Terugblik voorjaarscongres 2025
‘Leren van kennispartners’ was het thema van het voorjaarscongres en tevens de hoop waarmee rekenkamerleden en -onderzoekers uit heel het land naar Utrecht kwamen. Het congres vond dit maal plaats in het prachtige gebouw van de Utrechtse bibliotheek, Neude 11. Na een warm welkomswoord van Steven Oostlander, voorzitter van de Vereniging van Rekenkamers, was er speciale aandacht voor Frank van der Knaap van de congrescommissie, voor wie dit het laatste congres is dat hij mede heeft georganiseerd.
De eerste spreker, Wouter Jan Verheul (TU Delft & Arcadis), vertelde dat niet alleen fouten aanleiding zijn voor leren, maar dat juist ook successen de inspiratie kunnen vormen voor verbeteringen in het openbaar bestuur. Naast geslaagde voorbeelden en principes die een kompas bieden voor de toekomst, ging Wouter Jan ook in op de vraag welke methoden kunnen helpen om deze positieve vorm van leren toe te passen in het doen van onderzoek en aanbevelingen voor beleid en bestuur. Door met waarderend onderzoek onderliggende succesprincipes te identificeren, kunnen deze vervolgens worden vertaald naar aanbevelingen waarmee successen inspiratie bieden voor nieuw beleid.
Titia Nijeboer (Werk aan Uitvoering) vertelde vervolgens ‘wat cijfers niet kunnen vertellen, maar mensen wel’ over de kracht van het verhaal achter de cijfers. Ze liet zien hoe, door grootschalig te luisteren naar de verhalen van betrokkenen, een rijker beeld ontstaat. Waar kwantitatieve methoden context en betekenis missen, en het bij kwalitatieve methoden juist ontbreekt aan schaal en vergelijkbaarheid, combineert grootschalig luisteren het beste van beide: het brengt verhalen en cijfers samen. Grootschalig luisteren maakt patronen zichtbaar, maar ook afwijkende stemmen en signalen die anders onder de radar blijven. Dat levert inzichten op die helpen bij het ontwerpen van beleid, het bijsturen tijdens uitvoering en het begrijpen van de effecten. Door ervaringen op deze manier systematisch te verzamelen kunnen ze worden ingezet als volwaardige kennisbron in rekenkameronderzoek.
Toen was het tijd voor koffie, workshops, lunch en nog een ronde workshops. Uiteraard stonden ook de workshops in het kader van leren van kennispartners. De kennispartners in kwestie waren Arjan van der Meer en Karolien van Wijk van het CBS, die deelnemers wegwijs maakten in de wereld van StatLine. Met Patricia van Echtelt en Peggy Schyns van het SCP werden spanningsvelden in de uitvoering van de Participatiewet verkend. Ard Schilder (Zuidelijke Rekenkamer) en Andre Hengeveld (actief voor rekenkamers van waterschappen) praatten ons bij over het onderwerp Nederland Waterland en rekenkameronderzoek rond dat thema; bij de workshop van Robert van Cleef (Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen) leerden we onder andere welke kennis beschikbaar is over het bouwen op slappe bodem. Last but not least kon met Titia Nijeboer de plenaire introductie van grootschalig luisteren meteen in de praktijk worden gebracht.
Terug in de plenaire zaal, maakte Jos van den Broek, directeur van BrabantKennis, veel niet-Brabanders jaloers met zijn verhaal over de werkwijze van zijn organisatie. BrabantKennis verbindt kennis met beleid door de blik te verruimen en doet dat met innovatieve methoden, documentaires en een podcast. Jos nodigde ons uit om toekomstverliefd te worden en kennis van regionale kennispartners te benutten om abstracte trends te vertalen naar lokale werkelijkheid.
Terwijl het steeds warmer werd in de zaal, hield Pieter Hein van Mulligen, hoofdeconoom en woordvoerder van het CBS, iedereen alert door zijn verhaal over de veelzijdigheid aan data van zijn organisatie, de rol van woordvoerders en wat te doen met oneigenlijk gebruik van data, af te wisselen met quizvragen waarbij via handopsteken het inschattingsvermogen van de zaal over een aantal opvallende statistieken getoetst werd.
Met een laatste aansporing om onze rekenkamerrapporten in te sturen voor de Goudvink, stuurt Steven ons naar de borrel. Met een drankje in de hand keken we terug op een geslaagde dag en concluderen we dat we inderdaad het één en ander geleerd hebben van kennispartners.