaakt.

Lees meer…

Het programma bestaat uit inleidingen van Klaartje Peters en Peter Castenmiller. Na deze inleidingen gaan we in gesprek met de aanwezigen over oude en nieuwe werkwijzen die het samenspel tussen Rekenkamer en Raad kunnen versterken.

Meer informatie treft u aan op de site van de Campus Den Haag van de Rijksuniversiteit Leiden: http://www.campusdenhaag.nl/cpl/actueel/masterclass-lokale-rekenkamers.html

Provincie Noord-Holland onderkende financieel struikelblok Wieringerrandmeer veel te laat

Amsterdam, 31 januari 2012 – Eind 2010 besloot de provincie het gebiedsontwikkelingsproject Wieringerrandmeer af te blazen. Bij het realiseren van het project zouden eerst veel kosten gemaakt worden, voordat er opbrengsten zouden binnenkomen. Hierdoor zou tijdelijk geld geleend moeten worden. Al in 2006 wist de provincie Noord-Holland dit. Om welk bedrag het precies ging, is pas medio 2010 berekend. Dit bleek zo’n € 140 miljoen te zijn. Banken wilden dit bedrag alleen verstrekken als terugbetaling gegarandeerd werd. Zowel de provincie, als de andere deelnemende partijen waren hiertoe niet bereid. Vervolgens zochten Gedeputeerde Staten nauwelijks nog naar oplossingen en gooiden de handdoek in de ring. Gedeputeerde Staten kozen daarbij voor een snelle, maar dure afwikkeling.

Het Wieringerrandmeer
Met de aanleg van een randmeer ten zuiden van het voormalige eiland Wieringen wilde de provincie de ruimtelijke kwaliteit van de Kop van Noord-Holland versterken. Na jarenlange voorbereidingen beëindigde de provincie dit project in november 2010. Het project heeft de provincie circa € 28 miljoen gekost. Op verzoek van Provinciale Staten heeft de Randstedelijke Rekenkamer het besluitvormingsproces in de periode 2004-2011 geëvalueerd.

Financiële problemen
In 2008 was er reeds overeenstemming over hoeveel het project moest gaan kosten en welke partij welk aandeel zou betalen. Hoewel de provincie er al in 2006 op gewezen is, werd pas in 2010 besproken wie ervoor zorg zou dragen dat er tussentijds voldoende geld zou zijn om de rekeningen te betalen. Doordat de kosten voor de aanleg van het meer eerder gemaakt zouden worden dan dat er opbrengsten uit de huizenverkoop zouden binnenkomen, zou er tijdelijk zo’n € 140 miljoen geleend moeten worden. Banken vroegen hiervoor een garantstelling van (één van de) partijen. Gedeputeerde Staten waren hiertoe niet bereid. In plaats van naar oplossingen te zoeken, door bijvoorbeeld het project anders te plannen, beëindigden Gedeputeerde Staten in november 2010 het project. Zij kozen daarbij voor een snelle, maar dure afwikkeling. Met een minder eenvoudige afwikkeling had de provincie € 3,7 miljoen en wellicht zelfs € 10 miljoen kunnen besparen. Gedeputeerde Staten hebben deze optie niet besproken met Provinciale Staten.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Wieringerrandmeer gestrand’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op 13 februari 2012 zal het rapport worden behandeld in de Statencommissie Ruimte en Milieu van de provincie Noord-Holland.

________________________________________
Noot voor de redactie, niet voor publicatie: voor meer informatie of toezending van het onderzoeksrapport kunt u per e-mail contact opnemen met de Randstedelijke Rekenkamer, info@randstedelijke-rekenkamer.nl.

Doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente Kollumerland c.a.

De Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân heeft onderzoek verricht naar het subsidiebeleid in de gemeente Kollumerland c.a.. Partners+Pröpper heeft dit onderzoek onder aansturing van de Rekenkamercommissie uitgevoerd. Met dit onderzoek wil de
Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad inzicht geven in de prestaties van gesubsidieerde organisaties om uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente.

Resultaten “De Drie Vragen” over intercollegiaal contact (2011)

In november 2011 heeft de Commissie Kwaliteitszorg in het kader van “De Drie Vragen” weer een korte enquête uitgezet onder de leden van de NVRR. Deze keer om na te gaan hoe de leden denken over intercollegiale contacten. De respons was groot deze keer, 148 leden hebben de enquête ingevuld, oftewel 62% van de leden.

De vormen van intercollegiaal contact waar de meeste respondenten behoefte aan
hebben zijn themabijeenkomsten en workshops (80%), netwerkbijeenkomsten (68%) en de Kringen van de NVRR (52%).

Doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente Dantumadiel

Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân heeft onderzoek laten verrichten naar het subsidiebeleid in de gemeente Dantumadiel. Met dit onderzoek wil de Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad inzicht geven in de prestaties van gesubsidieerde organisaties om uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente.

