Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Resultaten “De drie Vragen” website NVRR (2011)

Medio april 2011 heeft de Commissie Kwaliteitszorg de derde enquête uitgezet onder de leden van de NVRR. Deze keer om na te gaan hoe de leden denken over de website van de NVRR en wat er zou kunnen verbeteren aan de website. Dit is het samenvattend verslag van de uitkomsten. De respons was iets lager dan de vorige enquête, maar bedroeg toch nog 99, oftewel 42% van de leden heeft de enquête ingevuld.

De meeste respondenten raadplegen de website van de NVRR 1 tot 2 keer per maand, maar er is ook een grote groep die dat (bijna) nooit doet. Als de informatie beter georganiseerd en toegankelijk zou zijn en als er een besloten deel zou bestaan, zouden de meeste respondenten de website vaker raadplegen. De informatie die respondenten
willen kunnen vinden op de NVRR-website zijn vooral publicaties van andere Rekenkamer(commissie)s, handreikingen en handleidingen, informatie over landelijke ontwikkelingen en over wet- en regelgeving. Verder zou men meer actuele informatie willen hebben over onderwerpen die te maken hebben met het doen van onderzoek
(zoals een normenbank, (nieuwe) methoden van onderzoek, effecten van Rekenkameronderzoek, keurlijst onderzoeksbureaus etc.) en ontwikkelingen (zoals benchmarks, nieuws over bijvoorbeeld de bezuinigingen, kwaliteit etc.).

Provincies dragen bij aan leefbaarheid platteland, maar geld gaat niet altijd naar de probleemgebieden

Amsterdam, 29 maart 2011 – Vitaal platteland De leefbaarheid van plattelandsgebieden staat onder druk, ook in de Randstad. Voorbeelden van leefbaarheidsproblemen zijn afname van het aantal voorzieningen (variërend van scholen tot winkels), vergrijzing en matige OV-bereikbaarheid. De Randstedelijke Rekenkamer onderzocht het leefbaarheidsbeleid van de vier Randstad-provincies. Het provinciale beleid blijkt redelijk bij te dragen aan de leefbaarheid op het platteland, maar voor Zuid-Holland geldt dit minder omdat zij nauwelijks leefbaarheidsbeleid heeft ontwikkeld. Punt van kritiek is dat alle provincies het beschikbare geld vooraf niet hebben verdeeld naar die gebieden waar de leefbaarheidsproblemen het grootst zijn. Leefbaarheidsbeleid werkt redelijk De provincies blijken redelijk op de hoogte te zijn van de problematiek op hun platteland, vooral dankzij het contact dat is georganiseerd met lokale organisaties. De Rekenkamer heeft ook in kaart gebracht of het (leefbaarheids)beleid goed aansluit op de leefbaarheidsproblemen. Dit is redelijk het geval, waarbij Utrecht goed scoort. Over het algemeen verloopt de uitvoering van de plannen voortvarend en waarderen de betrokken partijen (zoals gemeenten en dorpsverenigingen) het. Geld niet verdeeld naar de deelgebieden met de grootste problemen Per provincie is € 21 mln. (Flevoland) tot € 32 mln. (Noord-Holland) beschikbaar voor bevordering van de leefbaarheid van het platteland. Dit bedrag bestaat uit bijdragen van Europa, het Rijk en de provincies. Het geld wordt niet per se ingezet in die delen van de provincies waar de leefbaarheidsproblemen het meest urgent zijn. Voor het verbeteren van de leefbaarheid is dit wel essentieel. Hiervoor is het allereerst nodig om, op basis van een analyse van de ernst van de problemen, het budget vooraf te verdelen naar deelgebieden. Flevoland heeft dit niet gedaan. Noord-Holland verdeelde pas in 2010 het resterende geld over de deelgebieden. Utrecht en Zuid-Holland hebben het geld vooraf wel grotendeels verdeeld naar deelgebieden, maar niet op basis van een analyse van de leefbaarheidsproblemen. In Zuid-Holland heeft dit er bijvoorbeeld toe geleid dat Goeree-Overflakkee alleen aanspraak kan maken op de Europese en Rijksmiddelen die beschikbaar zijn voor leefbaarheidsprojecten. Het beschikbare provinciale geld wordt ingezet in andere delen van Zuid-Holland, terwijl de leefbaarheid juist op Goeree-Overflakkee zichtbaar afneemt. Toekomst vraagt heroverweging van provincies Het provinciale leefbaarheidsbeleid heeft tot nu toe redelijk gewerkt. Maar de verwachte krimp van de bevolking, de bezuinigingen en discussies over het takenpakket van Rijk, provincies en gemeenten, kunnen binnenkort de leefbaarheid op het platteland gaan beïnvloeden. Dit vraagt van de provincies dat zij opnieuw hun positie bepalen op het thema leefbaarheid. Welke aspecten (zoals voorzieningen, woningen, werk) zien zij als hun taak en hoe willen zij het geld hiervoor goed inzetten? De Rekenkamer adviseert onder andere om het geld in te zetten voor de meest urgente leefbaarheidsproblemen en hiervoor onderscheid te maken naar deelgebieden. Over de Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording. Het rapport ‘Vitaal platteland’ is vanaf 29 maart 2011 te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

