De Unie van Waterschappen heeft een handreiking ontwikkeld die ingaat op wat open data kan betekenen voor de waterschappen. Open data wordt steeds belangrijker voor de waterschappen en de samenleving.
De handreiking Open Data gaat in op de voordelen en risico’s van open data. Daarnaast geeft de handreiking inzicht in de juridische context van open data en de manier waarop open data beschikbaar kan worden gesteld.
Gemeenten zoeken naar de beste manier om hun burgers zo efficiënt mogelijk te helpen. Dat is ook nodig want de re-integratiebudgetten staan onder druk en dus wilt u zoveel mogelijk grip op het resultaat. Maar hoe weet u of u het juiste doet? En wat het effect daarvan is op de lange termijn? Het antwoord luidt: gebruikmaken van big data.
Wat is big data?
Big data is letterlijk een enorme hoeveelheid digitale gegevens die niet meer met reguliere datamanagementsystemen onderhouden kunnen worden. Tegenwoordig kan er steeds meer en steeds sneller een grotere variatie aan data opgeslagen worden. Zo zijn er bijvoorbeeld tal van data van burgers digitaal beschikbaar bij de gemeente. Maar het kunnen ook social media-updates zijn, cookies en weblogs, meterstanden, bedrijfsadministratie of gps-locaties van mobiele telefoons. Eigenlijk behoren alle soorten data tot de grote groep big data.
In 2013 ontstond er onrust in rekenkamerland over de mogelijke BTW-plicht voor rekenkamer(commissie)leden. Het bestuur van de NVRR heeft contact gehad met het Ministerie van Financiën om meer duidelijkheid te verkrijgen.
Uit de brief van het Ministerie van Financiën die wij hebben ontvangen blijkt dat alle leden van een rekenkamer of rekenkamercommissie in beginsel aangemerkt worden als ondernemer in de zin van de BTW. Of ook daadwerkelijk BTW moet worden afgedragen hangt af van de specifieke situatie van het betreffende lid. Er is dus geen algemene regel te geven of iemand daadwerkelijk BTW moet afdragen, maar is e.e.a. sterk afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. Ons advies is dan ook contact op te nemen met uw belastingadviseur of de belastingdienst over hoe in uw situatie te handelen.
Meer informatie leest u in de stukken die we voor u op een rij hebben gezet.
Documenten en toegankelijkheid geeft je inzicht in aanpak, organisatie en beschrijft best practices van bruikbare en toegankelijke content en documenten.
We helpen je met de volgende onderwerpen:
Als organisatie bied je gebruiksvriendelijke en toegankelijke content aan voor je bezoekers. Content die in documenten staat hoort daar ook bij, maar is vaak niet voor iedereen bruikbaar. Hoe pak je het aan?
Er zijn veel misvattingen over pdf, de bruikbaarheid en de toegankelijkheid ervan. Wij geven je de feiten en bespreken alternatieven.
Hoe zit een toegangelijke pdf in elkaar? Wat is er voor nodig.
Het aantal apps voor de smartphone of tablet groeit enorm. Hoe vind je tussen al die apps de meest interessante voor jouw onderzoek? We hebben een aantal interessante apps geselecteerd.
Een uitleg van het begrip Augmented Reality. Met voorbeelden van toepassingen in het algemeen en bij de Algemene Rekenkamer. En een voorbeeld van een toepassing: Aurasma. Presentatie door Linda Meijer-Wassenaar, Algemene Rekenkamer.
Visual storyboard: van onderzoek naar animatie door Linda Meijer en Janneke ten Kate
Een visueel storyboard kan een animator helpen bij het ontwerpproces, maar kan in een vroeg stadium ook duidelijkheid scheppen voor alle betrokkenen: zó gaan we onze boodschap vertellen.
De website Openspending.nl geeft gedetailleerde financiële gegevens weer als open data van vijf gemeenten: Dordrecht, Heerlen, Lelystad, Oirschot en Utrecht. De site maakt gespecificeerde begrotingen en uitgaven toegankelijk van deze gemeenten. Bijvoorbeeld uitgaven voor het onderhoud van fietsenstallingen en sporthallen; de inkomsten uit de verkoop van trouwboekjes; wachtgelduitkeringen; of de kosten van gratis OV voor 65 plus. Het doel van de site is om inwoners, raadsleden en journalisten meer inzicht te geven in de besteding van gemeenschapsgeld.
