Skip to main content

Auteur: Secretariaat

Congres Kring Noord 10 juni 2022

NVRR-Noord organiseert op vrijdag 10 juni om 13.00 uur haar eerste live congres sinds jaren. Het thema wordt rekenkamers en jeugdzorg. Op dit moment is dit één van de meest zorgwekkende onderdelen van het lokale overheidsbestuur. Het programma zal binnenkort bekend worden.

Aanmelden kan al wel via info@nvrr.nl.

Locatie: Gemeentehuis Smallingerland, Gauke Boelensstraat 2, 9203 RM Drachten.

Goudvink 2022

In 2022 start de Goudvink weer, de prijs voor het beste rekenkamerproduct.

Criteria voor de Goudvink 2022

1. Basiskwaliteit

  1. reden voor de onderwerpkeuze
  2. beschrijving onderwerp
  3. onderzoeksdoelstelling
  4. onderzoeksvragen
  5. normenkader
  6. onderzoeksaanpak
  7. gebruikte bronnen (literatuurlijst, lijst van respondenten)
  8. beperkingen van het onderzoek

2. Technische kwaliteit

  1. De onderzoeksvragen zijn passend en compleet voor het bereiken van de onderzoeksdoelstelling
  2. De normen zijn passend voor de onderzoeksvragen
  3. De onderzoeksaanpak sluit aan bij de onderzoeksvragen
  4. De bevindingen zijn onderbouwd met valide en betrouwbare data
  5. De conclusies sluiten aan op de bevindingen
  6. De conclusies zijn gebaseerd op normen
  7. De aanbevelingen sluiten aan op de conclusies en gericht op de rol van de geadresseerde (raad/college, PS/GS, AB/DB)

3. Presentatie

  1. Het rapport/product is prettig leesbaar
  2. Er is een adequate samenvatting opgenomen
  3. Er zijn functionele tabellen/illustraties opgenomen in de tekst
  4. Er is een infographic/film opgenomen
  5. Op andere wijze is getracht met de presentatie de doorwerking te bevorderen, bijv. gebruik social media, persbericht, publieksvriendelijke presentatievormen (digitaal, podcast), tijdens workshop conclusies en aanbevelingen gepresenteerd aan deelnemers/stakeholders

4. Relevantie

  1. relevant voor de samenleving/inwoners, sluit aan bij de actualiteit
  2. relevant voor (de versterking van) de volksvertegenwoordiging, en/of de rekenkamer(commissie) besteedt in het rapport aandacht aan haar rol als instrument of ondersteuning voor (de versterking van) de volksvertegenwoordiging.
    (Dit kan op diverse manieren, bijvoorbeeld door dit als een criterium te benoemen voor de selectie van het onderzoeksonderwerp of de onderzoeksaanpak, of aandacht hiervoor bij het formuleren van de aanbevelingen, raad/PS/waterschapsbestuur betrokken bij uitvoering of presentatie.)
  3. relevant voor het afleggen van publieke verantwoording door het bestuur, en/of de rekenkamer(commissie) besteedt in het rapport aandacht aan haar bijdrage daaraan
  4. relevant voor de verbetering van het bestuur (beleid en uitvoering), en/of de rekenkamer(commissie) besteedt in het rapport aandacht aan de bruikbaarheid voor het bestuur

5A. Doorwerking voorronde

  1. De rekenkamer(commissie) geeft in tekst aan welke doorwerking is gesorteerd en geeft aan deze aan te kunnen tonen

5B. Doorwerking eindronde (alleen voor de genomineerden op de shortlist)

  1. De rekenkamer(commissie) heeft de doorwerking gestimuleerd (bijv. innovatieve methode gebruikt, actief de pers opgezocht)
  2. Het onderzoek is relevant, sluit aan op de actualiteit, leeft bij de raad/PS/waterschapsbestuur/bevolking?
  3. Raad/PS/waterschapsbestuur/bevolking is betrokken bij formuleren onderzoeksvragen, uitvoering, presentatie?
  4. Heeft de rekenkamer(commissie) de doorwerking aangetoond?
  5. Hoe is de doorwerking te kwalificeren (rapport/product besproken, er is over de aanbevelingen besloten [besluit/moties], nawijsbaar in beleid opgenomen, nawijsbaar geïmplementeerd, extern invloed gehad [bijv. aandacht in de pers])?

6. Extra punten

  1. Compensatie (bijvoorbeeld als er geen normenkader nodig is bij dit onderzoek, innovatieve aanpak enz.)
  2. Er valt veel te leren voor rekenkamer(commissie)s van dit rapport/product
  3. De jury waardeert het volgende aspect (opvallend aspect)

Voorstel DoeMee 2022: ondersteuning volksvertegenwoordiging decentraal bestuur

Aanleiding

Sinds enkele jaren organiseert de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (de NVRR) voor haar leden het DoeMee-onderzoek. Het DoeMee-onderzoek van 2022 heeft als onderwerp de ondersteuning van de volksvertegenwoordiging in het decentraal bestuur. Voor de uitvoering van het onderzoek, waaraan alle leden van de NVRR kunnen deelnemen, is de NVRR op zoek naar passend onderzoeksbureau. Van belang daarbij is ook dat de NVRR op zoek is naar een onderzoeksbureau dat vanuit het verleden kan laten zien dat zij met grote groepen (minimaal 30) overheden heeft gewerkt. In deze notitie worden de inhoudelijke focus van het onderzoek, de uitgangspunten rondom de gehanteerde werkwijze en de gewenste eindproducten van het onderzoek en de aandachtspunten voor de offerte nader toegelicht. Graag ontvangen we op basis van deze notitie een onderzoeksofferte.

Aanleiding en achtergrond

Vertegenwoordigende organen als de gemeenteraad, Provinciale Staten en het Algemeen Bestuur van het Waterschap spelen een belangrijke rol in de het functioneren van de lokale democratie. De vraag is echter of volksvertegenwoordigingen sinds de dualisering (met uitzondering van het Algemeen Bestuur van het Waterschap dat immers nog steeds een monistische structuur kent) aan het begin van deze eeuw voldoende zijn geëquipeerd om hun rol in de decentrale democratie goed te kunnen vervullen oftewel hoeveel is het decentraal bestuur bereid voor zichzelf uit te geven?

Het DoeMee-onderzoek van dit jaar heeft als doel om vast te stellen op welke wijze de volksvertegenwoordigingen van decentrale overheden momenteel worden ondersteund. Onder ondersteuning verstaan we in ieder geval de inrichting van de griffie, de mogelijkheid tot fractieondersteuning, de inrichting van de rekenkamerfunctie en de mogelijkheid tot ambtelijke bijstand en het volgen van opleidingsprogramma’s. De centrale vraag is: hoeveel is de raad bereid voor haar eigen ondersteuning uit te geven? Het gaat hierbij om vragen als: wat is het budget waarover de decentrale volksvertegenwoordiging beschikt? Wat wordt daaruit gefinancierd? Worden alle middelen besteed of blijft er geld liggen? Is dit de afgelopen jaren veranderd en wat zijn de redenen daarvan? Op basis van dit gezamenlijke onderzoek worden individuele rekenkamers in staat gesteld om uitspraken te doen over de ondersteuning van volksvertegenwoordiging.

Het onderwerp sluit aan bij een adviesrapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) over de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen dat vorig jaar werd gepubliceerd. Hierin adviseert de ROB de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder andere om normen te stellen voor de ondersteuning van gemeenteraden en Provinciale staten. Inmiddels zijn de nieuwe raadsleden gestart en volgen er in 2023 nieuwe leden bij de provincie en waterschappen. Daarmee is het een geschikt onderwerp om nu te onderzoeken omdat het de mogelijkheid biedt om te reflecteren op hun positie. Indien gewenst kan het de basis vormen voor nieuwe afspraken over de eigen ondersteuning.