PB NVRR Goudvink en Groenling

Op 20 mei a.s. wordt tijdens het NVRR congres weer de Goudvink en Groenling uitgereikt. Het is voor de zevende keer, dat de Goudvink wordt toegekend aan het beste rekenkamerrapport. Voor de derde keer op rij wordt ook de Groenling uitgereikt. Dit is de prijs voor rapporten van kleinere rekenkamer(commissie)s.

Resultaten “De Drie Vragen” over kwaliteitszorg (2011)

Medio januari 2011 heeft de werkgroep kwaliteit een enquête uitgezet bij de leden van de NVRR om
na te gaan hoe zij denken over kwaliteit en welke prioriteiten zij zouden stellen. Dit is het
samenvattend verslag van de uitkomsten. Allereerst is de commissie blij met de respons, deze bedroeg
128 oftewel 54% van de leden heeft meegewerkt aan de enquête.

De gemiddelde respondent heeft behoefte aan concrete instrumenten en ziet graag communicatie via
e-mail of een nieuwsbrief. Daarnaast heeft de gemiddelde respondent ook vele concrete suggesties
aan de commissie meegegeven waarmee de commissie de komende tijd aan de slag gaat.

Bijdrage provincies aan innovatie nog te weinig onderbouwd

Amsterdam, 4 januari 2011 – Provinciaal economisch beleid. Onderbouwing en evaluatie

De betekenis van het provinciaal innovatiebeleid voor de regionale economie behoeft meer toelichting. Dit blijkt uit onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer naar de onderbouwing en evaluatie van het economisch beleid van de vier randstedelijke provincies. De provincies benoemen kansen en problemen, maar maken nauwelijks aannemelijk dat hun beleid bijdraagt aan meer kennis en innovatie en daarmee aan de regionale economie. Daarnaast beschikken de provincies vrijwel niet over een overkoepelend beeld van de resultaten van het provinciale beleid.

Factoren
De economie wordt beïnvloed door een groot aantal externe factoren, waarvan de conjunctuur wellicht de belangrijkste is. Het aantonen van de toegevoegde waarde van het overheidsbeleid op economisch gebied is hierdoor zeer lastig. Ook provincies voeren economisch beleid uit, dat bestaat uit zowel verplichte als zelfgekozen taken. Zo kunnen provincies zelf bepalen of ze bijvoorbeeld innovatie willen bevorderen. Juist omdat de taken die de Randstedelijke Rekenkamer heeft onderzocht niet verplicht zijn en meerdere overheden en organisaties actief zijn op deze beleidsterreinen, is een goede motivatie van belang.

Onderbouwing
De randstedelijke provincies benoemen in hun innovatiebeleid kansen en problemen, zoals het verbeteren van het innovatievermogen van het bedrijfsleven. Hoe het beleid vervolgens bijdraagt aan het oplossen van deze problemen wordt vooraf nauwelijks aannemelijk gemaakt. De provincie Zuid-Holland maakt voor het hoofddoel van het economisch beleid, het excelleren in clusters, wel aannemelijk dat het beleid gericht moet zijn op de clusters Greenports, Life & Health Sciences, Water- & Deltatechnologie en Transport & Logistiek.
Het innovatiebeleid van de provincies is niet of ten dele meetbaar via indicatoren. Nulmetingen, streefwaarden en tijdpaden ontbreken vaak. Monitoring van de voortgang vindt wisselend plaats. Naast het innovatiebeleid heeft de Randstedelijke Rekenkamer ook de thema’s ondernemerschap, promotie & acquisitie en onderwijs & arbeidsmarkt onderzocht. Ook bij deze thema’s schiet de onderbouwing van de provincies nog vaak tekort.

