Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Meerjarenbeleid NVRR 2018-2022

Met dit meerjarenbeleidplan 2018 tot en met 2022 willen wij als bestuur de visie, missie, richting en speerpunten borgen voor de komende jaren. Het is daarmee de basis voor het werk van de vereniging in de komende vijf jaar.

Jaarlijks een jaarplan met meer concrete werkplannen en begroting van het beleid voor dat jaar, een jaarverslag met rekening om verantwoording af te leggen van de resultaten van onze inspanningen. Samen met u, de leden, geven we vorm aan het beleid wat we als collectief hebben vastgesteld.

Rekenkamerwerk in coronatijd

In april deed de NVVR een onderzoekje naar de gevolgen van de coronacrisis op het rekenkamerwerk. Bijna tweederde ervoer toen geen problemen. Hoe gaat het nu? Hebben we onze draai gevonden? Vier collega’s komen aan het woord. “Ons werk moet doorgaan.”

Dagelijks werk

Veel werk kan prima op afstand, zo blijkt. Geert-Jan Put, voorzitter van de rekenkamer Ermelo-Harderwijk: “Vergaderen kan heel goed digitaal en de sollicitatiegesprekken voor een nieuw lid gaan op deze manier ook door.” Het rekenkamerwerk is in dat opzicht niet veel anders dan gemiddeld kantoorwerk, zegt Ans Hoenderdos, directeur van de Randstedelijke Rekenkamer. “En dus goed vanuit huis te doen. Laatst heb ik via een videogesprek een nieuwe gedeputeerde bijgepraat over een onderzoek dat gevoelig ligt. Dat ging heel goed, en was eigenlijk prettig informeel.”

Rekenkamers merken wel dat prioriteiten tijdelijk anders liggen. Gerth Molenaar, voorzitter rekenkamercommissie Stichtse Vecht: “De gemeente heeft het druk met de gevolgen van de coronacrisis. Mensen bij Werk en Inkomen en Financiën, maar inmiddels ook bij andere afdelingen, hebben veel extra werk. Dat wringt soms. Een onderzoek naar de invoering van de Omgevingswet hebben we ook om die reden een aantal maanden uitgesteld.”

Onderzoek wordt soms anders ingericht, vertelt Jan de Ridder, directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. “Zoals een onderzoek in Amsterdam naar fietsvriendelijke kruispunten. Daarvoor zouden tientallen vrijwilligers op onderzoek uitgaan, maar dat hebben we gecanceld. Binnenkort start een onderzoek naar groen in de stad, waarvoor we mensen op straat willen aanspreken. Hopelijk kan het dan weer.” 

De Ridder voelt er niet voor om onderzoek uit te stellen. “Wij verwachten veel van ambtenaren, dan mogen ze dat ook van ons verwachten. We doen wat we kunnen. Dat betekent trouwens ook dat je van ambtenaren niet zonder meer het corona-excuus hoeft te accepteren. Ik heb hierover afspraken gemaakt met de gemeentesecretaris: wij hebben begrip voor andere prioriteiten, maar ons werk moet ook door kunnen gaan.”

Contact met de raad en zichtbaarheid 

Lastiger dan het onderling contact en onderzoekswerk is het contact met de raad. Veel raadsvergaderingen zijn nog digitaal. Gerth Molenaar: “Als wij een onderzoek in een digitale vergadering presenteren, maakt dat voor de besluitvorming niks uit. Maar het debat loopt wel anders, zonder flitsende interactie. En onze zichtbaarheid is daardoor ook minder. Normaal wordt er nog nagepraat, tref je elkaar bij de koffie.”

Molenaar mist bovendien de publieke tribune. “Wij hebben een rapport opgeleverd over gebiedsgericht werken. Daar waren ook bewonersorganisaties bij betrokken. Ik vind het jammer dat zij de discussie over het rapport niet in de raadszaal hebben kunnen volgen. Maar voor dit alles geldt: we moeten roeien met de riemen die we hebben. We doen wat we kunnen.”

Ook Geert-Jan Put vindt het presenteren van onderzoeksresultaten nu lastiger. “Binnenkort komt ons onderzoek naar Jeugdzorg uit. Ik zou het jammer vinden als dat digitaal moet. Je kan niet door een raadszaal lopen en krijgt toch minder gevoel bij de reacties. Maar het onderzoek laten liggen tot betere tijden zie ik ook niet zitten. Ik denk dat het een kwestie is van goed voorbereiden en zorgen dat je bereikbaar bent voor vragen.”

Jan de Ridder ziet ook dat het meer moeite kost om zichtbaar te zijn als rekenkamer. “Ik heb over een onderzoek laatst een videoboodschap ingesproken en gemaild naar raadsleden. Je moet wat meer moeite doen. We hebben op onze website uiteen gezet hoe we nu te werk gaan. Zo maken we onderzoek direct online toegankelijk en wachten niet op een raadsvergadering. Dat houdt de vaart erin. Het wordt wel degelijk opgepikt, zoals een onderzoek naar fietsendiefstal dat laatst de krant haalde. Media zijn inmiddels ook op zoek naar ander nieuws.”

Ans Hoenderdos zegt geen moeite te hebben met de digitale contacten met de statenleden. “De Statenvergaderingen volg ik online en dat vind ik prima. De waarde van de wandelgangen moet je volgens mij niet overschatten. Het gaat erom een goed netwerk te hebben. Met die mensen kun je ook mailen of bellen.” 

De Ridder beaamt dat je kunt bellen met raadsleden. Maar hij vindt dat je daarbij wel moet opletten dat je niet selectief informeert. “Als je in zo’n gesprek vragen beantwoordt, mail deze informatie dan nog even naar alle raadsleden, zodat iedereen hetzelfde weet.”