Binnen de onderzoeksaanpak van DoeMee 2022 zou gedacht kunnen worden aan het opstellen van een benchmark voor de verschillende onderdelen van ondersteuning. Hierbij kan zowel gedacht worden aan kwantitatieve gegevens over budgettaire omvang en aantallen (bijvoorbeeld beschikbare budgetten voor fractieondersteuning of opleidingen en fte’s voor verschillende functies) Deze benchmark geeft een duidelijk beeld van de positie van de deelnemende decentrale overheid in vergelijking met andere (vergelijkbare) overheden. Deze benchmark moet dan ook gegevens opleveren waardoor een vergelijking tussen de verschillende overheden overzichtelijk is weergegeven.

Een dergelijke benchmark vormt een geschikte basis voor rekenkamers om uitspraken te doen over de hoe binnen de overheid ondersteuning van de volksvertegenwoordiging is vormgegeven in vergelijking met andere overheden. Daarnaast stelt het rekenkamers in staat om, mogelijk op basis van gepaste vervolgonderzoek, uitspraken te doen over de ondersteuning van de raad. Bij aanvullend onderzoek door de individuele rekenkamers valt te denken aan het bevragen van leden van de volksvertegenwoordiging, leden van de griffie en collegeleden over hoe zij de positie van de volksvertegenwoordiging bij het vervullen van hun kaderstellende en controlerende rol ervaren. Ook zonder vervolgonderzoek door de rekenkamer moet het geleverde product voldoende basis bieden om de raad van interessante bevindingen te voorzien.

Doel en centrale vraagstelling

De centrale vraagstelling luidt als volgt:
Wat is de staat van de financiële ondersteuning van het volksvertegenwoordigende orgaan

Deelvragen:

  1. Wat is het budget waarover de decentrale volksvertegenwoordiging voor de ondersteuning beschikt?
  2. Wat wordt daaruit gefinancierd?
  3. Worden alle middelen besteed of blijft er geld liggen?
  4. Is dit de afgelopen jaren (periode 2018-2022) veranderd en wat zijn de redenen daarvan?

Op basis van dit gezamenlijke onderzoek worden individuele rekenkamers in staat gesteld om uitspraken te doen over de ondersteuning van volksvertegenwoordiging.

Het onderzoeksbureau wordt gevraagd om suggesties te doen over de wijze waarop vergelijkingen tussen verschillende overheden kunnen plaatsvinden, waardoor duidelijke conclusies kunnen worden getrokken en vergelijkingen kunnen worden gemaakt.

Gewenste werkwijze en producten

Graag willen we het onderzoek aftrappen met een (digitale) NVRR bijeenkomst waarin het onderzoeksbureau zijn aanpak aan de (potentieel) deelnemende rekenkamer(commissie)s presenteert en eventuele vragen van de potentiële deelnemers beantwoordt. Via de deelnemende rekenkamer(commissie)s wordt vervolgens door het onderzoeksbureau documentatie opgevraagd. Er dient een soort verificatie van de door het onderzoeksbureau gegenereerde onderzoeksresultaten bij de betreffende overheid plaats te vinden. Dit laatste in overleg met de betreffende rekenkamer(commissie) (voor meer informatie, zie onderzoeksprotocol).

Het onderzoek dient in ieder geval te leiden tot de volgende twee producten:

  1. een algemene beleidsscan waarin het beleid en resultaten van overheden worden vergeleken en onderzoeksresultaten in algemene zin worden toegelicht;
  2. Overheid specifieke rapportages (die aansluit bij de algemene beleidscan) waarin de specifieke resultaten van de betreffende overheden worden vergeleken met alle deelnemers (benchmark).

Het onderzoek wordt in opdracht van de NVRR uitgevoerd, hetgeen betekent dat het bureau dat de opdracht krijgt niet zonder schriftelijke toestemming van de NVRR zelfstandig over het onderzoek mag publiceren.

Offertevraag

Graag ontvangen we een onderzoeksofferte waarin bovenstaande punten nader zijn uitgewerkt. Hierin staat in ieder geval hoe u het onderzoek gaat aanpakken en op welke wijze de informatieverzameling (voorkeur voor openbare informatie) plaatsvindt. We vernemen graag welk beeld u heeft van de boodschap die rekenkamers op basis van het onderzoek af kunnen geven aan hun volksvertegenwoordigers.

Uiteraard staan we daarbij ook open voor suggesties die uitvoering en resultaat van het onderzoek zouden kunnen verbeteren.

Budget

Voor dit onderzoek is in totaal een budget van € 48.000 beschikbaar. Dit is gebaseerd op de deelname van circa 60 rekenkamers(commissie)s. Het kan zijn dat zich nog meer rekenkamers aanmelden. We horen graag welk bedrag er gerekend wordt voor extra deelnemers.

Tijdslimiet

De definitieve producten dienen uiterlijk 15 december 2022 te worden opgeleverd.

Planning

De deadline voor het indienen van de offerte is maandag 6 juni 2022. Offertes die hierna binnenkomen, worden niet meer in de beoordeling betrokken. Op maandag 13 juni 2022 besluiten wij aan welk bureau de opdracht wordt gegund – mogelijk dat in de tussentijd aanvullende vragen worden gesteld; we verzoeken u dan ook de naam en contactgegevens van de contactpersoon aan uw kant in de offerte te vermelden. U kunt uw offerte sturen naar info@nvrr.nl.

Nadere informatie

Voor nadere informatie over dit offerteverzoek kunt u contact opnemen met Suzan Matthijssen, bestuurslid NVRR op tel 06 – 51 86 57 95.

Kennisplatform Limburgse Rekenkamers

Eindelijk is er gelegenheid tijd om elkaar in een fysieke bijeenkomst op informele wijze te ontmoeten en ook weer kennis te delen in relatie tot het Rekenkamerwerk!

Daarom nodigen wij leden van Limburgse Rekenkamers en -Rekenkamercommissies, geïnteresseerde raadsleden en griffiers uit voor een ontmoeting in Roermond op 17 juni 2022.

Er is een inhoudelijk programma, maar de bijeenkomst geeft zeker ook volop gelegenheid voor informele ontmoeting bij de ontvangst en borrel na afloop.

Bij deelname graag uiterlijk 30 mei aanmelden bij: arnovestjens@roermond.nl. Bij aankomst kunt u zich melden bij de publieks-ingang van het stadhuis aan de Markt. Het NS station ligt op 7-8 minuten lopen van het stadhuis. Parkeren (betaald) kan in parkeergarage Q-park Roersingel 13, Roermond of parkeergarage Kazerneplein, Maashaven 144, Roermond. Vanuit daar is het 5 minuten lopen naar stadhuis.

Programma

13.30
Ontvangst met koffie en vlaai (in de Burgerzaal, het programma vindt vanaf 14.00 plaats in de Tuinzaal).

14.00
Opening door Angelique Hubens, voorzitter Kennisplatform. Angelique Hubens is lid van de Rekenkamers van Gennep en Nieuwegein.

14:10
De meerwaarde van een rekenkamer.
Na bijna 20 jaar ervaring met het fenomeen “Rekenkamer” kunnen we een balans opmaken. Is de Rekenkamer een cadeautje voor de raad en -zo ja- waar zit dan “het plezier” voor de raad en op welke manier geef je inhoud aan je rol als Rekenkamer, hoe blijf je actueel en hoe richt je het onderzoek meerjarig in.
Presentatie in interview-vorm waarbij John Lommen (secretaris Rekenkamer Leudal) in gesprek gaat met Ard Schilder (directeur-secretaris van de Zuidelijke Rekenkamer) en Simon Duindam (lid en onderzoeker van de Rekenkamer Leudal).
Ook gelegenheid voor verder gesprek met de aanwezigen.