Evaluatie
De provincies evalueren hun economisch beleid in beperkte mate. In de uitgevoerde evaluaties ontbreekt vaak een analyse waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat het provinciale beleid heeft bijgedragen aan het behalen van de economische doelen. Zuid-Holland heeft dit wel gedaan voor het arbeidsmarktbeleid. De provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hebben aangegeven het huidige beleid te gaan evalueren in 2011.

Aanbevelingen
De Randstedelijke Rekenkamer beveelt de provincies aan hun bijdrage aan de regionale economie beter te onderbouwen en alleen indicatoren op te stellen als deze meetbaar zijn en gemonitord gaan worden. Ook beveelt de rekenkamer aan om het huidige economisch beleidsplan na afloop te evalueren, zodat duidelijk wordt in hoeverre het provinciale beleid heeft bijgedragen aan het behalen van de economische doelen. Gedeputeerde Staten van de vier provincies hebben aangegeven de aanbevelingen grotendeels te onderschrijven.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Provinciaal economisch beleid” is vanaf 4 januari 2011 te vinden op de website
www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Toetsing resultaten coalitieakkoord Zuid-Holland afgerond

Amsterdam, 4 januari 2011 – Validatie Terugblik collegeperiode 2007-2011 Zuid-Holland

De resultaten van het Zuid-Hollandse coalitieakkoord 2007-2011 ‘Duurzaam denken, dynamisch doen’ zijn door de Randstedelijke Rekenkamer op 18 doelstellingen grondig onderzocht en getoetst. De bevindingen hebben tot een groot aantal aanpassingen van de eindrapportage geleid. De verbeteringen richten zich onder meer op het gebied van duurzaamheid, toerisme, het opknappen van oude bedrijventerreinen en de jeugdzorg. De aansluiting tussen een aantal verantwoorde resultaten en de doelstellingen kan wel nog beter. De Rekenkamer concludeert dat de verantwoording over de behaalde resultaten van de 18 doelstellingen van voldoende kwaliteit is.

Ongebruikelijk
Het gebeurt slechts zelden dat een inzichtelijke terugblik op een coalitieakkoord wordt opgesteld, waarmee het bestuur verantwoording aflegt over wat goed of minder goed ging. De Randstedelijke Rekenkamer heeft waardering voor deze openheid van de provincie Zuid-Holland.

Diepgang
De Rekenkamer heeft ervoor gekozen om zich te richten op een selectie van de doelstellingen van het coalitieakkoord om zo meer diepgang in de aanbevelingen te kunnen bieden. Ook heeft de provincie hierdoor meteen een vertaalslag kunnen maken naar verbeteringen voor de rest. Bij de selectie is rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over thema’s, portefeuillehouders en behaalde resultaten.

Driekwart
Naast het grondig onderzoeken van de geselecteerde doelstellingen op controleerbaarheid, juistheid en relevantie heeft de Rekenkamer ook naar de totale eindrapportage gekeken. Het coalitieakkoord van de provincie Zuid-Holland bevat 76 doelstellingen voor de collegeperiode 2007-2011. Hiervan is ruim driekwart direct opgenomen in de eindrapportage ‘Terugblik collegeperiode 2007-2011’. In het rapport wordt geen uitleg gegeven over de reden van het ontbreken van de overige doelstellingen, terwijl voor het weglaten van een aantal doelstellingen verklaarbare redenen zijn. De Rekenkamer adviseert om de afweging bij de selectie in de rapportage toe te lichten en de keuzes te onderbouwen.

Debat
De provincie kan nu inhoudelijk discussie voeren over de mate waarin de doelstellingen van het coalitieakkoord zijn bereikt. Dit zal plaatsvinden in verschillende commissievergaderingen van de provincie Zuid-Holland. Op 26 januari vindt de behandeling plaats in de plenaire Provinciale Staten vergadering.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Validatie Terugblik collegeperiode 2007-2011” is vanaf 4 januari te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Regionale aanpak oude bedrijventerreinen kan beter

Amsterdam, 4 januari 2011 – Een regionale aanpak van oude bedrijventerreinen is nog niet in alle Randstadprovincies doorgevoerd, ondanks afspraken hierover. Dat blijkt uit onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer naar de opvolging van het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 dat het Rijk, gemeenten en provincies vorig jaar afsloten. Aanleiding voor het Convenant was de groeiende onvrede over de wildgroei van nieuwe terreinen en verloedering van de oude. Om verdere verrommeling van het landschap tegen te gaan zijn afspraken gemaakt over regionale samenwerking, waarover provincies de regie hebben.