In hoeverre de rekenkamer erin is geslaagd aandacht te genereren voor doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid met betrekking tot het specifieke onderzoeksonderwerp.
In hoeverre het rekenkameronderzoek opiniërend of besluitvormend besproken is en/of er kennis van is genomen.
In hoeverre gemeenteraad of Provinciale Staten een besluit heeft genomen over de aanbevelingen van het rapport waarin deze aanbevelingen door hen worden overgenomen.
In hoeverre de aanbevelingen en/of redeneertrant van de rekenkamer worden opgenomen in beleid(svoornemens) en/of de uitvoering daarvan.
In hoeverre door de implementatie van aanbevelingen uit het rapport de gewenste effecten zijn bereikt.
In hoeverre er aandacht is voor het onderzoek bij een breder publiek. Met een breder publiek bedoelen we de volgende domeinen: maatschappij, beleidsveld, wetenschap + onderwijs, pers.
Indicatoren
Het onderwerp wordt opgepakt door de raad/ Provinciale Staten en geagendeerd voor behandeling.
Fracties, raads- of Statenleden tonen interesse in het onderzoeksonderwerp.
Wethouder/GS en/of ambtenaren tonen interesse in het onderzoeksonderwerp.
De raad/Provinciale Staten neemt de ruimte voor de discussie over het rekenkameronderzoek.
College van B&W/GS bespreekt het rapport en geven een bestuurlijke reactie.
Er heeft, indien nodig, een hoor- en wederhoor plaats gevonden.
Het product wordt aan raad/ Provinciale Staten gepresenteerd en met raad/Provinciale Staten besproken.
De raad/ Provinciale Staten neemt een besluit/motie aan over de aanbevelingen uit het rapport:
De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek worden geheel gesteund door de gemeenteraad of Provinciale Staten en de aanbevelingen uit het onderzoek worden (grotendeels) overgenomen.
De hoofdlijn van het onderzoek wordt gesteund door de raad/ Provinciale Staten en enkele aanbevelingen uit het onderzoek worden overgenomen.
De wijze van redeneren van het onderzoek wordt gesteund door de raad/ Provinciale Staten, maar de aanbevelingen uit het onderzoek niet.
Een aantal aanbevelingen uit het onderzoek wordt gesteund door de raad/ Provinciale Staten maar de hoofdlijn van het onderzoek niet.
De redeneerlijn en de aanbevelingen van het onderzoek worden niet gesteund door de raad/ Provinciale Staten, maar zij verwerpen het onderzoek niet.
Het onderzoek wordt door de raad/ Provinciale Staten verworpen
College van B&W/ Gedeputeerde Staten onderschrij-ven al dan niet de bevindingen van de rekenkamer en nemen (een deel van) de aanbevelingen van de rekenkamer over.
Naar aanleiding van een besluit van de raad/ Provinciale Staten wordt de aanbeveling of worden de aanbevelingen van de rekenkamer opgenomen in beleidsvoor-nemens of -voor-stellen en/of doorgevoerd in de uitvoering van het beleid, door gemeente of veld.
Bij de formulering van het beleid of het beleidsvoor-nemen wordt
– expliciet en instemmend verwezen naar het rapport/ presentatie van de rekenkamer, of de aanbeveling die de Rekenkamer heeft gedaan;
– niet of impliciet verwezen naar het rapport/presentatie van de rekenkamer, of de aanbeveling die de rekenkamer heeft gedaan, maar worden bijvoorbeeld ‘nieuwe’ rekenkamertermen in beleidsstukken gehanteerd, of wordt de redeneertrant van de rekenkamer gevolgd (dit kan duiden op conceptuele doorwerking);
Bij de formulering van het beleid wordt expliciet aandacht besteed aan aspecten op het gebied van doelmatigheid, doeltreffend¬heid en rechtmatigheid van beleid.