Masterclass Rekenkamer

Politiek-bestuurlijk samenspel van Rekenkamer en Raad: van spagaat naar verbinding.

Door Campus Den Haag – Universiteit Leiden, i.s.m. dr. Klaartje Peters, drs. Rob Paulussen en dr. Peter Castenmiller

Van lokale en provinciale rekenkamers wordt verlangd dat zij een wezenlijke en zichtbare bijdrage leveren aan de kwaliteit van het bestuur. Daarvoor is meer nodig dan louter het afleveren van gedegen onderzoeksrapporten. Inzicht in het politieke bedrijf, inzicht in de ontwikkelingen in het decentraal bestuur, kennis van de dieper gelegen motieven en belangen van de raad en andere belangrijke spelers zijn eveneens essentieel.

Hoe kunnen rekenkamerleden het evenwicht bewaren tussen een duidelijke afbakening van de eigen rol en onafhankelijkheid aan de ene kant, en het inspelen op de behoeften van de Raad anderzijds? Wat verwachten raadsleden van de rekenkamer? Kunnen rekenkamers en rekenkamercommissies eigenlijk wel aan de verwachtingen voldoen?

Campus Den Haag biedt u een Masterclass waarin deze vragen aan de orde komen en waarbij ook veel ruimte is voor uw eigen inbreng.

Programma

Het programma bestaat uit inleidingen van Klaartje Peters, Rob Paulussen en/of Peter Castenmiller. Na deze inleidingen gaan we in gesprek met de aanwezigen over oude en nieuwe werkwijzen die het samenspel tussen Rekenkamer en Raad  kunnen versterken.

Data & Locatie

De eerste Masterclass vindt plaats op 2 februari 2012 in Den Haag. De bijeenkomst begint om 16.00 uur. Tijdens de bijeenkomst wordt een diner geserveerd. In de maand februari vinden ook elders in het land bijeenkomsten plaats, volgens het volgende schema:

  • 7 februari, Breda
  • 8 februari, Alkmaar
  • 13 februari, Deventer
  • 15 februari, Roermond

Interesse? Meer informatie? Inschrijven? Volg deze link: http://campusdenhaag.nl/cpl/actueel/masterclass-lokale-rekenkamers.html

Doelen conceptbegroting Zuid-Holland voldoende SMART

Amsterdam, 24 oktober 2011 – Beoordeling doelstellingen conceptbegroting Zuid-Holland 2012

Op verzoek van Provinciale Staten (PS) heeft de Randstedelijke Rekenkamer de begroting 2012 van de provincie Zuid-Holland beoordeeld. Centraal stond de vraag in hoeverre de doelen en daarvan afgeleide taken met bijbehorende effect- en prestatie-indicatoren SMART zijn, ofwel specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdgebonden. De provincie heeft driekwart van haar doelen en taken in de begroting gedeeltelijk dan wel volledig SMART geformuleerd. De huidige begroting biedt daarmee voldoende basis voor heldere sturing en verantwoording door Gedeputeerde Staten (GS) op het gevoerde beleid en de hieraan gekoppelde middelen.

Belang van SMART Voor doelen en taken die niet (voldoende) SMART zijn, is het lastig om over de uiteindelijke resultaten op heldere wijze verantwoording af te leggen. Voor de doelen die nog onvoldoende SMART zijn, is het criterium ‘specifiek’ de belangrijkste oorzaak voor de onvoldoende SMART formulering. Bij taken die niet (voldoende) SMART zijn, liggen de oorzaken hiervan meer verspreid over alle criteria. De taken zijn zodanig geformuleerd dat deze over het algemeen de doelen niet meer SMART maken.

Mogelijkheden voor verdere verbetering GS hebben met de uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 in de conceptbegroting 2012 een goede stap gezet naar een document met SMART doelen en taken met daarvan afgeleide effect- en prestatieindicatoren. Op een schaal van 1 tot 10 scoren de doelen en de taken op SMART beide gemiddeld een 7. De Rekenkamer benadrukt dat met relatief eenvoudige maatregelen een flink aantal doelen van gedeeltelijk SMART naar SMART kan worden gebracht. Dit kan met name worden gerealiseerd door de beschrijving van de doelen meer specifiek te maken.

Debat Het nieuwe Hoofdlijnenakkoord is door de vertaling in de doelen en taken in de conceptbegroting ingebed in de planning- en control cyclus. Tevens zijn hiermee de eerste stappen voor een verbeterde verantwoording gezet. De provincie kan nu inhoudelijk discussie voeren over de beoogde doelen en taken uit de begroting 2012 en het ambitieniveau zoals vastgelegd in de bijbehorende indicatoren. Dit zal vanaf eind oktober plaatsvinden in verschillende commissievergaderingen van de provincie Zuid-Holland. Op 9 november vindt de behandeling plaats in de plenaire vergadering van Provinciale Staten.

