Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Het aanbieden van prestatie-informatie aan inwoners (afstudeeropdracht)

Onderzoek bestaande uit 2 deelonderzoeken. Het eerste deel richt zich op de behoefte van inwoners aan prestatie-informatie van de gemeente Nieuwegein. Dit onderzoek, tevens afstudeerscriptie aan de Universiteit Twente is in het Engels geschreven. Een uitgebreide Nederlandse samenvatting is in de bijlage terug te vinden.
Dit tweede onderzoek richt zich op het aanbieden van prestatie-informatie via internet. Hoe wordt prestatie-informatie momenteel aangeboden via internet. Daarnaast is een vergelijking gemaakt tussen Nieuwegein en 9 vergelijkbare gemeenten. Dit deelonderzoek wordt afgesloten met een verkennend onderzoek naar de voorkeuren van inwoners en raadsleden met betrekking tot het aanbieden van prestatie-informatie.

28-11-13: Het Mulier Debat – Rekenkamers en Sport

Het Mulier Debat wordt voor deze gelegenheid georganiseerd in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR).

De NVRR constateert een toename van sportgerelateerde rekenkameronderzoeken mede als gevolg van de bezuinigingen op sport en de toegenomen decentralisatie en afwenteling van taken op vrijwillige organisaties.
Hierdoor is een toenemende behoefte aan kennis op het terrein van sport(beleid) waar te nemen vanuit de Rekenkamercommissies.

Tijdens het Mulier Debat wordt de aanwezige sportkennis samengebracht en vanuit het perspectief van rekenkameronderzoek bediscussieerd, met als doel te komen tot een ‘common body of knowledge’ voor rekenkameronderzoek in de sport.
Het Mulier Debat sluit hiermee aan bij de doelen van de NVRR om kennis en ervaring uit te wisselen, zodat met goed en onafhankelijk onderzoek wordt bijgedragen aan de kwaliteit van het openbaar bestuur.

PB Franekeradeel-publicatie rapport Decentralisaties Sociaal Domein

Handvatten voor gemeenteraad Franekeradeel ter voorbereiding op extra taken van het Rijk

De Rekenkamercommissie van de gemeente Frankeradeel biedt de gemeenteraad haar rapport ‘Decentralisaties in het sociale domein’ aan.  Gemeenten krijgen de komende jaren extra taken toebedeeld op het sociale domein. Het gaat dan om de Participatiewet (samenvoeging van de huidige Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wet Wajong), delen van de Algemene wet bijzondere ziektekosten die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning gaan vallen en alle onderdelen van de jeugdzorg.

Deze ontwikkeling heeft op gemeenten een enorme impact. Behalve dat gemeenten meer taken krijgen, dienen deze taken uitgevoerd te worden in een economisch tijdsgewricht waarin bezuinigingen de boventoon voeren.

Daarom heeft de Rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar de stand van zaken in de gemeente Franekeradeel met betrekking tot de voorbereiding op deze decentralisaties en de kaderstellende rol van de gemeenteraad daaromtrent.

De belangrijkste conclusies zijn:

  • Ten aanzien van de Participatiewet heeft de gemeenteraad kaders gesteld. Tot op heden is dit voor de AWBZ en de jeugdzorg niet gebeurd.
  • Alle drie decentralisaties hebben een bestuurlijke en ambtelijke projectorganisatie en er zijn projectplannen opgesteld.
  • Voor wat betreft de informatievoorziening kan worden gesteld dat de gemeenteraad en het college geen concrete afspraken hebben gemaakt over de frequentie en de vorm van de informatievoorziening. Wel wordt de gemeenteraad geïnformeerd indien belangrijke ontwikkelingen of afwijkingen zich voordoen.

De belangrijkste aanbevelingen van de Rekenkamercommissie  aan de gemeenteraad zijn:

  • De wensen en (on)mogelijkheden met betrekking tot de kaderstelling te inventariseren en deze uitspraken aan de hand van een werkgroep zo SMART mogelijk (= Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistich en Tijdgebonden) te formuleren.
  • De samenhang van de verschillende decentralisaties goed te bewaken met een brede visie op het sociale domein dat kaderstellend is voor alle drie decentralisaties.
  • Afspraken te maken over de informatievoorziening.
  • Het college de opdracht te geven raadsvoorstellen in te dienen waarin aan de gemeenteraad inhoudelijke keuzes worden voorgelegd met inzicht in de maatschappelijke en financiële gevolgen hiervan.