Bij de formulering van het beleid of het beleids¬voor-nemen wordt expliciet of impliciet verwezen naar een aanbeveling en/of redeneer¬trant van een rapport van de rekenkamer dat niets met het beleidsveld te maken heeft.
De overgenomen aanbevelingen zijn vertaald in uitvoerbare maatregelen en plannen, en geïmplementeerd.
Door implementatie van de aanbevelingen uit het rapport treedt er feitelijke verandering op waar de aanbeveling(en) zich op richt(en). Dit kan betrekking hebben op het bestuur, de organisatie, het beleid en/of de uitvoering daarvan.
Het rapport draagt bij aan beter toezicht en controle door de raad/Provinciale Staten.
Het rapport draagt bij aan reflectie op bestaande probleemanalyse en beleid(spraktijken) en leidt tot nieuwe inzichten en ideeën.
Het rapport en de aanbevelingen leiden niet alleen tot een verbeterde output van het gemeentebestuur (besluiten, beleidsplannen, controle e.d.), maar ook tot een verbeterde outcome van het beleid.
Vragen en verzoeken om nadere informatie over het onderzoek van o.a. burgers, instellingen, wetenschappers en/of de pers.
Reacties op het onderzoek van o.a. burgers, instellingen, wetenschappers en/of de pers.
Verwijzingen naar het onderzoek in beleids-plannen en jaarverslagen van instellingen of in wetenschappelijke publicaties.
Presentaties over het onderzoek (op bv. studie-dagen, seminars, symposia, congressen) bij maatschappelijke of wetenschappelijke instellingen en kennisinstituten.
Aandacht voor het onderzoek in de lokale/regionale/ landelijke pers (in de krant, op tv, op de radio of op internet), en/of vakbladen.
De Minister van BZK heeft in zijn actieplan 2015 aangegeven doorwerking van decentrale rekenkamers belangrijk te vinden. Doorwerking was eerder al, in 2011, ook het onderwerp in evaluaties, van lokale en provinciale rekenkamers, door de rekenkamers zelf als ook in opdracht van BZK. Het is dus belangrijk dat rekenkamer aantonen er toe te doen. En dat kan onder andere door inzicht te geven in de eigen doorwerking. Zeker als je vindt dat een goed functionerende rekenkamer een onderdeel is van de decentrale democratie en onmisbaar is in de bestuurlijke topografie.
Het in deze wiki gepresenteerde instrument(stappenplan) is voor iedereen bedoeld die aan de slag wil gaan met het meten van doorwerking van rekenkameronderzoek. Het stappenplan is bedoeld ter ondersteuning van rekenkamers die aan de slag willen gaan met het meten van de doorwerking van hun producten en aanbevelingen. Het beperkt zich in eerste instantie tot het inzichtelijk maken van de doorwerking van een rekenkameronderzoek en rekenkamerproduct. Maar ook rekenkamers die aan de slag willen gaan met het meten van de doorwerking van de rekenkamer als geheel, kunnen inspiratie vinden in dit stappenplan.
Het stappenplan bestaat uit zeven opeenvolgende stappen die, indien doorlopen, inzicht geven in de mate van doorwerking van een rekenkamerproduct. Het stappenplan biedt aanknopingspunten voor een onderzoek naar doorwerking, geen ultieme antwoorden. Rekenkamers kunnen deze gebruiken voor een terugblik op een specifiek onderzoek, maar kunnen deze ook geschikt vinden voor een meer uitgebreid doorwerkingsonderzoek.
Stappenplan
Het stappenplan voor het meten van doorwerking van rekenkamers ziet er als volgt uit, zie figuur 1.
Figuur 1 – Stappenplan – Meten van doorwerking
Stap 1: Bepaal het doel, waarom wil je doorwerking meten?
Stap 2: Definieer doorwerking. De smalle definitie richt zich primair op de relatie tussen bestuur (gemeenteraad/Provinciale Staten/college van B&W/Gedeputeerde Staten) en Rekenkamer. De brede definitie omvat ook gebruik van adviezen in maatschappij, wetenschap en dergelijke.
Stap 3: Kies een aanpak. Er bestaan meerdere modellen om doorwerking te operationaliseren. In dit stappenplan presenteren we de doorwerkingscirkels. Op basis daarvan worden de indicatoren gekozen om de doorwerking te meten.