Over de Randstedelijke Rekenkamer; De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording. Het rapport “Beoordeling doelstellingen conceptbegroting 2012 – provincie Zuid-Holland” is vanaf 24 oktober 2011 te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Nieuwe NVRR kring – Kring secretarissen Limburg

Kring secretarissen Rekenkamers en Rekenkamercommissies Limburg sluit zich als officiële kring aan bij de NVRR

Vanaf 22 september 2011 kent de NVRR een nieuwe provinciale kring: de Kring Secretarissen Limburg.

Deze kring bestaat sinds 2007 en kent naast actieve leden ook een aantal agendaleden.  De groep komt 2 á 3 maal per jaar bij elkaar om samen ervaringen, kennis en ideeën uit te wisselen, dit steeds op een andere locatie. Om toerbeurt is nl. één van de secretarissen gastheer of gastvrouw.

Naast het uitwisselen van ervaringen is vermeerderen van kennis één van de doelstellingen van de kring. Hiertoe worden sprekers uitgenodigd om een onderwerp toe te komen lichten.  De onderzoeksmethode “Evident Base ", een toelichting op het werk van de Zuidelijke Rekenkamer en de voor- en nadelen van samenwerking  zijn inmiddels aan bod gekomen.

De groep bestaat uit de secretarissen van de rekenkamer(commissie)s Beesel, Bergen, Echt-Susteren,  Gennep, Kerkrade, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Nederweert, Parkstad-Limburg, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Venlo, Venray, Weert, Zuid-Limburg en de Zuidelijke Rekenkamer.

Voorzitter is Nicole Demas. Zij is secretaris/ onderzoeker van de rekenkamercommissies Parkstad Limburg ( rkcs@parkstad-limburg.nl) . Secretaris  van de kring is Lea Monod de Froideville, secretaris/ medewerker onderzoek Rekenkamer Leudal, tevens (voorlopig) contactpersoon voor de NVRR (h.monoddefroideville@leudal.nl).

Tijdens de bijeenkomst van 22 september 2011 heeft de Kring Secretarissen rekenkamers en rekenkamercommissies Limburg  de voorwaarde besproken die het NVRR-bestuur heeft gesteld aan aansluiting bij de NVRR als officiële provinciale kring – Kring Secretarissen Limburg. Deze voorwaarde was dat er één of twee vaste vertegenwoordigers van onze kring zitting hebben in de landelijke kring secretarissen.

Bert Holman, secretaris/ onderzoeker van de rekenkamer Venlo heeft zich bereid verklaard als vast afgevaardigde van onze kring aan de landelijke bijeenkomsten deel te nemen. Daarnaast is afgesproken dat steeds één persoon Bert Holman zal vergezellen, echter voorlopig zal dit geen vaste vertegenwoordiger zijn. 15 december 2011 zullen zij de eerste keer aanschuiven.

De eerstvolgende bijeenkomst van de Kring Secretarissen Limburg zal zijn op 12 januari 2012 van 10:00 tot 13:00 uur in de gemeente Sittard-Geleen.

De NVRR Congres commissie zoekt nieuwe leden

http://www.rekenkamers.nl/nvrrvacatures

De congrescommissie is verantwoordelijk voor het organiseren van het jaarlijkse NVRR-congres. Uit de feedback van de deelnemers blijkt dat dit evenement hoog wordt gewaardeerd. Er zijn jaarlijks ongeveer 250 deelnemers aan het congres, waarvan veruit het grootste deel leden van de NVRR.

GEZOCHT 3 nieuwe leden voor de congrescommissie, waaronder een nieuwe voorzitter, per direct.

De congrescommissie bestond uit vijf leden. Op dit moment zijn er drie vacatures. In de periode tot het congres zijn 6 tot 8 vergaderingen (oktober t/m juni) ergens centraal in het land. De gemiddelde tijdbesteding bij het organiseren van het congres komt op gemiddeld 2 uur per week, met een piek voorafgaand aan de congresdatum (eind april/half mei),.

De taak van de leden van de congrescommissie is het inhoudelijk vormgeven van het congres, d.w.z. het aan de hand van een pakkend thema uit de rekenkamerpraktijk bedenken van een interessant programma, ‘zoeken’ van inspirerende sprekers en organiseren van leerzame en uitdagende workshops. 

De congrescommissie wordt voor alle logistieke aspecten ondersteund door MOS Events te Nijkerk. De congrescommissie wordt verzocht het congres ook bij te wonen (kosteloos).

Profiel Activiteitencommissie:

  • is een actief lid van een rekenkamer(commissie)
  • heeft een breed netwerk
  • heeft ervaring met of affiniteit met organiseren van evenementen
  • kan en wil een bijdrage leveren aan de organisatie, professionalisering en verdieping van het aanbod richting NVRR-leden.

