Skip to main content

Auteur: Secretariaat

Tips & Trucs ter verbetering van de doorwerking

Bekkers e.a. (2004) hebben een checklist van factoren opgesteld met betrekking tot de organisatie van een Adviesraad en het proces van onderzoek. De aanname is dat “naarmate een Adviesraad meer aan de procesmatige voorwaarden voor een goede doorwerking heeft voldaan, de kans op doorwerking van adviezen groter zal zijn” (Bekkers e.a., 2004: 37).

De gehele checklist wordt hier niet gereproduceerd, maar bevat wel enkele goede tips & trucs ter bevordering van de doorwerking van rekenkamerproducten. Deze heeft de werkgroep aangevuld met de eigen werkervaring van de leden. De tips & trucs worden onderverdeeld in fasen, namelijk voor, tijdens en na het onderzoeksproces.

Voor het onderzoeksproces: onderwerpkeuze

  1. Beleidskwesties waar de doelgroep (bv. gemeenteraad/ Provinciale Staten) nog geen mening over gevormd heeft of waar twee of meer kampen zijn gevormd, waarbij de meningsverschillen als onoverbrugbaar worden beschouwd, hebben grote kans op doorwerking. Deze onderwerpen zijn dan ook aantrekkelijk.
  2. Haal onderwerpen op bij interne leden van de Rekenkamer, indien aanwezig, bij raads- of statenfracties, de griffier enz.
  3. Wees alert op de agenda van de raad en/of college om het onderwerp te agenderen, en hou rekening met de doorlooptijd van eventueel het. De timing van het onderzoek wordt als een belangrijke voorwaarde voor doorwerking beschouwd
  4. Hou de lokale pers in de gaten voor mogelijke actuele onderwerpen.
  5. Probeer contacten te leggen en te onderhouden met collega Rekenkamers. Sommige onderwerpen/beleidskwesties kunnen wellicht beter gezamenlijk worden onderzocht. Dit levert niet alleen voordelen voor het onderzoek op (kosten en inhoudelijk), maar het advies dat door meerdere Rekenkamers wordt gedragen legt meer gewicht in de schaal (Bekkers e.a., 2004).
  6. Kondig het feit dat je onderzoek wilt gaan doen altijd zo breed mogelijk aan, in ieder geval in een jaarplan.

Tijdens het onderzoeksproces: Interactie met doelgroep en inhoud van rekenkamerproduct

  1. Probeer, desnoods alleen als toehoorder, aan te schuiven bij de auditcommissie of vergelijkbare werkgroep, wanneer gedurende het onderzoek de betreffende werkgroep en/of auditcommissie bijeenkomt.
  2. Hou rekening met het niveau van communicatie. Bekkers e.a.,(2004) stellen dat naarmate de adviezen op een hoger niveau in de afdeling plaatsvinden, de rekenkamerrapporten meer serieus worden genomen.
  3. Zorg voor structureel contact met de betrokken afdeling gedurende het onderzoek. Hou de afdeling op de hoogte van de voortgang van het onderzoek.
  4. De inhoud van het product is van belang bij doorwerking ervan. Wees alert op de reactie van de doelgroep. Vraag regelmatig aan de doelgroep van het rapport of het voor hen leesbaar is, de kwaliteit van het rapport voldoende is. Daarnaast lijkt de doorwerking van een rapport af te nemen, wanneer de aanbevelingen verder van het huidige beleid af staan (Bekkers e.a. 2004: 41). Hier kan rekening mee gehouden worden bij het opleveren van het product.
  5. Expliciete adressering en evalueerbaarheid (smart maken) van de aanbevelingen.
  6. Formuleer de aanbevelingen dusdanig, en/of redeneertrant, zodat deze direct opgenomen kunnen worden in beleid en/of beleidsvoornemens.

Presentatie en ‘nazorg’

  1. Geef eventueel aan het college een nadere toelichting op het rapport, nadat de raad een besluit heeft genomen.
  2. Wees zelf aanwezig bij de behandeling van het rapport of product in de betreffende commissie of de raad/Provinciale Staten.
  3. Raad/Provinciale Staten laten besluiten dat het college/GS na enige tijd moet rapporten over implementatie aanbevelingen > of bij implementeren.
  4. Schrijf zelf als Rekenkamer het raadsbesluit in concept.
  5. Neem hierbij een opdracht van de raad/ Provinciale Staten aan het college/Gedeputeerde Staten mee, met zo concreet mogelijke actiepunten, SMART-doelstellingen en uitgangspunten voor uitvoering, controle en toezicht.
  6. Breng een persbericht uit om het onderzoek onder de aandacht te brengen.
  7. Bewaak zelf of het college de gedane toezeggingen nakomt.
  8. Doe na een bepaalde periode een vervolgonderzoek.
  9. Schrijf een toegankelijk persbericht over of 5-minuten versie van het rapport. Hierdoor kan aandacht bij het bredere publiek voor het rapport gegenereerd worden.
  10. Denk vooraf bewust na over de externe communicatie. Bijvoorbeeld over voor wie het rapport interessant zou kunnen zijn (zoals vakmedia) en verzend het rapport ook naar hen.
  11. Denk na over eventueel aanvullende producten, zoals een video.

Matrix van de 6 cirkels van doorwerking rekenkamers: definitie/toelichting – indicatoren

1. Agenderen 2. Bespreken 3. Besluiten 4. Agenderen 5. Effectueren 6.Publiek verantwoorden
Defenitie/
toelichting
In hoeverre de rekenkamer erin is geslaagd aandacht te genereren voor doeltreffendheid, doelmatigheid en recht­matigheid met betrekking tot het speci­fie­ke onderzoeks­onderwerp. In hoeverre het rekenkameronderzoek opiniërend of besluit­vormend besproken is en/of er kennis van is genomen. In hoeverre gemeenteraad of Provinciale Staten een besluit heeft genomen over de aanbevelingen van het rapport waarin deze aanbevelingen door hen worden overgenomen. In hoeverre de aanbevelingen en/of redeneertrant van de rekenkamer worden opgenomen in beleid(svoornemens) en/of de uitvoering daarvan. In hoeverre door de implementatie van aanbevelingen uit het rapport de gewenste effecten zijn bereikt. In hoeverre er aandacht is voor het onderzoek bij een breder publiek. Met een breder publiek bedoelen we de volgende domeinen: maatschappij, beleidsveld, wetenschap + onderwijs, pers.
Indicatoren Het onderwerp wordt opgepakt door de raad/ Provinciale Staten en geagendeerd voor behandeling.

Fracties, raads- of Statenleden tonen interesse in het onderzoeksonderwerp.

Wethouder/GS en/of ambtenaren tonen interesse in het onderzoeksonderwerp.

De raad/Provinciale Staten neemt de ruimte voor de discussie over het rekenkameronderzoek.

College van B&W/GS bespreekt het rapport en geven een bestuurlijke reactie.

Er heeft, indien nodig, een hoor- en wederhoor plaats gevonden.

Het product wordt aan raad/ Provinciale Staten gepresenteerd en met raad/Provinciale Staten besproken.

De raad/ Provinciale Staten neemt een besluit/motie aan over de aanbevelingen uit het rapport:

De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek worden geheel gesteund door de gemeenteraad of Provinciale Staten en de aanbevelingen uit het onderzoek worden (grotendeels) overgenomen.

De hoofdlijn van het onderzoek wordt gesteund door de raad/ Provinciale Staten en enkele aanbevelingen uit het onderzoek worden overgenomen.

De wijze van redeneren van het onderzoek wordt gesteund door de raad/ Provinciale Staten, maar de aanbevelingen uit het onderzoek niet.

Een aantal aanbevelingen uit het onderzoek wordt gesteund door de raad/ Provinciale Staten maar de hoofdlijn van het onderzoek niet.

De redeneerlijn en de aanbevelingen van het onderzoek worden niet gesteund door de raad/ Provinciale Staten, maar zij verwerpen het onderzoek niet.

Het onderzoek wordt door de raad/ Provinciale Staten verworpen
College van B&W/ Gedeputeerde Staten onderschrij-ven al dan niet de bevindingen van de rekenkamer en nemen (een deel van) de aanbevelingen van de rekenkamer over.

Naar aanleiding van een besluit van de raad/ Provinciale Staten wordt de aanbeveling of worden de aanbevelingen van de rekenkamer opgenomen in beleidsvoor-nemens of -voor-stellen en/of doorgevoerd in de uitvoering van het beleid, door gemeente of veld.

Bij de formulering van het beleid of het beleidsvoor-nemen wordt
– expliciet en instemmend verwezen naar het rapport/ presentatie van de rekenkamer,  of de aanbeveling die de Rekenkamer heeft gedaan;
– niet of impliciet verwezen naar het rapport/presentatie van de rekenkamer, of de aanbeveling die de rekenkamer heeft gedaan, maar worden bijvoorbeeld ‘nieuwe’ rekenkamertermen in beleidsstukken gehanteerd, of wordt de redeneertrant van de rekenkamer gevolgd (dit kan duiden op conceptuele doorwerking);

Bij de formulering van het beleid wordt expliciet aandacht besteed aan aspecten op het gebied van doelmatigheid, doeltreffend¬heid en rechtmatigheid van beleid.

Bij de formulering van het beleid of het beleids¬voor-nemen wordt expliciet of impliciet verwezen naar een aanbeveling en/of redeneer¬trant van een rapport van de rekenkamer dat niets met het beleidsveld te maken heeft.