15.00
Korte pauze.

15.10
De meerwaarde van rekenkamersamenwerking
Emiel Broere, tot voor kort extern lid van de Rekenkamer Venlo, gaat in op de kosten en baten van de samenwerking van 11 Limburgse rekenkamer(commissie)s in 2021 in het onderzoek naar BsGW, de Limburgse belastingsamenwerking.
Het rapport is online te vinden op: https://www.venlo.nl/onderzoeken-rekenkamer)
Vervolgens gesprek met de aanwezigen: wat levert samenwerking op en wat moet je erin investeren?

16:00
Informele afsluiting/Borrel.

Capaciteit gemeentelijke organisaties

Recent is er via de VNG en via brieven die door colleges in de verschillende provincies aan gemeenteraden zijn gestuurd aandacht gevraagd voor de capaciteit van de gemeentelijke organisatie. Via een enquête wil de NVRR graag weten of deze capaciteitsproblemen ook tot problemen bij rekenkamers leiden, vandaar dat hier een korte enquête kan worden ingevuld.

DoeMee-onderzoek 2022 binnenkort van start

Na een grondige evaluatie van het DoeMee-onderzoek van 2021 over de Wob start de NVRR binnenkort met de aanbesteding voor het DoeMee-onderzoek 2022. Als onderwerp is gekozen voor: de ondersteuning van de volksvertegenwoordiging in het decentraal bestuur. Het DoeMee-onderzoek van dit jaar heeft als doel om vast te stellen op welke wijze de volksvertegenwoordigingen van decentrale overheden momenteel worden ondersteund. Onder ondersteuning verstaan we in ieder geval de inrichting van de griffie, de mogelijkheid tot fractieondersteuning, de inrichting van de rekenkamerfunctie en de mogelijkheid tot ambtelijke bijstand en het volgen van opleidingsprogramma’s. De centrale vraag is: hoeveel is de raad bereid voor haar eigen ondersteuning uit te geven? Het gaat hierbij om vragen als: wat is het budget waarover de decentrale volksvertegenwoordiging beschikt? Wat wordt daaruit gefinancierd? Worden alle middelen besteed of blijft er geld liggen? Is dit de afgelopen jaren veranderd en wat zijn de redenen daarvan? Op basis van dit gezamenlijke onderzoek worden individuele rekenkamers in staat gesteld om uitspraken te doen over de ondersteuning van volksvertegenwoordiging.

Binnenkort ontvangen de leden meer informatie over de procedure en het tijdpad. Ook zal opnieuw vanuit de deelnemers een begeleidingscommissie worden ingesteld. Hou de website en de Nieuwsbrief dus de komende tijd in de gaten.

Weten welke recente rekenkamerrapporten er zijn verschenen?

Wil je op de hoogte blijven van de rekenkamerrapporten die recent zijn verschenen of wil je zelf een rapport met ons delen? Bezoek dan de pagina https://www.rekenkamers.nl/bibliotheek/rekenkamerrapporten/. Een rekenkamerrapport insturen kan hier: https://www.rekenkamers.nl/bibliotheek/rekenkamerrapporten/insturen/.

De NVRR wil de huidige vernieuwde website steeds verder gaan ontwikkelen als kennisplatform voor de leden, vandaar deze oproep. In het najaar zullen we jullie verder op de hoogte houden op welke manieren we onze website verder willen uitbouwen als kennisplatform.

Verdiepende module P&C-cyclus voor gemeentelijke rekenkamer(commissies)

In de verdiepende module P&C-cyclus maak je kennis met alle onderdelen van de P&C-cyclus van een gemeente en krijg je inzicht hoe je deze als gemeentelijke rekenkamer(commissie) kunt benutten. Dit is geen verdiepende module gemeentefinanciën of BBV.
In deze module staat de P&C-cyclus centraal en krijg je op hoofdlijnen inzicht in hoe je de bijbehorende documenten van de P&C cyclus als rekenkamer(commissie) kunt lezen en benutten.
Je krijgt inzicht in de functie van de P&C cyclus en aan de hand van de P&C-cyclus voor begroten en verantwoorden leert hoe de financiën van de gemeente op hoofdlijnen zijn opgebouwd.
Verder krijg je bij elke fase van de P&C-cyclus aan de hand van een actieve oefening inzicht hoe je als rekenkamer(commissie) deze fase kunt benutten.
Na afloop van de cursus kun je de stukken van de P&C-cyclus begrijpen en beredeneren welke instrumenten je hebt om raadsleden te ondersteunen in hun kaderstellende en controlerende rol.
De verdiepende module P&C-cyclus is gericht op de leden en ondersteunende staf van gemeentelijke rekenkamer(commissies).
De module zal worden verzorgd door dr. Sjoerd Keulen. Sjoerd is expert onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer en bestuurslid van de rekenkamer Utrecht.

De verdiepende module wordt op vrijdag 20 mei in 2 interactieve sessies van elk 2 uur op Zoom verzorgd (van 11.00 – 13.00 en van 14.00 – 16.00 uur).

De kosten zijn €100 voor leden en €150 voor niet-leden.

Verdiepende module P&C-cyclus voor gemeentelijke rekenkamer(commissies)

In de verdiepende module P&C-cyclus maak je kennis met alle onderdelen van de P&C-cyclus van een gemeente en krijg je inzicht hoe je deze als gemeentelijke rekenkamer(commissie) kunt benutten. Dit is geen verdiepende module gemeentefinanciën of BBV.
In deze module staat de P&C-cyclus centraal en krijg je op hoofdlijnen inzicht in hoe je de bijbehorende documenten van de P&C cyclus als rekenkamer(commissie) kunt lezen en benutten.
Je krijgt inzicht in de functie van de P&C cyclus en aan de hand van de P&C-cyclus voor begroten en verantwoorden leert hoe de financiën van de gemeente op hoofdlijnen zijn opgebouwd.
Verder krijg je bij elke fase van de P&C-cyclus aan de hand van een actieve oefening inzicht hoe je als rekenkamer(commissie) deze fase kunt benutten.
Na afloop van de cursus kun je de stukken van de P&C-cyclus begrijpen en beredeneren welke instrumenten je hebt om raadsleden te ondersteunen in hun kaderstellende en controlerende rol.
De verdiepende module P&C-cyclus is gericht op de leden en ondersteunende staf van gemeentelijke rekenkamer(commissies).
De module zal worden verzorgd door dr. Sjoerd Keulen. Sjoerd is expert onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer en bestuurslid van de rekenkamer Utrecht.

De verdiepende module wordt op vrijdag 20 mei in 2 interactieve sessies van elk 2 uur op Zoom verzorgd (van 11.00 – 13.00 en van 14.00 – 16.00 uur). De kosten zijn €100 voor leden en €150 voor niet-leden.

Aanmelden kan hier.

Bijeenkomst landelijke kenniskring

Op 10 juni van 10 tot 12:30 uur vindt er een fysieke bijeenkomst van de landelijke kenniskring plaats. Het is goed om elkaar na lange tijd weer fysiek te spreken en ook is het een mooi moment om kennis te maken met de nieuwe voorzitter van de kenniskring Birgitta Dolfing. Het onderwerp van de bijeenkomst zal informatiebeveiliging zijn. Etienne Lemmens van Prae Advies neemt ons mee in onder meer: het opzetten van een onderzoek naar informatiebeveiliging, waar je als onderzoeker tegen aan loopt, hoe ga je om met openbaarmaking van bevindingen en wat is de rol van de raad bij informatiebeveiliging. Na de presentatie is er ruim gelegenheid voor vragen en discussie.

De bijeenkomst zal plaatsvinden bij Seven in Utrecht. Aanmelden kan hieronder.