Voor informatie, vragen en aanmelding kunt u contact opnemen met Ans Hoenderdos (per e-mail hoenderdos@randstedelijke-rekenkamer.nl) of het NVRR-secretariaat.  

 

Bestuurlijke reactie NVRR naar aanleiding van het Eindrapport evaluatie van de provinciale en gemeentelijke rekenkamers

Onze reactie op het rapport luidt, op zijn kortst samengevat, dat wij ons kunnen vinden in de conclusies en de gedane aanbevelingen. Het werk van rekenkamers en rekenkamercommissies blijkt alom waardering te ondervinden.
Rekenkamers zijn er voor de raad en voor de staten, maar zijn niet van de raad en de staten. Ons uitgangspunt daarbij is dat elke gemeente of provincie over een goed geoutilleerde rekenkamer moet kunnen beschikken. De nadere vormgeving en wijze van functioneren mag wat de NVRR betreft op provinciaal en lokaal niveau verder
worden ingevuld.
De organieke plaatsbepaling laat op onderdelen nog te wensen over en moet worden verbeterd. Rekenkamers moeten daarbij over voldoende middelen kunnen (blijven) beschikken om hun taak te kunnen uitvoeren. Situaties waarin rekenkamers nu over een te klein budget, soms zelfs nul Euro, beschikken mogen niet blijven voortbestaan.
De onafhankelijkheid van rekenkamers en rekenkamercommissies moet zo ook financieel gewaarborgd worden. Dit staat het onderhouden van goede relaties met de volksvertegenwoordigende en bestuurlijke actoren niet in de weg.
Het fenomeen ‘slapende rekenkamer’ moet in kaart gebracht worden en waar nodig moet worden opgetreden om de wet te doen naleven.
Staatsrechtelijke onzuiverheden leiden ertoe dat de publieke verantwoording over beleid, uitvoeringsactiviteiten en financiën op regionaal niveau soms niet tot slecht te controleren zijn. Dit ‘regionale gat’ begint zich ook in de controlesfeer te wreken.
Rekenkamer(commissie)s krijgen steeds vaker de vraag om in dit verband onderzoeken te doen, maar zij lopen dan aan tegen de grenzen van hun mogelijkheden en bevoegdheden. Hiervoor moet een oplossing bedacht worden.

PB NVRR reageert positief op rapport inzake evaluatie rekenkamers

PERSBERICHT

Nijkerk, 10 oktober 2010

NVRR reageert positief op rapport inzake evaluatie rekenkamers.

Vandaag geeft de Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR) een positieve reactie op het rapport van Berenschot. Dit rapport is geschreven naar aanleiding van het onderzoek dat Berenschot in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft uitgevoerd naar het functioneren van rekenkamers.

Het uitgangspunt van de NVRR is dat elke gemeente of provincie over een goed geoutilleerde rekenkamer moet kunnen beschikken. De nadere vormgeving en de wijze van functioneren mag wat de NVRR betreft op provinciaal en lokaal niveau verder worden ingevuld.

Volgens het eerdergenoemde rapport ondervindt het werk van rekenkamers en rekenkamercommissies alom waardering. "De organieke plaatsbepaling laat op onderdelen nog te wensen over en moet worden verbeterd. Rekenkamers moeten daarbij over voldoende middelen kunnen (blijven) beschikken om hun taak te kunnen uitvoeren. Situaties waarin rekenkamers nu over een te klein budget beschikken, soms zelfs nul euro, mogen niet blijven voortbestaan. Het fenomeen ‘slapende rekenkamer’ moet in kaart worden gebracht en waar nodig moet worden opgetreden om de wet te doen naleven. De onafhankelijkheid van rekenkamers en rekenkamercommissies moet zo ook financieel worden gewaarborgd. Dit staat het onderhouden van goede relaties met de volksvertegenwoordigende en bestuurlijke actoren niet in de weg. Rekenkamers zijn er vóór de raad en de staten, maar zijn niet ván de raad en de staten", aldus het rapport.

Meer informatie kunt u vinden op de website van de NVRR www.rekenkamers.nl.

 

Handreiking effectevaluaties van subsidies

Er zijn tal van redenen om aan de kwaliteit van de effectevaluaties, ook al zijn ze niet altijd even gemakkelijk uitvoerbaar, veel aandacht te besteden. Goed evalueren van subsidies op effectiviteit kan namelijk veel opleveren:
• Bewijs voor effectief beleid;
• Basis voor effectiever en efficiënter beleid;
• Basis voor verbetering van ander beleid;
• Basis voor goede verantwoording;

Dank aan de deelnemers aan de enquete budget rekenkamers

Op de enquête, die de NVVR heeft uitgezet over het budget voor onderzoek is veel respons gekomen. En zonder op de resultaten al te diep te willen ingaan – die worden elders gepubliceerd – : het resultaat is over het algemeen goed te noemen.