De Rekenkamercommissie heeft dit onderzoek laten uitvoeren door een extern onderzoeksbureau, dat een soortgelijk onderzoek bij nog zes andere gemeenten heeft uitgevoerd. Daarmee is aan de gemeenteraad ook een ‘Overzichtsrapportage’ aangeboden waarin de gemeenten met elkaar worden vergeleken en waaruit  de gemeente Frankeradeel de voor haar belangrijke tips en best practice vanuit andere gemeenten kan meenemen bij haar eigen kaderstellende rol.  Daarnaast is in de bijlage van het rapport een aanzet tot een sturingskader voor de gemeenteraad opgenomen .

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met: mw E.M.Perk (0621552839)

Leerlingen Augustinianum winnen scholierenprijsvraag Algemene Rekenkamer

Acht leerlingen uit 4 vwo van het Augustinianum in Eindhoven hebben de scholierenwedstrijd van de Algemene Rekenkamer gewonnen. De opdracht was: bedenk een Rekenkameronderzoek. Het winnende voorstel luidde: Hoeveel kost een vmbo/vwo leerling ten opzichte van toekomstige opbrengsten? De acht winnaars ontvingen op vrijdag de laatste dag voor de schoolvakantie uit handen van president van de Algemene Rekenkamer Saskia J. Stuiveling, de prijs: een waardecheque voor kaarten voor Lowlands 2014. Bovendien gaat de Algemene Rekenkamer het onderzoek uitvoeren, waarbij de prijswinnaars als klankbord gaan fungeren.

De prijswinnaars zijn: Dilana Ozgul (inzender) en Tom van Ruiswijk, Tim den Boer, Bram Smulders, Niek Leupen, Lenny de Wagt, Daphne van Ierland en Paul Lichtveld. Volgens het juryrapport hadden zij ‘een goed doordacht, relevant en interessant voorstel’ ingediend. Bijzondere aandacht was er voor de inzet van social media. Hiermee kunnen middelbare scholieren bijvoorbeeld worden gevraagd welke kosten zij zelf nog maken voor school, zoals school- of studiereizen. Zo kunnen ook ‘verborgen’ kosten in beeld worden gebracht. Verder was het van belang dat het voorstel uitvoerbaar moest zijn in samenwerking met lokale rekenkamers. De Algemene Rekenkamer verwacht de onderzoeksresultaten in maart 2014 te kunnen presenteren.

De jury bestond uit Arno Visser (collegelid van de Algemene Rekenkamer), Barbara Goezinne (onderzoeksdirecteur van de Algemene Rekenkamer) en Ans Hoenderdos (namens de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies). De scholierenprijsvraag maakte deel uit van de Onderwijskrant van ProDemos over het werk van rekenkamers. Deze krant is in april 2013 uitgegeven in aanloop naar het 200-jarig bestaan van de Algemene Rekenkamer in 2014.

De uitvoering van het onderzoek loopt van augustus 2013 tot januari 2014. De Algemene Rekenkamer stelt medewerking van lokale rekenkamer(commissie)s zeer op prijs en zal binnenkort met informatie komen over de aanpak en mogelijkheden voor inzet van lokale rekenkamer(commissie)s. Als u nu al uw interesse kenbaar wil maken, kan dat door middel van een mail aan Monique Mol  M.Mol@rekenkamer.nl

[foto-onderschrift:]

Saskia J. Stuiveling (president van de Algemene Rekenkamer, tweede van links) met de trotse winnaars van de scholierenprijsvraag ‘Bedenk een Rekenkameronderzoek’. Het winnende onderzoek betreft de kosten en toekomstige opbrengsten van leerlingen op het vmbo en vwo. Van links naar rechts: Karin Wagt (Rekenkamercommissie Eindhoven), Saskia J. Stuiveling, Maarten de Veth (rector Augustinianum), Marjolein van Heezik (docent), Daphne van Ierland, Tom van Ruiswijk, Bram Smulders, Tim den Boer, Niek Leupen, Lenny de Wagt en Dilana Özgül. Paul Lichtveld ontbreekt op de foto.

 



 

Persbericht rapport Projectmanagement Coevorden

Sinds 2008 beheerst de gemeente Coevorden strategische projecten steeds beter.
De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders kunnen echter hun samenspel nog verbeteren. Dit zijn de
belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de manier waarop de gemeente Coevorden strategische projecten aanpakt.