Coronacrisis als onderwerp

Tot slot, zou de coronacrisis en de manier waarop de gemeente ermee omgaat zelf een onderwerp voor onderzoek kunnen zijn? Gerth Molenaar vindt dat eerst de politiek aan zet is. “Voorlopig stellen wij ons afwachtend op, maar het is zeker relevant en we volgen de ontwikkelingen op de voet.” De Ridder heeft alvast een brainstorm gehouden om suggesties te verzamelen.  “Daar kwamen twee mogelijke onderwerpen uit. ‘Worden mensen met een hulpvraag nog gehoord’ en ‘moeten we ons zorgen maken over de financiële positie van de gemeentes’.”

Doe mee onderzoek

In de vorige nieuwsbrief is het doe mee onderzoek aangekondigd en konden rekenkamer(commissie) hun belangstelling aangeven. Dit heeft al zo’n 20 reacties opgeleverd. Inmiddels heeft het O-team een bureau geselecteerd en heeft het NVRR bestuur op 8 juni positief besloten over de gunning van de opdracht. PBLQ gaat het Doe mee onderzoek uitvoeren. Het plan dat zij hiervoor hebben opgesteld kunt u lezen door te klikken op de downloadlink hieronder. Op donderdag 25 juni van 12 uur tot 13 uur vindt een digitale startbijeenkomst plaats waarin we het plan toelichten en gelegenheid is tot het stellen van vragen. Aanmelden voor deze bijeenkomst kan via ontwikkelteam@nvrr.nl. Tot uiterlijk 10 juli kunnen rekenkamers zich aanmelden. Kort hierna start het onderzoek en hebben rekenkamer(commissies) tot eind september de tijd om stukken te verzamelen en aan te leveren.

Er kunnen 40 rekenkamers meedoen en voor de aanmelding geldt wie het eerst komt wie het eerst maalt. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Helemaal gratis is het echter niet want Rekenkamer(commissie) moeten zelf de informatie verzamelen bij de gemeente en het bestuurlijke rapport met conclusies en aanbevelingen schrijven. Vanuit de NVRR wordt de verwerking van de informatie tot een rapportage op gemeenteniveau met benchmark informatie beschikbaar gesteld. Om het product aan zoveel mogelijk rekenkamer aan te kunnen bieden, is standaardisatie noodzakelijk. Het is dus niet mogelijk om individuele wensen mee te nemen. Indien die er wel zijn, kunt u hierover zelf afspraken maken met PBLQ. Dit gaat echter buiten de NVRR om.

Wat betekent de wet versterking lokale rekenkamers?

Op donderdag 14 mei 2020 heeft de NVRR haar eerste webinar georganiseerd waaraan ruim zestig personen deelnamen. Tijdens het webinar is aandacht besteed aan de wet versterking lokale rekenkamers. Hieronder vindt u een weergave van het webinar.

Er zijn bij de presentatie ook een aantal vragen gesteld die deels meteen zijn beantwoord dan wel later zouden worden beantwoord. In onderstaand document vindt u de antwoorden op alle vragen die gesteld zijn tijdens het webinar.

ALV & webinar op 26 juni

Op 26 juni staat een algemene ledenvergadering gepland van onze vereniging. Omdat grote bijeenkomsten tot 1 september in verband met covid-19 nog verboden zijn, leek het ons niet passend om een fysieke vergadering uit te schrijven. Daarom zullen we op afstand gaan vergaderen. Het is de vraag of wij in gewone tijden als vereniging zomaar tot elektronische besluitvorming zouden mogen overgaan. Maar die vraag is gegeven de huidige (tijdelijke) noodwetgeving niet relevant. We kunnen het nu gewoon doen. De stukken voor de vergadering zult u conform de statuten uiterlijk 4 weken van te voren ontvangen.

We zijn ook bezig om aansluitend een webinar te organiseren. Als onderwerp denken we aan evaluatieonderzoek van coalities- of raadsakkoorden. Geerten Boogaard, bijzonder hoogleraar Decentrale Overheden (Thorbecke-leerstoel) in Leiden doet wetenschappelijk onderzoek op dat terrein en vindt het leuk om bij zo’n webinar op te treden. Of het definitief door kan gaan weten we pas over een paar weken. Maar het lijkt ons als bestuur een interessante uitdaging. Zowel het organiseren van een webinar, als ook het onderwerp. In het jaar van de raadsverkiezingen gecoördineerd evaluatieonderzoeken uitvoeren is lastig, maar kan veel opleveren voor de lokale politiek en zo het nut van ons werk breder zichtbaar maken.

Denktank Energie

De denktank energie heeft een eerste handreiking vrijwel afgerond. De verwachting is dat deze eerste handreiking over het energiedomein in de tweede helft van mei gepubliceerd zal worden. In de denktank is de keuze gemaakt om een tweede handreiking voor evaluatie van energiebeleid uit te werken. In deze denktank zal speciale aandacht zijn voor de regionale energiestrategieën. Deze denktank zal afhankelijk van de ontwikkelingen ten gevolge van corona vanaf juni of juli starten. Mocht u willen deelnemen dan kan dat. Stuur een mailtje naar energietransitie@nvrr.nl uiterlijk 31 mei met uw contactgegevens.

Deelnemers in de eerste denktank energie hebben reeds laten weten betrokken te willen zijn bij het vervolg en hoeven dus niet nogmaals aan te geven betrokken te willen zijn.

Goudvink wordt weer in 2021 uitgereikt

Het zijn ook voor de Goudvink bijzondere tijden. Op aanreiken van de jury van de Goudvink (Koos Janssen, burgemeester van Zeist, Klaartje Peters, hoogleraar bestuurskunde, Peter Peeters, griffier gemeente Brunssum en Peter van de Knaap, directeur/secretaris Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) heeft het bestuur besloten de competitie voor de Goudvink een jaar uit te stellen.