Bijeenkomst landelijke kenniskring op 10 juni

Op 10 juni van 10 tot 12:30 uur vindt er een fysieke bijeenkomst van de landelijke kenniskring plaats. Het is goed om elkaar na lange tijd weer fysiek te spreken en ook is het een mooi moment om kennis te maken met de nieuwe voorzitter van de kenniskring Birgitta Dolfing. Het onderwerp van de bijeenkomst zal informatiebeveiliging zijn. Etienne Lemmens van Prae Advies neemt ons mee in onder meer: het opzetten van een onderzoek naar informatiebeveiliging, waar je als onderzoeker tegen aan loopt, hoe ga je om met openbaarmaking van bevindingen en wat is de rol van de raad bij informatiebeveiliging. Na de presentatie is er ruim gelegenheid voor vragen en discussie.

De bijeenkomst zal plaatsvinden bij Seven in Utrecht. Aanmelden kan hier.

Webinar van Wob naar Woo

Vanuit de NVRR is het idee te staan om meer onderling met elkaar over inhoudelijke zaken te spreken, vandaar dat we vanaf 2022 webinars organiseren. Het eerste webinar ging over kennis maken met de raad. Dit tweede webinar zal over “van Wob naar Woo” gaan. Per 1 mei treed de Woo in werking, een mooie gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen over wat er in het kader van de Woo allemaal gaat veranderen. Juliette van der Jagt-Jobsen werkzaam als senior juridisch adviseur bij VNG neemt ons mee in de juridische aspecten van de nieuwe wet. Zij werkte ook mee aan de handreiking “Van Wob naar Woo” die vanuit de VNG is verschenen.

Het webinar is op 12 mei van 12:15 tot 13 uur. Aanmelden kan hieronder.

Specifieke vragen die je over dit onderwerp graag besproken wil zien, kunnen vooraf gesteld worden via manon.fokke@nvrr.nl.

Webinar van Wob naar Woo

Vanuit de NVRR is het idee te staan om meer onderling met elkaar over inhoudelijke zaken te spreken, vandaar dat we vanaf 2022 webinars organiseren. Het eerste webinar ging over kennis maken met de raad. Dit tweede webinar zal over “van Wob naar Woo” gaan. Per 1 mei treed de Woo in werking, een mooie gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen over wat er in het kader van de Woo allemaal gaat veranderen. Juliette van der Jagt-Jobsen werkzaam als senior juridisch adviseur bij VNG neemt ons mee in de juridische aspecten van de nieuwe wet. Zij werkte ook mee aan de handreiking “Van Wob naar Woo” die vanuit de VNG is verschenen.

Het webinar is op 12 mei van 12:15 tot 13 uur. Aanmelden kan hier.

Specifieke vragen die je over dit onderwerp graag besproken wil zien, kunnen vooraf gesteld worden via manon.fokke@nvrr.nl.

Symposium ‘Zijn de lokale rekenkamers volwassen?’

De lokale rekenkamers bestaan 20 jaar en dat vieren we! Maar hoe volwassen zijn ze eigenlijk? Dat is de centrale vraag tijdens een symposium op vrijdagmiddag 8 april in Alphen aan den Rijn.

Prof. Douwe Jan Elzinga

We blikken terug en vooruit. Dat doen we onder andere met de ‘geestelijk vader’ van de lokale rekenkamers, prof. Douwe Jan Elzinga. Hoe kijkt hij, 20 jaar na de stelselwijziging, naar de lokale rekenkamers en hun toegevoegde waarde voor de gemeenteraden?

De griffie van Alphen aan den Rijn zorgt voor een live-stream vanuit de raadszaal (van 14:00 tot 15:30 uur).

De live stream is te bekijken via:

https://channel.royalcast.com/gemeentealphenaandenrijn/#!/gemeentealphenaandenrijn/20220408_1

Aanmelding

Meldt u hieronder aan.

Locatie

Raadszaal, gemeentehuis Alphen aan den Rijn, Stadshuisplein 1, Alphen aan den Rijn.

Programma

  • 13:30 uur: Inloop met taart.
  • 14:00 uur: Burgemeester Liesbeth Spies heet de aanwezigen welkom. Dagvoorzitter Renée Wiggers (voorzitter van de Vereniging van Griffiers) zet het thema neer. Hoe volwassen zijn de lokale rekenkamers?
  • 14:15 uur: Inleiding door prof. Douwe Jan Elzinga (destijds voorzitter van de staatscommissie Dualisme en lokale democratie). Wat was de bedoeling? Hoe groot is de toegevoegde waarde van lokale rekenkamers? Wat vinden gemeenteraden ervan?
  • 14:45 uur: Gesprek met de zaal.
  • 15:00 uur: Samenspel tussen lokale rekenkamers en gemeenteraden.
    Een panelgesprek met mensen die werken in lokale rekenkamers en met raadsleden:

    • Frank van der Knaap  (plaatsvervangend voorzitter van rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn)
    • Ans Hoenderdos (directeur Randstedelijke Rekenkamer)
    • Rudi Turksema (onafhankelijk lid van rekenkamercommissie Leiden & Leiderdorp)
    • Marleen Persoon (raadslid Voorschoten)
  • 15:30 uur: Uitwisseling in groepjes.
    Welke aspecten zorgen voor een goed samenspel tussen gemeenteraden en lokale rekenkamers? Wat zijn ervaringen, tips en trucs?
  • 16:15 uur: Wat nu? De dagvoorzitter bevraagt de zaal. Waar moeten we aan werken?
  • 16:30 uur: Elzinga vat met wijsheid samen. Aansluitend heffen we het glas op de verjaardag van de lokale rekenkamers!

Jamilja van der Meulen stopt als bestuurslid NVRR

Jamilja van der Meulen zal na de ALV in juni stoppen met haar bestuurswerk voor de NVRR. Ze heeft de afgelopen vier jaar veel werk verzet, maar vindt het nu een goed moment om afscheid te nemen. Jamilja vond het meer dan de moeite waard om bestuurslid van de NVRR te zijn.
Naar aanleiding van de ontstane vacature is een profielschets opgesteld, die op de website van de NVRR staat. Geïnteresseerden worden in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 25 april a.s. hun interesse kenbaar te maken via info@nvrr.nl. Meer informatie is hier te vinden.

Sheets en opname webinar 6: Kennismaken met de (nieuwe) raad

Het thema was, voor een tweede keer: “Kennismaken met de nieuwe raad”. We gingen in gesprek over hoe je dat kennismakingsmoment beter benut om elkaar te leren kennen, verwachtingen over en weer scherper te krijgen en, wie weet, een goede aanbeveling uit een rapport dat je onlangs opleverde nog maar weer eens onder de aandacht te brengen. Inhoud stuurt de beweging, immers!

Hierbij stellen we jullie de sheets en de opname van het webinar beschikbaar, voor eigen gebruik.

Van het webinar is een opname gemaakt. Die kun je hier terugkijken.

En in de chat is natuurlijk ook veel onderling uitgewisseld. Daar hebben we een ‘chatverslag’ van gemaakt.

Aan de orde kwamen de 6 bouwstenen voor de kennismaking, die een nieuw hoofdstuk in het Rekenkamerkompas zijn.

Doe er je voordeel mee.

Er was duidelijk behoefte aan houvast voor zinvolle kennismaking.

Net als in december bleek onder de deelnemers deze keer ook animo om in het najaar weer een sessie te houden om te spreken over hoe de kennismaking is verlopen en wat men nu aan (nieuwe) manieren heeft bedacht en afgesproken voor contact met de raad.

Daarvoor hebben we donderdag 22 september geprikt, als ‘opvolgwebinar’. Weer van 12:15 tot 13:00. Dit is de link naar de zoom. Het wachtwoord is NVRR.

