Skip to main content

Auteur: Secretariaat

Algemene Ledenvergadering 2 juli 2021

  • Datum: 2 juli 2021
  • Tijd: 10 uur

Geachte leden,

Het bestuur van de NVRR nodigt u van harte uit voor de Algemene ledenvergadering die zal plaatsvinden op vrijdag 2 juli 2021 via ZOOM.
Tijdens deze vergadering zal het bestuur onder meer de jaarrekening aan u voorleggen.

Tevens hebben we PBLQ bereid gevonden een presentatie te geven over de projectgroep lokale rekenkamers. Deze projectgroep wordt door het ministerie van BZK ingesteld. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van de onafhankelijke werkgroep lokale rekenkamers. De belangrijkste taken van de projectgroep zijn: het adviseren van gemeentebesturen die ondersteuning willen of kunnen gebruiken bij de inrichting en/of het functioneren van hun lokale rekenkamer en het versterken van de relatie met de raad en het college en het delen van kennis en informatie over de versterking van lokale rekenkamers, zodat andere gemeenten hiervan kunnen leren.

De concept agenda alsmede de onderliggende stukken zullen wij in de loop van volgende week aan u doen toekomen.

Met vriendelijke groet,

Etienne Lemmens
Secretaris NVRR

‘Het bestuur van Rotterdam is zwakker geworden’

Zo dadelijk een gewetensvraag voor Paul Hofstra (66), vertrekkend directeur van de Rekenkamer Rotterdam, die tevens vijf regiogemeenten omvat. Ruim honderd kritische onderzoeken in twaalf jaar heeft de Rekenkamer onder zijn leiding verricht. In Rotterdam bijvoorbeeld naar oneigenlijke werkdruk op ambtenaren, de omstreden Woonvisie, genegeerde risico’s bij het Warmtebedrijf. Terugkerende fouten zijn „systeemdenken” en „bestuurlijke overmoed”, bleek uit een analyse.

„Het was meer dan een functie”, vertelt Hofstra in zijn werkkamer, „het was bijna een missie om het openbaar bestuur te verbeteren.”

Bent u geslaagd in uw missie?

„Daar heb ik over nagedacht en ik ben bang dat ik daarin tekort ben geschoten. Na twee termijnen zie je jezelf graag als iemand die een grote impact heeft gehad op het openbaar bestuur. Maar in mijn ogen is dat bestuur in Rotterdam in die twaalf jaar over de hele linie eerder zwakker geworden qua checks and balances.”

Heeft u het over een ‘oude bestuurscultuur’, zoals in politiek Den Haag?

„Het heeft te maken met de ontwikkeling van bestuurlijk Nederland. Het is de toestand waarin meer gemeentebesturen zich bevinden. De versplintering en polarisatie in de Rotterdamse gemeenteraad zijn aanzienlijk toegenomen. De verhouding tussen coalitie en oppositie is verscherpt: dat zie je terug in de beruchte stemmingen van 23 tegen 22 zetels. Het gevolg is minder dualisme en minder controle door de gemeenteraad als orgaan. Dat geeft het college van burgemeester en wethouders en hun ambtenaren meer ruimte en macht. Voor de stad is dat niet goed, want macht moet gecontroleerd worden. Macht corrumpeert en dat kan behoorlijk grote gevolgen hebben.”

Op 1 juni neemt Hofstra na twee termijnen afscheid. Hij wordt opgevolgd door Marjolein van Asselt (52), hoogleraar ‘risk governance’ aan de Universiteit Maastricht en lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Van rustig afbouwen is het niet echt gekomen. Vorige week haalde Hofstra nog de landelijke media met scherpe kritiek op het plan voor het nieuwe Feyenoord-stadion, dat 441 miljoen euro moet kosten. Deze week moet nog een onderzoek naar de aanpak van ondermijnende criminaliteit eruit.

Hofstra is van plan een boek te schrijven over zijn werk in de afgelopen twaalf jaar. „Als Rekenkamer-directeur moet je altijd onafhankelijk en neutraal blijven. Straks kan ik meer kleuring geven aan hoe dat allemaal werkt in zo’n gemeente.”

Als ‘Rekenmeester’ botste Hofstra regelmatig met het stadhuis. Zijn werk werd in de gemeenteraad zeer gewaardeerd, bleek bij een evaluatie in 2014. Wel drukte de Rekenkamer zich „soms steviger” uit dan nodig, en de goede relatie van Hofstra met de pers was een „gevoelige kwestie”.

„Daar heb ik kennis van genomen, om het zo maar te zeggen. Kom op, als Rekenkamer-directeur kun je niet aan de leiband van wie dan ook gaan lopen. Dan kun je de tent wel sluiten.”

De kritiek uit het stadhuis is: deze directeur heeft geldingsdrang en zet zijn persberichten te zwaar aan.

„Ja, dat kan ik me ook voorstellen vanuit het perspectief van het college. Of de conclusies zijn ‘flinterdun’, of onderzoeken zijn ‘niet representatief’ – ik ken het hele repertoire. Maar dat verwijt van geldingsdrang klopt niet. De Rekenkamer is er uiteindelijk voor de Rotterdammers. Dan moet je heldere taal gebruiken om je bevindingen over te brengen. En we onderzoeken vaak menselijk handelen en menselijke fouten. Dan kom je in de buurt van wethouders en topambtenaren – dat doet pijn.”