De Goudvinkjury wil dit jaar gebruiken om aard en functie van de kwaliteitsprijs voor het beste rekenkamerrapport goed door te denken. De Goudvink is begonnen als een prijs voor het beste rapport, met name in technisch opzicht. De vink stond vooral symbool voor het 'vinken' van criteria waaraan het door de gemeente gevoerde bestuur moest voldoen. De V in het logo van de NVRR heeft ook de vorm van een 'vink' meegekregen. Langzamerhand zijn meer criteria mee gaan tellen voor de Goudvink. Zo is onder andere doorwerking een belangrijk item geworden in de jurering. Die ontwikkeling laat ook wel zien welke ontwikkeling rekenkamers sinds het begin van de NVRR, 17 jaar geleden, hebben doorgemaakt.

De leden hebben aangegeven een kwaliteitsprijs belangrijk te vinden. Idealiter is het een leerinstrument, creëert de uitreiking een persmoment, en kan het de rekenkamers die genomineerd zijn een positieve boost in de bestuurlijke verhoudingen geven. Redenen genoeg om door te gaan met de kwaliteitsprijs van de NVRR in 2021, maar dan allicht in een nieuwe gedaante.

Doe mee onderzoek

Doe mee onderzoek In 2020 gaat het ‘Doe mee’ onderzoek over Meldingen Openbare Ruimte. Dit zijn berichten van inwoners of organisaties aan de gemeente over zaken die niet in orde zijn in de openbare ruimte. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een kapotte lantaarnpaal, rondslingerend afval of personen die overlast veroorzaken. Gemeenten ontvangen jaarlijks zo’n drie miljoen meldingen die te maken hebben met onderhoud, groenvoorziening, stadsreiniging, handhaving en politie. Een aantal gemeenten publiceert al open data afkomstig uit de meldingen en sommige gemeenten hebben op basis daarvan ook al innovatieve toepassingen ontwikkeld (bijvoorbeeld Amsterdam en Dordrecht). Niet voor alle gemeenten en andere lagere overheden geldt echter dat er een eenduidig beeld bestaat over hoe wordt omgegaan met de afhandeling van meldingen.

Het O-team heeft een onderzoeksopzet uitgedacht. Het onderzoek richt zich op de doeltreffendheid van het beleid van lagere overheden op het gebied van de afhandeling van Meldingen Openbare Ruimte. Hierbij gaat het zowel om het in kaart brengen van de beleidsmatige en organisatorische inrichting van de afhandeling van meldingen als om de resultaten van het gevolgde beleid. Tevens zal er in kaart worden gebracht hoe de raad over deze resultaten wordt geïnformeerd.

Er zijn 3 bureaus benaderd om een offerte uit te brengen en mee te denken over een verdere invulling van het onderzoek. Deze bureaus zijn geselecteerd op basis van de ervaring die ze hebben met het onderwerp. Begin juni bespreekt het O-team de offertes van de bureaus en maakt een keuze. We realiseren ons dat het een bijzondere tijd is voor een doe mee onderzoek maar door het onderzoek te baseren op deels openbare documenten en voldoende tijd in te lassen, denken we dat het te doen moet zijn. Het is de bedoeling dat rekenkamer(commissie)s zelf de documenten verzamelen c.q. opvragen bij de gemeenten en het onderzoeksbureau de verzamelde data verwerkt tot een feitenoverzicht. Er is voor een onderzoeksopzet gekozen die uitvoerbaar is/passend binnen de anderhalve metermaatschappij (i.a.w. het is niet nodig om veel persoonlijk contact te hebben, burgers zullen niet worden geïnterviewd). Voordat het onderzoek start wordt er nog een (digitale) bijeenkomst georganiseerd waarin vragen gesteld kunnen worden over het onderzoek en de aan pak ervan. Daarna vragen we rekenkamer(commissie)s zich definitief aan te melden.

Tot slot zien we dat rekenkamer(commissie)s en gemeenten heel verschillend met de huidige situatie omgaan en zal iedereen zijn eigen afweging moeten maken. Mocht je interesse hebben om mee te doen, laat het ons alvast weten via ontwikkelteam@nvrr.nl.

Het O-team

Gevolgen coronacrisis voor rekenkamerwerk

Begin deze maand hebben we rekenkamers een aantal vragen gesteld over de gevolgen van de Corona-crisis voor hun werk. 61 rekenkamers hebben gereageerd. Hieronder gaan we in op de antwoorden. Op de vraag in hoeverre de rekenkamer problemen ervaart kwam de volgende respons:

Bijna 2/3 van de rekenkamers ervaart geen tot weinig problemen. 20 rekenkamer ervaren redelijk wat problemen en 2 ervaren veel problemen.

Gevraagd naar welke problemen blijkt dat geen enkele rekenkamer ervaart dat de gemeenten niet wil dat er onderzoek plaatsvindt of dat rekenkamers geen stukken meer krijgen. Meeste problemen ervaren rekenkamer met de interne overleggen (12 rekenkamers) of de gesprekken met ambtenaren (11 rekenkamers), die lastiger zijn te organiseren. Gemeenten die geen tijd hebben of trage communicatie met de gemeente komen bij resp. 4 en 3 rekenkamers voor.

Andere problemen die zich voordoen zijn: veldonderzoek stagneert omdat het lastig is interviews te plannen met externe partijen of cliënten van externe partijen, sollicitatieprocedure die stokt, onderzoek dat niet in de raad kan worden besproken.

Oplossingen die aangedragen worden zijn:

  • Digitaal interviews afnemen en digitaal vergaderen, telewerken
  • Begrip tonen, niet al te zeer tamboereren op formele bevoegdheden en creatieve oplossingen bedenken
  • Opstart onderzoek uitstellen
  • Andere minder geprioriteerde activiteiten oppakken
  • Eerst literatuuronderzoek doen

Gevraagd naar problemen waarvoor geen oplossing voor handen is blijken er eigenlijk weinig onoplosbare problemen te zijn. Drie specifieke problemen die zich voordoen die lastig zijn is het feit dat bij één rekenkamer de ambtelijke organisatie stukken produceert bij het leven en rekenkamerrapporten aan dat ‘geweld’ ten onder gaan, bij een andere rekenkamer lastig is te communiceren met de raad en een derde signaleert dat ambtenaren met name in het sociaal domein druk bezig zijn met uitvoer van de regelingen als Tozo of verwerken van uitkeringsaanvragen.