De overgenomen aanbevelingen zijn vertaald in uitvoerbare maatregelen en plannen, en geïmplementeerd.

Door implementatie van de aanbevelingen uit het rapport treedt er feitelijke verandering op waar de aanbeveling(en) zich op richt(en). Dit kan betrekking hebben op het bestuur, de organisatie, het beleid en/of de uitvoering daarvan.

Het rapport draagt bij aan beter toezicht en controle door de raad/Provinciale Staten.

Het rapport draagt bij aan reflectie op bestaande probleemanalyse en beleid(spraktijken) en leidt tot nieuwe inzichten en ideeën.

Het rapport en de aanbevelingen leiden niet alleen tot een verbeterde output van het gemeentebestuur (besluiten, beleidsplannen, controle e.d.), maar ook tot een verbeterde outcome van het beleid.

Vragen en verzoeken om nadere informatie over het onderzoek van o.a. burgers, instellingen,  wetenschappers en/of de pers.

Reacties op het onderzoek van o.a. burgers, instellingen,  wetenschappers en/of de pers.

Verwijzingen naar het onderzoek in beleids-plannen en jaarverslagen van instellingen of in wetenschappelijke publicaties.

Presentaties over het onderzoek (op bv. studie-dagen, seminars, symposia, congressen) bij maatschappelijke of wetenschappelijke instellingen en kennisinstituten.

Aandacht voor het onderzoek in de lokale/regionale/ landelijke pers (in de krant, op tv, op de radio of op internet), en/of vakbladen.

Stappenplan – Meten van doorwerking decentrale rekenkamers

Inleiding

De Minister van BZK heeft in zijn actieplan 2015 aangegeven doorwerking van decentrale rekenkamers belangrijk te vinden. Doorwerking was eerder al, in 2011, ook het onderwerp in evaluaties, van lokale en provinciale rekenkamers, door de rekenkamers zelf als ook in opdracht van BZK. Het is dus belangrijk dat rekenkamer aantonen er toe te doen. En dat kan onder andere door inzicht te geven in de eigen doorwerking. Zeker als je vindt dat een goed functionerende rekenkamer een onderdeel is van de decentrale democratie en onmisbaar is in de bestuurlijke topografie.

Het in deze wiki gepresenteerde instrument(stappenplan) is voor iedereen bedoeld die aan de slag wil gaan met het meten van doorwerking van rekenkameronderzoek. Het stappenplan is bedoeld ter ondersteuning van rekenkamers die aan de slag willen gaan met het meten van de doorwerking van hun producten en aanbevelingen. Het beperkt zich in eerste instantie tot het inzichtelijk maken van de doorwerking van een rekenkameronderzoek en rekenkamerproduct. Maar ook rekenkamers die aan de slag willen gaan met het meten van de doorwerking van de rekenkamer als geheel, kunnen inspiratie vinden in dit stappenplan.

Het stappenplan bestaat uit zeven opeenvolgende stappen die, indien doorlopen, inzicht geven in de mate van doorwerking van een rekenkamerproduct. Het stappenplan biedt aanknopingspunten voor een onderzoek naar doorwerking, geen ultieme antwoorden. Rekenkamers kunnen deze gebruiken voor een terugblik op een specifiek onderzoek, maar kunnen deze ook geschikt vinden voor een meer uitgebreid doorwerkingsonderzoek.

Stappenplan

Het stappenplan voor het meten van doorwerking van rekenkamers ziet er als volgt uit, zie figuur 1.

Figuur 1 – Stappenplan – Meten van doorwerking
  • Stap 1: Bepaal het doel, waarom wil je doorwerking meten?
  • Stap 2: Definieer doorwerking. De smalle definitie richt zich primair op de relatie tussen bestuur (gemeenteraad/Provinciale Staten/college van B&W/Gedeputeerde Staten) en Rekenkamer. De brede definitie omvat ook gebruik van adviezen in maatschappij, wetenschap en dergelijke.
  • Stap 3: Kies een aanpak. Er bestaan meerdere modellen om doorwerking te operationaliseren. In dit stappenplan presenteren we de doorwerkingscirkels. Op basis daarvan worden de indicatoren gekozen om de doorwerking te meten.
  • Stap 4: Verzamel de data. Bijvoorbeeld door middel van een documentenanalyse of interviews. Houdt hierbij rekening met de verschillende betekenissen van een rekenkameronderzoek voor gemeenteraad/ Provinciale Staten, college van B&W/Gedeputeerde Staten en de media etc.
  • Stap 5: Analyseer de bevindingen en formuleer conclusies.
  • Stap 6: Rapporteer over de resultaten. Houd rekening met de doelgroep.
  • Stap 7: Reflecteer op het onderzoeksproces. Zijn de vragen beantwoord? Wat ging goed en wat kan beter?

Deze zeven stappen worden achtereenvolgens hieronder uitgewerkt.

Stap 1: Bepaal het doel

De eerste stap is om te bepalen waarom er behoefte is aan inzicht in doorwerking. Wie wil dat weten en waarom? Nuttige vragen om te stellen zijn:

  • Is het doel om na te gaan hoe en in welke mate rekenkamerproducten (meestal rapporten) worden benut?
  • Moet het onderzoek ook informatie opleveren om de doorwerking te stimuleren?
  • Op wiens verzoek wordt het onderzoek uitgevoerd?
  • Zijn de resultaten voor intern gebruik bedoeld, of is het voor externe publicatie bedoeld?
  • Wie gaat het doorwerkingsonderzoek uitvoeren? Betreft het een zelfevaluatie, of maakt het onderdeel uit van een visitatie of peer review? Voert de griffie, de raad zelf het onderzoek uit of huur je als rekenkamer een extern bureau in?

De antwoorden op deze vragen bepalen de scope van het onderzoek naar doorwerking van de rekenkamer. Een rekenkamer kan bijvoorbeeld volstaan met een opvolg- of nazorgonderzoek om de doorwerking van de aanbevelingen van een enkel onderzoeksrapport te meten. In die zin is dit soort onderzoek een specifieke vorm van doorwerkingsonderzoek. Waarbij inzicht in doorwerking centraal kan staan en niet per se het meten van doorwerking. Tevens kan een rekenkamer een bredere scope kiezen door te opteren voor een onderzoek naar de doorwerking van bijvoorbeeld een paar jaar rekenkamerwerk.

Stap 2: Definieer doorwerking

Er bestaan in de wetenschappelijke literatuur en in de praktijk van beleidsevaluaties verschillende definities van doorwerking. Daarnaast zijn er verschillende termen in omloop (benutting, impact, gebruik e.a.) die naar hetzelfde begrip verwijzen. Er bestaat op dit moment nog geen eenduidige definitie en bijpassende onderzoeksmethode die als standaardaanpak in rekenkamerland geldt.

Stap 2 in een doorwerkingsonderzoek is dan ook: dat diegene die het onderzoek uitvoert, ook definieert wat onder doorwerking wordt verstaan. Als Werkgroep Doorwerking geven we de tip om hier pragmatisch mee om te gaan en niet op zoek te gaan naar de ultieme definitie. Het is verstandig om enkele doorwerkingsonderzoeken van andere rekenkamers te bestuderen en een bestaande definitie over te nemen of licht aan te passen mocht daar behoefte aan zijn. Wij constateren dat in doorwerkingsonderzoeken smalle en brede definities gehanteerd worden.

Als de focus op de beoordeling van rapporten ligt, dan wordt gesproken van een smalle definitie van doorwerking. De smalle definitie richt zich primair op de relatie tussen bestuur (gemeenteraad/Provinciale Staten/college/Gedeputeerde Staten) en de rekenkamer en aanwijsbare vormen van gebruik in bijvoorbeeld reacties en beleidsstukken. De brede definitie omvat ook het gebruik van adviezen in de bredere context, bijvoorbeeld in de betrokken maatschappelijke organisaties, wetenschap en/of media.

Concrete voorbeelden van definities van doorwerking zijn

  • Rekenkamers voeren jaarlijks een aantal onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijke en provinciale beleid. Wanneer de raads- en Statenleden de conclusies en aanbevelingen onderschrijven en ook het college de aanbevelingen (deels) overneemt, is er sprake van doorwerking (Berenschot, 2011).
  • Doorwerking is de bijdrage die de rekenkamer levert aan haar taak. Die taak vatten we hier breed op, namelijk de rekenkamer draagt bij aan de (verdere) verbetering van de beleidsvorming, meningsvorming, besluitvorming, beleidsuitvoering en verantwoording door en/of namens het bestuur van de gemeente, provincie of waterschap (Lemmens, 2015).

Stap 3: Kies een aanpak

De keuze voor een aanpak houdt in dat er voor een model wordt gekozen waarin doorwerking wordt geoperationaliseerd. Het betekent ook een invulling van de variabelen waarop uiteindelijk de meting van doorwerking plaatsvindt.

Er bestaan reeds modellen om doorwerking van kennis, verworven op basis van wetenschappelijk en/of toegepast onderzoek, in beleid te onderzoeken. Deze modellen zijn soms al toegepast in de rekenkamercontext, maar soms ook niet en blijven theoretisch. Het is belangrijk om een model te kiezen dat past bij het doel en de gekozen definitie van doorwerking. Soms kan een bestaand model voldoende zijn. In andere situaties kan het zinvol zijn om een bestaand model aan te passen aan de eigen situatie. Een aanpak bevat in ieder geval een omschrijving van de belangrijkste begrippen, een toelichting op de uitgangspunten en een beschrijving van de methode en wat wordt gemeten.
We geven ter illustratie hier drie voorbeelden van onderzoeksmodellen.