De meeste rekenkamers en –commissies geven aan goed uit de voeten te kunnen met het budget. Er zijn echter ook rekenkamers en –commissies, die een forse bezuiniging te verwerken krijgen. Het gaat daarbij gelukkig niet om een algemene trend, al doen de rekenkamers en –commissies wel mee met de bezuinigingen in een groot deel van de gemeenten en provincies. Sommige rekenkamers en –commissies worden echter bovenmatig getroffen door de bezuinigingen. Er zijn voorbeelden waar het budget met een kwart tot meer dan de helft wordt verminderd. Het is duidelijk dat dit niet zonder gevolgen kan blijven voor kwaliteit en kwantiteit van het werk, maar het te vergelijken met een timmerman, die vanwege zijn verminderde omzet nu maar zijn hamers en beitels gaat verkopen. Een aantal raden en staten blijken de waarde van hun rekenkamer of –commissie niet te beseffen en denken door in eigen vlees te snijden een groots gebaar te maken. Helaas vermindert men daarmee ook de eigen ondersteuning voor de controle en kaderstelling. Dat doet schade aan het dualisme en aan de eigen kwaliteit van bestuur. Het is maar zeer de vraag of men in tijd van schaarste en bezuiniging aan de eigen ondersteuning af zou moeten doen. Beter zou zijn instrumenten als de rekenkamers in te zetten voor aanscherping van het beleid en het zoeken naar efficiëntere en kostenbesparende manieren van bestuur.

Het bestuur wil vooral iedereen hartelijk bedanken, die mee heeft gedaan. Als de resultaten t.z.t. op de site van de NVRR worden gepubliceerd, hebben de rekenkamers en rekenkamercommissies vergelijkingsmateriaal, dat kan helpen bij de discussie in eigen huis en gemeente over het budget. Met name de rekenkamers en -commissies, die onevenredig zwaar getroffen worden door bezuinigingen kunnen hier hun winst mee doen. We zijn erg blij met de vele inzendingen en dat geldt ook voor de manier waarop de open vragen zijn beantwoord. Zo kunnen we als rekenkamers en -commissies veel voor elkaar betekenen. Vanuit de Algemene Rekenkamer is er nog een nadere analyse van de enquête te verwachten. Die wordt t.z.t. gepubliceerd. Volg dus onze site: www.rekenkamers.nl !Hartelijke dank aan ieder die heeft meegedaan!

 

Rekenkamers en de Inspectie Werk en Inkomen reiken elkaar de hand

Veel taken op het terrein van werk en inkomen zijn gedecentraliseerd naar het lokale niveau. Deze tendens zet zich komende jaren voort, bijvoorbeeld met de Wet werken naar vermogen. Het toezicht op de uitvoering van de bijstand en de re-integratietaak door individuele gemeenten is belegd bij de gemeenteraad. Dikwijls wordt de raad in haar controletaak bijgestaan door een lokale rekenkamer of –commissie. Onderzoeken van lokale rekenkamers naar de gemeentelijke re-integratietaak zijn inmiddels talrijk. Op landelijk niveau is de minister van SZW verantwoordelijk voor het goed functioneren van het stelsel van werk en inkomen, waaronder de uitvoering van de WWB. De minister wordt daarin bijgestaan door een onafhankelijke toezichthouder: de Inspectie werk en inkomen (IWI).

De Algemene Rekenkamer (AR) en IWI hebben periodiek overleg over allerhande ontwikkelingen op het sociale zekerheidsterrein. Onlangs meldde de AR dat er een initiatief is tot meer samenwerking met de lokale rekenkamers en -commissies. De eerste stappen tot die samenwerking zijn al in gang gezet op het terrein van re-integratie van mensen met een bijstandsuitkering. IWI is zeer geïnteresseerd in deze samenwerking en wil om verschillende redenen daarbij aanhaken. IWI controleert weliswaar geen individuele gemeenten, maar heeft wel gegevens van meerdere afzonderlijke gemeenten nodig, om tot uitspraken op landelijk niveau te komen. Wanneer in een bepaalde periode verschillende lokale rekenkamers onderzoek starten naar onderwerpen die ook IWI raken, dan zijn dat mooie kansen om van elkaars deskundigheid en capaciteit gebruik te maken. Natuurlijk met behoud van ieders rol en verantwoordelijkheid.