Tips
Tot slot is gevraagd naar tips voor andere rekenkamers, en de meest belangrijke zijn dat zaken op een laag pitje worden doorgezet of worden uitgesteld, zoals het veldwerk, de interviews, behandeling van rapporten in de raad, sollicitatieprocedure enz. Een enkele rekenkamer meldt geen nieuw onderzoek te starten om de organisatie ruimte te bieden om zich met de crisisbestrijding bezig te houden. Vaak wordt aangeraden om creatief om te gaan met de situatie, te bezien of het geplande onderzoek op een andere manier uitgevoerd kan worden, gebruik te maken van digitale hulpmiddelen als videoconferencing, rustig de tijd te nemen voor zaken en vooral flexibel en relaxed te blijven.

En als allerlaatste, één rekenkamer meende dat de NVRR deze vragen niet zou mogen stellen aan rekenkamers, omdat de gemeentelijke organisatie met rust gelaten zou moeten worden.

Desalniettemin zijn nuttige tips opgehaald en gedeeld. Rekenkamers maken nu veel gebruik van videoconferencing en er zijn enkele vragen gesteld over de privacyvriendelijkheid en beveiliging van de tools die daarvoor voor handen zijn. De Informatiebeveiligingsdienst (IBD) heeft veel gestelde vragen daarover beantwoord en een quick scan van de applicaties uitgevoerd gedaan gepubliceerd, die recent is geüpdatet. Hierbij de link https://www.informatiebeveiligingsdienst.nl/nieuws/vragen-over-videoconferencingtools/ en daar vindt u ook de quick scan van de tools en andere informatiebronnen.

Hopelijk duurt de situatie rond corona niet al te lang meer en kan iedereen de draad snel weer oppakken. Succes met het rekenkamerwerk en blijf gezond.

Etienne Lemmens, secretaris NVRR.

Hoe zorg je voor publiciteit voor je onderzoek? En hoe belangrijk is dat?

Hoe zorg je voor publiciteit voor je onderzoek? En hoe belangrijk is dat?

De ene rekenkamer zoekt bewust de publiciteit. De andere geeft dat geen prioriteit. Waarom zou je voor het een of ander kiezen? Wat kan media-aandacht opleveren – en hoe krijg je die? Vier collega’s vertellen.

Voor Gerard Lappee, secretaris van de rekenkamercommissie WVOLV (Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg) is het simpel: het gaat om impact. Zijn rekenkamer organiseerde in 2018 een symposium waarbij ook minister Ollongren aanwezig was, benadert actief de pers en heeft een eigen website en LinkedIn-kanaal. “Wij willen effect hebben, en publiciteit helpt daarbij.”

Zo breed mogelijk aandacht

Eind vorig jaar startte rekenkamercommissie WVOLV een onderzoek naar de handhaving van de energieplicht van bedrijven. Die moeten energiebesparende maatregelen uitvoeren als deze zich binnen vijf jaar terugverdienen. De boodschap toen was: hier is waarschijnlijk winst te halen. Dat werd opgepikt door het Leidsch Dagblad. Lappee: “Zo is nieuwsgierigheid gewekt naar het op te leveren eindrapport.”

Hans Bekkers, tot eind vorig jaar lid van de Nijmeegse rekenkamer én redacteur van Binnenlands Bestuur, vindt het ook belangrijk om zo breed mogelijk aandacht te krijgen. “Natuurlijk werk je voor de raad, maar die zit er uiteindelijk ook voor de burger. We werken aan hetzelfde doel.” Persberichten en stukken voor de raad gaan in Nijmegen altijd tegelijk uit. Met als insteek: wat betekent dit voor de burger. “Net als bij de onderzoeksvraag. Je denkt daar niet pas over na bij het persbericht – dat is te laat.”

Afhankelijk van het onderwerp worden de onderzoeken opgepikt door de pers. Een onderzoek naar veiligheid of de wachtlijsten in de zorg leeft volgens Bekkers meer dan naar de uitvoering van de archiefwet.

Communicatie met de raad

Publiciteit heeft niet voor elke rekenkamer prioriteit. Ook Caroline de Widt van de rekenkamer Emmen ziet dat de pers het ene onderwerp interessanter vindt dan het andere. Onderzoek naar informatiebeveiliging scoorde niet, onderzoek naar afvalverwerking wel. Maar: “Ik merk niet dat het ene onderzoek daardoor meer effect heeft dan het andere. Ik hoor in debatten nooit ‘ik las in de krant dat…’.”

Voor Caroline staat communicatie met de raad op één. “We houden voor hen presentaties bij het uitkomen van onderzoek, maar blijven ze ook daarna voeden.  Controllers van de gemeente monitoren of er wat met de aanbevelingen gebeurt. En we vragen elk onderzoeksbureau – al in de offerte – om een quick scan te doen na een jaar. Maar dan nog… raadsleden worden bedolven onder de informatie en de cijfers. Het blijft lastig.”

Bekkers benadrukt eveneens het belang van goede communicatie met de raad. Zijn rekenkamer verzorgt ook bij elk onderzoek een presentatie voor de raad, soms met een klein congres. Dat kan je volgens Bekkers ook prima voorafgaand aan het onderzoek doen. Tijdige betrokkenheid helpt immers ook om uiteindelijk meer doorwerking te hebben.