Stap 4: Verzamel de data. Bijvoorbeeld door middel van een documentenanalyse of interviews. Houdt hierbij rekening met de verschillende betekenissen van een rekenkameronderzoek voor gemeenteraad/ Provinciale Staten, college van B&W/Gedeputeerde Staten en de media etc.
Stap 5: Analyseer de bevindingen en formuleer conclusies.
Stap 6: Rapporteer over de resultaten. Houd rekening met de doelgroep.
Stap 7: Reflecteer op het onderzoeksproces. Zijn de vragen beantwoord? Wat ging goed en wat kan beter?
Deze zeven stappen worden achtereenvolgens hieronder uitgewerkt.
Stap 1: Bepaal het doel
De eerste stap is om te bepalen waarom er behoefte is aan inzicht in doorwerking. Wie wil dat weten en waarom? Nuttige vragen om te stellen zijn:
Is het doel om na te gaan hoe en in welke mate rekenkamerproducten (meestal rapporten) worden benut?
Moet het onderzoek ook informatie opleveren om de doorwerking te stimuleren?
Op wiens verzoek wordt het onderzoek uitgevoerd?
Zijn de resultaten voor intern gebruik bedoeld, of is het voor externe publicatie bedoeld?
Wie gaat het doorwerkingsonderzoek uitvoeren? Betreft het een zelfevaluatie, of maakt het onderdeel uit van een visitatie of peer review? Voert de griffie, de raad zelf het onderzoek uit of huur je als rekenkamer een extern bureau in?
De antwoorden op deze vragen bepalen de scope van het onderzoek naar doorwerking van de rekenkamer. Een rekenkamer kan bijvoorbeeld volstaan met een opvolg- of nazorgonderzoek om de doorwerking van de aanbevelingen van een enkel onderzoeksrapport te meten. In die zin is dit soort onderzoek een specifieke vorm van doorwerkingsonderzoek. Waarbij inzicht in doorwerking centraal kan staan en niet per se het meten van doorwerking. Tevens kan een rekenkamer een bredere scope kiezen door te opteren voor een onderzoek naar de doorwerking van bijvoorbeeld een paar jaar rekenkamerwerk.
Stap 2: Definieer doorwerking
Er bestaan in de wetenschappelijke literatuur en in de praktijk van beleidsevaluaties verschillende definities van doorwerking. Daarnaast zijn er verschillende termen in omloop (benutting, impact, gebruik e.a.) die naar hetzelfde begrip verwijzen. Er bestaat op dit moment nog geen eenduidige definitie en bijpassende onderzoeksmethode die als standaardaanpak in rekenkamerland geldt.
Stap 2 in een doorwerkingsonderzoek is dan ook: dat diegene die het onderzoek uitvoert, ook definieert wat onder doorwerking wordt verstaan. Als Werkgroep Doorwerking geven we de tip om hier pragmatisch mee om te gaan en niet op zoek te gaan naar de ultieme definitie. Het is verstandig om enkele doorwerkingsonderzoeken van andere rekenkamers te bestuderen en een bestaande definitie over te nemen of licht aan te passen mocht daar behoefte aan zijn. Wij constateren dat in doorwerkingsonderzoeken smalle en brede definities gehanteerd worden.
Als de focus op de beoordeling van rapporten ligt, dan wordt gesproken van een smalle definitie van doorwerking. De smalle definitie richt zich primair op de relatie tussen bestuur (gemeenteraad/Provinciale Staten/college/Gedeputeerde Staten) en de rekenkamer en aanwijsbare vormen van gebruik in bijvoorbeeld reacties en beleidsstukken. De brede definitie omvat ook het gebruik van adviezen in de bredere context, bijvoorbeeld in de betrokken maatschappelijke organisaties, wetenschap en/of media.
Concrete voorbeelden van definities van doorwerking zijn
Rekenkamers voeren jaarlijks een aantal onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijke en provinciale beleid. Wanneer de raads- en Statenleden de conclusies en aanbevelingen onderschrijven en ook het college de aanbevelingen (deels) overneemt, is er sprake van doorwerking (Berenschot, 2011).