Heeft u onderhandeld over formuleringen in onderzoeksrapporten?

„Nee, dat heb ik altijd vertikt. Dan begeef je je op een glibberig pad.”

Het college en coalitiepartijen schuiven onwelgevallige conclusies en aanbevelingen vaak terzijde. Heeft u nooit eens gedacht: nemen ze de Rekenkamer wel serieus?

„Nee, het is juist omgekeerd. Als het college alles zomaar zou omarmen, dan gaan hier alle alarmbellen af. Dan hebben wij ons werk niet goed gedaan. En de Rotterdamse gemeenteraad is altijd kritisch en fel. De goede kant daarvan is dat onze onderzoeken heel veel aandacht krijgen.”

Hoeveel onderzoeksverzoeken heeft u deze collegeperiode vanuit de gemeenteraad zelf gekregen?

„De meeste onderzoeken initiëren wijzelf als Rekenkamer. Maar het gemeentebestuur kan inderdaad verzoeken indienen. Vanuit het college is dat een enkele keer voorgekomen in twaalf jaar. En vanuit de gemeenteraad gebeurt het steeds minder, moet ik constateren. Ik krijg wel verzoeken vanuit de oppositie óf de coalitie, maar niet gezamenlijk – ook daarin zie je de afnemende dualiteit.”

Hoeveel gezamenlijke verzoeken heeft u dan sinds 2018 gehad?

„Eén. Vorig jaar, naar de integriteit binnen de gemeente. Nu komt dat denk ik ook omdat we prangende, actuele thema’s steeds beter zelf oppakken als Rekenkamer. Toen ik hier twaalf jaar geleden kwam, wist ik natuurlijk van toeten noch blazen.”

U heeft het openbaar bestuur zien verslechteren. En u gaat er al vanuit dat het college kritiek wegwuift. Is dat geen cynische conclusie?

„Nee, ik heb altijd gezegd ‘ik ben weg voordat ik cynisch word’. De Rekenkamer heeft bovendien twéé wettelijke taken. De eerste is het versterken van de gemeenteraad ten opzichte van het college, de tweede is het transparant maken van het bestuurlijk handelen. Dat laatste is ons zeker gelukt, denk ik – in meer dan honderd kritische onderzoeken.”

Voorjaarscongres Kring-Noord NVRR (online)

Vrijdagmiddag 11 juni, 13.30 tot 15.00 uur, webinar: Rekenkamer en Interbestuurlijk (regionaal) beleid: Veel beleid wordt tegenwoordig gevoerd tussen de provinciale en de gemeentelijke bestuurslaag in: hoe kunnen rekenkamers daar toch onderzoek naar doen. Linda Thomson-Voetee geeft een presentatie over de ervaringen van de Randstedelijke Rekenkamer met onderzoek dat gezamenlijk met gemeentelijke rekenkamers werd uitgevoerd. De directiesecretaris van de provincie Groningen, Hans Schrikkema leidt het thema in en staat stil bij de grote vlucht van het interbestuurlijke, regionale bestuur. Aanmelden: info@nvrr.nl.

NVRR start grootste onderzoek ooit naar praktijk Wob in 98 gemeenten, provincies en waterschappen

Het jaarlijkse DoeMee-onderzoek van de NVRR gaat in 2021 over de praktijk van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Bijna 75 rekenkamers en rekenkamercommissies doen mee, die in totaal werken voor 98 gemeenten, provincies en waterschappen. Voor deze decentrale overheden wordt onderzocht hoe de bestuursorganen omgaan met Wob. Het is daarmee het grootste onderzoek ooit hoe deze wet in de praktijk wordt toegepast. Er is straks een goed beeld van bijvoorbeeld aantallen Wob-verzoeken, de manier waarop een verzoek wordt behandeld, de doorlooptijden en de mate waarin informatie compleet is. De resultaten zijn verder van belang om de invoering van de nieuwe Wet open overheid (Woo) goed vorm te kunnen geven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door bureau Pro Facto en mede gefinancierd door het ministerie van BZK. De uitkomsten worden aan het eind van het jaar verwacht.

Achtergronden

De Wob is ruim veertig jaar oud. In de aanhef van die wet staat dat openheid en openbaarheid belangrijk zijn voor een ‘goede en democratische bestuursvoering’. Regelmatig blijken er evenwel problemen rond openbaarheid van overheidsinformatie. Die problemen zijn van verschillende aard en orde. Het gaat dan bijvoorbeeld de problematiek van de verzoekers om openbaarmaking die vooral een financieel belang lijken te hebben, maar die daardoor overheden op aanzienlijke kosten hebben gejaagd. Maar het kost overheden toch ook vaak moeite de uitvoering van de Wob, die veelal als ‘lastig’ wordt gezien, goed op orde te krijgen. Er lijken grote verschillen te zijn tussen overheidsorganisaties. Een systematisch grootschalig onderzoek naar de praktijk ontbreekt echter nog.