Voorbeeld 1: typologie van doorwerking
Doorwerking kan onderzocht worden door verschillende typen of soorten van doorwerking te onderscheiden en die vervolgens meetbaar te maken (operationaliseren). Zo onderscheiden Bekkers e.a.in een onderzoek naar strategische adviesraden instrumentele, conceptuele, agenderende en politiek-strategische doorwerking.

Figuur 2 – Typen doorwerking strategische adviezen

Bekkers, V.J.J.M, Fenger, H.J.M, Homburg, V.M.F, & Putters, K.. Doorwerking van strategische beleidsadvisering. Erasmus Universiteit Rotterdam & Universiteit van Tilburg (2004).

In de landelijke evaluatie van de lokale en provinciale rekenkamers gebruikte Berenschot (2011) deels deze aanpak. Berenschot onderzocht de instrumentele en conceptuele doorwerking. Van instrumentele doorwerking is volgens Berenschot sprake wanneer de aanbevelingen van de rekenkamer worden opgevolgd en uiteindelijk resulteren in nieuw dan wel aangepast beleid. Van conceptuele doorwerking is sprake wanneer zowel de raad , Provinciale Staten, het college en de ambtelijke organisatie bij de beleidsontwikkeling rekening houden met of geleerd hebben van het fenomeen rekenkamer in hun gemeente of provincie. Er is met andere woorden dan meer oog voor de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van beleid waardoor de kaderstellende en controlerende taak van de raad/Provinciale Staten is versterkt. Vervolgens hebben ze enquêtevragen ontwikkeld om de instrumentele en conceptuele doorwerking te meten.
In het onderzoek van Berenschot zijn de agenderende en politiek-strategische typen doorwerking niet aan bod gekomen. De politiek-strategische doorwerking lijkt ook niet een vorm van doorwerking die decentrale rekenkamers nastreven. Gezien het feit dat er politieke doelen mee gemoeid zijn, terwijl de rekenkamer door de wetgever politiek-strategisch onafhankelijk is gepositioneerd.

Voorbeeld 2: de doorwerkingsladder
Partner en Pröpper hebben het onderstaande model van niveaus van doorwerking ontwikkeld. Het model is in de praktijk gehanteerd ten behoeve van de evaluatie van rekenkamers. (Onder andere de rekenkamercommissies van Veenendaal (2009) en Zandvoort (2011))

Figuur 3 – Niveaus van doorwerking van rekenkameronderzoek

Bron: Partner & Pröpper.

Partner & Pröpper definiëren een aantal niveaus waarop doorwerking van een concreet onderzoeksproduct plaatsvindt. Dit zijn achtereenvolgens: dat raadsleden kennis (kunnen) nemen van het rekenkamerrapport, de raad het rapport agendeert en actief bediscussieert. Vervolgens neemt de raad (en college) een besluit over de aanbevelingen en worden deze ook feitelijk uitgevoerd. Het hoogste niveau van doorwerking is dat de aanbeveling tot verbetering van de praktijk leidt.

Voorbeeld 3: de doorwerkingscirkels

De werkgroep van de Commissie Kwaliteitszorg van de NVRR heeft het volgende model van doorwerkingscirkels ontwikkeld.

Figuur 4 – Doorwerkingscirkels

Ook in dit model hanteren we niveaus van doorwerking.
Wat nieuw is ten opzichte van de voorbeelden 1 en 2 is de laatste cirkel of schil van publiek verantwoorden. Daarmee verwijzen we naar situaties waarin een rekenkamer-product doorwerkt buiten de politiek-bestuurlijke arena. Er is dan sprake van een brede en zelfs maatschappelijke doorwerking. Dan kan bijvoorbeeld door het schrijven van artikelen in vakbladen of kranten of presenteren van onderzoeksresultaten bij maatschappelijke organisaties, bedrijven of burgers.Sommige rekenkamers zullen niet de mogelijkheden hebben deze vorm van doorwerking te sorteren of vinden dat deze maatschappelijke doorwerking of ‘publiek verantwoorden’ niet tot hun taak hoort.De cirkels zijn op te vatten als kringen die opgewekt (kunnen) worden door het individuele rekenkamerproduct. Het rekenkamerproduct is te vergelijken met een steen die in een soms turbulente stromende rivier wordt gegooid waardoor de kringen ontstaan.

De stroming in de lokale/provinciale politiek kan zo uitpakken dat het rekenkamerproduct nauwelijks een rimpeling veroorzaakt en de doorwerking na de bespreking van het rapport wegebt. Maar de stroming kan de kringen dusdanig versterken dat het rekenkamerproduct beleidswijzigingen tot gevolg heeft, mogelijk tot duurzame aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid leidt en mogelijk zelfs tot de burgers doordringt.

Tabel 1 -Definitie/toelichting van de doorwerkingscirkels

Zie ook:

Stap 4: Data

Na stap drie komen we van de voorbereiding terecht in de uitvoering door informatie te verzamelen en vervolgens te analyseren. Ook hier is het weer mogelijk om te kiezen voor een beperkte of uitgebreide aanpak. Er zijn bijvoorbeeld rekenkamers die na de politieke behandeling van een rapport een korte enquête naar raads- of Statenleden sturen. Daarin vragen ze naar de tevredenheid met het onderzoek. Daarin kunnen ook enkele vragen over doorwerking worden meegenomen. Bijvoorbeeld: in welke mate heeft dit onderzoek nieuwe kennis of inzichten opgeleverd over het onderhanden onderwerp of beleids- en besluitvorming in het algemeen?

Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van gesprekken met fracties, raads- of Statenleden, wethouders, Provinciale Staten, college van B&W, Gedeputeerde Staten etc., waarin betrokkenen wordt gevraagd naar het product van de rekenkamer. Interviews geven de gelegenheid om dieper in te gaan op de eventuele doorwerking van een product van de rekenkamer. De betrokkene kan ook gevraagd worden wat hij goed en minder goed vindt aan het product.

Ook is er een puur instrumentele benadering van het data verzamelen, namelijk het turven van het aantal overgenomen aanbevelingen door de raads- of Statenleden. Het turven kan voor vele doeleinden worden gebruikt, denk bijvoorbeeld aan het turven van het aantal reacties op sociale media, of het aantal nieuwsartikelen etc. Er zijn diverse bronnen waaruit informatie kan worden getrokken. Bijvoorbeeld agenda’s, besluiten, moties & amendementen, verslagen van vergaderingen en lokale media.

Als werkgroep wijzen we erop dat een rekenkameronderzoek voor verschillende doelgroepen een verschillende betekenis kan hebben. Een rekenkameronderzoek heeft veelal een andere betekenis voor raad/Provinciale Staten, college van B&W/Gedeputeerde Staten, ambtelijke organisaties en eventueel andere doelgroepen. Houd hier rekening mee in de fase van dataverzameling, bijvoorbeeld door vragen te differentiëren naar doelgroep.

Stap 5: Analyseer

De volgende stap is om de verzamelde gegevens te analyseren aan de hand van het gekozen onderzoeksmodel. Na de analyse geven we als tip mee om te reflecteren op de uitkomsten. Ga op zoek naar welke barrières er waren, welke factoren voor een stimulans hebben gezorgd en welke leerpunten er voor de toekomst zijn. Het daarvoor nodig zijn om een apart gesprek of feedbacksessie te organiseren met raad/Provinciale Staten, college van B&W/Gedeputeerde Staten en/of secretaris/directeur.

In de tips & trucs staan handvatten die de kans op doorwerking kan vergroten.

Stap 6: Rapporteer

Na de analyse kan gerapporteerd worden. Dat kan een A-4tje zijn met de belangrijkste resultaten uit een korte evaluatie van een specifiek onderzoek. Het kan ook om een uitgebreide rapportage gaan waarin de doorwerking over een specifieke periode van de rekenkamer wordt beschreven. Mogelijk kunnen delen uit het onderzoek naar doorwerking in een jaarverslag verwerkt worden, of gebruikt worden ten behoeve van een peer review of visitatie door collega-rekenkamers.

Stap 7: Reflecteer

Na de rapportage kan tot slot geëvalueerd worden. Vragen die daarbij gesteld kunnen worden zijn: Is het gekozen model de beste wijze om de doorwerking van de rekenkamer inzichtelijk te maken en te meten? Wat kan aan het model verbeterd worden om doorwerking de volgende keer beter inzichtelijk te maken? Tot welke acties ter verbetering van doorwerking kunnen de resultaten van het doorwerkingsonderzoek leiden?

Tot slot

In de feedback die we kregen op het concept van dit stappenplan, kwam meerdere keren de ‘zachte’ kant van het rekenkamerwerk naar voren. Dat klopt deels, we hebben ons in eerste instantie gericht op de direct meetbare aspecten van doorwerking. Maar we moeten ook accepteren dat niet alles meetbaar te maken is. Indachtig het citaat van Kamerlingh Onnes (zie p. 1) kan het meten tot kennis leiden, maar de naakte gegevens behoeven een context. Zo opereert bijvoorbeeld een rekenkamer in een gemeente waarin het college elke aanbeveling van de rekenkamer naast zich neer legt. En dan zegt het aantal overgenomen aanbevelingen weinig over de doorwerking, maar misschien wel het aantal desondanks geïmplementeerde aanbevelingen. De rekenkamer weet zelf in welke bestuurlijke context ze opereert, en kan de verzamelde data van duiding voorzien en aldus de doorwerking inzichtelijk maken en meetbaar.