Vooral in de periode tot 2008 ontbrak het de gemeente aan ervaring en elementaire expertise om grote opgaven op een
professionele manier aan te pakken. Dit leidde tot onnodige schade. Ten eerste was de afronding van de projecten
Nieuwbouw Gemeentehuis en Holwert-Zuid later, duurder en op onderdelen anders dan
gepland. Ten tweede, in het huidige gebrek aan keuzevrijheid in het project Holwert-Zuid,
als gevolg van eerder vastgelegde verplichtingen. Ten derde, bij het beeld van de gemeenteraad over gemeentelijke projecten.

Deze problemen in het heden hadden voorkomen kunnen worden door vanaf het begin de algemene beginselen van projectmanagement toe te passen. Ten eerste, door projecten
goed in fasen op te delen en ze zo overzichtelijk te maken. En ten tweede, door niet die fasen door elkaar te laten lopen maar door een fase compleet af te ronden en de opdrachtgevers (dat zijn de gemeenteraad of het College van Burgemeester en Wethouders) bewust te laten besluiten over de overgang naar de volgende fase.

De Rekenkamercommissie Coevorden doet in het rapport drie aanbevelingen aan de
gemeente. De aanbevelingen zijn in grote lijn dat ten eerste de gemeente haar beleid voor
projectmatig werken en de toepassing daarvan moet verbeteren. Ten tweede, dat het
samenspel tussen college en raad beter moet, zodat de raad beter kan sturen. Het college
dient bij strategische projecten de raad in zijn besluitvorming te ondersteunen door meer
kaderstellende voorstellen voor te leggen. De raad op zijn beurt moet het college meer
daarnaar vragen. Ten derde, dat de gemeente bij strategische projecten in een zo vroeg
mogelijk stadium de opgave zo overzichtelijk mogelijk moet maken.

19 september Workshop over onderzoek naar Participatiewet

Volg op 19 september een workshop over onderzoek naar de Participatiewet

Met de decentralisatie van de Participatiewet, Jeugdzorg en AWBZ per 2015 gaan gemeenten het de komende tijd druk krijgen. Dat kan ook van invloed zijn op de (controlerende) rol van gemeentelijke rekenkamers. De Algemene Rekenkamer wil bij de NVRR- bijeenkomst van 19 september over decentralisatie een workshop geven die gaat over mogelijkheden tot samenwerking met lokale rekenkamers bij een onderzoek naar de Participatiewet.

De Algemene Rekenkamer wil vóór invoering van de Participatiewet  al onderzoek doen om vast te stellen of meer mensen aan werk geholpen kunnen worden tegen lagere kosten en hoe hier lokaal en landelijk over wordt verantwoord. Dit zal leiden tot publicatie in 2014.

De samenwerking met gemeentelijke rekenkamers kan op verschillende manieren worden vormgegeven: van het uitwisselen van ervaringen tot het verrichten van gezamenlijk onderzoek. In de workshop bekijken we wat het beste past. Bij een samenwerking  denken we aan vragen als hoe gemeenten hun taken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt nu uitvoeren en op welke wijze er verantwoording aan de gemeenteraad wordt afgelegd. Voor de Algemene Rekenkamer zijn deze vragen van belang om een landelijk beeld te vormen van wat de invoering van de Participatiewet betekent voor gemeenten. Gemeentelijke rekenkamers kunnen deze samenwerking gebruiken om risico’s te signaleren rond de invoering van de Participatiewet in hun eigen gemeente.

Geïnteresseerde rekenkamers en rekenkamercommissies kunnen zich binnenkort aanmelden voor deze workshop op 19 september. Nu al meer weten, of ideeën ? Neem contact op met Koos Postma.
K.Postma@rekenkamer.nl
070-3424344

PB: Conclusies uit het rapport “Naar een noordelijke kenniseconomie”

Assen – 11 juni 2013

Bij projecten die de noordelijke kenniseconomie moeten bevorderen zijn veel partijen betrokken met een onduidelijke taakafbakening. Informatie over de prestaties van door de drie provincies gesubsidieerde stichtingen voor het aanjagen en afstemmen van projecten is beperkt. Het beslag op provinciale middelen is in de afgelopen acht jaar verdrievoudigd. De sturing van de provincies bij deze op afstand geplaatste instellingen is wisselend, maar doorgaans beperkt. Acht van de negen onderzochte kennisprojecten zijn niet binnen de geplande termijn afgerond. Projecten gericht op fundamenteel onderzoek zijn minder succesvol dan projecten op het gebied van onderwijs en technische toepassingen van kennis. Dit zijn conclusies van de Noordelijke Rekenkamer in het rapport “Naar een noordelijke kenniseconomie”.

