De Rekenkamer is onder de indruk van wijze waarop de Stadsbank de schuldhulpverlening uitvoert. Inwoners van beide gemeenten melden zich met lagere schulden dan het landelijk gemiddelde. Dit is een van de aanwijzingen dat activiteiten die helpen om schulden te voorkomen, en vroegsignalering, waarbij mensen met schulden actief worden benaderd voor hulp, effect hebben. Toch heeft de Rekenkamer ook zorgen.
Mensen met schulden kunnen de weg naar de Stadsbank namelijk lang niet altijd goed vinden. Ook is er grote uitval na een eerste intakegesprek.
De Rekenkamer is ook bezorgd over ICT-problemen. Het opstarten van een schuldhulpverleningstraject is intensief omdat mensen vaak meerdere schuldeisers hebben. Om deze schuldeisers goed te laten samenwerken zijn twee ICT-systemen noodzakelijk. Het betreft het schuldenknooppunt en het beslagregister. Deze ICT-systemen zijn nog niet niet operationeel, waardoor het veel tijd kost om een schuldhulpverleningstraject te starten. Dat zorgt voor extra werkdruk bij de Stadsbank, waardoor medewerkers niet met andere taken bezig kunnen zijn.
Omdat de aflostermijn voor mensen die een schuldsaneringstraject doormaken recent is verkort van 3 naar 1,5 jaar, beveelt de Rekenkamer aan hen intensiever te blijven begeleiden om terugval te voorkomen. Ook moet de Leiderdorpse raad meer aandacht besteden aan het schuldenprobleem omdat het aantal huishoudens met problematische schulden in deze gemeente stijgt.

1. Beleid en beleidsdoelen: Wat is het beleid voor schuldhulpverlening en welke beleidsdoelen zijn geformuleerd?
2. Uitvoeringspraktijk: Welke instrumenten worden ingezet, hoe is de uitvoeringspraktijk ingericht en faciliteert de uitvoeringspraktijk een integrale aanpak en maatwerk?
3. Doeltreffendheid: Hoe is de monitoring van beleidsdoelen ingericht en worden met de uitvoering van het beleid de gewenste resultaten bereikt?
4. Toekomstbestendigheid: In hoeverre zijn de gemeenten voorbereid op de verwachte extra toestroom van mensen met schulden door de coronacrisis, de energiecrisis en de hoge inflatie?
5. Zijn de gemeenteraden voldoende in positie om kaders te stellen en te kunnen controleren?