Je krijgt daar vanzelf weer een uitnodiging als dit voor, maar je kunt hem ook nu al in je agenda zetten! En wellicht spreken we elkaar eerder, in een bijeenkomst als dit, of weer eens ‘live’.

Bijvoorbeeld bij het minisympsium ‘Zijn de rekenkamers volwassen’ van de kring Holland Rijnland in Alphen aan den Rijn op vrijdag 8 april. Daarover lees je hier meer (aanmelden kan ook daar.) Douwe Elzinga spreekt, er is een panel met collega’s en natuurlijk: een borrel.

Tot ziens ergens in ‘rekenkamerland’!

Vincent van Stipdonk
Marije van den Berg

Ps denk je dat het webinar voor iemand anders interessant is en dat diegene er in het najaar ook bij wil zijn? Laat diegene zich dan even aanmelden voor deze lijst.

(Let op, dit is informatie over de webinars van Vincent en Marije. Meer informatie over de NVRR krijg je als je je aanmeldt voor hun nieuwsbrief op hun website.)

Huiswerk voor provincies, waterschappen en gemeenten bij invoering Woo

In 2021 is er vanuit de NVRR een DoeMee-onderzoek verricht naar de praktijk van de Wob bij provincies, waterschappen en gemeenten. Eind februari werden de eindconclusies van het rapport gepresenteerd.
Het eerste opvallende punt is, dat in tegenstelling tot wat we vaak denken, meer dan de helft van de Wob verzoeken bij gemeenten afkomstig zijn van burgers. Zij dienen veelal een Wob-verzoek in over ontwikkelingen in hun directe leefomgeving. Uit het onderzoek blijkt verder dat niet elke gemeente het haar burgers even makkelijk maakt om een Wob-verzoek in te dienen en termijnen worden regelmatig niet gehaald of standaard verlengd.
In aanloop naar Wet Open Overheid die per 1 mei 2022 in werking treedt, is er dus nog het nodige werk te verzetten.

De belangrijkste conclusies uit het NVRR DoeMee-onderzoek op een rij:

Actieve openbaarmaking slecht geregeld

Slechts vier van de 93 overheden (4%) hebben beleid over actieve openbaarheid, zo blijkt uit de documentstudie. Zeven van de 93 overheden (8%) beschikken wel over interne werkinstructies of procesbeschrijvingen. Dat strookt met de vaststelling dat aan de actieve openbaarheid slechts beperkt invulling wordt gegeven. De verantwoordelijkheid voor actieve openbaarheid is bij 47% van de overheden niet belegd.
Duidelijk is geworden dat op de actieve openbaarmaking niet de nadruk ligt bij de overheden. Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat veel overheden inmiddels wel bezig zijn met het treffen van voorbereidingen op de komst van de Wet open overheid per 1 mei 2022. Omdat bij een aantal overheden de informatiehuishouding op dit moment waarschijnlijk nog niet op orde is, is het nodig dat daar aandacht naar uitgaat.

Niet tijdig beslissen op WOB-verzoek

In een kwart tot een derde van de gevallen wordt niet op tijd op een Wob-verzoek beslist. De gemiddelde doorlooptijd ‘van verzoek tot besluit’ is bijna zes weken volgens het vragenlijstonderzoek en zeven weken volgens de dossierstudie. In hun reactie op de vragenlijst cijfers geven overheden aan dat zij op slechts 45% van de Wob-verzoeken binnen vier weken een beslissing hebben genomen. De termijn van vier weken uit de Wob wordt dus vaak niet gehaald; sterker nog, vaak verdaagt het bestuursorgaan de beslissing meteen na ontvangst van het Wob-verzoek met een standaardtoelichting.

Indiening van WOB-verzoek in strijd met de wet

De post is veruit het populairst bij overheden en bij bijna de helft ook verplicht; daarna volgen mondelinge indiening, de mail, een online formulier en het algemene contactformulier. 49% van de overheden geeft aan dat Wob-verzoeken mondeling kunnen worden ingediend. Bij 60% van de overheden is volgens de vragenlijst een Wob-verzoek per mail niet mogelijk. Ook uit de dossier- en documentenstudie blijkt dat veel overheden liever geen Wob-verzoeken per mail ontvangen of deze weg helemaal hebben afgesloten. Het is in strijd met de Wob om alleen per post ingediende Wob-verzoeken in behandeling te nemen; in ieder geval mondelinge verzoeken moeten ook mogelijk zijn.
Met het oog op de digitalisering van de samenleving verbaast het ook dat het indienen van Wob-verzoeken per mail bij maar weinig overheden een optie is; een mail sturen is voor (mogelijke) verzoekers toch een van de simpelste manieren.
Een ander aandachtspunt is het feitelijk weglakken van informatie; regelmatig is deze informatie toch nog te lezen of te achterhalen waardoor onbedoeld niet-openbare informatie voor anderen toegankelijk wordt.

Uitvoering wordt als lastig ervaren

Uit het onderzoek is gebleken dat de uitvoering als lastig wordt ervaren. Naast verklaringen als te weinig capaciteit, complexiteit en de afhandeling ‘naast het eigen werk te moeten doen’ heeft de Wob aan de tussen 2009 en 2016 geldende Wet dwangsom en beroep niet tijdig beslissen een negatieve connotatie overgehouden. De Wob is destijds veelvuldig ingezet als middel overheden te dwingen hoge dwangsommen uit te keren omdat omvangrijke en complexe verzoeken werden ingediend die veelal onmogelijk tijdig afgehandeld konden worden. Mogelijk zijn de sporen van deze dwangsomwetgeving nog te zien in de constatering dat overheden nog altijd een sterke voorkeur hebben voor het per post indienen van Wob-verzoeken en het soms zelf formeel afsluiten van laagdrempelige (en dus destijds zeer ongewenste) mogelijkheid om per e-mail een verzoek in te dienen. De vraag rijst of de gemaakte keuzes hieromtrent na 2016 wel geëvalueerd en aangepast zijn.

Veel gaat ook goed

De informatie op de websites is over het algemeen toegankelijk en leesbaar en dat geldt ook voor de beslissingen op verzoeken, zij het dat die informatie vaak redelijk summier is. De uitzonderingsgronden van de Wob worden veelal goed toegepast, ook al is de motivering van de besluiten veelal wel wat algemeen.

De rol van de volksvertegenwoordigers

Het zou goed zijn dat staten, raden en algemene besturen meer aandacht geven aan de uitvoeringspraktijk van de openbaarheid van overheidsinformatie. Openbaarheid is immers een belangrijk uitgangspunt van onze democratie; het is een belangrijke taak van de volksvertegenwoordiging om te controleren of daarvan voldoende sprake is en daarvoor de nodige kaders te stellen.

Vragen over BTW-plicht

De NVRR krijgt op dit moment veel vragen of de werkzaamheden van rekenkamerleden bij decentrale overheden BTW-plichtig zijn. De NVRR heeft hierover contact met de Belastingdienst. De Belastingdienst zal aan de hand van een aantal voorbeelden een uitspraak doen over de belastingplicht. Zodra wij een antwoord hebben van de Belastingdienst, zullen we dat laten weten.

Nieuwe voorzitter landelijke kenniskring

Recent heeft Tineke van dan Biggelaar aangegeven te stoppen als voorzitter van de landelijke kenniskring. We hebben Tineke namens de NVRR hartelijk bedankt voor haar jarenlange inzet. We hebben inmiddels ook een opvolger voor Tineke gevonden: Birgitta Dolfing.

Vijf vragen aan Birgitta Dolfing:

Wie is Birgitta Dolfing?

