Vitale verenigingen, doel of middel
De rekenkamer onderzocht of het gemeentelijke beleid bijdraagt aan de vitaliteit en toekomstbestendigheid van het lokale verenigingsleven. Op basis van het onderzoek concludeert de rekenkamer het volgende:
– Beleid dat specifiek is gericht op de stimulering en behoud van een vitaal verenigingsleven ontbreekt;
– Wel verwijzen veel beleidsdocumenten naar het belang van een vitaal verenigingsleven, verenigingen spelen ook een rol bij het betreffende beleid;
– Verenigingen zijn vanzelfsprekende partners die bijdragen aan een breed pallet gemeentelijke doelen. De enige specifieke in het gemeentelijk beleid opgenomen doelstelling betreft het aantal inwoners dat lid is van een vereniging;
– De financiële gezondheid en weerbaarheid van de lokale verenigingen is gemiddeld genomen goed. Wel is er sprake van een gestaag dalend ledenaantal, wat de begrotingen van verenigingen onder druk kan zetten.
Vitale verenigingen lijken vooral een middel in plaats van een doel. Het is voor de gemeenteraad nauwelijks navolgbaar hoe -in onderlinge samenhang- het lokaal beleid bijdraagt aan vitale en financieel gezonde verenigingen. Nu en in de toekomst. Daarmee is de doeltreffendheid van het verenigingsbeleid nauwelijks vast te stellen. Om de vitaliteit van haar verenigingen op termijn te borgen is er meer aandacht nodig voor verenigingsondersteuning en voor de uitdagingen waarmee vereniginge nu en in de nabije toekomst te maken krijgen.
Centrale onderzoeksvraag
Draagt het lokaal beleid bij aan de vitaliteit en toekomstbestendigheid van het Beeselse verenigingsleven?
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Rekenkamer Beesel |
Provincie(s) | Limburg |
Ingestuurd door | Niki Vintcent |
Onderzoek door | Rekenkamer zelf |