Doorwerking is de bijdrage die de rekenkamer levert aan haar taak. Die taak vatten we hier breed op, namelijk de rekenkamer draagt bij aan de (verdere) verbetering van de beleidsvorming, meningsvorming, besluitvorming, beleidsuitvoering en verantwoording door en/of namens het bestuur van de gemeente, provincie of waterschap (Lemmens, 2015).
Stap 3: Kies een aanpak
De keuze voor een aanpak houdt in dat er voor een model wordt gekozen waarin doorwerking wordt geoperationaliseerd. Het betekent ook een invulling van de variabelen waarop uiteindelijk de meting van doorwerking plaatsvindt.
Er bestaan reeds modellen om doorwerking van kennis, verworven op basis van wetenschappelijk en/of toegepast onderzoek, in beleid te onderzoeken. Deze modellen zijn soms al toegepast in de rekenkamercontext, maar soms ook niet en blijven theoretisch. Het is belangrijk om een model te kiezen dat past bij het doel en de gekozen definitie van doorwerking. Soms kan een bestaand model voldoende zijn. In andere situaties kan het zinvol zijn om een bestaand model aan te passen aan de eigen situatie. Een aanpak bevat in ieder geval een omschrijving van de belangrijkste begrippen, een toelichting op de uitgangspunten en een beschrijving van de methode en wat wordt gemeten.
We geven ter illustratie hier drie voorbeelden van onderzoeksmodellen.
Voorbeeld 1: typologie van doorwerking
Doorwerking kan onderzocht worden door verschillende typen of soorten van doorwerking te onderscheiden en die vervolgens meetbaar te maken (operationaliseren). Zo onderscheiden Bekkers e.a.in een onderzoek naar strategische adviesraden instrumentele, conceptuele, agenderende en politiek-strategische doorwerking.
Figuur 2 – Typen doorwerking strategische adviezen
In de landelijke evaluatie van de lokale en provinciale rekenkamers gebruikte Berenschot (2011) deels deze aanpak. Berenschot onderzocht de instrumentele en conceptuele doorwerking. Van instrumentele doorwerking is volgens Berenschot sprake wanneer de aanbevelingen van de rekenkamer worden opgevolgd en uiteindelijk resulteren in nieuw dan wel aangepast beleid. Van conceptuele doorwerking is sprake wanneer zowel de raad , Provinciale Staten, het college en de ambtelijke organisatie bij de beleidsontwikkeling rekening houden met of geleerd hebben van het fenomeen rekenkamer in hun gemeente of provincie. Er is met andere woorden dan meer oog voor de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van beleid waardoor de kaderstellende en controlerende taak van de raad/Provinciale Staten is versterkt. Vervolgens hebben ze enquêtevragen ontwikkeld om de instrumentele en conceptuele doorwerking te meten.
In het onderzoek van Berenschot zijn de agenderende en politiek-strategische typen doorwerking niet aan bod gekomen. De politiek-strategische doorwerking lijkt ook niet een vorm van doorwerking die decentrale rekenkamers nastreven. Gezien het feit dat er politieke doelen mee gemoeid zijn, terwijl de rekenkamer door de wetgever politiek-strategisch onafhankelijk is gepositioneerd.
Voorbeeld 2: de doorwerkingsladder
Partner en Pröpper hebben het onderstaande model van niveaus van doorwerking ontwikkeld. Het model is in de praktijk gehanteerd ten behoeve van de evaluatie van rekenkamers. (Onder andere de rekenkamercommissies van Veenendaal (2009) en Zandvoort (2011))
Figuur 3 – Niveaus van doorwerking van rekenkameronderzoek
Bron: Partner & Pröpper.
Partner & Pröpper definiëren een aantal niveaus waarop doorwerking van een concreet onderzoeksproduct plaatsvindt. Dit zijn achtereenvolgens: dat raadsleden kennis (kunnen) nemen van het rekenkamerrapport, de raad het rapport agendeert en actief bediscussieert. Vervolgens neemt de raad (en college) een besluit over de aanbevelingen en worden deze ook feitelijk uitgevoerd. Het hoogste niveau van doorwerking is dat de aanbeveling tot verbetering van de praktijk leidt.