Een eerste oriënterend gesprek hierover tussen AR, IWI en bestuurlid Gerrit Hagelstein van de NVRR, heeft op 15 september j.l. plaatsgevonden. Alle drie de partijen waren enthousiast om de verdere mogelijkheden te verkennen, niet in de laatste plaats, door met lokale rekenkamers hier zelf ook over te spreken. Daarom wil IWI graag met de Algemene Rekenkamer en de lokale rekenkamers en –commissies een bijeenkomst beleggen waarin we onze perspectieven en verwachtingen kunnen uitwisselen. Voor een dergelijke bijeenkomst aan het eind van dit jaar wil IWI graag gastheer zijn. Indien lokale rekenkamers en commissies belangstelling hebben voor deze bijeenkomst of voor onderzoekssamenwerking in de toekomst, dan kan dat aan de NVRR bekend worden gemaakt. Bij voldoende belangstelling wordt dan op korte termijn het tijdstip en de locatie voor de bijeenkomst bekend gemaakt. Voor meer informatie over IWI kunt u gaan naar www.iwiweb.nl. Ik hoop velen van u te mogen begroeten eind dit jaar.

Coen van de Louw (directeur inspectie werk en inkomen)

 

Uitvoering WMO in Amstelveen

De Rekenkamercommissie heeft opdracht gegeven voor onderzoek naar de uitvoering van de WMO in Amstelveen op het gebied van de Hulp bij het huishouden. Doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in enerzijds de doelmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering van Hulp bij het huishouden en anderzijds in de kaderstellende en controlerende rol van de raad bij deze uitvoering.

PB: Uitvoering subsidiebeleid gemeenten niet verbeterd

Uitvoering subsidiebeleid gemeenten niet verbeterd

Gemeenten weten nog steeds niet of verstrekte subsidies effect hebben. Dat blijkt uit een vergelijking van 30 onderzoeken naar subsidiebeleid door Necker van Naem. Twee derde van de onderzochte gemeenten heeft moeite met het maken van concrete en meetbare afspraken met de gesubsidieerde instellingen of maakt ze überhaupt niet. En bijna 9 op de 10 gemeenten stuurt niet bij nadat ze van de muziekschool of peuterspeelzaal de verantwoordingsinformatie hebben gekregen.

Knelpunten

Vorig jaar juni berichtte Necker ook over knelpunten in het gemeentelijke subsidiebeleid. “Helaas kunnen we nog geen algehele verbetering zien op de onderzochte punten”, zegt Geeske Wildeman, directeur.
De knelpunten zijn:

  • de doelen van het gemeentelijke beleid zijn niet expliciet, specifiek en meetbaar
  • er is geen koppeling tussen gemeentelijk beleid en subsidieafspraken
  • de afspraken met gesubsidieerde instellingen zijn niet specifiek en meetbaar
  • gesubsieerde instellingen verantwoorden zich niet over de realisatie van de doelen
  • de gemeente gebruikt de verantwoording van de instellingen niet om bij te sturen

Wildeman: “Nog steeds is bijna ieder knelpunt in meer dan de helft van de onderzochte gemeenten aanwezig. Alleen het stellen van duidelijke doelen is iets verbeterd in de afgelopen anderhalf jaar; van 77 naar 63%.” De overige vier punten schommelen elk rondom dezelfde percentages (tussen 47 en 87%).

Lichtpuntjes

In het vergelijkend onderzoek constateert Necker van Naem één lichtpuntje, namelijk dat gemeenten bij het opstellen van de doelen waaraan subsidies moeten bijdragen, wel steeds explicieter wordt. Bijvoorbeeld het voorkomen van eenzaamheid bij een subsidie voor de Stichting Ouderen of het bereiken van 80% van de peuters in een gemeente bij een subsidie aan de Stichting Peuterspeelwerk. Dat betekent ook dat gemeenten beter in staat zijn om naderhand te meten en te evalueren of met het geven van geld ook daadwerkelijk meer peuters zijn bereikt of huisbezoeken aan alleenstaande ouderen zijn toegenomen.
Wildeman: “Uit het onderzoek blijkt echter dat gemeenten nu nog achterwege laten de verantwoordingsinformatie van de gesubsidieerde instellingen hierop te controleren. Daarmee laten ze dus een kans liggen.” Ander lichtpuntje is op het gebied van BCF (beleidsgestuurde contractfinanciering): Uit het onderzoek blijkt dat steeds meer gemeenten initiatief nemen voor het maken van prestatieafspraken of het opstellen van uitvoeringsovereenkomsten met grotere instellingen als de bibliotheek of de welzijninstelling. Daarmee is een voorzichtige positieve trend waarneembaar. “Het stellen van gemeentelijke doelen en het maken van duidelijke afspraken zijn stap 1 en 2 in een goed subsidieproces,” aldus Geeske Wildeman. “De volgende stap is het evalueren en het zo nodig bijsturen van beleid na ontvangst van de verantwoordingsstukken van de instellingen. Werk aan de winkel dus.”