Lokale aangelegenheid
In alle Randstadprovincies kan de regie op de aanpak van oude bedrijventerreinen in wisselende mate worden verbeterd. De provincies wijken in de aanpak op verschillende punten af van het Convenant. Zo is in geen van de provincies precies duidelijk welke bedrijventerreinen wanneer worden opgeknapt. Als argument hiervoor geven de provincies onder andere aan dat dit vooral een lokale aangelegenheid is. Het bewaken van de voortgang door de provincies wordt hierdoor echter bemoeilijkt.

Financiering
De Rekenkamer heeft ook de financiering van het opknappen van de bedrijventerreinen onderzocht. Daaruit blijkt dat deze nog niet rond is en dat de provincies grondprijsbeleid en (regionale) verevening – zoals het gebruiken van opbrengsten uit de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen voor het opknappen van oude terreinen – niet in hun financieringsopzet hebben meegenomen. Slechts in een aantal regio’s wordt regionale verevening toegepast of wordt hieraan gewerkt. Het opknappen van oude bedrijventerreinen wordt vooralsnog voor het grootste deel met overheidsgeld gefinancierd. De provincies geven aan dat de mogelijkheden voor grondprijsbeleid en regionale verevening beperkt zijn. De Randstedelijke Rekenkamer beveelt de provincies aan om ook alternatieve financieringsmogelijkheden te onderzoeken. In het gebied rond het Noordzeekanaal wordt bijvoorbeeld de mogelijkheid onderzocht van het invoeren van erfpacht.

Convenant
Met de ondertekening eind 2009 van het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 is een nieuwe weg ingeslagen om de herstructurering van bedrijventerreinen aan te pakken. In het Convenant is vastgelegd dat gemeenten samenwerken op het gebied van bedrijventerreinenbeleid. Regionale samenwerking draagt bij aan efficiënter ruimtegebruik en is van belang voor een optimale, financiële bijdrage van marktpartijen en gemeenten aan de herstructurering van bedrijventerreinen. In het Convenant is verder vastgelegd dat de provincies de regisseur zijn van het provinciale en interregionale bedrijventerreinenbeleid (voor zowel nieuwe als bestaande bedrijventerreinen) en er op toezien dat de gemeenten samenwerken.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Regie op herstructureren bedrijventerreinen” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

De inhuur van derden in Dongeradeel

Gemeenten voeren een groot aantal verschillende taken uit. Daarvoor beschikken zij over een eigen ambtenarenapparaat. In beginsel is het de bedoeling dat met dat apparaat alle gemeentelijke werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Het komt echter voor dat taken en werkzaamheden worden uitbesteed aan derden. In opdracht van de rekenkamercommissie Noordoost Fryslân, de gezamenlijke Rekenkamercommissie van de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadeel, Dongeradeel en Kollumerland c.a., is gedaan naar de inhuur van derden in de gemeente Dongeradeel.

Boekpresentatie “De Gracieuze Rekenkamer”

Dinsdag 2 november is er een boekpresentatie, De gracieuze Rekenkamer, van 16.00 – 17.00 uur in De Haagse Kluis in het tuinhuis, voor iedere bezoeker is er een gratis exemplaar beschikbaar.

Een bundel met 12 essays van prominente auteurs met ieder een eigen visie op de toekomst van de lokale rekenkamer op basis van eigen ervaring.

Het boek dient geen commercieel belang, als wel dat het een bijdrage wil leveren aan de kwaliteit van het lokale bestuur waartoe een rekenkamer kan dienen. De auteurs zullen grotendeels aanwezig zijn.