Een geboren en getogen Zutphense. Nadat ik Zutphen verliet voor een studie geschiedenis in Groningen, gevolgd door een kwart eeuw wonen en werken in Leiden ben ik terug gekeerd naar een woon- en werkomgeving in de bossen van de Veluwe. Ik woon nog steeds op de Veluwe, maar werk sinds vorig voorjaar bij de gemeente Zutphen. Eerst alleen parttime als onderzoeker en griffier van de rekenkamercommissie. Per 1 april dit jaar ook als raadsadviseur. Dus de cirkel is rond.
Wie ben ik als persoon? Een historicus: altijd nieuwsgierig hoe dingen tot stand gekomen zijn, waarom gaat het zoals het gaat? Ook om nadrukkelijk een relatie met het heden te leggen, niet alleen op het verleden gericht. Ik houd van de combinatie van het meer solistische werk als onderzoeker en werk waarin ik onderdeel ben van een team en een netwerk. En dat alles graag met ruimte voor humor.

Hoe ben je in de wereld van de rekenkamers terecht gekomen?

Oude liefde roest niet.
Ik ben afgestudeerd in Nieuwste Geschiedenis op de rekenkamer tijdens Willem I. ik wilde aanvankelijk archivaris worden en richtte mij daarom voornamelijk op de institutionele geschiedenis van Nederland. Na een promotieonderzoek naar de waterschappen (wat is hun geheim dat ze zijn blijven voortbestaan?) een kleine 20 jaar werkzaam ben geweest op het terrein van openbare orde, veiligheid en crisisbeheersing. En door de jaren heen heb ik altijd interesse gehouden in het werk van de rekenkamer. Om op een onafhankelijke manier het openbaar bestuur kritisch te volgen en te ondersteunen. Ik vind het nog altijd jammer dat Prinsjesdag veel aandacht krijgt, maar de derde dinsdag in mei niet. Een paar jaar geleden ben ik bij mezelf nagegaan of ik nog energie kreeg van mijn werk en of ik mij dit zag toen tot mijn pensioen. Het antwoord was ontkennend. Het antwoord op de vraag wat dan te willen doen, was opnieuw de focus op analyseren, onderzoeken en de resultaten delen. En toen kwam het rekenkamerwerk weer naar de voorgrond.

Wat zijn je speerpunten als nieuwe voorzitter van de landelijke kenniskring?

Netwerk opbouwen en onderhouden. Ik houd ervan om mensen bij elkaar te brengen.
Ik heb zelf in eerdere werkkringen van waterstaat en openbare orde en veiligheid altijd graag deelgenomen aan workshops en bijeenkomsten en deze ook mede georganiseerd. Het biedt de gelegenheid om even uit de routine van alle dag te stappen, afstand te nemen en inspiratie op te doen om je werk goed, beter, anders te kunnen doen. Via sprekers en contact leggen met collega’s.
Ik hoop ook dat het netwerk uitgebreid kan worden om dit aan meer collega’s te bieden.

Hoe kan de positie van de kenniskring binnen de NVRR nog meer versterkt worden?

Dat is een lastige vraag, ook omdat ik nog relatief nieuw in dit veld ben. Ik vind het in het algemeen belangrijk dat er verbinding is tussen het de mensen in het veld en degenen die er verder vanaf staan. Als daartussen communicatie is dan zijn beide partijen daarbij gebaat.
En verder zijn er vast genoeg collega’s die mij hier ideeën over hebben. Ik nodig iedereen bij deze alvast uit om ze met mij te delen.

Welke vraag die we niet hebben gesteld zou je graag willen beantwoorden? En wat zou je antwoord zijn?

Wat trekt je aan in het werk bij een rekenkamer(commissie)?
Het betrokken zijn bij openbaar bestuur en tegelijk niet in de spotlights staan. Het afstand nemen, analyseren en bekijken hoe bestuurders hun werk doen. Zoals ik eerder de waterschappen bekeek en ook nog wel op afstand volg. Maar toch met minder intrinsieke belangstelling dan rekenkamers.

Opstellen metadossier woonbeleid

Wat gaan we doen?

De NVRR zoekt een ervaren onderzoeker om een zogeheten metadossier op te stellen. In een metadossier wordt voor één onderwerp de belangrijkste onderzoeks-informatie uit rekenkamer-rapporten samengebracht, zoals onderzoeksvragen, normenkaders, aanpak, conclusies en aanbevelingen. Het onderwerp is het woonbeleid. Van de opdrachtnemer wordt gevraagd zoveel mogelijk rekenkamerrapporten over dit onderwerp te verzamelen, waaronder in elk geval alle rapporten over het onderwerp in de bibliotheek van de NVRR. Daarbij is creativiteit bij het verzamelen gewenst: mogelijk dat een rekenkamer (-commissie) een iets andere term gebruikt voor dit onderwerp. De opdrachtnemer analyseert de verzamelde rapporten op de belangrijkste overeenkomsten en (lokale) verschillen ten aanzien van de belangrijkste onderzoeks-informatie. De NVRR heeft voor het metadossier Jeugdzorg reeds een format ontwikkelt (in Excel) dat gebruikt dient te worden voor het dossier over het woonbeleid om zo voor eenheid te zorgen met betrekking tot de ontwikkeling van de metadossiers.

  • Wie zoeken we: Om deze opdracht uit te kunnen voeren verwachten we dat de opdrachtnemer aantoonbare ervaring heeft met evaluatie-onderzoek, waarbij ervaring met rekenkamer-onderzoek een pré is.
  • Wanneer: Planning van het project is start per 11 april 2022, oplevering meta-dossier 20 juni 2022. Voorstellen met een schets van de aanpak, planning, CV van degene die het project daadwerkelijk uitvoert en een kostenraming kunnen uiterlijk 4 april a.s. worden ingediend bij de NVRR.
  • Financiën: voor het ontwikkelen van het NVRR woondossier is maximaal €8750 beschikbaar.
  • Meer info: Etienne Lemmens 06 11226755

Huiswerk voor provincies, waterschappen en gemeenten bij invoering Woo

In 2021 is er vanuit de NVRR een DoeMee-onderzoek verricht naar de praktijk van de Wob bij provincies, waterschappen en gemeenten. Het eerste opvallende punt is dat meer dan de helft van de Wob verzoeken bij gemeenten afkomstig zijn van burgers. Zij dienen veelal een Wob-verzoek in over ontwikkelingen in hun directe leefomgeving. Uit het onderzoek blijkt verder dat niet elke gemeente het haar burgers even makkelijk maakt om een Wob-verzoek in te dienen en termijnen worden regelmatig niet gehaald of standaard verlengd. In aanloop naar Wet Open Overheid die per 1 mei 2022 in werking treedt, is er dus nog het nodige werk te verzetten.

De belangrijkste conclusies uit het NVRR DoeMee-onderzoek op een rij:

Actieve openbaarmaking slecht geregeld

Slechts vier van de 93 overheden (4%) hebben beleid over actieve openbaarheid, zo blijkt uit de documentstudie. Zeven van de 93 overheden (8%) beschikken wel over interne werkinstructies of procesbeschrijvingen. Dat strookt met de vaststelling dat aan de actieve openbaarheid slechts beperkt invulling wordt gegeven. De verantwoordelijkheid voor actieve openbaarheid is bij 47% van de overheden niet belegd.

Duidelijk is geworden dat op de actieve openbaarmaking niet de nadruk ligt bij de overheden. Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat veel overheden inmiddels wel bezig zijn met het treffen van voorbereidingen op de komst van de Wet open overheid per 1 mei 2022. Omdat bij een aantal overheden de informatiehuishouding op dit moment waarschijnlijk nog niet op orde is, is het nodig dat daar aandacht naar uitgaat.