Verder heeft op 26 januari 2021 de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel Wet open overheid (Woo) aangenomen, dat dit jaar in de Eerste Kamer wordt behandeld. Actieve openbaarmaking van overheidsinformatie staat hierin veel meer dan in de Wob centraal. Omdat de Woo de Wob gaat vervangen, blikken we in dit onderzoek ook vooruit of de deelnemende overheden ‘Woo proof’ zijn.

Centrale onderzoeksvraag

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt:

Hoe geven de deelnemende decentrale overheden vorm aan de afhandeling van Wob-verzoeken, in hoeverre gebeurt dit rechtmatig, hoe wordt hierover verantwoording afgelegd (aan volksvertegenwoordiging en samenleving), hoe is actieve openbaarmaking geregeld en hoe verhoudt zich dat tot de eisen die de Woo straks gaat stellen?

Om deze te beantwoorden worden onder meer gesprekken gevoerd met overheden en indieners van verzoeken en beleidsdocumenten geanalyseerd. Verder zullen een kleine 1000 Wob-dossiers worden geanalyseerd.

Opinie: ‘Beter omgaan met burgers begint bij koesteren lokale tegenstem’

In navolging van de adviezen van de Nationale ombudsman en Algemene Rekenkamer aan de informateur, schreven lokale Ombudsman Arre Zuurmond en Scott Douglas als lokale Rekenkamer directeur een bijdrage voor het Het Parool over het herstel van vertrouwen en de menselijke maat.

De essentie: Gebruik gemeenten als tegenstem in het beleid. Geef waar nodig meer geld, maar vooral veel meer ruimte om het geld slim te besteden. Lokale en landelijke volksvertegenwoordigers moeten samen werken in het volgen van beleid, net zoals wij toezichthouders dat meer moeten doen.

In memoriam Watze de Boer

Op 26 maart jl. is Watze de Boer onverwachts overleden. Watze was jarenlang een zeer actief bestuurslid van meerdere rekenkamers en van de NVRR, en een bekend en zeer gewaardeerd lid binnen de vereniging.

Hij startte in 2001 als voorzitter van de Rekenkamercommissie Utrecht. Een lokale rekenkamerfunctie was toen nog niet wettelijk verplicht. Een bereidwillige raad was een begin, maar vervolgens moesten nut en noodzaak toch echt in praktijk bewezen worden. Watze vormde de rekenkamercommissie met toen nog raadsleden, om tot een volledig externe rekenkamer. Hij kon dat goed doen omdat hij het risico van een dergelijk model, het verlies aan contact met de raad, persoonlijk opving. Hij onderhield goede contacten met het bestuur en was een uitstekend netwerker: bestuurlijk correct, inhoudelijk stevig én met humor. Hij was er vooral voor de gemeenteraad, maar niet ‘van de gemeenteraad’. En alle fracties werden gelijk behandeld; groot en klein. Met zijn medewerkers verwierf hij drie maal de nationale NVRR-jaarprijs ‘de goudvink’ voor het beste onderzoeksrapport. Bij zijn afscheid in 2014 na twee succesvolle termijnen, memoreerde toenmalig burgemeester Jan van Zaanen de bijzondere wijze waarop Watze met Rekenkamer Utrecht een gezaghebbende positie had verworven. Watze zelf stapte over naar de Rekenkamer Den Haag waar hij in zijn eerste termijn tot 2019, naast goede onderzoeken, na veel discussie een uitbreiding van het budget bewerkstelligde. Ook volgde nog in 2016 een benoeming als plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer Rotterdam.

Ondertussen was hij in 2007 ook gestart met de eerste van twee termijnen als voorzitter van de rekenkamercommissie Rijnland; de eerste rekenkamercommissie bij de waterschappen. Het goede voorbeeld deed volgen, en al snel volgde voorzitterschappen bij de waterschappen Zuiderzeeland en Rivierenland. Daar moesten sommige bestuurders wel even wennen aan het fenomeen rekenkamer. Maar zeker ook aan een Watze de Boer die met kracht van argument en een enkele vileine sneer de rapporten stevig kon presenteren. Zet vijf rekenkamerleden met Watze op een rij, en je wist gelijk wie de voorzitter was. Zijn forse postuur, zijn doorrookte stem, zijn strakke kostuums. En hij wist aan wie hij dat mede te danken had. Hij was ronduit trots op zijn medewerkers bij de rekenkamerbureau’s in Utrecht, Den Haag en bij de waterschappen.

Watze was een sterk voorstander van het delen van kennis en ervaring. Hij richtte, als voorzitter van de rekenkamercommissie Utrecht, in 2003 met Piet van Dijk (Arnhem) en ondergetekende (Rotterdam) de NVRR op. Als eerste penningmeester had hij een scherp oog voor integriteit. Bij een voorstel van derden om met hun stichting een commerciële samenwerking aan te gaan verhief hij zijn stem en beide handen onder de uitroep “Maar dat kan toch gewoon niet!”. Ook het hamsteren door consultants van vele voorzittersfuncties overal in den lande als verdienmodel, kon op zijn kritisch commentaar rekenen. Tegelijkertijd was hij makkelijk zo niet joviaal in de omgang. Goed betrekkingen onderhouden met bestuurders, ambtelijke diensten en met de collega’s binnen de NVRR ging hem prima af. Scherp zijn op de inhoud, en tegelijkertijd de relatie goed houden was zijn motto. Hij heeft met die opstelling een grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming en uitbouw van de vereniging. Bij zijn aftreden als penningmeester kwam de benoeming tot erelid hem dan ook volkomen toe.