Voorbeeld 3: de doorwerkingscirkels
De werkgroep van de Commissie Kwaliteitszorg van de NVRR heeft het volgende model van doorwerkingscirkels ontwikkeld.
Figuur 4 – Doorwerkingscirkels
Ook in dit model hanteren we niveaus van doorwerking.
Wat nieuw is ten opzichte van de voorbeelden 1 en 2 is de laatste cirkel of schil van publiek verantwoorden. Daarmee verwijzen we naar situaties waarin een rekenkamer-product doorwerkt buiten de politiek-bestuurlijke arena. Er is dan sprake van een brede en zelfs maatschappelijke doorwerking. Dan kan bijvoorbeeld door het schrijven van artikelen in vakbladen of kranten of presenteren van onderzoeksresultaten bij maatschappelijke organisaties, bedrijven of burgers.Sommige rekenkamers zullen niet de mogelijkheden hebben deze vorm van doorwerking te sorteren of vinden dat deze maatschappelijke doorwerking of ‘publiek verantwoorden’ niet tot hun taak hoort.De cirkels zijn op te vatten als kringen die opgewekt (kunnen) worden door het individuele rekenkamerproduct. Het rekenkamerproduct is te vergelijken met een steen die in een soms turbulente stromende rivier wordt gegooid waardoor de kringen ontstaan.
De stroming in de lokale/provinciale politiek kan zo uitpakken dat het rekenkamerproduct nauwelijks een rimpeling veroorzaakt en de doorwerking na de bespreking van het rapport wegebt. Maar de stroming kan de kringen dusdanig versterken dat het rekenkamerproduct beleidswijzigingen tot gevolg heeft, mogelijk tot duurzame aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid leidt en mogelijk zelfs tot de burgers doordringt.
Tabel 1 -Definitie/toelichting van de doorwerkingscirkels
Na stap drie komen we van de voorbereiding terecht in de uitvoering door informatie te verzamelen en vervolgens te analyseren. Ook hier is het weer mogelijk om te kiezen voor een beperkte of uitgebreide aanpak. Er zijn bijvoorbeeld rekenkamers die na de politieke behandeling van een rapport een korte enquête naar raads- of Statenleden sturen. Daarin vragen ze naar de tevredenheid met het onderzoek. Daarin kunnen ook enkele vragen over doorwerking worden meegenomen. Bijvoorbeeld: in welke mate heeft dit onderzoek nieuwe kennis of inzichten opgeleverd over het onderhanden onderwerp of beleids- en besluitvorming in het algemeen?
Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van gesprekken met fracties, raads- of Statenleden, wethouders, Provinciale Staten, college van B&W, Gedeputeerde Staten etc., waarin betrokkenen wordt gevraagd naar het product van de rekenkamer. Interviews geven de gelegenheid om dieper in te gaan op de eventuele doorwerking van een product van de rekenkamer. De betrokkene kan ook gevraagd worden wat hij goed en minder goed vindt aan het product.
Ook is er een puur instrumentele benadering van het data verzamelen, namelijk het turven van het aantal overgenomen aanbevelingen door de raads- of Statenleden. Het turven kan voor vele doeleinden worden gebruikt, denk bijvoorbeeld aan het turven van het aantal reacties op sociale media, of het aantal nieuwsartikelen etc. Er zijn diverse bronnen waaruit informatie kan worden getrokken. Bijvoorbeeld agenda’s, besluiten, moties & amendementen, verslagen van vergaderingen en lokale media.
Als werkgroep wijzen we erop dat een rekenkameronderzoek voor verschillende doelgroepen een verschillende betekenis kan hebben. Een rekenkameronderzoek heeft veelal een andere betekenis voor raad/Provinciale Staten, college van B&W/Gedeputeerde Staten, ambtelijke organisaties en eventueel andere doelgroepen. Houd hier rekening mee in de fase van dataverzameling, bijvoorbeeld door vragen te differentiëren naar doelgroep.