Belanghebbenden betrekken

Publiciteit zit aan het eind, maar de betrokkenheid begint veel eerder. Dat zegt ook William van Deursen, betrokken bij onder andere de rekenkamers Schiedam-Vlaardingen, Berkelland en Dordrecht. “Bij onze onderzoeken betrekken we nadrukkelijk de buitenwereld, door middel van interviews en interactieve sessies. Het betrekken van belanghebbenden heeft in mijn ervaring meer effect dan het proberen te bereiken van een breed publiek. Bijvoorbeeld in een kleine sessie waar feiten worden uitgewisseld en begrip en inzicht ontstaan.”

Tijdens onderzoeken is Van Deursen terughoudend met informatie naar buiten. Zoals bij een onderzoek naar informatiebeveiliging. “Dan moet je zorgen dat eventuele lekken gedicht kunnen worden, voordat je openbaar maakt waar ze zaten. Het doel is betere beveiliging, dan moet je de publiciteit ook in dat licht zien. Prima om dan na afloop te zeggen: het is inmiddels opgelost.”

Publiciteit als koevoet

Maar Van Deursen geeft toe: soms komt de pers als koevoet goed van pas. In 2004 dacht de stadsarcheoloog van Venlo een middeleeuws Joods badhuis te hebben gevonden. Dat werd uitgegraven en het lokale museum kreeg er een vleugel bij. Kosten: vele miljoenen. De Venlose rekenkamer constateerde later in een onderzoek dat er sprake was van tunnelvisie – niet van een badhuis. Betrokkenen wilden te graag dat het verhaal klopte.

Het gemeentebestuur zat niet op deze conclusie te wachten. “Maar wij moesten ‘m openbaar maken”, zegt Van Deursen, toen betrokken bij de rekenkamer Venlo. “We hebben, na het inlichten van het bestuur, een bijeenkomst georganiseerd voor de pers. Voor publiciteit – en om te zorgen dat de journalisten dan ook meteen het juiste verhaal hadden. Toen was publiciteit zeker welkom.”

Toon en vorm

Hoeveel (of weinig) je ook van publiciteit verwacht, ieder zoekt naar de juiste toon en vorm. Lappee:  “Gebruik duidelijke taal, korte zinnen en eenvoudige woorden. Dat vinden ook de raadsleden prettiger. Vat de uitkomsten samen op maximaal drie A4. Ik vind impact belangrijker dan dat alles wordt toegelicht tot twee cijfers achter de komma. Zo hebben we over vorig jaar een infographic laten maken en een kort verslag met veel beeldmateriaal.”

De rekenkamer WVOLV heeft zoals gezegd een website met een eigen domeinnaam. En er is een LinkedIn-kanaal. “Om onze onafhankelijkheid van de gemeente te benadrukken”, aldus Lappee.

Die onafhankelijkheid is een dingetje. De meeste rekenkamers doen zaken met de afdeling communicatie van de gemeente als het gaat om persberichten. De Widt: “Dat is soms lastig. Zij werken voor het college, hun invalshoek is anders. Bij onze aanbevelingen zijn zij geneigd te denken ‘inmiddels doen we dat al’. Maar wij willen dat onze resultaten zonder mitsen en maren worden weergegeven. Daar komen we wel uit, hoor.”

Hoe groot of klein je je doelgroep ook omschrijft, een goed persbericht is de moeite waard, besluit De Widt. “Alleen al zodat iedereen weet dat wij bestaan en dat wij met inhoudelijke, relevante onderwerpen bezig zijn. Zodat mensen met ideeën ons weten te vinden.”

Meer weten

Wil je meer weten over hoe je goed contact houdt met je doelgroepen? Lees dan de tips en voorbeelden uit het Rekenkamerkompas (pag. 9-11). Vragen over de genoemde voorbeelden? Stuur een mail en wij brengen je met de juiste mensen in contact.

Gratis coaching, telefonisch of via videobellen

Worstelt jouw rekenkamer met publiciteit? Of met een andere kwestie? Maak dan nu gebruik van de NVRR-coaching. De NVRR biedt je een gratis coachingsgesprek aan van een uur met een van de makers van het Rekenkamerkompas (wil je langer aan de slag, kan dit natuurlijk op eigen kosten). Dit kan natuurlijk telefonisch of via videobellen. Je bepaalt zelf het onderwerp. Vul het formulier in en wij nemen contact op. Het aanbod geldt tot eind mei, aanmelden kan tot half april.

Congres en ALV

Het bestuur heeft besloten de ALV op vrijdag 26 juni te organiseren. In ieder geval het jaarverslag en de jaarrekening van 2019 staan op de agenda, samen met een update over de voortgang van de verdere professionalisering van de vereniging. Voorlopige plannen zijn om de ALV te combineren met een mini-conferentie.

Het zijn bijzondere tijden en we kunnen niet zien wat de nabije toekomst ons brengt. Veel evenementen worden verplaatst, zoals bijvoorbeeld het minicongres in Alphen a/d Rijn dat gepland stond voor 27 maart 2020. In deze tijd van verbinding hebben we contact gezocht met de organisatoren van de mini-conferentie in Alphen a/d Rijn en gepolst om voor de ALV en mini-conferentie van 26 juni samen op te trekken. Precieze plannen worden zo spoedig mogelijk bekend gemaakt. Uiteraard houden we rekening met de noodmaatregelen in verband met de corona-crisis.

Blijf gezond en volg de maatregelen van de overheid op.

Oproep congrescommissie

Het bestuur van de NVRR wil uiteraard verder gaan met het organiseren van gelegenheden voor leden om te netwerken en nieuwe kennis over rekenkamerwerk op te doen. Het bestuur heeft besloten dit jaar een mini-conferentie in juni en een groot congres in het najaar te organiseren. Vanaf 2021 staat de planning niet vast.

De congrescommissie zoekt versterking om de activiteiten daarvoor inhoudelijk te organiseren. De commissie wordt voor het praktische deel ondersteund door een professioneel congresbureau. Gevraagd wordt tijdens enkele vergaderingen mee te denken over thema en inhoud van de (mini-)congressen en een enkele voorbespreking met lezinghouder of workshopleider.