Ook daarna bleef hij actief in de NVRR onder andere als deelnemer aan het G4-overleg. Ook daar veel aandacht voor persoonlijke relaties. Collegiaal en met humor. Jan de Ridder herinnert zich dat bij de opening van het nieuwe kantoor van de Rekenkamer Amsterdam, Watze een grote cactus mee bracht. Dat vond hij wel passend voor een rekenkamer. Hij had ook oog voor collega’s met een kleiner budget. Gevoed vanuit zijn lange ervaring in rekenkamerland en zijn betrokkenheid bij de vereniging. “Ook de kleine rekenkamers doen hun best, net als wij”. Het moest wel netjes geregeld zijn. Er werd binnen de G4 regelmatig gesproken over het belang om binnen de eigen regio het contact te zoeken met rekenkamers. Hij gaf daar ook daadwerkelijk inhoud aan door het organiseren van – dat dan weer wel – borrels.

Ook bij de jaarvergaderingen van de NVRR was Watze bijna altijd, en dan ook prominent, aanwezig. Niet in het minst door de vereniging een enkele maal voor uitglijders te behoeden. Gezeten op de eerste rij bracht hij het bestuur met stevig doorvragen op het spoor van onjuist verwerkte subsidies en zelfs van een vervalste accountantsverklaring. Daarbij was zijn toon nooit die van een scherpslijper of betweter. Aan die beroepsdeformatie van rekenkamerleden onttrok hij zich met gemak. Hij kon er stevig ingaan, maar voor de ander was altijd duidelijk dat het hem oprecht ging om het beter functioneren van het openbaar bestuur. Niet om zijn eigen gelijk of profilering. Al kon je, aan zijn pretogen onder de geloken oogleden, wel zien dat hij genoot van het bijhorend steekspel.

Na de vergadering was hij als eerste bij de bar en als laatste vertrokken. Een borrel drinken en sterke verhalen vertellen over rekenkamersuccessen was aan hem wel besteed. We gaan stevige standpunten en zijn hartelijke lach op de bijeenkomsten van rekenkamers missen.

Robert Mul, oud-voorzitter NVRR

Stand van zaken Wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers

(15 april). De behandeling van het wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers (nr 35 298) is weer uitgesteld. Op de agenda voor de Tweede Kamer opgesteld op 9 april staat het nu in de categorie “Aangemelde onderwerpen, nog niet geagendeerd”. Dat is nog na de langetermijnagenda waarop de onderwerpen staan tot en met de week van 11 mei.

Interview met Manon Fokke, nieuwe directeur NVRR

Op 1 mei start Manon Fokke als nieuwe directeur van de NVRR. In special van de Nieuwsbrief staat een kennismakings-interview door Marcel van Dam, de interim-directeur.

Wie is Manon Fokke?

Foto: Peter van HoorenIk ben 45 jaar, woon in Maastricht, getrouwd met Angelique en trotse moeder van zonen Berend en Anne. Ik ben geboren en getogen in Twente. Na mijn middelbare school ben ik rechten gaan studeren in Maastricht en daar ben ik uiteindelijk gebleven omdat ik in Maastricht een baan bij de rechtbank vond. Bovendien is het een heerlijke stad om in te wonen. Naast mijn werk voor Rijkswaterstaat ben ik actief in de lokale politiek. Het is mooi om iets te kunnen betekenen voor de mensen in mijn eigen stad.

In mijn vrije tijd hou ik van wandelen, tuinieren en spelletjes spelen met vrienden. Sinds de zomer hebben we een stacaravan in het bos van Ommen en het is dan ook heerlijk om in het weekend uit te waaien in het bos van mijn jeugd.

Je hebt eerder onder meer bij de rechtbank gewerkt, de universiteit en was natuurlijk Kamerlid voor je bij Rijkswaterstaat aan de slag ging. Wat is de rode draad in je loopbaan, wat drijft je?

Ik denk dat ik in alle functies die ik heb vervuld uiteindelijk altijd hoop dat ik de wereld net dat beetje mooier kan maken. Ik ben sociaal betrokken. Bij de universiteit was het als griffier van de universiteitsraad mooi om te zien hoe studenten hun eerste stapjes zetten in de wereld van de politiek. Het is fijn om mensen daarbij te kunnen helpen. Super leuk was het om een paar van die studenten vele jaren later in Den Haag terug te zien omdat ze kozen voor het werken in de politiek.

Bij Rijkswaterstaat ben ik vooral aan de slag met onderwerpen waar veel verschillende overheden met elkaar samenwerken. Hoewel de belangen soms tegenstrijdig kunnen zijn, probeer ik daar toch het beste uit te halen om zo te zorgen dat we uiteindelijk gezamenlijk een mooie weg of brug kunnen afleveren.