Niet tijdig beslissen op WOB-verzoek

In een kwart tot een derde van de gevallen wordt niet op tijd op een Wob-verzoek beslist. De gemiddelde doorlooptijd ‘van verzoek tot besluit’ is bijna zes weken volgens het vragenlijstonderzoek en zeven weken volgens de dossierstudie. In hun reactie op de vragenlijst cijfers geven overheden aan dat zij op slechts 45% van de Wob-verzoeken binnen vier weken een beslissing hebben genomen. De termijn van vier weken uit de Wob wordt dus vaak niet gehaald; sterker nog, vaak verdaagt het bestuursorgaan de beslissing meteen na ontvangst van het Wob-verzoek met een standaardtoelichting.

Indiening van WOB-verzoek in strijd met de wet

De post is veruit het populairst bij overheden en bij bijna de helft ook verplicht; daarna volgen mondelinge indiening, de mail, een online formulier en het algemene contactformulier. 49% van de overheden geeft aan dat Wob-verzoeken mondeling kunnen worden ingediend. Bij 60% van de overheden is volgens de vragenlijst een Wob-verzoek per mail niet mogelijk. Ook uit de dossier- en documentenstudie blijkt dat veel overheden liever geen Wob-verzoeken per mail ontvangen of deze weg helemaal hebben afgesloten. Het is in strijd met de Wob om alleen per post ingediende Wob-verzoeken in behandeling te nemen; in ieder geval mondelinge verzoeken moeten ook mogelijk zijn.

Met het oog op de digitalisering van de samenleving verbaast het ook dat het indienen van Wob-verzoeken per mail bij maar weinig overheden een optie is; een mail sturen is voor (mogelijke) verzoekers toch een van de simpelste manieren.

Een ander aandachtspunt is het feitelijk weglakken van informatie; regelmatig is deze informatie toch nog te lezen of te achterhalen waardoor onbedoeld niet-openbare informatie voor anderen toegankelijk wordt.

 Uitvoering wordt als lastig ervaren

Uit het onderzoek is gebleken dat de uitvoering als lastig wordt ervaren. Naast verklaringen als te weinig capaciteit, complexiteit en de afhandeling ‘naast het eigen werk te moeten doen’ heeft de Wob aan de tussen 2009 en 2016 geldende Wet dwangsom en beroep niet tijdig beslissen een negatieve connotatie overgehouden. De Wob is destijds veelvuldig ingezet als middel overheden te dwingen hoge dwangsommen uit te keren omdat omvangrijke en complexe verzoeken werden ingediend die veelal onmogelijk tijdig afgehandeld konden worden. Mogelijk zijn de sporen van deze dwangsomwetgeving nog te zien in de constatering dat overheden nog altijd een sterke voorkeur hebben voor het per post indienen van Wob-verzoeken en het soms zelf formeel afsluiten van laagdrempelige (en dus destijds zeer ongewenste) mogelijkheid om per e-mail een verzoek in te dienen. De vraag rijst of de gemaakte keuzes hieromtrent na 2016 wel geëvalueerd en aangepast zijn.

Veel gaat ook goed

De informatie op de websites is over het algemeen toegankelijk en leesbaar en dat geldt ook voor de beslissingen op verzoeken, zij het dat die informatie vaak redelijk summier is. De uitzonderingsgronden van de Wob worden veelal goed toegepast, ook al is de motivering van de besluiten veelal wel wat algemeen.

De rol van de volksvertegenwoordigers

Het zou goed zijn dat staten, raden en algemene besturen meer aandacht geven aan de uitvoeringspraktijk van de openbaarheid van overheidsinformatie. Openbaarheid is immers een belangrijk uitgangspunt van onze democratie; het is een belangrijke taak van de volksvertegenwoordiging om te controleren of daarvan voldoende sprake is en daarvoor de nodige kaders te stellen.

 

NVRR-lunchwebinar ‘Kennis maken met de raad’

Wegens succes herhaald
Onderzoeken doen we vooral voor de raad. Maar onze rekenkameronderzoeken hebben alleen impact als raadsleden ze echt kunnen “ontvangen”. Daarvoor moet je op elkaar inspelen en goed samenwerken. De raadsverkiezingen in maart zijn een prima aanleiding voor een goed gesprek daarover met je raad.

Hoe maak je op een zinvolle manier samen kennis? Los van de waan van de dag delen waarom je er voor de raad bent, wat je wilt bereiken en hoe je werkt. En wat raadsleden belangrijk vinden in de samenwerking met hun rekenkamer(commissie).

Daarover organiseren Vincent van Stipdonk en Marije van den Berg donderdag 24 maart 2022 van 12:15 – 13:00 uur een gratis lunch-webinar.

Het is een reprise van het luchwebinar van eind 2021.
Je krijgt allerlei praktische tips en hulpmiddelen.
Van ons en van elkaar. We doen deze reprise kort na de verkiezingen, zodat je nog snel goede input krijgt voor het steviger invullen van je plek in het startprogramma van de raad!

Aanmelden kan via de volgende link: https://www.rekenkamers.nl/agenda/9992/nvrr-lunchwebinar-kennis-maken-met-de-raad-2/

 

Projectgroep lokale rekenkamers

Raymond Vlecken, burgemeester van Weert, is voorzitter van de BZK projectgroep lokale rekenkamers. Zijn missie: ´De komende jaren op bezoek bij zoveel mogelijk gemeenten waar de rekenkamer een duwtje in de rug nodig heeft´.
‘De gemeenteraad moet meer gebruikmaken van de instrumenten die haar ten dienste staan’, volgens Vlecken. ´Het zou mooi zijn als de Rekenkamer op waarde wordt geschat, want nu spreek ik regelmatig raadsleden die niet weten wat een rekenkamer voor hen kan betekenen.´ En dat vindt hij een gemiste kans. Een goede rekenkamer brengt immers de raad in stelling om de controlerende en kaderstellende rol beter uit te voeren.

De projectgroep lokale rekenkamers is eind vorig jaar van start gegaan en ondanks alle drukke agenda´s en aankomende raadsverkiezingen, zijn de eerste gesprekken al gevoerd. ‘We komen als collega’s’, zegt Vlecken. ‘Door open het gesprek aan te gaan komen we snel toe aan de zaken die wat stroever lopen. Soms is dat een gebrek aan onderzoeksbudget, in andere gevallen gaat het om versterking van de relatie tussen raad en rekenkamer. Alles kan wat ons betreft besproken worden. Natuurlijk hebben we ook aandacht voor zaken die wel goed lopen waar andere gemeenten van kunnen leren. Alleen al het gesprek voeren is belangrijk; de rekenkamer staat dan weer op de agenda bij alle stakeholders.’ Natuurlijk levert de projectgroep ook concrete adviezen over versterking en positionering van de rekenkamers.

Vlecken wil het ijzer smeden als het heet is. Er komt een wetswijziging aan, waardoor raadsleden straks geen lid meer kunnen zijn van de rekenkamer. En na de verkiezingen zijn er veel nieuwe raadsleden die niet precies weten wat een rekenkamer voor hen kan betekenen. Daarom zetten we als projectgroep in op het startprogramma van de nieuwe gemeenteraden. ‘We voeren graag het gesprek over de rekenkamer in het startprogramma. Dan worden er afspraken gemaakt voor de komende raadsperiode. Het is mooi als de nieuwe raad na het gesprek met de projectgroep een beter beeld heeft over hoe de rekenkamer in te zetten.’

Naast Vlecken zitten de burgemeesters Kalfs (Lingewaard) en Gebben (Dronten), drie ervaren griffiers en rekenkamerleden in de projectgroep. ´Deze club heeft vanuit elk perspectief veel ervaring met lokale rekenkamers.´, geeft Vlecken aan. Die ervaring vormt de basis voor ons advies. En dat advies bieden we vanuit het ministerie van BZK kosteloos aan. Het kost alleen een beetje tijd, maar dat is met een beter functionerende rekenkamer snel weer terug verdiend.´

De projectgroep wordt ondersteund door PBLQ. Wilt u met de projectgroep in gesprek of meer weten over de werkwijze of samenstelling? Dan kunt u contact opnemen met Peter van Enk (T: 06 51416822 of M: p.van.enk@pblq.nl).