Heb je belangstelling of wil je meer informatie, mail dan naar info@nvrr.nl.

Wetsvoorstel Versterking lokale rekenkamers

De minister heeft zijn standpunt bepaald. Het definitieve wetsvoorstel is met een begeleidende nota naar de kamer gestuurd. Zie https://www.binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/binnen-jaar-moeten-rekenkamers-onafhankelijk-zijn.12720650.lynkx.

Elke gemeente moet een rekenkamer krijgen zonder raadsleden. Dat is niet helemaal conform de wens van onze vereniging. Maar het is wel goed dat er nu een volgende stap in dit al langdurende proces wordt gezet. Het is jammer dat er geen duidelijkheid wordt geschapen over wat 'voldoende' budget is. Maar op dit punt denkt de NVRR wel mee, zie elders in de nieuwsbrief, over de inspiratiekaders. De Kamer heeft in een eerder stadium uitgebreid aandacht besteed aan het wetsvoorstel en er zijn ook allerlei vragen gesteld waar de nota ook een antwoord op is. Het is afwachten of en hoe de Kamer in deze fase van besluitvorming met het wetsvoorstel aan de slag gaat. We blijven nieuwsgierig. Gemeenten krijgen in ieder geval na publicatie in de Staatscourant een jaar de tijd om zo nodig de verordening aan te passen. Waar nodig zal de NVRR gemeenten daarbij ondersteunen.

Inspiratiekaders lokale rekenkamers

In haar adviesrapport aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) concludeert de werkgroep Lokale rekenkamers dat verdere versterking van rekenkamers mogelijk en wenselijk is. Daarover moeten in allerlei gemeenten gesprekken worden gevoerd. Ter ondersteuning van deze gesprekken moeten er een aantal ‘inspiratiekaders’ komen. Daartoe heeft BZK aan Berenschot gevraagd om een drietal inspiratiekaders te ontwikkelen. Deze inspiratiekaders zijn gericht op: 

 

 

 

  1. Het verbeteren van de professionele relatie tussen raad, rekenkamer en college 
  2. Het toekennen van adequaat budget voor de rekenkamer door de raad 
  3. Het verbeteren van de samenwerking tussen rekenkamers 

Het bestuur van de NVRR lijkt het zinvol als leden van de vereniging ook inbreng hebben in de inhoud van die kaders. Eind vorig jaar is er met een aantal leden al gesproken over de eerste aanzet van Berenschot voor het inspiratiekader budget. Als er meer leden geïnteresseerd zijn om mee te praten over dit of één van de andere twee inspiratiekaders, dan horen we dat graag via info@nvrr.nl.

O-team heeft versterking

In de vorige nieuwsbrief stond een oproep voor versterking van het O-team. Dat is niet zonder resultaat gebleven. Sinds maart 2020 hebben we twee nieuwe leden: Ruud van Druenen en Andre van Hengeveld. We zijn verheugd met hun komst en kijken uit naar een goede samenwerking. Hieronder stellen zij zicht voor.

Verder willen we Geerten Kruis en Etienne Lemmens die gestopt zijn nog heel hartelijk danken voor hun inzet. Zij hebben het afgelopen jaar het ‘Doe mee’ onderzoek mogelijk gemaakt.

 

 

Ruud van Druenen

Sinds de zomer van 2019 ben ik lid van de Wageningse Rekenkamer. Rekenkamerwerk brengt mijn voorliefde voor het doen van onderzoek en het werken in een politieke omgeving samen. Na het afronden van mijn studie politicologie ben ik als beleidsadviseur en -onderzoeker werkzaam geweest op verschillende Haagse ministeries. Daar heb ik ervaren hoe belangrijk goede beleidsevaluatie is voor het vormgeven van doeltreffend en doelmatig beleid. Momenteel ben ik werkzaam als promovendus en docent bij het departement bestuurskunde van de Radboud Universiteit. Als lid van het O-team wil ik me graag inzetten voor het opbouwen en verspreiden van relevante kennis over rekenkamerwerk om zo een bijdrage te kunnen leveren aan nog betere lokale rekenkamers.

Andre Hengeveld

Vanaf 2005 ben ik betrokken geraakt in het werk van een lokale rekenkamer en heb dat in de eerste jaren voor een aantal gemeenten en een waterschap mogen doen. Momenteel ben ik voorzitter van de rekenkamer Land van Cuijk ( vijf gemeenten ) en voorzitter van de rekenkamer van waterschap Hollandse Delta. Mijn achtergrond als organisatieadviseur / registeraccountant heeft  me van meet af aan in staat gesteld, me op mijn gemak te voelen om beleidsonderzoek te doen en voor raden cq algemeen bestuur door middel van heldere rapportages praktische ondersteuning te bieden bij hun bestuurlijke verantwoordelijkheden. Sinds kort lid van het O-team waarmee ik hoop bij te dragen aan een kwalitatieve impuls van beeld en functioneren van rekenkamers.

Draaien aan de knop van de ODZOB

De gemeenteraden stellen kaders aan deze GR, maar hebben weinig grip.Duidelijkheid als opdrachtgever en eigenaar is nodig. Financieel en inhoudelijk. De meningen over waar de ODZOB van is, zijn verdeeld. Samenspel is cruciaal voor de opgaven buiten.

Coaching: inspiratie, praktische tips en een frisse blik

Ook behoefte aan een goed gesprek over rekenkamerwerk? De NVRR biedt nu een uur gratis coaching aan door de ontwikkelaars van het Rekenkamerkompas. Lees deze vier ‘reviews’. Het aanbod geldt tot mei 2020.