Het wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers wordt waarschijnlijk binnenkort in de 2e Kamer behandeld. Zoals je weet kijken de leden van de NVRR er nogal verschillend tegenaan. Hoe zie jij jouw rol daarin straks?

In de eerste plaats door uit te gaan wat ons allemaal bindt. We willen een sterk decentraal bestuur met checks en balances.

Daarnaast hebben we in Nederland gemeenten die nogal in omvang verschillen, en de problematiek binnen de gemeenten is niet overal hetzelfde. Het is dan ook logisch dat daarbinnen de wijze waarop vanuit de NVRR naar het wetsvoorstel wordt gekeken verschilt. Ik denk dat we die verschillen ook gewoon moeten benoemen. Je ziet dat de Tweede Kamer eenzelfde worsteling met het wetsvoorstel heeft. Het belangrijkste moet zijn om de positie van decentrale rekenkamers goed en duurzaam te verankeren. Dat is de basis van waaruit we moeten bouwen.

Sommige leden zullen er misschien de wenkbrauwen over fronsen dat je politiek actief bent. Een onafhankelijke positie en opstelling van rekenkamers en rekenkamercommissies is immers cruciaal om goed te kunnen functioneren. Komt dat niet in de knel met een directeur die politiek actief is?

Zeker niet, dat blijkt ook al jaren uit mijn werk naast de politiek. Het een bijt het ander niet. Mijn politieke ambitie gaat over Maastricht, en de keuzes die mijn partij voor Maastricht zou maken. Dat is natuurlijk heel iets anders dan waar de NVRR zich mee bezig houdt en voor staat. Bovendien gaat mijn werk altijd voor op de politiek, dus mocht er al sprake zijn van belangen die bijten, dan is het duidelijk welke keuze ik maak. Zo is dat ook altijd geweest. Toen ik bij de universiteit werkte, voerde ik bijvoorbeeld in de gemeenteraad niet het woord op studentenbeleid. Juist om rollen gescheiden te houden.

Als ik voor de lobby van de NVRR naar de Tweede Kamer gaan, dan kan ik verzekeren dat het resultaat voor de NVRR voorop staat en niet de politieke kleur van een partij.

Ik denk ook dat het daarnaast eerder fijn is om iemand als directeur te hebben die weet hoe de politieke wereld in Den Haag werkt en wellicht deuren kan openen die voor anderen gesloten blijven.

Wat gaat de NVRR en de decentrale rekenkamers en rekenkamercommissies van je merken?

Vanaf 1 mei wil ik vooral ook eerst de NVRR leren kennen, dus ik ga graag het land in om met de leden te praten over de rekenkamer en rekenkamercommissie in de desbetreffende gemeente of regio. Daarnaast zal ik verder aan de slag gaan met het professionaliseren van de organisatie en het zorgen voor zichtbaarheid van de NVRR.

De NVRR zal een kantoor krijgen binnen het gebouw van de VNG en het lijkt me ook goed om de banden met andere belangenverenigingen zoals de vereniging van raadsleden en de vereniging van griffiers en anderen aan te halen.

Daarnaast hoop ik ook vooral dat de leden van de NVRR mij weten te vinden als er iets is. De organisatie maken we immers samen.


Marcel van Dam: “Ik wens je heel veel succes in deze mooie functie”.
Manon Fokke: “Dank je wel, ik heb er heel veel zin in”!

Manon Fokke nieuwe directeur NVRR

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft een nieuwe directeur. Manon Fokke neemt de functie per 1 mei a.s. over van Marcel van Dam, die de rol van directeur op interim basis heeft vervuld sinds oktober 2020.

Foto: Peter van Hooren

Manon Fokke was ruim vier jaar Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid. Tijdens haar kamerperiode was zij woordvoerder Binnenlandse Zaken en Rijksdienst. Vanuit die rol pleitte zij onder meer voor versterking van de rol van rekenkamers. Op dit moment is zij werkzaam voor Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. Naast haar werk bij Rijkswaterstaat is zij fractievoorzitter van de PvdA in Maastricht. Deze functie zal zij blijven vervullen.

De NVRR is verheugd met het aantreden van de nieuwe directeur en kijkt uit naar de samenwerking en verdere professionalisering van de NVRR. Voorzitter Jan de Ridder: ”Manon Fokke heeft veel politieke ervaring in Den Haag en een uitgebreid netwerk. Bovendien heeft ze de nodige kennis van het openbaar bestuur en ziet zij de uitdagingen waar het decentrale bestuur en de rekenkamers en rekenkamercommissies in het bijzonder voor staan.”

Manon Fokke kijkt vol enthousiasme uit naar haar nieuwe rol van directeur: ”Ik kijk er naar uit om samen met het bestuur verder te bouwen aan de NVRR. Daarnaast ligt er ook een inhoudelijke uitdaging met het wetsvoorstel dat de positie van de decentrale rekenkamers moet versterken. Ook het recente rapport van de ROB “Goede ondersteuning, sterke democratie” laat zien dat er met betrekking tot de decentrale overheid werk aan de winkel is. Daar wil ik mij als directeur graag voor inzetten.”