Kenniseconomie

De provincies Drenthe, Fryslân en Groningen willen de transitie naar een kenniseconomie versnellen. Wanneer bedrijven, kennisinstellingen (universiteiten, HBO’s, onderzoeksinstituten) en overheden in clusters samenwerken kunnen werkgelegenheid en economische groei bevorderd worden, zo wordt verondersteld. Drie belangrijke kennisgebieden in het Noorden zijn: sensortechnologie, watertechnologie en energie.

Om partijen bij elkaar te brengen, projecten te ontwikkelen, de clusters te promoten (‘branding’) en subsidies te verwerven zijn clusterorganisaties opgericht. Voor sensortechnologie is dat de Stichting Sensor Universe (SSU), voor watertechnologie de Stichting Water Alliance (SWA) en voor energie de Stichting Energy Valley (SEV). De provincies geven subsidie aan deze stichtingen en aan kennisprojecten. De drie provincies hebben zelf en via het Samenwerkingsverband Noord Nederland in de periode 2003-2011 meer dan € 200 miljoen bijgedragen aan de clusterorganisaties en kennisprojecten.

De Noordelijke Rekenkamer heeft onderzocht hoe deze clusterorganisaties zijn georganiseerd en welke positie de provincies innemen ten opzichte van deze organisaties. Daarnaast heeft de Rekenkamer binnen elk cluster drie projecten bestudeerd om te bezien of de provinciale subsidies de gewenste resultaten opleveren.

Clusterorganisaties

De taakverdeling is niet duidelijk: niet alleen de clusterorganisaties maar ook andere partijen zoals de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en de provincies zelf houden zich bezig met het ‘bij elkaar brengen van partijen’ en projectontwikkeling. De provincies opereren binnen een spanningsveld tussen enerzijds afstandelijkheid ten opzichte van de gesubsidieerde clusterorganisaties en anderzijds betrokkenheid bij de activiteiten van deze organisaties. De provincies sturen met name langs informele kanalen; voor Statenleden zijn de clusterorganisaties minder transparant. Het is lastig een realistisch zicht te krijgen op de prestaties van de clusterorganisaties. De stichtingen refereren in voortgangsrapportages vooral aan successen en toekomstplannen. De kans van mislukkingen te leren wordt niet benut. Het beslag van de drie clusterorganisaties op provinciale middelen is de afgelopen acht jaar verdrievoudigd.

Projecten

Binnen elk cluster zijn drie projecten bestudeerd op het gebied van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijk onderwijs en kennistoepassing. De projecten op het gebied van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek voldoen niet aan de verwachtingen. Verder stelt de Rekenkamer vast dat het opzetten van opleidingen vele jaren kost. De studentenaantallen van opleidingen voor sensor- en watertechnologie blijven achter bij de prognoses. Toegepaste kennisprojecten blijken relatief succesvol. Acht van de negen projecten zijn niet binnen de afgesproken termijn afgerond. Werkgelegenheidseffecten blijven doorgaans ver achter bij de verwachtingen.

Reactie van de drie noordelijke provincies

De provincies stemmen in met de meeste conclusies en aanbevelingen. Zij plaatsen wel vraagtekens bij de mogelijkheid tot het sturen op resultaat in het innovatiebeleid. De provincies zeggen toe strenger te gaan toezien op de kwaliteit van externe rapportages over prestaties van de clusterorganisaties. Ook zullen de resultaten van een aantal belangrijke projecten over een langere termijn worden gevolgd.

Kapitaalgoederenbeheer door de gemeente Kollumerland c.a.

Het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is een belangrijke taak van de gemeente Kollumerland c.a.. Het omvat het beheer en onderhoud van wegen, water, riolering, groen en gebouwen. Veel burgers hebben daar direct of indirect mee te maken. Er wordt ook een aanzienlijk deel van de personele en financiële middelen van de gemeente aan besteed en er kunnen zich aanzienlijke risico’s voordoen. Dit maatschappelijke en financiële belang was de aanleiding voor Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân om onderzoek te doen naar het kapitaalgoederenbeheer.