Het rekenkamerwerk heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld, en er is ook geëxperimenteerd. Er zijn niet alleen maar rapporten met aanbevelingen geschreven, maar er zijn ook presentaties en workshops met leden van raad, college, Provinciale en Gedeputeerde Staren, ambtenaren en burgers gehouden. Er is niet alleen maar achteromgekeken om van reeds uitgevoerd beleid te leren, maar er is ook ex ante en ex durante onderzoek gepleegd naar nieuwe beleidsterreinen, zoals naar de decentralisaties in het sociale domein. De vraag is hoe de doorwerking van dit soort producten te meten. De vraag is hoe de doorwerking van dit soort producten te meten is.

Tot slot de vraag, die licht buiten deze orde valt, wat is de waarde ervan om doorwerking van individuele rekenkamers te meten, als besluitvorming en uitvoering van beleid meer en meer in regionale bestuurlijke netwerken plaatsvindt? Dat is inderdaad een lastig vraagstuk. Doorwerking kan wellicht in de samenwerking van rekenkamers, ook tussen de verschillende overheidslagen, gevonden worden. En dan kan dit stappenplan behulpzaam zijn bij het meten van de doorwerking van rekenkamerwerk op deze bestuurlijke netwerken.

Op deze en andere punten kan het stappenplan nog zeker doorontwikkeld en in de praktijk getest worden.

Succes bij het hanteren van het model, het uitvoeren van
doorwerkingsonderzoek en het formuleren van acties ter verbetering van de
doorwerking en de functie van rekenkamers in het decentrale openbare bestuur

Voorbereidingsbijeenkomst Instapcursus rekenkamerwerk 2015-2016

De Kring Noord en de Kring Zuid van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) hebben samen het initiatief genomen een instapcursus rekenkamerwerk te ontwikkelen voor beginnende rekenkamerleden. Dat kunnen raadsleden zijn die zitting nemen in een rekenkamercommissie maar ook leden die extern in een commissie benoemd zijn. Het doel is van deze Instapcursus om meer greep op te krijgen op het Rekenkamerwerk: een beetje dezelfde taal leren te spreken als de meer ervaren Rekenkameringewijden, zodat aansluiting ontstaat met de Rekenkamermensen die er al vele jaren bezig zijn en bij wie het ‘vak’ of moeten we zegen ‘het ambacht’ er als het ware met de paplepel ingegoten werd.

Meer informatie vindt u in de brochure.

De cursus bestaat uit een voorbereidingsbijeenkomst en drie modules. Vanuit het landelijke bestuur van de NVRR is er een zeker budget toegezegd. Het gevolg is dat deze cursus, deze eerste maal, ook omdat het om een ‘pilot’ gaat, zonder financiële kosten kan worden aangeboden. Deelname is beperkt tot maximaal 16 deelnemers per keer.

De voorbereidingsbijeenkomst op 11 december staat vooral in het teken van kennismaking van de cursisten met elkaar. Verder is het van belang dat in deze voorbereidingsbijeenkomst de verwachtingen met betrekking tot het bestuderen van de literatuur en het inbrengen van eigen ervaring worden afgestemd.

Opgeven voor de cursus kan tot 1 december a.s.  via jellie.rijpma@leeuwarden.nl

Instapcursus Rekenkamerwerk 2015-2016 (Module III)

De Kring Noord en de Kring Zuid van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) hebben samen het initiatief genomen een instapcursus rekenkamerwerk te ontwikkelen voor beginnende rekenkamerleden. Dat kunnen raadsleden zijn die zitting nemen in een rekenkamercommissie maar ook leden die extern in een commissie benoemd zijn. Het doel is van deze Instapcursus om meer greep op te krijgen op het Rekenkamerwerk: een beetje dezelfde taal leren te spreken als de meer ervaren Rekenkameringewijden, zodat aansluiting ontstaat met de Rekenkamermensen die er al vele jaren bezig zijn en bij wie het ‘vak’ of moeten we zegen ‘het ambacht’ er als het ware met de paplepel ingegoten werd.

Meer informatie vindt u in de brochure.

De cursus bestaat uit een voorbereidingsbijeenkomst en drie modules. Vanuit het landelijke bestuur van de NVRR is er een zeker budget toegezegd. Het gevolg is dat deze cursus, deze eerste maal, ook omdat het om een ‘pilot’ gaat, zonder financiële kosten kan worden aangeboden. Deelname is beperkt tot maximaal 16 deelnemers per keer.

Opgeven voor de cursus kan tot 1 december a.s. via jellie.rijpma@leeuwarden.nl

Instapcursus Rekenkamerwerk 2015-2016 (Module II)

De Kring Noord en de Kring Zuid van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) hebben samen het initiatief genomen een instapcursus rekenkamerwerk te ontwikkelen voor beginnende rekenkamerleden. Dat kunnen raadsleden zijn die zitting nemen in een rekenkamercommissie maar ook leden die extern in een commissie benoemd zijn. Het doel is van deze Instapcursus om meer greep op te krijgen op het Rekenkamerwerk: een beetje dezelfde taal leren te spreken als de meer ervaren Rekenkameringewijden, zodat aansluiting ontstaat met de Rekenkamermensen die er al vele jaren bezig zijn en bij wie het ‘vak’ of moeten we zegen ‘het ambacht’ er als het ware met de paplepel ingegoten werd.

Meer informatie vindt u in de brochure.

De cursus bestaat uit een voorbereidingsbijeenkomst en drie modules. Vanuit het landelijke bestuur van de NVRR is er een zeker budget toegezegd. Het gevolg is dat deze cursus, deze eerste maal, ook omdat het om een ‘pilot’ gaat, zonder financiële kosten kan worden aangeboden. Deelname is beperkt tot maximaal 16 deelnemers per keer.

Opgeven voor de cursus kan tot 1 december a.s. via jellie.rijpma@leeuwarden.nl

Instapcursus Rekenkamerwerk 2015-2016 (Module I)

De Kring Noord en de Kring Zuid van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) hebben samen het initiatief genomen een instapcursus rekenkamerwerk te ontwikkelen voor beginnende rekenkamerleden. Dat kunnen raadsleden zijn die zitting nemen in een rekenkamercommissie maar ook leden die extern in een commissie benoemd zijn. Het doel is van deze Instapcursus om meer greep op te krijgen op het Rekenkamerwerk: een beetje dezelfde taal leren te spreken als de meer ervaren Rekenkameringewijden, zodat aansluiting ontstaat met de Rekenkamermensen die er al vele jaren bezig zijn en bij wie het ‘vak’ of moeten we zegen ‘het ambacht’ er als het ware met de paplepel ingegoten werd.

Meer informatie vindt u in de brochure.

De cursus bestaat uit een voorbereidingsbijeenkomst en drie modules. Vanuit het landelijke bestuur van de NVRR is er een zeker budget toegezegd. Het gevolg is dat deze cursus, deze eerste maal, ook omdat het om een ‘pilot’ gaat, zonder financiële kosten kan worden aangeboden. Deelname is beperkt tot maximaal 16 deelnemers per keer.

Opgeven voor de cursus kan tot 1 december a.s. via jellie.rijpma@leeuwarden.nl

Onderzoek naar Integriteit: waar staat de rekenkamer? – Seminar van de Rekenkamer Rotterdam

De Rekenkamer Rotterdam organiseert op donderdag 12 november 2015 van 13.00 tot 17.00 uur een seminar over Bestuurlijke en ambtelijke integriteit en het nut en de noodzaak van integriteitsonderzoeken door rekenkamer(commissie)s.

Aan de hand van presentaties en onderlinge discussies zal een verkenning plaatsvinden naar de mate waarin integriteitsonderzoeken uitvoerbaar zijn door rekenkamer(commissie)s en andere organisaties. Daarbij zal nadrukkelijk niet alleen worden gekeken naar de opzet van beleid voor ambtenaren, maar ook naar de bestuurlijke integriteit en de doorvertaling ervan op de werkvloer. Mede aan de hand van casuïstiek komen deze onderwerpen aan bod.

Sprekers die onder meer komen zijn: Muel Kaptein (professor Business Ethics en lntegrity Management), Ellen van Schoten (Algemene Rekenkamer), Hoffman Bedrijfsrecherche en de Rekenkamer Rotterdam.

Het belooft een zeer interessante bijeenkomst te worden. Er zal niet alleen gesproken worden over de noodzaak van integriteitsonderzoek door rekenkamer(commissie)s, maar ook zullen voorbeelden worden gegeven van een dergelijk onderzoek in de praktijk. Tevens wordt aandacht besteed aan het belang van de bestuurlijke integriteit.

Het programma van de middag ziet er als volgt uit:

12.45 – 13.00 uur inloop met koffie
13.00 – 13.10 uur welkom door Paul Hofstra (directeur Rekenkamer Rotterdam)
13.10 – 15.15 uur presentaties
15.15 – 15.40 uur pauze
15.40 – 17.15 uur presentaties
17.15 – 18.00 uur afsluiting en borrel

Het seminar wordt u kosteloos aangeboden door de Rekenkamer Rotterdam. Wel verzoeken wij u zich tijdig aan te melden in verband met het beperkte aantal plaatsen (maximaal 120 deelnemers).
U kunt zich opgever door te mailen naar seminar@rekenkamer.rotterdam.nl.