Voor meer informatie:

Jan de Ridder: 06 8290 6334
Manon Fokke: 06 5280 8921

3-vragen-peiling

Maart 2022 wordt een nieuwe lichting raadsleden gekozen. Een nieuwe kans voor raads- en rekenkamerleden om elkaar te ontmoeten om de basis te leggen voor (weer) een productieve samenwerking. De NVRR ontwikkelt in 2021 een interactieve tool om die ontmoeting te ondersteunen en het goede gesprek te starten. De tool wordt onderdeel van het Rekenkamerkompas. Elke rekenkamer kan met de tool een eigen programma samenstellen.

Oproep deelname aan klankbordgroep over contributiestructuur

Enige tijd geleden is gemeld dat bestuur met klankbordgroepen wil gaan werken om mee te denken over lopende zaken. Zie ook https://www.rekenkamers.nl/nieuws/8695/klankbordgroepen/. Een voorstel van een klankbordgroep is voor het bestuur een zwaarwegend advies, de klankbordgroep zal ook worden uitgenodigd het advies in het bestuur toe te lichten en het bestuur kan alleen beargumenteerd van het advies afwijken. Binnenkort start de klankbordgroep over de contributiestructuur.

In het jaarplan staat daarover dat we willen kijken naar een andere contributiestructuur. In de huidige opzet is het lidmaatschap voor leden uit een kleinere inwonersklasse relatief duurder dan voor leden uit grotere inwonersklassen. Ook geeft het wetsvoorstel Versterking Decentrale Rekenkamers straks een stimulans om meer gezamenlijke rekenkamers op te zetten, wat tot forse schommelingen in de contributie-inkomsten kan leiden.

Het bestuur vraagt de klankbordgroep om te adviseren hoe de huidige structuur zo kan worden aangepast dat de contributies gelijkmatiger verdeeld zijn over de leden en de inkomsten uit de contributies meerjarig een stabiel beeld laten zien.
Voor deze klankbordgroep zoeken we NVRR-leden die hierover een advies op willen stellen. Ondersteuning is aanwezig. Naar verwachting komt de klankbordgroep in de periode april en 1e helft mei drie keer digitaal bijeen. Het bestuur streeft ernaar een voorstel tav de contributiestructuur gebaseerd op het advies van de klankbordgroep in juni aan de ALV voor te kunnen leggen.

Aanmelden kan tot en met maandag 29 maart via info@nvrr.nl.

We denken aan een groep van ongeveer 7 personen. Bij overweldigende belangstelling maken we een selectie waarbij we letten op spreiding naar grootte en bestuurslaag.

De NVRR zoekt een ervaren onderzoeker voor het opstellen van een meta-dossier over Jeugdhulp

De NVRR zoekt een ervaren onderzoeker voor het opstellen van een meta-dossier. In een metadossier wordt voor één onderwerp de belangrijkste onderzoeks-informatie uit rekenkamer-onderzoeken samengebracht, zoals onderzoeksvragen, normenkaders, aanpak, conclusies en aanbevelingen. Het onderwerp is Jeugdhulp. Meer informatie is te vinden in bijgaand memo. Voorstellen met kostenraming, cv en ervaring uiterlijk maandag 22 maart, 17.00u indienen bij info@nvrr.nl. Indien de belangstelling groot is, sluit de inschrijving zodra er 7 voorstellen ontvangen zijn – dat zal dan direct ook op de website worden vermeld.

5 vragen over de toolbox beleidsevaluaties

Waarom is deze toolbox ontwikkeld?

De rijksoverheid wil meer inzicht in de kwaliteit van beleid: hoe goed zijn beleidsvoorstellen onderbouwd en wat leveren beleidsmaatregelen op? Die informatie moet leiden tot betere informatie bij het nemen van beslissingen over het uitgeven van publiek geld. Goed evaluatieonderzoek is daarbij onmisbaar. We merkten dat er binnen de rijksoverheid maar ook andere overheidsinstellingen behoefte bestond aan een goede, laagdrempelige ondersteuning bij het uitvoeren van beleidsevaluaties. Daarbij ging het in eerste instantie om van het toepassen van de juiste methoden en technieken voor het beantwoorden van uiteenlopende evaluatievragen. Maar juist ook het stellen van de goede vragen is heel belangrijk: hóe je evalueert hangt immers af van wát je moet evalueren. Gaat het bijvoorbeeld om een relatief eenvoudige maatregel, of juist om een ingewikkeld programma. Wil je ‘effecten meten’ of is het de bedoeling om te snappen wat er is misgegaan. Of juist waarom iets heel succesvol was natuurlijk. Dan moet je kiezen voor verklarend onderzoek. En in welke fase van de uitvoering zit je: is het een tussenevaluatie of kun je al echt iets zeggen over de bereikte effecten? Met de toolbox willen we onderzoekers maar ook de opdrachtgevers van evaluatieonderzoek te helpen om, gegeven de specifieke evaluatie waar behoefte aan is, de meest geschikte vragen te stellen en vervolgens het onderzoek goed te kunnen uitvoeren.

Wat kun je doen met de toolbox?