Kapitaalgoederenbeheer door de gemeente Dongeradeel

Het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is een belangrijke taak van de gemeente Dongeradeel. Het omvat het beheer en onderhoud van wegen, water, riolering, groen en gebouwen. Veel burgers hebben daar direct of indirect mee te maken. Er wordt ook een aanzienlijk deel van de personele en financiële middelen van de gemeente aan besteed en er kunnen zich aanzienlijke risico’s voordoen. Dit maatschappelijke en financiële belang was de aanleiding voor Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân om onderzoek te doen naar het kapitaalgoederenbeheer.

Online kennisdelen; webinars voor lokale rekenkamers

 

Hoe effectief zijn de subsidies die gemeentes en provincies verstrekken? Welke gevolgen heeft het nieuwe DBFMO-contractbeheer? Vragen waar rekenkamers recent onderzoek naar hebben gedaan. De kennis van deze onderzoeken wil de Algemene Rekenkamer met u delen via webinars. Doet u mee?

Samenwerking lokale rekenkamers en AR

De NVRR en de Algemene Rekenkamer organiseren alweer de vijfde  bijeenkomst voor lokale en provinciale rekenkamers die willen samenwerken en/of kennis willen uitwisselen met elkaar en met de Algemene Rekenkamer.
Dit is een vervolg op eerdere bijeenkomsten waarin we concrete plannen maakten voor intensievere informatie-uitwisseling en samenwerking in het onderzoek. En deze plannen ook uitvoerden: denk bijvoorbeeld  aan de handreiking re-integratie, de overdracht van het waddenfonds,  het CJG onderzoek en verschillende klankbordbijeenkomsten.

Tijdens de werkbijeenkomst op 19 september willen we het thema decentralisatie centraal stellen alsmede de  meerwaarde van samenwerken op dit terrein. Denk daarbij bijvoorbeeld aan  onderwerpen als: de inrichting van de publieke verantwoording bij regionale bestuursmodellen, de positie van gemeenteraden en rekenkamers/rekenkamercommissies in relatie tot gemeenschappelijke regelingen, het creëren van synergie tussen het systeemniveau (rol Algemene Rekenkamer) en het beleids- en uitvoerend niveau van publieke taakbehartiging.

Graag komen we in contact met mensen die een speeddate of workshop zouden willen verzorgen, of die een idee rond dit thema naar voren willen brengen.

19 september 2013, 10.15 uur tot 14.30 uur, Lange Voorhout 8 te Den Haag.

Informatie bij Gerrit Hagelstein: 06 – 55 12 12 81 gerrit.hagelstein@ede.nl of  Diny van Est: 070-3424185 of d.vanest@rekenkamer.nl.

Oproep inzenden rapporten voor de Goudvink 2013

Eind 2013 wordt de nieuwe Goudvink uitgereikt voor het beste rekenkamerrapport. De NVRR Goudvink 2013 wordt op vrijdag 22 november 2013 tijdens een NVRR mini-congres uitgereikt door de voorzitter van de jury Ferd Crone.  De NVRR roept alle gemeentelijke, provinciale en landelijke rekenkamers, rekenkamercommissies en commissies beleidsevaluatie op om weer mee te dingen naar deze prijs.

De NVRR roept alle rekenkamers en rekenkamercommissies van de provincies, de gemeenten en de waterschappen, alsmede de landelijke rekenkamer en commissies van beleidsevaluatie op weer mee te dingen naar deze prijs.

Nieuwe opzet

In 2011 heeft het bestuur van de NVRR, op basis van een evaluatie van de Goudvink 2010, besloten  de toekenning van de Goudvink anders te gaan invullen. Aanleiding daartoe was  de toenemende kritiek van rekenkamer(commissie)s op de wijze van beoordelen. Eind 2012 heeft de ingestelde commissie Goudvink een voorstel gepresenteerd aan de leden van de NVRR hoe in de toekomst de inzendingen voor deze unieke prijs te boordelen.