Meer informatie vindt u in de uitnodiging.

3e dag – Leergang Effectief Beleidsonderzoek – ScienceWorks

Derde en laatste dag van de driedaagse leergang “Leergang Effectief Beleidsonderzoek” plaats, gericht op beleidsonderzoekers, toezichthouders, evaluatoren en met een nadruk op regionaal en lokaal beleidsonderzoek. Let op, inschrijving is beperkt tot 22 personen om de interactie te optimaliseren – inschrijvingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. 

Het programma van de leergang bestaat uit 6 dagdelen, verspreid over 3 dagen, en gaat in op de volgende thema's: 

  • Beleidsonderzoek: schakel tussen Kennis en beleid
  • Professionalisering van de relatie beleidsonderzoeker en opdrachtgever
  • Bijdrage van beleidsonderzoek aan doelmatig beleid
  • Vergroting van het rendement van beleidsonderzoek 
  • Veelbelovende nieuwe methoden voor beleidsonderzoek
  • Bijdrage van een beleidsonderzoeker aan het lerend vermogen van overheidsorganisatie

Deze leergang wordt verzorgt door ScienceWorks.Leden van de NVRR krijgen een korting op de kosten., zij betalen €1.395,= in plaats van €1.650,=

De eerste dag van deze leergang is op 30 oktober, de tweede op 6 november.

Cursus Rekenkameronderzoek 2016

De postacademische cursus Rekenkameronderzoek wordt verzorgd door de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met de NVRR en is bedoeld om handvatten te bieden voor het opzetten en (laten) uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig rekenkameronderzoek.De cursus is een post academische opleiding en bedoeld voor hbo- en wo-afgestudeerden die beroepshalve betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van rekenkameronderzoeken op provinciaal en gemeentelijk niveau.

De cursus is bedoeld voor voorzitters, secretarissen en leden van rekenkamers en rekenkamercommissies. De cursus is uiteraard ook geschikt voor onderzoekers van provinciale en lokale rekenkamers en rekenkamers van waterschappen.

In april 2016 wordt de cursus weer georganiseerd. De vijfdaagse cursus wordt aangeboden in twee blokken van respectievelijk drie en twee dagen:

Woensdag 6 april, donderdag 7 april en vrijdag 8 april 2016 en woensdag 20 april en donderdag 21 april 2016.

2e dag Leergang Effectief Beleidsonderzoek – ScienceWorks

Tweede dag van de driedaagse leergang “Leergang Effectief Beleidsonderzoek” plaats, gericht op beleidsonderzoekers, toezichthouders, evaluatoren en met een nadruk op regionaal en lokaal beleidsonderzoek. Let op, inschrijving is beperkt tot 22 personen om de interactie te optimaliseren – inschrijvingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. 

Het programma van de leergang bestaat uit 6 dagdelen, verspreid over 3 dagen, en gaat in op de volgende thema's: 

  • Beleidsonderzoek: schakel tussen Kennis en beleid
  • Professionalisering van de relatie beleidsonderzoeker en opdrachtgever
  • Bijdrage van beleidsonderzoek aan doelmatig beleid
  • Vergroting van het rendement van beleidsonderzoek 
  • Veelbelovende nieuwe methoden voor beleidsonderzoek
  • Bijdrage van een beleidsonderzoeker aan het lerend vermogen van overheidsorganisatie

Deze leergang wordt verzorgt door ScienceWorks.Leden van de NVRR krijgen een korting op de kosten., zij betalen €1.395,= in plaats van €1.650,=

De eerste dag van deze leergang is op 30 oktober, de laatste op 13 november.

Cursus Rekenkameronderzoek 2016

De postacademische cursus Rekenkameronderzoek wordt verzorgd door de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met de NVRR en is bedoeld om handvatten te bieden voor het opzetten en (laten) uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig rekenkameronderzoek.De cursus is een post academische opleiding en bedoeld voor hbo- en wo-afgestudeerden die beroepshalve betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van rekenkameronderzoeken op provinciaal en gemeentelijk niveau.

De cursus is bedoeld voor voorzitters, secretarissen en leden van rekenkamers en rekenkamercommissies. De cursus is uiteraard ook geschikt voor onderzoekers van provinciale en lokale rekenkamers en rekenkamers van waterschappen.

In april 2016 wordt de cursus weer georganiseerd. De vijfdaagse cursus wordt aangeboden in twee blokken van respectievelijk drie en twee dagen:

Woensdag 6 april, donderdag 7 april en vrijdag 8 april 2016 en woensdag 20 april en donderdag 21 april 2016.

Cursus Rekenkameronderzoek 2016

De postacademische cursus Rekenkameronderzoek wordt verzorgd door de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met de NVRR en is bedoeld om handvatten te bieden voor het opzetten en (laten) uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig rekenkameronderzoek.De cursus is een post academische opleiding en bedoeld voor hbo- en wo-afgestudeerden die beroepshalve betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van rekenkameronderzoeken op provinciaal en gemeentelijk niveau.

De cursus is bedoeld voor voorzitters, secretarissen en leden van rekenkamers en rekenkamercommissies. De cursus is uiteraard ook geschikt voor onderzoekers van provinciale en lokale rekenkamers en rekenkamers van waterschappen.

In april 2016 wordt de cursus weer georganiseerd. De vijfdaagse cursus wordt aangeboden in twee blokken van respectievelijk drie en twee dagen:

Woensdag 6 april, donderdag 7 april en vrijdag 8 april 2016 en woensdag 20 april en donderdag 21 april 2016.

Leergang Effectief Beleidsonderzoek – ScienceWorks

Op vrijdag 30 oktober, 6 & 13 november vindt in Utrecht de driedaagse leergang “Leergang Effectief Beleidsonderzoek” plaats, gericht op beleidsonderzoekers, toezichthouders en evaluatoren, met een nadruk op regionaal en lokaal beleidsonderzoek. Let op, inschrijving is beperkt tot 22 personen om de interactie te optimaliseren – inschrijvingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Het programma van de leergang bestaat uit 6 dagdelen, verspreid over 3 dagen, en gaat in op de volgende thema’s:

  • Beleidsonderzoek: schakel tussen Kennis en beleid
  • Professionalisering van de relatie beleidsonderzoeker en opdrachtgever
  • Bijdrage van beleidsonderzoek aan doelmatig beleid
  • Vergroting van het rendement van beleidsonderzoek
  • Veelbelovende nieuwe methoden voor beleidsonderzoek
  • Bijdrage van een beleidsonderzoeker aan het lerend vermogen van overheidsorganisatie

Deze leergang wordt verzorgt door ScienceWorks. Leden van de NVRR krijgen een korting op de kosten., zij betalen €1.395,= in plaats van €1.650,=.

Meer informatie over de docenten, inhoud en aanmelden vindt u in de brochure.

Checklists

In de loop der tijd hebben diverse rekenkamer(commissie)s checklists gemaakt voor de raad of de staten om daarmee in de toekomst zelf ‘voor, tijdens of na de rit’ zaken te kunnen beoordelen. Het is goed om die met elkaar te delen. Ook al omdat de checklists tevens bruikbaar zijn voor andere rekenkamer(commissie)s voor het opstellen van het normenkader.

Subsidies

Veel rekenkamer(commissie)s hebben onderzoek gedaan naar subsidies. De Rekenkamer van Nijmegen heeft bijna twintig van deze rapporten geanalyseerd.

De hoofdconclusie uit het overgrote deel van de onderzochte rapporten is dat de effectiviteit van subsidies niet bekend is en ook niet kan worden vastgesteld. Hierdoor worden besluiten over instelling, voortzetting of stopzetting van een subsidie genomen zonder dat bekend is of deze wel effectief is. De Nijmeegse Rekenkamer heeft uit de onderzochte rapporten zeven lessen gedistilleerd die verklaren waarom de effectiviteit niet kan worden vastgesteld. Deze lessen zijn gebaseerd op de meest voorkomende conclusies of aanbevelingen. Voor alle lessen geldt dat de achterliggende conclusies of aanbevelingen in tenminste vijf rapporten zijn genoemd. Lokale bijzonderheden zijn er zo uitgehaald.

Zeven lessen

  • Les 1:  Doelen zijn niet concreet
  • Les 2:  Zwakke relatie tussen doelen en gevraagde prestaties
  • Les 3:  Er worden geen alternatieven afgewogen voor subsidieverlening als beleidsinstrument
  • Les 4: Subsidies worden niet (goed) op effectiviteit geëvalueerd
  • Les 5:  Onvoldoende controle op prestaties subsidieontvangers
  • Les 6:  Sturings- en beheersingsinformatie beperkt
  • Les 7:  Versnippering van de uitvoering van het subsidiebeleid

Voor een nadere toelichting op deze zeven lessen wordt verwezen naar het rapport van de Rekenkamer Nijmegen. Of bekijk het webinar dat de Algemene Rekenkamer organiseerde ter ere van haar 200 jarig bestaan. In het webinar komt aan de orde hoe de effectiviteit van subsidies zo goed mogelijk kan worden onderzocht. Het webinar is verzorgd door de Algemene Rekenkamer, de Randstedelijke Rekenkamer en de Rekenkamer Nijmegen op basis van hun onderzoekservaringen en opgestelde handreikingen voor effectiviteitsonderzoek naar subsidies.