Een gelegenheid om onder het genot van een drankje en hapje de gedachten te scherpen over het bestaansrecht van de lokale rekenkamer. U bent allen van harte welkom. Aanmelden kan bij mij, wordt ook op prijs gesteld, maar is niet verplicht.

met vriendelijke groet, 

Els Boers

mob. 0651699887

elsboers@krachtiglokaalbestuur.nl

www.krachtiglokaalbestuur.nl

Checklist Communicatie bij beleidsvorming

De Rekenkamer heeft een checklist opgesteld voor de communicatie van de provincie met verschillende partijen
(burgers, bedrijven, belangenorganisaties, andere overheden) bij de beleidsvorming. De checklist is samengesteld uit drie andere checklists, waarin bestaande inzichten vanuit de wetenschap en van professionals over beleidscommunicatie en beleidsvorming zijn opgenomen.

Quick scan Externe inhuur

Door een algeheel neerwaarts financieel perspectief zal ook Amstelveen kritisch moeten kijken naar de uitgaven. Het verminderen van de inhuur van externe is één van de mogelijkheden om het uitgavenniveau terug te brengen. De rekenkamer wil een bijdrage leveren aan de bestuurlijke discussie over de inhuur van externen. Die bijdrage wordt geleverd door de daadwerkelijke kosten van externe inhuur en door elementen uit de bestaande onderzoeksrapporten over externen inhuur naar voren te brengen.

Gemeenten vaak geen compleet beeld van lokale veiligheidssituatie

Gemeenten hebben vaak geen compleet beeld van de lokale veiligheidssituatie. Dat is de rode draad in onderzoeken die Regioplan voor verschillende rekenkamercommissies uitvoerde. Gemeenteraden vinden veiligheid wel van groot belang, maar laten de sturing op dit thema vaak over aan het college. Zij doen dat uit een gevoel van machteloosheid als gevolg van veelal regionaal georganiseerde uitvoerende instellingen. Gemeenten zetten hun veiligheidsbeleid vaak ook onvoldoende samenhangend op papier. Het gebrek aan sturing en controle waar dat toe kan leiden, levert risico’s op voor de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het beleid.

Uitnodiging Workshops NVRR/VvG/Raadslid.nu

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR), de Vereniging van Griffiers (VvG) en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (Raadslid.nu) nodigen u van harte uit voor een bijeenkomst met als titel:

“Bruggen bouwen tussen raad en rekenkamer”

Zowel rekenkamers (en rekenkamercommissies) als gemeenteraden hebben een verbindende persoon of instantie nodig om het werk in de vorm van conclusies en adviezen om te zetten in actie. Hiervoor is de griffier de aangewezen hefboom. Griffiers hebben echter uiteenlopende rollen en rolopvattingen, waardoor deze aanname niet altijd vanzelfsprekend is. Per gemeente is er een andere politiek-bestuurlijke context. Onder welke voorwaarden kunnen raad, griffier en rekenkamer elkaar versterken?

Tijdens deze bijeenkomst willen wij met de deelnemers zicht krijgen op de wijze waarop er ‘bruggen tussen raad en rekenkamer’’ gebouwd kunnen worden. Welke rolopvattingen passen daarbij? Welke middelen kunnen rekenkamers en griffiers inzetten om op een constructieve wijze met elkaar om te gaan? Hoe kunnen griffier, rekenkamer en raad de controlerende taak zo goed mogelijk invullen? Wat zijn succes- en faalfactoren voor een goede samenwerking?

Gedurende twee workshops worden zowel vanuit het perspectief van de raad, als van de rekenkamer mede aan de hand van door u ingebrachte casussen, praktijkvoorbeelden besproken en onderlinge ervaringen uitgewisseld.

Workshop 1 – Raad-griffier

  1. Verwachtingen/ambitieniveau van de raad t.a.v. de rekenkamercommissie
  2. Hoe is de onderlinge communicatie afgesproken en hoe verloopt die?
  3. Wat zijn de succes en faalfactoren en houding en gedrag van de betrokkenen
  4. En wat kan en wil de griffier daarin bijdragen.

Workshop 2 – Rekenkamer-griffier

  1. Verwachtingen/ambitieniveau van de rekenkamercommissie t.a.v. de raad
  2. Hoe is de onderlinge communicatie afgesproken en hoe verloopt die?
  3. Wat zijn de succes en faalfactoren en houding en gedrag van de betrokkenen?
  4. En wat kan en wil de griffier daarin bijdragen?