Doorwerking

Het doel van de prijs is om rekenkamers te stimuleren en te inspireren om de doorwerking van hun onderzoek te vergroten. De NVRR vindt het belangrijk dat een onderzoek verschil maakt, dat het doorwerkt en effect heeft. Met de prijs willen we daarom rapporten en daaraan gekoppelde alternatieve producten of activiteiten waarderen die naar verwachting doorwerking zullen hebben (of al bewezen doorwerking hebben gehad). De ingezonden rapporten mogen dateren uit het jaar waarin de prijs wordt uitgereikt minus (maximaal) twee jaren. Uiteraard moeten de onderzoeksrapporten voldoen aan de basiskwaliteiten van een rapport.

Om de doorwerking van een onderzoek te beoordelen, dient u twee open vragen te beantwoorden en waar mogelijk te onderbouwen met stukken:

  • Wat heeft de rekenkamer(commissie) gedaan om de doorwerking van het onderzoek te bevorderen?
  • Waaruit blijkt de doorwerking?
  • Daarnaast vindt de NVRR het belangrijk dat expliciet blijkt wat de sterke punten van het rapport zijn.

Per organisatie kan slechts één rapport per jaar meedingen. Ook onderzoeken die onder verantwoordelijkheid van een rekenkamer(commissie) door derden zijn uitgevoerd kunnen meedingen.

Graag ontvangt de Goudvinkorganisatie uiterlijk vrijdag 31 mei 2013  drie papieren exemplaren van het rapport en een digitaal exemplaar.

Deze kunnen gestuurd worden aan:

NVRR
Postbus 1058
3860 BB NIJKERK
info@nvrr.nl

Om de inzendingen voor de nieuwe Goudvink te kunnen beoordelen zijn we nog steeds op zoek naar beoordelaars.

Taak van de beoordelaars is het beoordelen van ingezonden rapporten volgens een vast beoordelingsschema. Anders dan voorheen zal specifiek gekeken worden naar Doorwerking van de ingediende rapporten en de opvallende sterke punten uit het rapport.

De rapporten worden in koppels beoordeeld. Daarnaast zijn er twee bijeenkomsten: in mei ter voorbereiding van de beoordelingsronde en eind augustus om de beoordelingen te bespreken. Het doel van de beoordelaars is te komen tot twee shortlists van rapporten waaruit de jury met jury voorzitter Ferd Crone (voorzitter), een winnaar van de Goudvink zal kiezen. In totaal gaat het om gemiddeld 5 dagen tijdsbesteding.

Wil je nog meer weten over het beoordelen of wil je meedoen dan kun je je aanmelden bij het secretariaat van de NVRR, info@nvrr.nl telefoon 033-2473435 t.a.v. Caroline Loomans verenigingsmanager.

Rekenkameronderzoek naar grondbeleid en grondexploitaties

De problematiek bij de Gemeentelijke grondexploitaties vormen inmiddels een serieus probleem. Financiële problemen nemen toe en de verslagleggingregels zijn (te) beperkt om er goed inzicht in te krijgen. Voor de provincie is goed inzicht van belang in het kader van haar financiële toezicht op de gemeenten; voor de gemeenteraden is het van belang in het kader van hun kaderstellende en controlerende rol richting colleges.

Met divers rekenkameronderzoek is er inmiddels wel al ervaring opgedaan hoe de gemeenteraden beter grip op het grondbeleid en grondexploitatie kunnen krijgen.
De NVRR heeft hierover op 8 april een Nieuwsbrief aan al haar leden gestuurd en tevens de het onderwerp in de NVRR Wiki opgenomen.

Speciale Onderwijskrant over rekenkamers

 

Hoe breng je het belang van publieke verantwoording onder de aandacht van scholieren? En hoe laat je hen zien welke mooie onderzoeken rekenkamers uitvoeren? Door een speciale Onderwijskrant te maken en een prijsvraag te organiseren! 

In 2014 bestaat de Algemene Rekenkamer 200 jaar. Dit is natuurlijk dé gelegenheid om te laten zien voor welke waarden we staan en welke doelen we met ons werk nastreven. Daarbij gaat het niet alleen om het werk van de Algemene Rekenkamer, maar ook om het werk van de lokale en provinciale rekenkamers. We willen juist het brede belang van de rekenkamerfunctie onderstrepen.