Onderzoek

Politiek-bestuurlijk onderzoeks- en adviesbureau Necker van Naem heeft in augustus de conclusies van dertig onderzoeken naar subsidiebeleid geanalyseerd. Dit betreffen onderzoeken uit de periode van 2007 tot en met 2011. Het betreft gemeenten van allerlei grootte uit alle regio’s van het land. Necker van Naem voert in opdracht van gemeenten veel subsidieonderzoek uit en levert daarnaast beleidsspecialisten op het gebied van subsidies al tijdelijke krachten aan gemeenten. Necker kent de vraagstukken rondom subsidiebeleid als geen ander, zoals de routinematigheid in de subsidieverstrekking die uit dit onderzoek naar voren komt. Een andere opgave is de samenwerking met het maatschappelijk middenveld, die mist in sommige gemeenten, terwijl een goede relatie juist kan resulteren in een heldere beleids- en doelformulering. Beleid sluit dan beter aan bij relevante ontwikkelingen en het draagvlak is groter. De kans op een succesvol doelbereik is dan groter.


Noot voor de redactie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sophie Bruins, adviseur Necker van Naem via 06 – 497 850 51 of sophie@necker.nl

PB: Provincie Utrecht

Crisismaatregelen provincie Utrecht nauwelijks uitgevoerd

Amsterdam, 14 juni – In het voorjaar van 2009 heeft de provincie Utrecht besloten om maatregelen te nemen tegen de gevolgen van de economische crisis. Deze maatregelen zijn opgenomen in de Versnellingsagenda Utrecht waarmee zo’n € 77 mln. gemoeid was. Uit het onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer blijkt dat de provincie Utrecht weinig resultaat heeft geboekt bij de uitvoering hiervan. Geen enkele maatregel is uitgevoerd zoals de bedoeling was. Ook de inzet van de financiële middelen blijft achter. Eind 2010 had de provincie nog geen € 15 mln. ingezet. Geringe versnelling Bij een aantal maatregelen wilde de provincie investeringen naar voren halen. Eind 2010 is hierbij slechts € 2,3 mln. in totaal versneld ingezet. Zo is in het kader van de Versnellingsagenda besloten om in 2010 in één keer het geplande wegenonderhoud voor de periode 2010 t/m 2013 uit te voeren. Dit is niet gelukt. Van het in 2010 ingeplande bedrag van € 11,5 mln. heeft de provincie € 4,8 mln. uitgegeven. Dit is slechts € 0,8 mln. meer dan de € 4 mln. die oorspronkelijk gepland was. Weinig resultaat In de Versnellingsagenda zijn ook nieuwe investeringen opgenomen, waarbij eind 2010 € 12,5 mln. is ingezet. De besteding van deze middelen ligt ook niet op schema. Dit heeft ondermeer te maken met de subsidieregeling Energiek Utrecht, waarbij bedrijven en particulieren subsidie konden aanvragen voor energie­besparende maatregelen. In eerste instantie ontving de provincie onvoldoende aanvragen. De provincie heeft daarom in het najaar 2010 besloten om de eigen bijdrage van subsidie­ontvangers te laten vervallen. Dit heeft tot een forse toename van het aantal aanvragen geleid. Naar verwachting zal het gehele budget van de nieuwe regeling Meer met Minder worden besteed. Echter, de doelstelling om 10.000 -15.000 woningen energiezuiniger te maken zal niet worden bereikt. Doordat het aangevraagde subsidiebedrag bij de nieuwe regeling veel hoger is, kunnen met het beschikbare budget veel minder woningen energiezuiniger worden gemaakt. Wat kan beter? Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de faalfactoren bij de provincie inzichtelijk had kunnen zijn als de haalbaarheid van de projecten was onderzocht, als de provincie haar rol en invloed per project was nagegaan en als de provincie een adequate analyse van de verwachte participatie van derden had uitgevoerd. Vanwege de haast die de provincie wilde maken is dat verklaarbaar, maar de provincie heeft verzuimd om in een later stadium de haalbaarheid in kaart te brengen. Daarbij zijn de resultaten vrijwel niet gemonitord en was er geen centrale regie. De verantwoor­ding over de projecten had beter gekund, zodat er beter had kunnen worden bijgestuurd. Over de Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording. Het rapport “Vaart maken bij tegenwind – onderzoek Versnellingsagenda Utrecht” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op 20 juni 2011 zal het onderzoeksrapport worden behandeld in de vergadering van de commissie Bestuur Europa en Middelen van de provincie Utrecht.

Eindrapport Evaluatie van de provinciale en gemeentelijke rekenkamers

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Berenschot de gemeentelijke en provinciale rekenkamers geëvalueerd. Aan deze evaluatie lag de volgende vraagstelling ten grondslag:
In welke mate worden de in Gemeente-/Provinciewet en de Memorie van Toelichting genoemde doelen bij de instelling van provinciale en lokale rekenkamers gerealiseerd? Welke factoren zijn van invloed op de effectiviteit van de rekenkamers? In hoeverre zijn deze beïnvloedbaar door het rijk, provincies, gemeenten en/of rekenkamers zelf? Welke aanbevelingen vloeien daar uit voort?