Locaties en data

Locatie Datum
Gemeentehuis Haarlemmermeer
Raadhuisplein 1 – 2132 TZ Hoofddorp
24 september 2010

Aanvang 13.00 uur

Gemeentehuis Den Bosch
Achter het Stadhuis 5-7 – 5211 HM Den Bosch
1 oktober 2010

Aanvang 13.00 uur

Gemeentehuis Hoogeveen
Raadhuisplein 1 – 7901 BW Hoogeveen
8 oktober 2010

Aanvang 13.00 uur

Gemeentehuis Ede
Bergstraat 4 – 6711 DD Ede
15 oktober 2010

Aanvang 13.00 uur

 

 

 

 

 

 

 

Aan deze bijeenkomst kunnen deelnemen:

Griffiers en commissiegriffiers;
Secretarissen van rekenkamer(commissie)s;
Voorzitter en externe leden;
Interne leden zijnde raadslid;
Geïnteresseerde raadsleden;
Directeuren en bestuurders van rekenkamers;
Onderzoekers in dienst van rekenkamers en rekenkamercommissies.

Meld u hier aan voor deelname

Bij de bevestiging van uw aanmelding ontvangt u een formulier waarmee we u vriendelijk verzoeken een voor u interessante casus in te brengen ter input van de workshops.

Programma

13.00 uur – 13.30 uur
Ontvangst

13.30 uur – 13.45 uur
Welkom, inleiding en uitleg over de workshops door dagvoorzitter

13.45 uur – 14.45 uur
Workshops eerste ronde

PAUZE

15.00 uur – 16.00 uur
Workshops tweede ronde

16.00 uur – 16.30 uur
Plenaire bespreking uitkomsten workshops

16.30 uur – 16.45 uur
Afsluiting door dagvoorzitter en eventueel vervolgafspraken

PB De Lokale Rekenkamer

Rekenkamers weten niet wat college met hun aanbevelingen doet

Lokale rekenkamers hebben weinig inzicht in wat het college met hun onderzoeksrapporten doet. Na het aanbieden van de rapporten aan de raad, houdt voor veel rekenkamers het onderzoekstraject op. Zij communiceren nauwelijks met het college over de aanbevelingen, zo blijkt uit de Rekenkamermonitor 2009. Deze monitor toetst sinds 2004 jaarlijks de stand van zaken in rekenkamerland en wordt uitgevoerd door Delokalerekenkamer.nl / Jacques Necker. In 2009 hebben 138 rekenkamers aan de monitor meegedaan (39% respons). 

Een andere belangrijke conclusie is dat het onderzoeksbudget per inwoner voor het eerst sinds vier jaar is gedaald. Tel daarbij op dat 2010 het jaar is waarin de door de staatssecretaris toegezegde “definitieve evaluatie” van de lokale rekenkamers zou plaatsvinden en duidelijk wordt dat rekenkamers werk aan de winkel hebben. Carlo van Dijk, onderzoeker en adviseur bij delokalerekenkamer.nl / Jacques Necker zegt hierover: “Rekenkamers moeten nu hun bestaansrecht claimen. De toegevoegde waarde van rekenkamers zit hem niet in hun bestaan, maar in wat zij door hun bestaan en hun handelen betekenen voor de gemeentelijke, lokale samenleving.” 

Verder blijkt uit de monitor dat burgers vaker contact met rekenkamers zoeken dan andersom. Een minderheid (20%) van de rekenkamers deelt zijn onderzoeksuitkomsten met burgers, ook al krijgt 39% van de rekenkamers onderzoeksonderwerpen aangedragen door burgers.In ongeveer de helft van de gevallen gaat de rekenkamer op dit verzoek in. Inwoners attenderen de rekenkamer op diverse onderwerpen, variërend van het verdwijnen van busverbindingen tot het beheer van zwembaden. Vaak liggen de onderwerpen die zij aandragen op het gebied van de openbare ruimte, zoals verlichting en verkeersmaatregelen. Het contact tussen burgers en rekenkamers is dus vaker op initiatief van de burger (namelijk als deze een onderwerp voor onderzoek aandraagt). Wel stelt 65% van de rekenkamers de pers op de hoogte van onderzoeksresultaten. 

Rekenkamers ervaren waardering van de raad op hun onderzoeksrapporten. Ze merken dit bijvoorbeeld door de preventieve werking die van hun onderzoeken uitgaat: de ambtelijke organisatie gaat al aan de slag met het te onderzoeken thema als de rekenkamer haar onderzoek opstart. Verder kan een onderzoeksrapport tot actie leiden: bijvoorbeeld een heroverweging van beleid of scherpere aansturing door de raad. Ook verwijst de raad naar onderzoeksrapporten.