Straatonderzoek

Onze jubileumviering wordt geen besloten feestje. De mensen in ons netwerk kennen ons en ons werk immers al goed. We willen juist dat andere groepen zicht krijgen op het werk dat wij doen. Omdat we vooral ook jongeren willen aanspreken, hebben we een speciale Onderwijskrant gemaakt voor leerlingen van 4 havo en 5 vwo. In de krant staan we ook stil bij de rol en het werk van lokale en provinciale rekenkamers. Zo heeft de Rekenkamer Rotterdam mooie artikelen geschreven, onder meer over het ‘straatonderzoek’ naar stadswachten.  

Prijsvraag

Scholen kunnen de krant gratis bestellen om te gebruiken in hun lessen maatschappijleer, geschiedenis of economie. En we hopen dat de krant zoveel inspiratie oplevert, dat scholieren meedoen aan de prijsvraag die we hebben uitgeschreven. Scholieren kunnen een onderwerp voor onderzoek indienen, dat wij graag samen met (enkele) lokale rekenkamers willen uitvoeren. Het winnende onderwerp belonen met kaartjes voor een popfestival.

 

Wij hopen dat jullie net zo enthousiast over de krant zijn als wij en in jullie netwerk hier aandacht voor willen vragen. Scholen kunnen de krant gratis bestellen via: http://www.primaonderwijs.nl/prodemos/.

 

Persbericht: Rekenkamer is voor raad actieve steun in meeste gemeenten

In 380 van de 415 Nederlandse gemeenten bestaat een actieve rekenkamer of rekenkamercommissie. Dat komt overeen met 91,6 % van de gemeenten. In 20 gemeenten is de afgelopen twee jaar de rekenkamer inactief geweest vanwege aanhoudende discussie over de juiste rekenkamervorm of door gemeentelijke herindeling. In nog eens 15 gemeenten (vooral in Zeeland, Noord-Brabant en Friesland) krijgt de rekenkamerfunctie geen invulling, omdat er lokaal geen politiek draagvlak voor is. Deze 15 gemeenten hebben gemiddeld 15.000 inwoners en vertegenwoordigen opgeteld 1,3% van de Nederlandse bevolking.

Rekenkamers stuk door bezuiniging

Vijftien gemeenten hebben zelfs geen rekenkamers meer. Circa twintig rekenkamers zijn inactief. Juist nu moet het gemeentelijk beleid kritisch tegen het licht worden gehouden, stelt de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR). Toch is het tegendeel steeds meer waar, blijkt uit onderzoek van de vereniging

PB: “De staat van de rekenkamer”

PERSBERICHT 

Rekenkamer is voor raad actieve steun in meeste gemeenten

In 380 van de 415 Nederlandse gemeenten bestaat een actieve rekenkamer of rekenkamercommissie. Dat komt overeen met 91,6 % van de gemeenten. In 20 gemeenten is de afgelopen twee jaar  de rekenkamer inactief geweest vanwege aanhoudende discussie over de juiste rekenkamervorm of door gemeentelijke herindeling. In nog eens 15 gemeenten (vooral in Zeeland, Noord-Brabant en Friesland) krijgt de rekenkamerfunctie geen invulling, omdat er lokaal geen politiek draagvlak voor is. Deze 15 gemeenten hebben gemiddeld 15.000 inwoners en vertegenwoordigen opgeteld 1,3% van de Nederlandse bevolking.

Het bovenstaande staat in het rapport De staat van de rekenkamer. Dit onderzoek is in opdracht van de NVRR, de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies, in het najaar van 2012 uitgevoerd. Doel van het onderzoek is precies in kaart te brengen in hoeveel gemeenten en waarom er sprake is van een "slapende rekenkamer". In eerdere onderzoeken, uit 2010 en 2011, werd dit fenomeen gesignaleerd.

