De afgelopen jaren is in Helmond een duidelijke ontwikkeling ingezet richting een zakelijkere en professionelere manier van inkoop en subsidieverstrekking, vooral binnen het sociaal domein. Het contractmanagement is verbeterd, met meer verbinding tussen de gemeente en lokale aanbieders door monitoring, gesprekscycli en analyses van verantwoordingsinformatie. Er is echter nog ruimte voor verdere professionalisering, vooral op het gebied van het formuleren van duidelijke werkafspraken en het verkrijgen van inzicht in de maatschappelijke effecten van zorg en subsidies. De verschuiving van kwantitatieve (output) naar kwalitatieve (outcome) verantwoording verloopt moeizaam, mede door de arbeidsintensieve methoden en de complexiteit van het meten van resultaten.

Aanbevelingen uit eerdere rapporten zijn deels opgevolgd, maar sommige blijven in ontwikkeling, zoals de formulering van beleidsdoelen voor Kunst & Cultuur. Op het gebied van jeugdhulp en Wmo is de open house-constructie leidend, maar er is behoefte aan explicietere afspraken en structurele evaluaties van zorgtrajecten. Subsidierelaties, vooral met grotere aanbieders, zijn zakelijker geworden, met meer aandacht voor toegevoegde waarde, maar de effecten van subsidies blijven moeilijk meetbaar. De gemeenteraad is betrokken bij het opstellen van nieuw beleid, maar er is behoefte aan een gesprek over de gewenste informatievoorziening met betrekking tot de resultaten en effecten van subsidies en inkoop.

1. Hoe zijn de aanbevelingen uit het rekenkamercommissie onderzoek in 2015 opgevolgd?
2. Hoe wordt er momenteel gestuurd op en verantwoording afgelegd over de doelmatigheid en effectiviteit van de besteding van middelen in het sociaal domein?