Auteur: Jelly Smink, Rekenkamer Nijmegen

Tien tips voor het efficiënt en effectief afhandelen van Wob-verzoeken

Artikel 3 Wob

Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.

De Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) is de laatste tijd veel in het nieuws, vaak in relatie tot (vermeend) misbruik ervan. Wob-verzoekers hebben inmiddels ook de weg naar de rekenkamer en de rekenkamercommissie gevonden.

Pro Facto heeft een tiental tips op een rijtje gezet voor het efficiënt en effectief afhandelen van Wob-verzoeken.

Tip 1: Ga na of het verzoek conform de eisen is ingediend

Een Wob-verzoek kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend. Onder schriftelijk wordt sinds de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer ook ‘elektronisch’ verstaan, maar dit betekent niet dat Wob-verzoeken altijd via e-mail kunnen worden ingediend. De elektronische weg is alleen
begaanbaar als die is opengesteld. Ga dus na of dit is gebeurd. Als niet is besloten deze weg te openen en in de praktijk ook geen elektronische berichten worden geaccepteerd, kun je dit de verzoeker meedelen en aangeven dat hij het verzoek schriftelijk kan indienen. En goed om te weten:
ook de fax is een elektronisch communicatiemiddel!

Het kan ook zijn dat de elektronische weg niet is afgesloten, maar dat wel vormvereisten zijn gesteld aan een verzoek. Bijvoorbeeld dat verzoeken per mail alleen via het algemene adres (of een specifiek Wob adres) kunnen worden ingediend en niet via mailadressen van individuele ambtenaren. Ook kan het zijn dat een (web)formulier is vastgesteld voor het indienen van een Wob-verzoek.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 2: Controleer welk bestuursorgaan bevoegd is

De gemeentelijke rekenkamer is aan te merken als een bestuursorgaan. Of een rekenkamercommissie dat ook is, is volgens de VNG de vraag. Wij denken dat daarover niet getwijfeld behoeft te worden. Een bij verordening ingestelde bezwaarcommissie is door de Afdeling
bestuursrechtspraak Raad van State als bestuursorgaan aangemerkt, en gelet op die uitspraak zal een rekenkamercommissie naar alle waarschijnlijkheid ook als bestuursorgaan worden gezien. Van belang is daarom na te gaan aan welk bestuursorgaan het Wob-verzoek is gericht en of de gevraagde documenten berusten bij dat bestuursorgaan. Als dat niet het geval is, moet het verzoek naar het juiste bestuursorgaan worden doorgestuurd.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 3: Is de Wob van toepassing?

De Wob heeft geen betrekking op openbare informatie. Als informatie actief openbaar gemaakt is op de website of via het raadsinformatiesysteem of bijvoorbeeld is verstrekt naar aanleiding van een eerder Wob-verzoek, dan kun je dat aangeven. Je kunt dan volstaan met verwijzing naar de link of het eerdere besluit. Dat eerdere besluit kun je als bijlage meezenden. Die toezending is dan een feitelijke handeling en geen besluit op grond van de Wob. Dat betekent dus dat daartegen geen ontvankelijk bezwaar en beroep kan worden ingesteld.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 4: Geen vergaringsplicht

Als de informatie wel betrekking heeft op een bestuurlijke aangelegenheid, maar niet in documenten is vervat, kun je het verzoek afwijzen. Waar voorheen door de rechter een vergaringsplicht werd aangenomen als de informatie zonder onevenredige informatie kon worden vergaard, is dat nu niet langer het geval. Ongeacht de mate van inspanning hoeft dus geen informatie te worden vergaard. NB: Als je geen stukken meer in je archief hebt, maar je had ze nog wel moeten hebben (verwijderd i.s.m. Archiefwet) geldt wel een vergaringsplicht.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 5: Vraag om verduidelijking

Vaak worden (opzettelijk) vrij vage verzoeken ingediend. Op grond van de Wob moet je de verzoeker behulpzaam zijn bij het preciseren van zijn verzoek. Neem zo snel mogelijk persoonlijk contact met de verzoeker op en vraag vervolgens commentaar op een conceptbesluit. Je kunt hierin aangeven hoe je het verzoek opvat en vragen om een reactie binnen een bepaalde termijn. Het voordeel hiervan is dat je later niet voor de voeten krijgt geworpen dat je het verzoek verkeerd hebt begrepen of in ieder geval dat de rechter je minder snel tot vergoeding van de proceskosten veroordeelt.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 6: Let op de beslistermijn en verdaag (zo nodig) op tijd

Op een Wob-verzoek moet je binnen vier weken beslissen. Als je om verduidelijking vraagt (zie tip 5) wordt de beslistermijn opgeschort. Verder kun je één keer met vier weken verdagen. Die verdaging moet wel op tijd worden gedaan, dus voordat de eerste vier weken zijn verstreken.

Tip 7: Breng kopieer- en scankosten in rekening

Voor de behandeling van een Wob-verzoek kun je geen leges heffen, maar je kunt wel kopieerkosten in rekening brengen. Bij omvangrijke Wob-verzoeken kun je de verzoeker dan vooraf wijzen op de kosten die gepaard gaan met het kopiëren van de stukken. Soms leidt dat ertoe dat het verzoek wordt ingetrokken. Om kopieerkosten te voorkomen, wordt wel gevraagd om digitale toezending. Als je stukken moet kopiëren om scans te kunnen toesturen, kun je ook kosten in rekening brengen. Voorwaarde voor het in rekening kunnen brengen van de kosten is wel dat je dit in je
legesverordening hebt geregeld.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 8: Ga na of er een uitzonderingsgrond van toepassing is

De hoofdregel van de Wob is dat informatie openbaar is als het gaat om een bestuurlijke aangelegenheid en de informatie neergelegd is in een document. In de artikelen 10 en 11 van de Wob zijn de weigeringsgronden opgenomen. Het feit dat de verzoeker naar het oordeel van het
bestuursorgaan geen belang heeft bij de gevraagde informatie speelt geen rol. Voor je motivering is dat dus geen relevant aspect. Wel relevant is dat als je weigert, je in beginsel per document of onderdeel daarvan moet motiveren op welke grond van openbaarmaking wordt afgezien. Als meer dan één weigeringsgrond van toepassing wordt geacht op een document dat uit verschillende onderdelen bestaat, moet voldoende kenbaar zijn welke weigeringsgrond voor welk onderdeel wordt ingeroepen. Voor de motivering is voldoende als per weigeringsgrond in meer algemene
bewoordingen is toegelicht waarom die grond zich voordoet en, bij de zogenaamde relatieve weigeringsgronden van art. 10 lid 2, waarom het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen de daar genoemde belangen. Motivering per geweigerde passage is niet vereist. Van belang is ten slotte dat de hiervoor genoemde hoofdregel dat toetsing van de informatie aan de uitzonderingsgronden per document moet plaatsvinden, kan worden doorbroken als documenten naar strekking en inhoud grotendeels overeenkomen.

Meer weten? Zie referenties onder aan deze pagina.

Tip 9: Neem deelbesluiten

Als je te maken hebt met heel omvangrijke verzoeken – er wordt veel informatie gevraagd – neem dan deelbesluiten. Als een verzoek bijvoorbeeld uit 10 deelverzoeken bestaat en bij acht daarvan gaat het om informatie die al openbaar is, dan kun je dat alvast aangeven. Over de twee resterende onderdelen, waarop de Wob wel van toepassing is kun je dan afzonderlijk besluiten.

Tip 10: Benader een Wob-verzoek positief

De Wob is bedoeld ter ondersteuning van de transparantie van het openbaar bestuur. De meeste verzoeken dragen ook bij aan het realiseren van dat oogmerk. Hoewel een Wob-verzoek tijd kost, hoort het er wel bij. Een transparante overheid heeft niets te verbergen. Door veel informatie op het internet beschikbaar te stellen kun je de belasting van toepassing van de Wob beperken. Er zijn natuurlijk altijd mensen die menen een slaatje te moeten slaan uit de wet. Als je hen professioneel benadert haken ze vanzelf af.