 

 

 

  1. Esther Fogl (lid en secretaris van de RKC Noordoostpolder)

    “Onze vraag: hoe zorg je voor een goede relatie met de raad en het college? Je werkt aan hetzelfde doel, maar dat voelt soms niet zo. De komst van een nieuwe voorzitter leek ons een mooie aanleiding voor een coachingsgesprek. We hebben ook nieuwe ideeën opgedaan over het ophalen van onderwerpen. En we gaan ons werkproces beter uitleggen aan ambtenaren. Coach Marije heeft ons uitgedaagd om anders te kijken. Een aanrader.”
  2. Stan Hermans (raadsadviseur gemeente Goes en secretaris RKC)

    “Ik heb samen met onze voorzitter een telefonische coachingssessie gehad. We willen onze slapende rekenkamercommissie nieuw leven inblazen. Het zou mooi zijn als de leden de toegevoegde waarde van een onderzoek zien en zich echt mede-eigenaar voelen. We vroegen ons concreet af hoe je een verkennend onderzoek kunt opzetten. Een van de tips: noem het een verkenning, geen onderzoek. Dan haal je veel op zonder dat het later dubbelop voelt. Met zo’n concrete tip kun je meteen je voordeel doen.”
  3. Gerrit Hagelstein (voorzitter van de RKC Lingewaard)

    “Wij hebben sinds een jaar een nieuwe samenstelling. Daarom hebben we de coaching uitgebreid tot een teammiddag, om afspraken te kunnen maken over onze werkwijze. Welke eisen stel je aan goed onderzoek? Wat heb je nodig aan ondersteuning? Hoe ben je een goede opdrachtgever? Coach Vincent leidde het gesprek. We hebben nu een fijn actielijstje. Vincent heeft kennis van zaken, het was een inspirerende middag.”
  4. Nelleke van Proosdij (raadsadviseur gemeente Enschede en secretaris RKC)

    “Het aanbod van een coachingssessie sprak ons meteen aan. Leuk, eens met een frisse blik naar je eigen werk kijken. We kozen een onderwerp dat anders niet zo snel op de agenda komt: communicatie en publiciteit. We vroegen ons af of we meer wilden of konden communiceren met ‘de stad’ over onze onderzoeken, maar kwamen er op uit dat voor onze rekenkamer de raad de belangrijkste partner is. We gaan als eerste stap de raad nu beter informeren bij de start van elk onderzoek. Niks ingewikkelds, maar gewoon een goed idee.”

Gratis coaching

Maak nu gebruik van de NVRR-coaching. De NVRR biedt je een gratis coachingsgesprek aan van een uur met een van de makers van het Rekenkamerkompas (wil je langer aan de slag, kan dit natuurlijk op eigen kosten). Je bepaalt zelf het onderwerp. Vul het formulier in en wij nemen contact op.

Wta-onderzoeken ACAM

In Amsterdam controleert ACAM jaarlijks de gemeenterekening. De Rekenkamer Amsterdam houdt daarom toezicht op ACAM. Via het AFM-monitorformulier volgt de rekenkamer jaarlijks systematisch de ontwikkelingen bij ACAM.

Verdeling onder hoogspanning

Als provincies compensatie en financiële participatie voor omwonenden van wind- en zonneparken willen regelen, moeten ze het Rijk vragen om landelijke wetgeving. Ook burgerparticipatie bij de energietransitie kan verbeterd worden.

Woonbeleid in Zaanstad

Het onderwerp is gekozen met behulp van burgers uit Zaanstad (het Zaanpanel): zij gaven aan voorkeur te hebben voor een onderzoek naar de realisatie van een evenwichtig woningaanbod in hun gemeente. Dit is voor Zaanstad het publieksonderzoek 2019.

Wat is nodig voor goed onderzoek?

Welke omstandigheden bepalen de kwaliteit van een rekenkameronderzoek? We vroegen het drie ervaringsdeskundigen, die zowel de kant van de onderzoeker als van de rekenkamer kennen. Hier samengevat in zeven succesfactoren voor goed onderzoek.

1. Een duidelijke vraag en aanleiding

Het begint bij een goede onderzoeksvraag. En dat is nog niet zo eenvoudig, is de ervaring van Jos Mevissen, die meer dan 35 jaar onderzoek uitvoerde en begeleidde bij een onderzoeksbureau en nu adviseert over beleidsevaluaties. “De vraag waar rekenkamers mee komen is vaak onduidelijk. En te breed voor het beschikbare budget. Als je dan vraagt naar de aanleiding, hoor je ‘de raad wil dit weten’. Maar waaróm wil de raad dit weten. Een rekenkamer moet zich bovendien afvragen wat ze met het onderzoek wil: haar controlerende óf ondersteunende rol uitoefenen. Dat maakt de vraagstelling ook scherper.”

2. Eigen vooronderzoek

Niet voor niks doet Marc van Rosmalen, voorzitter van de rekenkamer in Zaltbommel, graag zelf vooronderzoek voor hij een onderzoeksbureau brieft. “We zoeken naar rapporten die andere rekenkamers over een onderwerp hebben laten maken. Wat leverde dat op? We vragen ook gemeentelijke documenten op en spreken inhoudelijk betrokkenen. We willen een relevante vraag, geen open deuren. Dit alles levert een paar A4 op met een situatieschets, aanleiding, probleemstelling en mogelijke vragen. We laten de raad aanvullen, maar maken zelf de startnotitie.”

3. Wederzijds vertrouwen

Naast het nodige voorwerk is wederzijds vertrouwen nodig, stelt Gert-Jan Broer. Hij deed jaren onderzoek, was directeur van een rekenkamer en werkt nu als raadsadviseur voor de gemeente Almere. “Want de onderwerpen die aan de orde zijn, zijn vaak minder meetbaar dan je denkt. Wil je per se weten of het doel uit nota X is gehaald? Of wil je weten welke doelen inmiddels haalbaar zijn? De wereld verandert en onderzoekers moeten daar ook oog voor hebben. Dat vraagt flexibiliteit en vertrouwen van beide kanten.” Marc: “Ik waardeer eigen initiatief van een bureau. Je wilt immers dat er meer uitkomt dan je er zelf in stopt.”