De toolbox deelt het evaluatieproces op in vijf stappen die je kunt doorlopen om een beleidsevaluatie uit te (laten) voeren. Denk daarbij aan de context, de vraagstelling, het onderzoeksontwerp, de uitvoering en de rapportage. Een belangrijk onderdeel is de keuzehulp bij het opzetten van het onderzoek. Met die keuzehulp krijg je inzicht in de mogelijke typen vragen die je kunt stellen, welk onderzoeksontwerp daarbij past maar ook welke dataverzamelingsmethoden mogelijk geschikt zijn voor jouw onderzoek. Van elke onderzoekvraag, opzet en methode is een beschrijving en andere relevante informatie beschikbaar. Denk hierbij aan voor- en nadelen en voorbeeldevaluaties. Veel van die informatie was al wel beschikbaar, maar met de toolbox kun je op één plek terecht.

Voor wie is de toolbox bedoeld?

De doelgroep is best breed en bestaat uit beleidsmedewerkers, evaluatiecoördinatoren, beleidsonderzoekers en andere belangstellenden bij het opzetten en uitvoeren van goed evaluatieonderzoek. Maar we merken ook veel belangstelling bij de ‘aanbieders’ van evaluatieonderzoek, zoals onderzoeksbureaus en leden van Vide, het Nederlands Evaluatiegenootschap. Misschien goed om te zeggen: hij is vooral bedoeld voor mensen die ook zelf nadenken – het opzetten en uitvoeren van een goede beleidsevaluatie is geen kwestie van een kant-en-klaar recept uitvoeren.

Decentrale rekenkamers doen onderzoek naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Wat kunnen rekenkamers aan de tool hebben?

Veel, meen ik, want als altijd en zeker bij de rijksoverheid vormen doeltreffendheid en doelmatigheid belangrijke aspecten van evaluatieonderzoek. Wat dat betreft zijn rekenkamers natuurlijk in wezen evaluatiekamers. Rechtmatigheid komt minder aan bod, maar effectevaluaties en doelmatigheidsevaluaties vormen de kern van de aanpak. Samen met verklarende evaluaties: als je wilt leren van evaluatieonderzoek is dat natuurlijk een hele logische insteek, óók voor rekenkamers. En laat ik het ook omdraaien: wij zijn benieuwd naar hoe de toolbox in de praktijk van rekenkameronderzoek bevalt, dat horen we graag! We hebben bewust voor een website gekozen zodat de toolbox een ‘levend’ product is, die we ook in de toekomst willen blijven doorontwikkelen.

Waar is de tool te vinden en hoe werkt de tool?

De toolbox is te raadplegen via www.toolboxbeleidsevaluaties.nl. Behalve algemene informatie kun je dan de stappen van het evaluatieproces volgen, inspiratie opdoen en voorbeelden terugvinden. Misschien ook goed om te weten: er zijn geen kosten aan verbonden en je hoeft je ook niet te registreren. Heb je suggesties? Neem dan vooral contact op via het contactformulier op de website.

Politieke druk op lokale rekenkamers is onacceptabel

De NVRR (Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies) is geschrokken van het onderzoek naar politieke druk op lokale rekenkamers. De uitkomst dat rekenkamers regelmatig deze druk ervaren, laat zien dat rekenkamers volwassen worden en er toe doen. Hoewel het in veel gevallen goed gaat, laat het onderzoek tegelijk ook zien dat er nog steeds gemeenteraden zijn die alles doen om de lokale rekenkamer het werken onmogelijk te maken. Budgetten met 2/3 verlagen, systematisch weigeren rapporten te behandelen of de rekenkamer verbieden zelf onderzoeken te publiceren. De NVRR herkent de signalen maar de schaal waarop dit gebeurt, is verontrustend. Uit democratisch oogpunt is het onacceptabel. Macht kan niet zonder tegenmacht, transparant bestuur is onmisbaar en lokaal bestuur is gebaat bij onafhankelijk onderzoek. Maar onafhankelijk onderzoek kan niet zonder onafhankelijk budget. Al eerder signaleerde de ROB dat de positie van decentrale rekenkamers versterkt moet worden. Op dit moment ontbreken garanties dat gemeenten de wettelijke taak ten aanzien van de rekenkamer daadwerkelijk uitvoeren.

De NVRR roept alle rekenkamers en rekenkamercommissies die deze ervaringen op deze te melden via info@nvrr.nl.

Juridische vraagstukken

Hoe zit het eigenlijk met de aansprakelijkheid van rekenkamers en rekenkamercommissies? Lees er alles over in dit artikel.

Aansprakelijkheid is de verplichting om de nadelige gevolgen van een bepaalde gebeurtenis te dragen. De wet geeft een aantal mogelijkheden om aansprakelijkheid op te baseren, zoals Het verstrekken van onjuiste informatie, leveren van een wanprestatie, bestuurdersaansprakelijkheid of een onrechtmatige daad. We concentreren ons hier op gedragingen waarmee de rekenkamer een op haar rustende wettelijke plicht schendt of handelt in strijd met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm.