 

 

Deze informatie is beschikbaar gesteld door Pro Facto.
Als je na het lezen van deze tips vragen hebt, kun je contact opnemen met Marieke Batting en Carine Bloemhoff van Pro Facto (050-3139853 of sibma@pro-facto.nl). Je kunt ook bij hen terecht als je een cursus wilt volgen over de Wob of bijvoorbeeld ondersteuning wilt bij de behandeling van een Wob-verzoek.
Meer informatie over Pro Facto vind je op onze website: www.pro-facto.nl

 

Referenties

Uitspraak Raad van State – Tip 1 verzoek conform de eisen ingediend
Uitspraak Rechtbank van Amsterdam – Tip 1 verzoek conform de eisen ingediend
Afrekenen met de Wob! Publicatie prof. dr. H.B. Winter RUG feb 2014 – Tip 1 verzoek conform de eisen ingediend
Uitspraak Raad van State – Tip 2 welk bestuursorgaan is bevoegd
Uitspraak Raad van State – Tip 3 is de Wob van toepassing?
Uitspraak Raad van State – Tip 3 is de Wob van toepassing?
Uitspraak Raad van State – Tip 3 is de Wob van toepassing?
Uitspraak Raad van State – Tip 3 is de Wob van toepassing?
Uitspraak Raad van State – Tip 3 is de Wob van toepassing?
Uitspraak Raad van State – Tip 3 is de Wob van toepassing?
Uitspraak Raad van State – Tip 4 geen vergaringsplicht
Uitspraak Raad van State – Tip 4 geen vergaringsplicht
Uitspraak Raad van State – Tip 5 verduidelijking
Uitspraak raad van State – Tip 5 verduidelijking
Uitspraak Hoge Raad – Tip 7 breng kopieer/scankosten in rekening
Uitspraak Raad van State – Tip 7 breng kopieer/scankosten in rekening
Uitspraak Raad van State – Tip 8 is er een uitzonderingsgrond toepasbaar
Uitspraak Raad van State – Tip 8 is er een uitzonderingsgrond toepasbaar
Uitspraak Raad van State – Tip 8 is er een uitzonderingsgrond toepasbaar

FAMO congres 8 oktober ‘De kracht van samenwerken’

De ontwikkelingen rondom samenwerken staan niet stil. Intern en extern wordt samenwerken steeds belangrijker, we opereren continu in groter wordende ketens, die vereisen dat we integraal naar de diverse zaken kijken. Gemeenten werken continu aan betere dienstverlening tegen lagere kosten, maar ondertussen blijft de winkel open. Bezuinigingen worden opgelegd, de decentralisatie van taken naar de gemeenten gaat door, waardoor de druk op de organisatie toeneemt. Anders werken is een noodzaak om alle eisen en veranderingen aan te kunnen. Een belangrijk aspect is samenwerken, zowel intern over de afdelingen heen als extern met alle betrokken ketenpartijen.

Op het FAMO congres staan we stil bij deze uitdagingen door:

  • Samenwerking belicht vanuit meerdere perspectieven door oa Joris Luyendijk; zit jij gevangen in een systeem?
  • Ervaringen delen over samenwerking met andere gemeenten en ketenpartijen
  • Netwerken om samenwerking en kennisdeling te versterken

Op één avond vanuit meerdere opzichten de kracht van samenwerken ervaren? Kom naar het diner pensant op 8 oktober in het Krasnapolsky (de Wintertuin), een geweldige locatie in hartje Amsterdam. Naast uw actieve deelname aan tafel, met Hoeden van de Bono, geven 3 topsprekers vanuit verschillende invalshoeken hun visie op samenwerking, waaronder:

  • Joris Luyendijk
  • Jan van Ginkel
  • Johan van der Waal, dagvoorzitter

Lees op de website van PM Seminars meer over het FAMO congres en hoe u kunt aanmelden >>

Extra Algemene Ledenvergadering

Op 25 september staat de extra ALV gepland. Bijgaand ontvangt u de agenda en alle relevante stukken. De ALV zal worden gehouden in het BOVAG-huis in Bunnik. Wij ontvangen u graag vanaf 13.00 uur. de vergadering begint om 14.00 uur.

Concept brief & amendementen

Bijgevoegd bij deze mail ontvangt u een amendeerbaar concept van een brief aan De Tweede Kamer namens de vereniging waarin wij reageren op de brief van minister Plasterk. In het voorliggende concept hebben wij de uitkomst van de discussie tijdens de extra ledenraadpleging op 26 juni, alsmede de nadien ingestuurde reacties zo goed mogelijk verwerkt om een breed gedragen standpunt te kunnen innemen.
Wij verzoeken u, indien u amendementen wilt maken op voorliggende concept brief, ons deze op voorhand toe te sturen. Uw concrete tekstvoorstellen ontvangen wij graag uiterlijk 23 september, zodat we de discussie tijdens de ALV goed kunnen faciliteren. U stuurt uw tekstvoorstel aan de NVRR via info@nvrr.nl

Tijdens de geplande ALV op 25 september, wordt over de brief en de amendementen gestemd, waarna de uitkomst van de ALV door het bestuur wordt verwerkt in een definitieve brief. Deze zal dan in de week volgend op de ALV aan de Tweede Kamer worden gestuurd. Zo doende hebben we een mogelijkheid invloed uit te oefenen op besluitvorming en voorkomen we dat er over ons wordt gesproken en voor ons wordt besloten.

Stemmen & machtiging

De statuten, artikel 16 lid 1 stellen dat ieder lid (en hierbij geldt lid in de zin van de NVRR statuten) een voorzitter van een rekenkamer of rekenkamercommissie bevoegd is zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. Wij stellen aan u voor om, anders dan in de statuten vermeld, toe te staan dat een ander lid of de secretaris van de rekenkamer(commissie) die lid is van de NVRR bij absentie van diens voorzitter bij de ALV, stemt namens de voorzitter. Mocht echter ter vergadering blijken dat hiertegen bezwaar is, zijn wij genoodzaakt de statuten te volgen.

Voor uw gemak is een machtigingsformulier gemaakt. Wilt u deze uiterlijk 23 september per mail sturen aan het secretariaat van de NVRR via info@nvrr.nl? Wilt u er ook voor zorgen dat u, indien u gemachtigde bent, u het machtigingsformulier de 25ste bij u hebt?

Let op: een persoon kan slechts voor één ander lid (= rekenkamer of rekenkamercommissie) als gevolmachtigde optreden.

Aanmelden voor de vergadering kunt u via de website van de NVRR doen, middels een aanmeldformulier.

NVRR ledenraadpleging

Zoals wellicht bekend is wil minister Plasterk naar aanleiding van de aangenomen motie Fokke een brief sturen naar de Tweede Kamer over de rekenkamers. In die brief zal aandacht worden besteed aan de mogelijkheden om de formele positie en de kwaliteit van rekenkamers te verbeteren.

In het bestuur van de NVRR is gesproken over een aantal uitgangspunten die wij als NVRR in die discussie zouden willen hebben. Omdat we het belangrijk vinden dat rekenkamers zelf het initiatief nemen en houden als het gaat over hun eigen kwaliteit heeft Jan de Ridder als voorzitter ook gesprekken met ambtenaren gevoerd waarin de wederzijdse meningen werden gepeild.  In die gesprekken is naar voren gebracht dat het formele standpunt van de NVRR pas kan worden gegeven als de brief van de minister er is.

Inmiddels hebben we begrepen dat de minister van plan is om voor het zomerreces de brief naar de kamer te sturen. Om die reden willen we zo snel mogelijk de leden bijeenroepen om te bespreken wat ons gezamenlijke standpunt zou moeten zijn. Wij nodigen u van harte uit aanwezig te zijn bij deze ledenraadpleging die op 26 juni aanstaande van 13.00 – 17.00 zal plaatsvinden in de raadszaal van Ede.

Wij verzoeken u uw aanwezigheid vooraf kenbaar te maken middels het invullen van het registratieformulier op de website. Wij attenderen u er op dat wij ons het recht voorbehouden de bijeenkomst bij onvoldoende belangstelling te cancelen.

Er is een notitie, waarin uitgangspunten zoals die in het bestuur aan de orde zijn geweest, zijn beschreven, indien u deze niet via de e-mail heeft ontvangen kunt u deze bij het secretariaat opvragen. Wij hopen uiteraard dat de leden de in de notitie neergelegde uitgangspunten kunnen onderschrijven.

Bezoekadres

Raadhuis

Bergstraat 4

6711 DD Ede

Parkeren

Parkeergelegenheid bij het Raadhuis is beperkt. De Q-park parkeergarage ligt 100 meter van de Bergstraat.

Buitengewone Algemene Ledenvergadering

Op 17 april jl. is tijdens de ALV het (financieel) jaarverslag en voorstel tot aanpassing van de statuten besproken en goedgekeurd. Tevens is decharge van het bestuur gevraagd en verkregen door de aanwezigen. Achteraf is door het bestuur vastgesteld dat er te weinig quorum was om deze besluiten te mogen vaststellen.

Statutair is daarom een tweede – buitengewone – ALV nodig. Er is geen quorum nodig en het is voldoende dat de aanwezigen de besluiten formeel maken.

Deze buitengewone Algemene Ledenvergadering vindt plaats op 15 juni a.s. in de Amershof in Amersfoort. Aanvang om 14.00 uur – einde om 14.15 uur.

De stukken voor de vergadering kunt u hieronder downloaden:

Binnenlands Bestuur debat Gemeentelijke financiën in het sociaal domein

Sinds 1 januari zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van taken in het sociaal domein. De overdracht van taken is gepaard gegaan met een flinke korting op de budgetten. Een half jaar later is het hoog tijd om een tussentijdse financiële balans op te maken. Komen de gemeenten uit met hun geld? Waar zitten de voornaamste risico’s? De uitvoering van taken – en dus ook de bekostiging – gaat in nauwe samenwerking met buurgemeenten, maar hoe is dat zo te regelen dat iedereen zijn deel betaalt? Volgens het kabinet kunnen gemeenten de taken efficiënter en goedkoper uitvoeren dan het rijk dat deed. Tijdens dit debat gaan deskundigen samen met de deelnemers op zoek naar waar de winst te boeken is.


Wilt u uw voordeel doen met de resultaten van dit debat? Kom naar het Binnenlands Bestuur debat Gemeentelijke financiën in het sociaal domein op 18 juni 2015.