PB Randstedelijke Rekenkamer

Provincie Noord-Holland pakt aanbevelingen wachtlijsten jeugdzorg alsnog op.

Amsterdam, 31 mei 2011 – Begin 2010 heeft de Randstedelijke Rekenkamer de resultaten gepubliceerd van een onderzoek in de Randstadprovincies naar de wachtlijsten in de jeugdzorg. De aanbevelingen uit dit onderzoek zijn in 2010 door de provincie Noord-Holland nauwelijks opgepakt. De provincie heeft bijvoorbeeld geïnvesteerd in managementinformatie die voor een deel overlappend is aan reeds beschikbare informatie en die hieraan weinig toevoegt. Gedeputeerde Staten hebben in hun reactie aangegeven dat zij de conclusies zeer serieus nemen. Zij zullen met de jeugdzorginstellingen afspraken vastleggen over het alsnog uitvoeren van de aanbevelingen en dit ook monitoren. In de provincies Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland is nog niet onderzocht hoe de aanbevelingen zijn opgepakt. Managementinformatie De problemen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de managementinformatie zijn niet of nauwelijks aangepakt. Eind maart 2010 heeft de provincie besloten € 1,6 miljoen te investeren in de ontwikkeling van managementinformatie door een extern bureau, terwijl deze voor een groot deel overlappend is aan de informatie die reeds beschikbaar is bij Bureau Jeugdzorg en hier weinig aan toevoegt. Hiervoor worden door de jeugdzorginstellingen privacygevoelige gegevens aan het externe bureau geleverd zonder afspraken over beveiliging tegen verlies of onrechtmatige bewerking. Zij hebben namelijk verzuimd een contract te ondertekenen met het externe bureau. De jeugdzorg-instellingen in Noord-Holland handelen hierdoor in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. In reactie op dit onderzoek hebben Gedeputeerde Staten aangegeven dat zij de resterende investering zullen heroverwegen op basis van een aankomend projectplan. Tevens hebben zij aangegeven dat een overeenkomst tussen de jeugdzorginstellingen en het externe bureau wordt opgesteld om aan de Wet bescherming persoonsgegevens te voldoen. Eerder onderzoek Uit het in 2010 gepubliceerde onderzoek kwam naar voren dat de wachtlijstcijfers weinig zeiden over de prestaties in de jeugdzorg. De afname van de wachtlijst was namelijk niet alleen het gevolg van (extra) verleende zorg, maar kwam ook doordat kinderen die geen acute hulp nodig hadden van de wachtlijst af waren gehaald en registratieachterstanden waren weggewerkt. Desalniettemin waren met het extra beschikbaar gestelde geld wel meer kinderen geholpen. Over de Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording. Het rapport “Doorwerking Kind centraal of cijfers centraal?” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op de website is tevens het eerdere rapport “Kind centraal of cijfers centraal?” terug te vinden. Op 16 juni 2011 zal het rapport over de doorwerking worden behandeld in de Statencommissie Zorg, Cultuur en Middelen van de provincie Noord-Holland.

Opwaaiend stof in Rekenkamerland

Geachte rekenkamer(commissie),

Alstublieft! Met veel plezier presenteren we u in de bijlage de uitkomsten van onze verkenning rond spraakmakend rekenkameronderzoek in de rapportage ‘Opwaaiend stof in Rekenkamerland – (Over) de grenzen van de conventie’.

Wij stelden onszelf vorig jaar de vraag welke inspirerende voorbeelden er zoal zijn van spraakmakend rekenkameronderzoek – ofwel: onderzoek dat om welke reden dan ook iets losmaakt. Ook vroegen we ons af of spraakmakendheid instrumenteel kan zijn bij het bevorderen van doorwerking. U bent één van de 85 rekenkamer(commissie)s die onze digitale vragenlijst hierover heeft ingevuld en die daarbij aangaf de uitkomsten van deze verkenning te willen ontvangen.

We willen u hartelijk danken voor de input en medewerking aan deze verkenning en willen u vragen het hier niet bij te laten. We zijn namelijk erg benieuwd naar uw reactie op de uitkomsten (een recensie, een aanzet voor discussie, etc.)! Op deze website kunt u uw inspraak, uitspraak, beeldspraak of opspraak achterlaten, de reacties van andere rekenkamers op dit rapport lezen en de hoogtepunten van de bijeenkomsten die we over deze rapportage hebben  nalezen.

Voor eventuele ruggespraak kunt u ons bereiken op 070-3025830 (Kees Le Blansch) of via klb@bureauklb.nl.

Met vriendelijke groet,

Sytske de Jong

Bureau KLB

Sytske de Jong

Postbus 137, 2501 CC Den Haag

+31 (06) 49351316