PB Necker: 1 juni 2010

Raadsleden zeggen: ‘coalitieakkoord mist financiële dekking’

Uit onderzoek door Gemeenteraad.nl / Jacques Necker onder 1500 raadsleden blijkt dat 2 van de 3 raadsleden van mening zijn dat het coalitieakkoord een reële financiële dekking mist.

Bovendien plaatsen veel raadsleden vraagtekens bij het sturend vermogen van het akkoord. Een meerderheid gelooft niet dat het mogelijk is met het akkoord in de hand het college af te rekenen op meetbare doelstellingen, noch tussentijds noch na 4 jaar. Vooral de raadsleden uit de oppositie zijn vernietigend in hun oordeel over de mogelijkheid het college te controleren en af te reken op heldere prestaties. 

Adviseur Jasper Loots van Gemeenteraad.nl / Jacques Necker is niet verrast door de resultaten. ‘Vaak is niet duidelijk waar het coalitieakkoord of collegeprogramma toe dient en dus is nogal eens onvoldoende nagedacht over het proces van de totstandkoming en de vorm van het akkoord. Moet het een dik of juist een dun akkoord worden? Wie is verantwoordelijk voor een goed akkoord? De griffie, de gemeentesecretaris, de coalitiepartijen? Dat de dekking ontbreekt belooft niet veel goeds. Het wordt een hete herfst want de dekking moet worden gevonden. Dat zal tot spanningen leiden tijdens het vaststellen van de programmabegroting in het najaar’.

PB FNV: FNV Lokaal teleurgesteld in armoedebeleid Amsterdam

 

20.000 huishoudens vallen buiten de boot

Amsterdam, 27 mei 2010 

FNV Lokaal is geschrokken van de uitkomsten van een onderzoek van de Amsterdamse Rekenkamer, waaruit blijkt dat de uitvoering van het Amsterdamse armoedebeleid de afgelopen jaren is versukkeld. Als gevolg hiervan vallen 20.000 minimahuishoudens volledig buiten de boot als het gaat om gemeentelijke ondersteuning. 

“We zijn erg teleurgesteld over deze bevindingen”, reageert FNV Federatiebestuurder Leo Hartveld. “We kenden Amsterdam altijd als een sociale en vernieuwende gemeente. Juist nu we in een economische crisis zitten moet de gemeente alles op alles zetten om te zorgen dat het armoedegeld daadwerkelijk terechtkomt bij de mensen voor wie het bedoeld is.” 

In de Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg van de FNV behaalt Amsterdam over het algemeen goede scores voor zijn sociaal beleid. In de laatste editie is het beeld echter minder gunstig, mede doordat de uitgaven aan minimabeleid zijn gestagneerd. In veel andere gemeenten zijn deze juist gestegen.

FNV Lokaal vermoedt dat vooral de groeiende groep werkende armen buiten beeld blijft. “Bij armoede moet je niet alleen denken aan mensen met een uitkering”, aldus Hartveld. “Steeds vaker gaat het om hardwerkende mensen in sectoren als de schoonmaak, de horeca, het collectief vervoer en de thuiszorg, die ondanks hun baan nauwelijks rond kunnen komen.” 

FNV Lokaal pleit voor ruimere criteria voor de zogenaamde langdurigheidstoeslag;  meer gebruik maken van bestandskoppeling om mensen op te sporen die recht hebben op inkomensondersteuning; eenvoudigere aanvraagprocedures; en onderzoek naar mensen die afhaken als gevolg van de strengere regels van de sociale dienst. Ook zou de gemeente sociale criteria moeten hanteren bij de inkoop van diensten zoals de schoonmaak, de thuiszorg en het collectief vervoer. Op die manier kan ze werkgevers belonen die hun werknemers de kans geven om hun positie te verbeteren.

PB Utrecht: Winnaar Goudvink

De Rekenkamer Utrecht won met haar rapport Project Stationsgebied. Informatievoorziening aan de gemeenteraad van Utrecht de GOUDVINK 2009.

De Goudvink is de prijs voor het beste rekenkameronderzoek van het jaar. Op onze website www.rekenkamer.utrecht.nl (/actueel) staat het persbericht dat wij hierover uitbrachten.