 

Programma

12.00     Ontvangst en lunch

13.00     Welkomstwoord door Eric de Kluis

13.15     Jan de Ridder, zicht op doelmatigheid, doeltreffendheid en

               rechtmatigheid

13.45     Tim Robbe, besparen op inkoop het sociaal domein

14.15     Ard Schilder, kostenverevening tussen partners in het sociaal domein

14.45     Debat: Op zoek naar de winst

15.15     Pauze

15.45     Margriet Jongerius, omgaan met financiële uitdagingen in de Wmo

16.15     Robert ’t Hart, risicomanagement in het sociaal domein

16.45     Afsluiting

17.00     Netwerkborrel

Cursus Rekenkameronderzoek 2016

De postacademische cursus Rekenkameronderzoek wordt verzorgd door de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met de NVRR en is bedoeld om handvatten te bieden voor het opzetten en (laten) uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig rekenkameronderzoek.De cursus is een post academische opleiding en bedoeld voor hbo- en wo-afgestudeerden die beroepshalve betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van rekenkameronderzoeken op provinciaal en gemeentelijk niveau.

De cursus is bedoeld voor voorzitters, secretarissen en leden van rekenkamers en rekenkamercommissies. De cursus is uiteraard ook geschikt voor onderzoekers van provinciale en lokale rekenkamers en rekenkamers van waterschappen.

In april 2016 wordt de cursus weer georganiseerd. De vijfdaagse cursus wordt aangeboden in twee blokken van respectievelijk drie en twee dagen:

Woensdag 6 april, donderdag 7 april en vrijdag 8 april 2016 en woensdag 20 april en donderdag 21 april 2016.

Cursus Rekenkameronderzoek 2016

De postacademische cursus Rekenkameronderzoek wordt verzorgd door de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met de NVRR en is bedoeld om handvatten te bieden voor het opzetten en (laten) uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig rekenkameronderzoek.De cursus is een post academische opleiding en bedoeld voor hbo- en wo-afgestudeerden die beroepshalve betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van rekenkameronderzoeken op provinciaal en gemeentelijk niveau.

De cursus is bedoeld voor voorzitters, secretarissen en leden van rekenkamers en rekenkamercommissies. De cursus is uiteraard ook geschikt voor onderzoekers van provinciale en lokale rekenkamers en rekenkamers van waterschappen.

In april 2016 wordt de cursus weer georganiseerd. De vijfdaagse cursus wordt aangeboden in twee blokken van respectievelijk drie en twee dagen:

Woensdag 6 april, donderdag 7 april en vrijdag 8 april 2016 en woensdag 20 april en donderdag 21 april 2016.

Samenwerkingsbijeenkomst Algemene rekenkamer – NVRR

Kennisdelen op een hoger plan brengen. Dat staat centraal tijdens de samenwerkingsbijeenkomst van de NVRR en de Algemene Rekenkamer op 17 september 2015.

We nodigen alle collega’s van lokale, provinciale en waterschapsrekenkamer(commissie)s uit om op 17 september samen met de collega’s van de Algemene Rekenkamer op expeditie te gaan.

Tijdens de expeditie zoeken we antwoord op vragen, waar we als rekenkamers allemaal mee te maken hebben. Dit doen we in kleine teams rondom zes verschillende thema’s. Meerdere teams gaan aan de slag met eenzelfde thema en aan het eind van dag presenteert elk team zijn antwoord op de gestelde vraag. De presentaties vinden plaats per thema. Dus teams die aan eenzelfde thema hebben gewerkt, zien elkaars presentaties en kunnen zo van elkaar leren.

Om informatie te verzamelen is er tijdens de dag volop gelegenheid om workshops te volgen. Daarnaast zorgen toonaangevende experts voor inspiratie en leveren zij gratis advies!

Laatste nieuws!
De namen van de laatste twee experts voor het thema doorwerking/impact zijn bekend:

  • De heer Wim Dalhuisen, Statenlid PvdA Provincie Overijssel
  • De heer Dirk Jan Keijser, Stichting Burger

Aanmelden

Wilt u mee op expeditie? Kies dan op voorhand een thema, waar u op 17 september mee aan de slag wilt en mail uw 1e en 2e voorkeur naar evenementen@rekenkamer.nl.

Meer informatie over de thema’s vindt u in het programma. Voor de workshops en de consultaties is inschrijving op voorhand niet nodig.

Uw reactie ontvangen we graag uiterlijk 4 september 2015.
Maar, wees er snel bij, want het aantal beschikbare plekken is beperkt.

Voor de uitwerking van de thema’s vragen we u om een tablet of laptop mee te nemen.

We hopen u te zien op de 17e!

Met vriendelijke groet,
Monique Mol, Lizet Hoekstra, Linda Meijer (Algemene Rekenkamer) & Gerrit Hagelstein (NVRR)

Voorjaarscongres Kring Noord – Samen werk(en)

De Kring Noord organiseert op vrijdagmiddag 5 juni 2015 haar voorjaarscongres. Het thema deze middag is: Samen werk(en)

Nederland ontwikkelt zich anno 2015 tot een netwerksamenleving. Ook de drie bestuurslagen – rijk, provincies en gemeenten – nemen aan deze ontwikkeling deel. Om in te spelen op deze ontwikkelingen ende grensoverschrijdende taken goed uit te kunnen voeren, ontstaan allerlei samenwerkingsverbanden. Daarbij speelt de inwerkingtreding van de nieuwe WGR per 1 januari 2015 een belangrijke rol voor zowel de beleid-voerende gemeenten en provincies, als ook voor de controlerende rekenkamers en rekenkamercommissies. Wat betekent de nieuwe WGR voor zowel de beleidsvoerders als voor de controleurs?

Nu is samenwerking binnen en tussen bestuurslagen niet nieuw en hebben rekenkamers al vele jaren  onderzoek gedaan naar allerlei vormen van samenwerking. We mogen dus een onderbouwd antwoord verwachten op de volgende twee relevante vragen:

  1. Wat betekent de nieuwe WGR voor de samenwerkingsvormen en voor het werk van de rekenkamercommissies?
  2. Hoe krijgen de rekenkamercommissies een goed zicht op de gemeenschappelijke regelingen?


Locatie: 

Gemeentehuis Achtkarspelen te Buitenpost

Programma:

13.00 – 13.30 uur 

Ontvangst met koffie en thee

13.30 – 13.40 uur      

Opening door de dagvoorzitter

13.40 –  14.00 uur     

Algemeen deel door mr. Rob de Greef (Koxk/de Voogd/ VUA)

De diverse vormen van samenwerking

14.00 – 14.20 uur      

Vragen uit de zaal met discussie

14.20 – 14.45 uur      

Onze eigen praktijk (Werner Zuurbier, vrz. Rekenkamer Groningen)

Werner Zuurbier gaat met de zaal in gesprek waarbij een antwoord wordt gezocht op de vraag: Welke onderzoeken zijn er de laatste jaren in Noord Nederland door rekenkamercommissie uitgevoerd naar gemeenschappelijke regelingen? Valt daar een lijn uit te halen? Wat weten we inmiddels? Welke conclusies en aanbevelingen heeft dat opgeleverd?

Rob de Greef zal als coreferent op deze uitkomsten reageren.

 

Aan de deelnemers aan het congres wordt gevraagd om al bij de inschrijving aan te geven of hun rekenkamer onderzoek naar gemeenschappelijke regelingen heeft uitgevoerd en wat daarvan de belangrijkste conclusies en aanbevelingen zijn geweest. 

 

Pauze (14.45 – 15.00 uur)

15.00 – 16.00 uur

Twee Workshops (vanuit het sociale domein en het fysieke domein)

Workshop 1 (fysieke domein) door Paul de Bruin en Robert Schouten (IPR Normag)

Intergemeentelijke samenwerking in het fysieke domein krijgt steeds meer vorm. Daarbij is sprake van verschillende samenwerkings- en besturingsmodellen. Er is een duidelijk aanleiding om als rekenkamer(commissie)s ook meer met elkaar samen te werken, als het gaat om rekenkameronderzoek voorafgaand, tijdens en bij het beëindigen van gemeentelijke samenwerking in het fysieke domein.  Aan de hand van aanprekende voorbeelden uit de praktijk wordt dit toegelicht. Verschillende typen  samenwerkings- en besturingsmodellen (bestuursrechtelijk of privaatrechtelijk), betrokkenheid van de raad, relevante onderwerpen voor (rekenkamer)onderzoek, hoe vinden rekenkamer(commissie)s elkaar, hoe het rekenkameronderzoek uitvoeren, tips en aandachtspunten, et cetera.

Peter Polhuis (voorzitter Rekenkamer Leeuwarden) leidt de discussie in deze workshop.

Workshop 2 (sociale domein) door Dirk Langedijk (Langedijk SWO)

Wat zijn voor de raad belangrijk afwegingen bij het aangaan van een GR en wat is belangrijk bij het omgaan met de huidige verbonden partijen. Hoe kunnen raden vroegtijdig betrokken worden bij relevante besluitvorming? En hoe werkt het vaak in de praktijk? Waar gaat het mis en hoe kan het beter?

Esther Fogl (lid rkc’s de Waddeneilanden, Smallingerland en Noord Oost Polder) leidt de discussie in deze workshop.

16.00 – 16.10 uur

Terugkoppeling door de inleiders

16.10 – 16.20 uur

Afsluiting door de dagvoorzitter

Napraten met hapje en drankje