NVRR-lunchwebinar ‘Kennis maken met de raad’

Onderzoeken doen we vooral voor de raad. Maar onze rekenkameronderzoeken hebben alleen impact als raadsleden ze echt kunnen “ontvangen”. Daarvoor moet je op elkaar inspelen en goed samenwerken. De raadsverkiezingen in maart zijn een prima aanleiding voor een goed gesprek daarover met je raad.

Hoe maak je op een zinvolle manier samen kennis? Los van de waan van de dag delen waarom je er voor de raad bent, wat je wilt bereiken en hoe je werkt. En wat raadsleden belangrijk vinden in de samenwerking met hun rekenkamer(commissie).

Daarover organiseren Vincent van Stipdonk en Marije van den Berg donderdag 24 maart 2022 van 12:15 – 13:00 uur een gratis lunch-webinar.

Het is een reprise van het luchwebinar van eind 2021.
Je krijgt allerlei praktische tips en hulpmiddelen.
Van ons en van elkaar. We doen deze reprise kort na de verkiezingen, zodat je nog snel goede input krijgt voor het steviger invullen van je plek in het startprogramma van de raad!

NVRR-lunchwebinar ‘Kennis maken met de raad’

Onderzoeken doen we vooral voor de raad. Maar onze rekenkameronderzoeken hebben alleen impact als raadsleden ze echt kunnen “ontvangen”. Daarvoor moet je op elkaar inspelen en goed samenwerken. De raadsverkiezingen in maart zijn een prima aanleiding voor een goed gesprek daarover met je raad.

Hoe maak je op een zinvolle manier samen kennis? Los van de waan van de dag delen waarom je er voor de raad bent, wat je wilt bereiken en hoe je werkt. En wat raadsleden belangrijk vinden in de samenwerking met hun rekenkamer(commissie).

Daarover organiseren Vincent van Stipdonk en Marije van den Berg donderdag 24 maart 2022 van 12:15 – 13:00 uur een gratis lunch-webinar.

Het is een reprise van het luchwebinar van eind 2021.
Je krijgt allerlei praktische tips en hulpmiddelen.
Van ons en van elkaar. We doen deze reprise kort na de verkiezingen, zodat je nog snel goede input krijgt voor het steviger invullen van je plek in het startprogramma van de raad!

Aanmelden kan hier.

Kom de NVRR versterken

Binnen de NVRR zijn verschillende kringen, commissies en teams actief die zich gezamenlijk inzetten voor kennisdeling en kennisverwerving binnen de vereniging. Regelmatig zijn er vacatures in de verschillende kringen, commissies en teams. Heb je interesse om actief te worden, stuur dan een mail naar info@nvvr.nl en we bekijken waar je interesse ligt en welke mogelijkheden er zijn. Een sterke vereniging maken we immers samen.

Vijf vragen aan Jan de Ridder

Waarom ga je per 1 maart weg als voorzitter van de NVRR?

Op 1 maart stop ik na bijna 12 jaar als directeur/bestuurder van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Stoppen als voorzitter van de NVRR ligt in het verlengde van die stap. Bestuursleden van de NVRR behoren lid te zijn van een rekenkamer. In de statuten is een uitzondering gemaakt voor de voorzitter. Die mag van buiten komen. Maar dat is toch vooral bedoeld voor noodgevallen, om er voor te zorgen dat de vereniging niet zonder voorzitter komt te zitten. En dat is nu zeker niet het geval. Met Ans Hoenderdos krijgt de vereniging een prima voorzitter.

Wat ga je nu doen oftewel gaan we je nog zien binnen het decentraal bestuur?

Het lijkt me zeker boeiend om nog actief te blijven in het decentraal bestuur. Er zijn nog genoeg uitdagingen. Ik wil het wel anders doen dan nu. Het is prettig om de ruimte te hebben om allerlei activiteiten te ondernemen en op verschillende manier actief te zijn. Maar daarbij past de komende jaren zeker het helpen van gemeenten – met gemeenten heb ik toch de meeste affiniteit – om de uitvoering goed te monitoren en zich beter te verantwoorden. Ik vind dat erg belangrijk omdat ik er van overtuigd ben dat daarmee ook de grip op en daarmee de kwaliteit van de uitvoering verbetert. Verder vind ik het erg leuk om nog kennis te delen via seminars of cursussen. Wellicht ook binnen NVRR-verband.

Op welke resultaten van de NVRR ben je trots?

Op twee zaken ben ik vooral trots. In de eerste plaats zijn we er in geslaagd om de boel bij elkaar te houden. We zijn een vereniging met verschillende soorten leden. Er zijn kleine en grote rekenkamers en rekenkamercommissies met ieder hun eigen context. Dat zorgt voor verschillen in belangen en inzichten. Toch zijn we bij elkaar gebleven en hebben de vereniging samen sterker gemaakt. In de tweede plaats ben ik trots op de stappen die we de afgelopen jaren met steun van het ministerie van Binnenlandse Zaken hebben gezet richting verdere professionalisering. We zitten nu als één van de belangrijke partijen aan tafel met de VNG, de Vereniging van Griffiers en Nederlandse Verenging van Raadsleden om samen te praten met het ministerie over verbetering van het lokaal bestuur en onderhouden contacten met het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen.

Wat wens je de NVRR voor de toekomst toe?

Een bloeiend verenigingsleven, waarin veel ruimte is om op allerlei mogelijke manieren kennis met elkaar te delen. Het is mijn overtuiging dat we als rekenkamerwereld de uitgelezen plek zijn om te werken aan cumulatieve kennis over de praktijk van het decentraal bestuur. Kennis die niet alleen zinvol is voor ons zelf, maar ook voor bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren. Ik heb bij de gemeenten waarvoor ik heb mogen werken gemerkt, dat er bepaalde hardnekkige problemen zijn die vragen om structurele aandacht en het grondiger nadenken over mogelijke oplossingen. En Amsterdam is niet uniek, al denken ze daar zelf vaak anders over. Problemen in andere gemeenten, provincies en waterschappen zijn vaak vergelijkbaar. Dus zoek en ontmoet elkaar en wordt een gerespecteerd kenniscentrum.
Welke vraag die we niet hebben gesteld zou je graag willen beantwoorden? En wat zou je antwoord zijn?

Ben je cynisch of negatief geworden over het decentraal bestuur na 12 jaar rekenkamerwerk?

Nee. Zeker niet. Er gaat heel veel goed. Het idee dat de overheid niets kan en bij voortduring broddelwerk aflevert is onzin. Wat dat betreft sluit de beeldvorming niet altijd aan bij de werkelijkheid. Maar goed nieuws is meestal geen nieuws. Wat dat betreft hebben rekenkamer(commissie)s een specifieke verantwoordelijkheid. Het is immers hun taak om de problemen die er zijn aan de orde te stellen. Wat dat betreft hebben rekenkamer(commissie)s die bijna per definitie problemen – die problemen zijn er natuurlijk wel degelijk – aan de kaak stellen een specifieke verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid betekent niet het verzorgen van een goed nieuwsshow, maar wel het leveren van een bijdrage aan een realistische blik op de overheid. Het betekent ook dat we steeds weer duidelijk moeten maken aan bestuurders, raadsleden en ambtenaren dat verantwoording moet. Dat is de enige manier om het toenemende cynisme en wantrouwen bij burgers en in de media te doorbreken. Boze burgers worden daardoor niet direct aardig en kritische journalisten zullen zich zeker niet beperken tot lovende kritieken. Maar een overheid die consequent open en transparant is en via die weg laat zien dat ze leert van fouten en tegenslagen, bouwt wel aan een relatie met burgers waarin wantrouwen niet langer dominant is.