Rekenkameronderzoek Effecten coronacrisis Delft
Begin 2020 werd Nederland geraakt door de pandemie als gevolg van het coronavirus.
COVID-19 werd geclassificeerd als een infectieziekte in de groep A, de zwaarste categorie.
Hierdoor kregen de rijksoverheid en de veiligheidsregio’s, in lijn met de Wet
veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid, meer bevoegdheden. Voor de
bestrijding van COVID-19 verschoven bevoegdheden van de burgemeester naar de
voorzitter van de veiligheidsregio. Deze verschuiving in bevoegdheden, in combinatie met
het snel moeten handelen vanwege de crisissituatie, leidde ertoe dat het lastig werd om
overzicht te houden over alle genomen maatregelen op de verschillende niveaus. Het is
evident dat de genomen maatregelen ingrijpende gevolgen op korte termijn hebben,
zowel maatschappelijk als financieel.
Door de eerste noodverordening1
, vastgesteld door de plaatsvervangend voorzitter van
de veiligheidsregio Haaglanden op 15 maart 2020, moesten horeca, musea,
sportverenigingen, et cetera in Delft bijvoorbeeld hun deuren sluiten. Het was voor alle
betrokkenen in Delft, zoals ondernemers en inwoners, onzeker welke gevolgen deze
genomen maatregelen zouden hebben.
Centrale onderzoeksvraag
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamer Delft |
Provincie(s) | Zuid-Holland |
Onderzoek door | Rekenkamer zelf |