Stap 5: Analyseer
De volgende stap is om de verzamelde gegevens te analyseren aan de hand van het gekozen onderzoeksmodel. Na de analyse geven we als tip mee om te reflecteren op de uitkomsten. Ga op zoek naar welke barrières er waren, welke factoren voor een stimulans hebben gezorgd en welke leerpunten er voor de toekomst zijn. Het daarvoor nodig zijn om een apart gesprek of feedbacksessie te organiseren met raad/Provinciale Staten, college van B&W/Gedeputeerde Staten en/of secretaris/directeur.
In de tips & trucs staan handvatten die de kans op doorwerking kan vergroten.
Stap 6: Rapporteer
Na de analyse kan gerapporteerd worden. Dat kan een A-4tje zijn met de belangrijkste resultaten uit een korte evaluatie van een specifiek onderzoek. Het kan ook om een uitgebreide rapportage gaan waarin de doorwerking over een specifieke periode van de rekenkamer wordt beschreven. Mogelijk kunnen delen uit het onderzoek naar doorwerking in een jaarverslag verwerkt worden, of gebruikt worden ten behoeve van een peer review of visitatie door collega-rekenkamers.
Stap 7: Reflecteer
Na de rapportage kan tot slot geëvalueerd worden. Vragen die daarbij gesteld kunnen worden zijn: Is het gekozen model de beste wijze om de doorwerking van de rekenkamer inzichtelijk te maken en te meten? Wat kan aan het model verbeterd worden om doorwerking de volgende keer beter inzichtelijk te maken? Tot welke acties ter verbetering van doorwerking kunnen de resultaten van het doorwerkingsonderzoek leiden?
Tot slot
In de feedback die we kregen op het concept van dit stappenplan, kwam meerdere keren de ‘zachte’ kant van het rekenkamerwerk naar voren. Dat klopt deels, we hebben ons in eerste instantie gericht op de direct meetbare aspecten van doorwerking. Maar we moeten ook accepteren dat niet alles meetbaar te maken is. Indachtig het citaat van Kamerlingh Onnes (zie p. 1) kan het meten tot kennis leiden, maar de naakte gegevens behoeven een context. Zo opereert bijvoorbeeld een rekenkamer in een gemeente waarin het college elke aanbeveling van de rekenkamer naast zich neer legt. En dan zegt het aantal overgenomen aanbevelingen weinig over de doorwerking, maar misschien wel het aantal desondanks geïmplementeerde aanbevelingen. De rekenkamer weet zelf in welke bestuurlijke context ze opereert, en kan de verzamelde data van duiding voorzien en aldus de doorwerking inzichtelijk maken en meetbaar.
Het rekenkamerwerk heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld, en er is ook geëxperimenteerd. Er zijn niet alleen maar rapporten met aanbevelingen geschreven, maar er zijn ook presentaties en workshops met leden van raad, college, Provinciale en Gedeputeerde Staren, ambtenaren en burgers gehouden. Er is niet alleen maar achteromgekeken om van reeds uitgevoerd beleid te leren, maar er is ook ex ante en ex durante onderzoek gepleegd naar nieuwe beleidsterreinen, zoals naar de decentralisaties in het sociale domein. De vraag is hoe de doorwerking van dit soort producten te meten. De vraag is hoe de doorwerking van dit soort producten te meten is.
Tot slot de vraag, die licht buiten deze orde valt, wat is de waarde ervan om doorwerking van individuele rekenkamers te meten, als besluitvorming en uitvoering van beleid meer en meer in regionale bestuurlijke netwerken plaatsvindt? Dat is inderdaad een lastig vraagstuk. Doorwerking kan wellicht in de samenwerking van rekenkamers, ook tussen de verschillende overheidslagen, gevonden worden. En dan kan dit stappenplan behulpzaam zijn bij het meten van de doorwerking van rekenkamerwerk op deze bestuurlijke netwerken.
Op deze en andere punten kan het stappenplan nog zeker doorontwikkeld en in de praktijk getest worden.
Succes bij het hanteren van het model, het uitvoeren van
doorwerkingsonderzoek en het formuleren van acties ter verbetering van de
doorwerking en de functie van rekenkamers in het decentrale openbare bestuur
Beheer cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om onze website en onze service te optimaliseren.
Functioneel
Always active
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
0
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
0
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.