4. Een gesprek over proces en relatie

Juist omdat je niet precies weet wat je gaat tegenkomen, is een goed gesprek vooraf nodig, zeggen de drie deskundigen. Over de vraag zelf, zegt Jos, en het gewenste resultaat. Gert-Jan vult aan: “De rekenkamer wil een ronkend rapport en simpele conclusie, maar de werkelijkheid is niet simpel. Hoeveel ruimte zit daar?” Marc zegt het als volgt: “Wat je inhoudelijk gaat tegenkomen weet je niet. Des te belangrijker om het proces en de relatie helder te hebben – wat verwacht je van elkáár.”

5. Enige kennis van elkaars werk

Volgens Gert-Jan is het handig als onderzoekers begrip hebben van het werk van gemeenten. “Een onderzoeker moet afstand hebben, maar wel de complexiteit van het werk van gemeenteambtenaren snappen. Ik heb te vaak gezien dat rapporten door hen niet werden herkend. Dat is jammer, want zij moeten wel met de conclusies aan de slag.” Andersom vindt Jos het prettig als een rekenkamer weet hoe je beleidsonderzoek doet. “Dat praat een stuk makkelijker. Ook tijdens het onderzoek wil je kunnen sparren met iemand die inhoudelijk op de hoogte is. Een secretaris is dat bijvoorbeeld niet altijd.”

6. Draagvlak in de organisatie

Begrip is dus belangrijk. Maar draagvlak ontstaat niet alleen door inhoudelijke afstemming. Marc: “Sowieso moet de organisatie vooraf op de hoogte zijn van de onderzoeksplannen van de rekenkamer. Betrokkenen moeten zich niet overvallen voelen als ze gebeld worden door een onderzoeker. Als er toch wrijving ontstaat moet je als rekenkamer ingrijpen – of liever daarvoor al. Maak dus duidelijke afspraken over het proces, over welke gegevens gedeeld kunnen worden en werp je bij onduidelijkheid op als bemiddelaar.” Gert-Jan is het eens: “Draagvlak is belangrijk. Het is niet niks voor een ambtenaar als er onderzoek naar ‘zijn’ onderwerp wordt gedaan.”

7. Reële verwachtingen

En wat als het resultaat dan toch tegenvalt? Is dat te voorkomen? Marc: “Ik spreek altijd van tevoren af hoeveel tijd er nog is voor aanvullende vragen. En ik vraag het bureau om bevindingen, niet om conclusies. Die schrijven wij altijd zelf.” Gert-Jan oppert om de fixed price eventueel los te laten. “Als je aanvullende vragen wilt kunnen stellen, moet de prijs ook flexibel zijn.” Dat vindt ook Jos. En deze houdt vast aan zijn stelling dat de onderzoeksvraag bepalend is: “Als die deugt, weet de opdrachtgever wat hij kan verwachten. Dan kan de uitkomst eigenlijk niet tegenvallen – hooguit nieuwe vragen oproepen.”

Meer weten

Wil je meer weten over onderzoek? Lees dan de tips en voorbeelden uit het Rekenkamerkompas (pag. 13-15). Vragen over de genoemde voorbeelden? Stuur een mail en wij brengen je met de juiste mensen in contact.

Gratis coaching

Vragen over de aanpak van jouw rekenkamer? Maak dan nu gebruik van de NVRR-coaching. De NVRR biedt je een gratis coachingsgesprek aan van een uur met een van de makers van het Rekenkamerkompas (wil je langer aan de slag, kan dit natuurlijk op eigen kosten). Je bepaalt zelf het onderwerp. Vul het formulier in en wij nemen contact op.

Het O-team zoekt versterking, doet u mee?

Ben je geïnteresseerd in de (inhoudelijke) ontwikkelingen waar rekenkamers mee te maken krijgen en heb je zin om mee te denken wat de vereniging hiermee kan doen voor haar leden? Het O-team zoekt nieuwe teamleden. Het O-team heeft als doel de NVRR te ondersteunen bij de verdere professionalisering (kwaliteitsborging) en kennisontwikkeling (opleiding en scholing). Dit gebeurt door zorg te dragen voor:

  • een actueel, relevant en gewaardeerd opleidingsaanbod dat aansluit bij de behoefte van (toekomstige) leden;
  • de ontwikkeling (en verspreiding) van een samenhangende geheel aan producten dat gebruikt kan worden voor de uitvoering van de rekenkamerfunctie; en
  • de ontwikkeling en coördinatie van het jaarlijkse ‘doe mee onderzoek’.

Het O-team komt één keer per zes weken samen en bestaat uit actief betrokken onderzoekers en bestuurders van rekenkamers die lid zijn van de NVRR. Er wordt gestreefd naar een representatieve vertegenwoordiging vanuit de verschillende rekenkamers (lokaal, provinciaal, waterschappen en landelijk). De deelnemers zijn op dit moment: 

  • Sjoerd Keulen, bestuurslid Rekenkamer Utrecht
  • Manon Laan, onderzoeker bij de Randstedelijke Rekenkamer
  • Suzan Mathijssen, secretaris-directeur Rekenkamer Oost-Nederland en tevens bestuurslid NVRR
  • Jamilja van der Meulen, bestuurslid Rekenkamer Dronten en tevens bestuurslid NVRR
  • Ard Schilder, directeur-secretaris van de Zuidelijke Rekenkamer
  • Jolien Wiegman, secretariaat NVRR

Enthousiast geworden en/of nog vragen? Neem dan contact op met het O-team via het NVRR secretariaat (ontwikkelteam@nvrr.nl) of via Suzan Mathijssen (tel.:06-518 65 795).