Woningbouwopgave Provincie Limburg
1. Meer duidelijkheid in beleid nodig: De woningbouw staat bij de provincie Limburg goed op de agenda en de provincie heeft haar woningbouwambities op hoofdlijnen goed gepositioneerd. De uitwerking blijft op essentiële punten echter onvoldoende concreet en richtinggevend. Met name de sturing op strategische ontwikkelingen en de vertaling naar regionale en kwalitatieve opgaven vraagt om versterking.
2. Realisatie kwalitatieve doelen en afspraken onder druk: Het aantal te realiseren woningen in Limburg ligt vooralsnog op koers en is in omvang te overzien. Dit geldt echter niet voor kwalitatieve doelen, zoals het zorgen voor voldoende betaalbare woningen en de sociale huur in verschillende gemeenten. Naar de toekomst toe zijn er verschillende risico’s – zoals onvoldoende financiële middelen – die de haalbaarheid van doelen in het algemeen onder druk zetten. Tevens zal afstemming op regionale woonbehoeften maatwerk blijven vragen.
3. Versterking provinciale regie mogelijk: De provincie toont zich bewust van het belang van de woningbouwopgave en wil meer regie voeren. De provincie stuurt echter veel op de details van individuele woningbouwprojecten en weet verschillen in ambities en voorkeuren van partijen nog onvoldoende op een lijn te brengen. Daarnaast is brede reflectie op de financiële inzet van de provincie van belang. Deze inzet richt zich met startersleningen vooral op de vraagkant terwijl knelpunten zich vooral voordoen aan de aanbodkant.
Centrale onderzoeksvraag
Wat zijn de mogelijkheden en belemmeringen voor de provincie om de doelen en afspraken voor de woningbouwopgave te realiseren
Rekenkamerrapport
Rekenkamer(commissie) | Zuidelijke Rekenkamer |
Provincie(s) | Limburg |
Ingestuurd door | Jeroen Barte |
Onderzoek door | Rekenkamer zelf |