Klankbordgroepen

Eerder is in de ALV afgesproken een klankbordgroep te vormen, die het bestuur in kan schakelen om mee te denken over uiteenlopende zaken. Daar willen we dit jaar mee starten, door aan een op ad hoc basis vanuit de leden samengestelde klankbordgroep onderwerpen voor te leggen. De samenstelling kan per keer verschillen, zodat mensen die in een onderwerp geïnteresseerd zijn of daar specifieke kennis over hebben daarbij aan kunnen sluiten. Er wordt op de website een oproep geplaatst voor klankbordgroepleden en daarnaast kunnen ook mensen direct hiervoor worden benaderd. In de loop van 2021 worden de volgende onderwerpen aan de klankbordgroep voorgelegd:

  • A) de contributiestructuur
  • B) mogelijkheden om de ALV aantrekkelijker te maken
  • C) de hoofdlijnen jaarplan 2022

Binnenkort starten we met het eerste onderwerp en zullen leden op de website worden uitgenodigd om deel uit te maken van de klankbordgroep die zich over de contributiestructuur zal buigen. Als je nu al staat te trappelen om je aan te melden, dan kan dat uiteraard ook door een mail met een of meerdere voorkeuren voor een onderwerp te sturen naar info@nvrr.nl.

Oproep: leden congrescommissie

Ook dit jaar wil het bestuur graag weer een congrescommissie vormen om me te denken over inhoud en opzet van het jaarcongres of wellicht meerdere kleinere congressen (zie ook het bericht over de uitkomsten van de ledenpeiling). Al het praktische en organisatorische werk wordt door anderen gedaan, de congrescommissie denkt mee over mogelijke onderwerpen en de vorm van bijeenkomsten. Altijd al meer je stempel op NVRR-bijeenkomsten willen drukken? Allerlei ideeën voor mooie bijeenkomsten? Volop suggesties hoe bijeenkomsten in tijden van corona prima gehouden kunnen worden? Meld je aan voor de congrescommissie, via info@nvrr.nl.

Dossier: onderzoeken Corona-beleid en maatregelen

Vanuit de Thorbecke-leerstoel is een project gestart om de impact van de coronapandemie op het binnenlands bestuur zichtbaar te maken. Meer informatie is te vinden op coronapapers.nl. Onderzoeken van rekenkamers en rekenkamercommissies mogen daar natuurlijk niet ontbreken en de bedoeling is dat daar te zijner tijd naar deze rapporten wordt verwezen. In onze bibliotheek staan inmiddels twee onderzoeken naar corona, uitgevoerd door de rekenkamercommissies van Den Bosch en Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest, Leidschendam-Voorburg (WVOLV)

Diverse leden hebben ons laten weten nu nog terughoudend te zijn met onderzoek hiernaar omdat we nog middenin de pandemie zitten en men de ambtelijke organisatie en verantwoordelijke bestuurders niet voor de voeten wil lopen. Wel voegen sommige rekenkamers en rekenkamercommissies aan een al gepland of lopend onderzoek een deel toe over coronamaatregelen, zoals de rekenkamercommissie Woerden die aan een onderzoek naar het armoedebeleid een extra hoofdstuk toevoegt over de coronamaatregelen.
Op de (zeer binnenkort vernieuwde) website komt in de loop van februari een apart dossier met daarin onderzoeken naar corona.

Voortgang werving directeur NVRR

De procedure voor de werving en selectie van de directeur NVRR is bijna afgerond. Het streven is dat de nieuwe directeur in mei begint. Op korte termijn zal bekend wie de nieuwe man of vrouw wordt.

Resultaten Ledenpeiling NVRR-congres of –congressen 2021

In januari is een ledenpeiling gehouden over het NVRR-congres of misschien meerdere wel congressen. Gevraagd is aan welke bijeenkomsten (congressen, webinars, etc) leden in 2020 hebben deelgenomen, of voor 2021 de voorkeur uitgaat naar fysiek of digitaal en dan één groot of juist meerdere kleine congressen.

Er zijn 61 reacties binnen gekomen. De cijfers over de deelname aan de bijeenkomsten in 2020 worden apart geanalyseerd. De toelichtingen op de antwoorden geven kleuring aan de antwoorden en zullen bij het maken van keuzen over de vorm van bijeenkomsten worden benut. Voor wat betreft de twee vragen over bijeenkomsten in 2021 is de response als volgt:

Als het corona-technisch weer mogelijk is, heb je dan een voorkeur voor fysieke of voor digitale bijeenkomsten?

  • Fysiek: N= 42
  • Digitaal: N=9
  • Geen voorkeur: N= 10

Daarbij is onder meer de suggestie gedaan om zowel fysieke als digitale bijeenkomsten te organiseren.

Als het corona-technisch gezien weer veilig is en de NVRR besluit tot fysieke bijeenkomsten, heb je dan een voorkeur voor één groot congres of meerdere kleinere congressen?

  • Meerdere kleinere congressen: N=23
  • Eén groot congres: N=31
  • Geen voorkeur: N=7

Daarbij is onder meer de suggestie gedaan om zowel een groot als meerdere kleinere congressen te houden.

Er wordt weer een congrescommissie gevormd, die het verzoek krijgt om mede op basis van deze uitkomsten te adviseren over het congres of de congressen van de NVRR in 2021. Lijkt het je leuk om mee te denken/organiseren van de fysieke en digitale congressen, meld je dan bij info@nvrr.nl.