Betere publieke verantwoording nodig

De Gemeentewet schrijft sinds 2006 voor dat elke gemeente een rekenkamer of rekenkamerfunctie moet hebben. Die verplichting blijkt nu in 3,6 % van de gemeenten niet door de gemeenteraad te worden ingevuld: er worden geen leden benoemd of het benodigde budget ontbreekt. Volgens NVRR-bestuurslid Gerrit Hagelstein blijkt uit het op 2 april 2013 gepubliceerde onderzoek dat het aantal inactieve rekenkamers niet zo groot is: "Daarmee maken we als NVRR het probleem beslist kleiner. Wettelijke verplichtingen moeten worden nageleefd, dat staat buiten kijf. De verantwoordelijke toezichthouders moeten daar actie op ondernemen. Maar tegelijkertijd is er een ander vraagstuk mee verbonden. De financiën van nogal wat gemeenten staan zo onder druk, dat de lokale politiek besluit te bezuinigen op onder meer de rekenkamer. Hierdoor kunnen er minder of geen onderzoeken meer worden uitgevoerd. Het gevolg is dat de gemeenteraad minder onafhankelijke informatie krijgt over het presteren en functioneren van het gemeentebestuur. Daarbij komt er de komende jaren, als gevolg van de decentralisaties, een grote verantwoordelijkheid op de gemeenten af. En de controle daarop moet door de gemeenteraden vorm en inhoud gegeven worden. Daarbij is een goed toegeruste rekenkamer hard nodig", aldus Hagelstein (zelf actief in de rekenkamer van Lingewaard).

Budget varieert

Het NVRR-onderzoek omvat zowel een inventarisatie van rekenkameractiviteiten en diverse modellen in gemeenten als een verdiepend deel waarin wordt nagegaan waarom in sommige gemeenten geen rekenkamer functioneert. In het onderzoek is ervan uitgegaan dat een rekenkamer over een eigen budget moet beschikken en minimaal eens per twee jaar een onderzoek uitbrengt. Alle Nederlandse gemeenten opgeteld besteden per jaar € 18 miljoen aan de rekenkamers. Dat totaal is onder druk van bezuinigingen in de afgelopen vijf jaar met 10 % gedaald.

Bijna één op de vijf van de gemeentelijke respondenten verwacht de komende jaren een verdere daling van het budget. De meeste gemeenten geven gemiddeld circa € 25.000 uit aan rekenkameronderzoek. Grote steden kennen rekenkamers met een gemiddeld budget van ruim € 500.000. De verschillen tussen gemeenten zijn aanzienlijk: er wordt tussen de € 0,- en € 6,54 per inwoner aan de rekenkamerfunctie besteed. Dat is gemiddeld  € 1,08 per inwoner.

Van ondervraagde gemeenteraadsleden geeft 89% aan de rekenkameronderzoeken van goede kwaliteit te vinden, 68 % van hen acht deze onderzoeken belangrijk. Ondervraagde leden van colleges van burgemeester en wethouders (de "gecontroleerden") tonen zich kritischer over het rekenkamerwerk.

Bestuurlijke reactie NVRR op rapport “De staat van de rekenkamer

Het bestuur van de NVRR heeft met belangstelling kennis genomen van het onderzoeksrapport De staat van de rekenkamer. Hoewel het NVRR-bestuur opdrachtgever is van dit onderzoek, komen de rapportage en resultaten geheel voor de verantwoording van de onderzoekers.
Het bestuur van de NVRR vindt het van belang, onderstaand, kort te reageren op de uitkomsten van het onderzoek en deze te plaatsen in de discussie over inactieve rekenkamers en de bredere discussie over de plaats van publieke verantwoording in het overheidsbestel. Rekenkamers en rekenkamercommissies leveren daarin een belangrijke bijdrage via hun onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur en beleid.

Rapport De staat van de Rekenkamer

Een onderzoek naar institutionalisering, budget en output van gemeentelijke rekenkamers en rekenkamercommissies.
Rekenkameronderzoek biedt een belangrijke ondersteuning voor gemeenteraadsleden in hun controle-rende en kaderstellende taken. Vanaf 2006 is het in stand houden van een rekenkamer of rekenkamer-functie verplicht voor iedere gemeente. In de „Evaluatie van de provinciale en gemeentelijke rekenka-mer‟ die in opdracht van het ministerie van BZK mei 2011 is gepubliceerd, komt een beeld naar voren dat rekenkamers over het algemeen goed functioneren. Er wordt echter ook gewag gemaakt van signa-len over „slapende rekenkamers‟, ofwel dat er gemeenten zijn waarin de rekenkamer niet actief is. De omvang van het probleem wordt niet erg groot ingeschat, maar naar de aard en omvang van inactieve rekenkamers wordt geen nader onderzoek verricht. Dat is reden geweest voor de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) nader onderzoek uit te voeren. Dit beoogt een overzicht te geven van de vormgeving, het budget en de output van alle rekenkamers in Nederland en de inactieve rekenkamers in het bijzonder. De provinciale rekenkamers en de gemeenten op de BES-eilanden zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.